Tramcolumn
20
GVB-ERS
(100709)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Gekscherend schreef ik onlangs over
één van de dominante GVB-ers, die wij
als tramvrienden regelmatig tegenkwamen. Zijn aanwezigheid betekende ook
meestal de aanwezigheid van een GVB-oudgediende de R1, die werd gebruikt
als transportwagen, als rangeerwagen en klusjeswagen.
Bij het Kwakersplein, als vertegenwoordiger van de
GVB-directie en een soort beheerder van de R 1,
hield de heer Michels zich op. En net zoals bij de Remise Achtergracht
was hij ook aan het Kwakersplein een strenge persoonlijkheid, die goed
oppaste, dat niet-GVB-ers zijn landgoed betraden. Nou had ik in het
begin van de 60-er jaren het initiatief genomen een gestencild
weekblaadje met GVB-nieuwtjes uit te geven. Dat krantje had de interesse
gewekt van sommige hoge GVB-pieten in de Centrale Werkplaatsen. Het
krantje had een mooie en duidelijke titel ‘Tussen rails en
bovenleiding’. Het vertelde al het nieuws over het materieel. Alle
wijzigingen en nieuwigheden. In 1963 was de nieuwe tramserie 635-669
gearriveerd met twee-potige pantografen (ander woord voor beugels).
Later in het jaar verschenen er plotseling rondom de achterste poot van
de beugels rubberen slangen. Deze rubberen slangen zorgden ervoor, dat
deze pantografen bij breuken geen kortsluiting veroorzaakten. In het
krantje had ik geschreven, dat deze stukjes slang dienden om de
pantografen te verstevigen. Het artikeltje was verschenen toen de
magazijnmeester van de Centrale Werkplaatsen contact op nam voor een
gesprek met een van de technische mensen van het GVB, een ingenieur, die
de versteviging rond de pantografen ging uitleggen. Ik had toch moeten
begrijpen, dat deze rubberen band niet diende als versteviging maar
voorkwam, dat er kortsluiting ontstond als de pantograaf het dak van de
tram raakte. Dat gesprek zorgde natuurlijk voor een mooi contact binnen
het GVB.
VERVOLG DIASHOW: DE BOLKOPPEN VAN
TOM MULDER
We konden nu gewoon door de CW wandelen zonder dat we er door Michels
werden uitgegooid. Je kunt je voorstellen, dat we bijzonder trots waren
op dit ‘hoge’ contact binnen het GVB. Ik had nooit kunnen denken, dat ‘Tussen
rails en bovenleiding’ door de hoogste GVB-ers werd gelezen. Nu was
het eenvoudig zomaar een rondleiding in de CW krijgen en op die manier
op de hoogte te zijn van belangrijke nieuwtjes over het GVB-materieel.
Uit de oren van Michels steeg rook omhoog als we in de CW rondliepen.
Dus nu zagen we regelmatig, dat bepaalde trams in grote revisie waren.
Dat andere nieuwe pantografen kregen en dat sommige twee-assers of
blauwe wagens ook nieuwe beugels kregen. Ze waren korter dan de
oorspronkelijke beugels. We zagen ook, dat sommige trams rijtuigcijfers
hadden gekregen van het nieuwe type. In de CW zag je dingen, die je als
tramhobbyist nooit te weten zou komen. Door deze fantastische toegang
zaten we bij het GVB op de voorste rij.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |