Mediatijdlijn van de Amsterdamse tram
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< naar intro mediatijdlijn

door naar 1880 >>

Share |

MEDIATIJDLIJN AMSTERDAMSE TRAM 1879
door Cees Pot
e-mail:
ceespot@amsterdamsetrams.nl

1879

26-2-1879
Weldra wordt door de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij een aanvang gemaakt met de werkzaamheden tot de aanleg van de tramlijn Dam—Buitenkant.
Zodra verder de thans aangevangen verbreding der Texelschekade gereed is, wordt dadelijk overgegaan tot de verbinding van het hulpstation aan het Westerdok met de Dam door middel van de paardenspoorweg. Tegelijkertijd wordt alsdan deze lijn tot het Haarlemmerplein doorgetrokken.
Tevens is door de A. O. M. bij de raad wijziging aangevraagd van de lijn Leidscheplein—Plantage, en wel in die zin, dat langs deze lijn allerwegen dubbelspoor komt. De Maatschappij vraagt daartoe aan, in de Kerkstraat een tweede spoor te mogen leggen, dat zich bij de hoek van de brug over de Muidergracht splitst in een zijlijn, langs de achterzijde van het Armenhuis, de Kweekschool voor onderwijzers en de Fransche manége aan de zijde van de Nieuwe Prinsengracht, die later op de Prinsengrachtsbrug in de Weesperstraat weder aansluit op de bestaande lijn. Verder wordt gevraagd, het dubbel spoor, nu reeds in de Sarphatistraat liggende, langs het Frederiksplein te mogen doortrekken, langs het Frederiksplein en de Weteringschans tot aan de cellulaire gevangenis bij het Leidscheplein, met uitzondering van dubbelspoor langs de Hollandsche Gasfabriek, waar de straatruimte dit verbiedt.
Het voordeel van een tweede lijn langs dit gedeelte der stad, waar vooral des zomers het verkeer buitengewoon druk is, ligt voor de hand. Het oponthoud door de geopende bruggen (bv. de Hoogesluis) zal dan niet langer op alle punten van de lijn van invloed zijn, wijl dan het wachten op de kruispunten vervalt en de rijtuigen kunnen doorlopen tot zij stuiten op de belemmering zelf. Toepassing van dubbel spoor zal verder het rijden met zeer korte tussenpozen, naar gelang van de behoefte van het publiek, mogelijk maken. Daarmede vervalt de aanleiding tot de onhebbelijke vechtpartijen, die meestal des zomers op de zondagen aan de eindpunten dezer lijn geleverd moeten worden om een plaats in de tram te bemachtigen.
In buitenlandse concessies voor aanleg van paardenspoorwegen, o. a. te Brussel en Antwerpen, is, met het oog op vermeerdering van het algemeen verkeer, door de gemeentebesturen het recht voorbehouden concessionarissen de aanleg van dubbel spoor te kunnen bevelen, bijaldien dit wenselijk blijkt. Ongerekend dat de A. O. M. zich verbindt tot het bestrijden van alle kosten, welke voor de gemeente uit deze spoorverdubbeling kunnen voortvloeien, heeft zij ook aangeboden de Nieuwe Kerkstraatsbrug voor hare rekening te verbreden.

6-3-1879
GEMEENTERAAD.
De zitting, welke heden belegd was, werd door de Voorzitter verdaagd tot donderdag ten 1 ure, aangezien slechts 17 raadsleden tegenwoordig waren en de raad dus onbevoegd was tot het nemen van besluiten.
De Voorzitter deelde mede, dat o.a. was ingekomen een missive van het Bestuur der Amst. Omnibusmaatscbappij, met wijziging van het plan tot het aanbrengen van een tweede spoor over het grootste gedeelte der tramlijn Leidscheplein-Plantage.

14-3-1879
Ter secretarie zijn neergelegd ter algemene kennisgeving de volgende door de Raad te behandelen stukken: No. 116. Voordracht van B. en W., waarbij zij voorstellen de Amsterdamsche Omnibus-maatschappij te machtigen tot doortrekking van de lijn Dam—Hulpstation tot aan het stationsterrein.
De gemeente had de maatschappij in overweging gegeven haar lijn te doen eindigen op de brug over de Singel en die brug desgewenst te doen overdekken, doch B. en W. werden van de zijde der A. O. M. overtuigd van de noodzakelijkheid de lijn vlak bij het station te doen aanvangen. Zij stellen dus inwilliging van het gevraagde voor mits de strook grond tussen de paardenspoorwegbaan en de toegang naar het stationsterrein door en voor rekening der Maatschappij opgehoogd wordt en het talud aan de zijde van de paardenspoorwegbaan onder zodanige flauwe helling aangelegd, dat dit bij het plantsoen kan aangetrokken en beplant worden.

1-4-1879
De detailtekeningen voor de aanleg van het paardenspoor langs de Prins-Hendrikkade zijn ingediend. Naar evenwel blijkt, zijn tegen deze tekeningen ernstige bezwaren ingebracht. De commissie van Publ. Werken wenste de lijn gelegd te zien aan de buitenzijde van de bomen, teneinde het verkeer op het midden van de openbaren weg aldaar zo min mogelijk te belemmeren. De havenmeester daarentegen ontraadt de aanleg van een spoor langs de waterkant ten sterkste met het oog op de bezwaren daaraan voor ladende, lossende en aan de wal gemeerde schepen verbonden.

10-4-1879
Woensdag 9 April, 1 uur. GEMEENTERAAD.
Na lezing en goedkeuring van de notulen der vorige vergadering, doet de als Voorzitter fungerende Weth. F. C. Tromp mededeling, dat o. a. ingekomen zijn:
Adres van het bestuur der Amst. Omnibusmaatschappij, houdende naar aanleiding van de voordracht van B. en W. van 11 maart jl., het verzoek de aanleg van de daarbij bedoelde tramlijn goed te keuren zonder de verlangde ophogingen. Dit wordt bij de voordracht behandeld.
(Vervolgens) ……………………. kwam aan de orde de voordracht van B. en W. om hen te machtigen, onder de voorwaarden daarbij vermeld, goed te keuren het plan van de Amsterdamsche Omnibusmaatschappij ten aanzien van de lijn Dam - Hulpstation, voor zoveel de doortrekking van die lijn tot aan het stationsterrein betreft. Werd zonder wijziging aangenomen, nadat de heer Gosschalk het ingekomen verzoek der A. O. M gesteund had en de heer Tack had geklaagd over de “gedelabreerde” toestand, waarin hier en daar de straten, tengevolge van de verzakte tramrails, verkeren.
………………………………………….
Een voordracht van B. en W. tot afwijzing van het verzoek van J. N. W. C. Siefburgh, om het beweegbare gedeelte van de Hoogesluis, westzijde, en het verhoogd voetpad langs de zijgevel van het perceel op de hoek van de Sarphatistraat en het Frederiksplein tot circa 5 m. te verbreden, werd bestreden door de heer Schmitz, op grond dat toestemming van het verzoek in het particulier belang van de aanvrager en niet in het algemeen belang voor het drukke verkeer op dat punt zijn zou, vooral sedert de tramlijnen over de Hoogesluis lopen.
De heer Tack was het in ironische zin volkomen eens met de vorige spreker. Hij gaf de Raad in bedenking de ouderwetse Hoogesluis te verlagen, vooral ten voordele der A. O. M., ten einde een nieuwe parel aan de kroon van het tegenwoordig stadsbestuur te hechten.
De Heer De Vries merkte op, dat al was de Commissie van Bijstand in het beheer van Publ. Werken wel niet ijverzuchtig op die aan het Dagelijks Bestuur uitgereikte parels, zij toch in deze zaak gehoord wenste te worden. Hij stelde voor de voordracht alsnog aan deze Commissie om advies te zenden, gelijk de Raad dan ook besloot.
De Heer Van Sonsbeeck drukte daarbij de wens uit, dat toch de commissie overwegen zou in hoe verre verlaging van die sluis bij de begroting van het volgende jaar tot stand zou kunnen komen.

18-4-1879
Ingezonden:
Mijnheer de Redacteur!
Met het oog op het ongeval, hedenmiddag omstreeks … uur op de Westerstraat alhier voorgevallen door het op hol raken van een paard, zou ik het raadzaam achten, dat de politie, die in de laatste tijd van zo vele goede verbeteringen blijken heeft gegeven, ook eens streng de hand hield aan het verbod om paarden onbeheerd te laten staan.
Op vele wegen van de tram staan paarden onbeheerd.
Een kwajongensstreek kan zo’n paard op hol doen brengen, en daar die paarden merendeels op plaatsen staan, waar zeer druk verkeer is, zullen de gevolgen daardoor ontstaande niet te overzien zijn. Waarom neemt de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij niet dezelfde maatregel als die der Haagse, door de geleiders, in plaats van hen gedurende de stilstand der paarden op een bankje, 3 à 4 meter van het paard verwijderd, neer te zetten, op het paard te laten zitten? Met de opname dezer regelen zult U zeker verplichten het gehele publiek, waaronder ook is,
Uw abonnee en dw. dienaar . L.

19-4-1879
Ter bevordering van orde en veiligheid zijn gedurende de aanstaande feestweek door B. en W. de navolgende maatregelen vastgesteld:
Het stationneren met rijtuigen op de Dam voor het Paleis is van 21 tot 28 april a. s. verboden.
Op de 21 april a. s. mogen van 's middags 11 ½ tot 's namiddags 3, en op 22 april tot 's namiddags 1 uren, en voorts wanneer het door de Hoofdcommissaris van Politie ter voorkoming van ongelukken wordt nodig geacht, geen omnibussen of tramwagens op de Dam stationneren. Deze zullen gedurende dien tijd de volgende standplaatsen innemen, als:
de omnibussen van de lijnen Ooster- en Hollandsche Spoorweg, Haarlemmerplein en Buitenkant, op het Damrak bij de Beurs;
die van de lijnen Rijnspoorweg en Plantage, op het Beurspleintje;
de tramwagens van de lijn Sarphatistraat op de eerste wisselplaats op het Rokin, en die van de lijn Vondelstraat, op de eerste wisselplaats in de Spuistraat.

8-5-1879
Door B. en W. zijn thans de definitieve tekeningen goedgekeurd van de tramlijnen: Dam—Buitenkant; Dam—Centraalstation; Dam—Haarlemmerplein. Met de aanleg van die lijnen zal binnen enige dagen begonnen worden. Deze lijnen worden geheel gelegd met stalen rails.

Van 15 Mei a. s. af wordt het wintertarief der Amsterdamsche Omnibus Maatschappij ingetrokken en zal de prijs per rit 12 ½ cent zijn. Abonnementskaartjes van 40 cent blijven echter als tot heden geldig.

13-5-1879
De Amsterdamsche Omnibus Maatschappij bereidt het plan voor van een tramlijn langs de Stadhouderskade met de limiet aan de Utrechtsche zijde, (Amsteldijk) als uitgangspunt. De lijn loopt tot de Ferdinand Bolstraat, neemt daar een kromming over het plein tussen het plantsoen daartegenover om verder langs de nauwe Vijzelgracht en door de Vijzelstraten naar het Sophiaplein te lopen, in aansluiting met de lijnen naar de Dam.

20-5-1879
Gemeentelijk Jaarverslag 1878
Omtrent de concessieaanvragen der Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij zegt het verslag:
Door de A. O. M. werd vergunning gevraagd tot het aanleggen en exploiteren van een paardenspoorweg van de Dam naar de Plantage en tot het uitbreiden van de lijn Dam-Sarphatistraat, waarbij zij aanbood, in de kosten der werken bij te dragen voor een som van ƒ 100,000.—, mits onder zekerheid dat de concessie zou worden verleend voor de tijd van 20 jaren of, ingeval van intrekking vóór die tijd, onder restitutie van een evenredig aantal twintigste delen van de gemaakte kosten tot verbetering van de openbaren weg. Later werd nog door diezelfde Maatschappij aangeboden, hare bijdrage in de kosten tot ƒ 180,000.— te verhogen, onder voorwaarde dat de vergunning zou worden verleend voor 30 jaren en de Blauwbrug voor 1 Maart 1880 van Gemeentewege zodanig zou worden vernieuwd, dat daarover dubbel spoor zou kunnen gelegd worden en de brug dezelfde hoogte zou houden.
Door dezelfde Maatschappij werd voorts vergunning gevraagd tot het leggen van dubbel spoor op enige gedeelten van de lijn Leidscheplein -Plantage en tot het aanbrengen van enkel spoor op de Weesperstraat, de Keizersgracht en het St. Anthonies-plantsoen tot aan de tegenwoordige standplaats aan de Plantage Muidergracht. Het jaar verliep echter, voordat de onderhandelingen hierover werden ten einde gebracht. Eindelijk werd door de maatschappij concessie aangevraagd voor een lijn Dam—Droogbak. Die concessie werd verleend.

Zijn wij wel onderricht, dan tracht het Gemeentebestuur te verkrijgen, tot bekorting van de weg uit de P. C. Hooftstraat naar het Leidscheplein, dat de Amsterdamsche Omnibusmaatschappij vergunning krijgt, een voetpad over haar nu afgesloten terrein over het Schapenburgerpad aan te leggen.

4-6-1879
Gisterenmiddag beging iemand op de Dam weer de onvoorzichtigheid onder het rijden voor van een tramwagen te springen. De ongelukkige viel en kwam met het hoofd op de rails terecht, zodat de wagen (hem) over de hals ging. Naar het gasthuis vervoerd overleed hij spoedig daarna.

9-6-1879
Woensdagmiddag slopen bij een broodbakker aan den Overtoom een drietal leeglopers in en maakten zich meester van de inhoud der toonbanklade, waarin ruim ƒ20 aan specie was. Een knaap had de diefstal echter opgemerkt, terwijl hij daar voorbijging. Zonder de bewoners te waarschuwen, keerde hij onmiddellijk om en liep naar de politiepost op het Leidscheplein, waar hij aangifte deed van hetgeen hij opgemerkt had.
Enige politiedienaren werden toen dadelijk met de tram de Overtoom langs gezonden, want de kerels waren in de richting van Nieuwer-Amstel weggelopen, en de knaap ging ook mee. Niet ver van Nieuwer-Amstel kuierden de drie dieven doodbedaard langs de weg. toen de tram hen inhaalde en daarmede ook de Amsterdamse justitie, die de kerels op aanwijzen van de ferme knaap onmiddellijk arresteerde.

10-6-1879
Angstwekkend was gisterenavond omstreeks half zeven uren het zwarte wolkenfloers dat boven de stad samendreef, en laag en drukkend hingen de onweerszwangere wolken, waaruit nu en dan een scherpe bliksemstraal neerschoot, als om nog meer schrik te verspreiden onder de dichte menigte, die zich allerwegen in de stad bewoog en zoo spoedig mogelijk huiswaarts vluchtte. Om de plaatsen in de trams en omnibussen werd dan ook letterlijk gevochten — en menigeen heeft zeker minder last gehad van de snel opgekomen donderluchten en regenwolken dan van de paniek en het gedrang die er door veroorzaakt werden. Felle bliksemstralen schoten over de stad heen. doch, voor zoover ons bekend is, zijn geen ongelukken door het hemelvuur in de gemeente veroorzaakt.

14-6-1879
Met de aanleg van de tramlijn langs de Prins Hendrikkade is op de Slijpsteenen aangevangen. De lijn moet de 1e augustus opgeleverd zijn om in exploitatie te worden gebracht.

25-6-1879
Gisterenavond had een heer op de Dam die van een imperiaal van een omnibus wilde klimmen, het ongeluk zijn evenwicht kwijt te raken en op de grond te vallen. Hij brak een been en werd naar zijn woning op de Nieuwendijk gebracht. Het is zeer te verwonderen dat niet meer dergelijke ongelukken plaats hebben, met angst ziet men conducteurs en passagiers onder het rijden op de imperiaal manoeuvreren, slechts beschermd door veel te lage leuningen of schutplanken. Het zou zeker een grote verbetering zijn wanneer deze verhoogd werden; vooral zou zulk een verhoging der leuningen doel troffen op de grote Amerikaanse wagens, die thans in gebruik zijn.

27-6-1879
Door de omnibusmaatschappij wordt op de tramlijn Dam-Vondelstraat de elektrische signaaltoestel, thans boven de grond tegen de brandweerpost aan het begin der Spuistraat, vervangen door een signaaldruktoestel in de rails.
De reden daarvan moet zijn, dat het voornemen bestaat op die lijn trams te laten lopen, waarboven, evenals op de omnibussen, zitplaatsen aangebracht zijn.

11-7-1879
Met onverdeeld genoegen kunnen wij mededelen, dat de schone, zware bomen, langs de Buitenkant, die door de aanleg van de paardenspoorweg groot gevaar liepen te moeten verdwijnen, behouden blijven. Ofschoon het volkomen waar is, dat, indien zij gerooid werden, de tramlijn geheel buiten den bestaande verkeersweg kon gelegd worden, hebben B. en W. niet kunnen besluiten een van de grootste aantrekkelijkheden van dit schone punt daarvoor op te offeren.

28-7-1879
In de Vondelstraat is gisterenmiddag een vigilante in de rails van de tramway beklemd geraakt, waardoor het rijtuig kantelde en de koetsier van de bok viel. De man werd dientengevolge met een gebroken been naar het gasthuis gevoerd.

30-7-1879
Heden heeft de proefneming plaats gehad met de paardenspoorweg Dam—Buitenkant. De weg bleek in elk opzicht te voldoen aan de gestelde eisen en wordt 10 augustus in exploitatie gebracht.

1-8-1879
Naar aanleiding van de vraag, onlangs in de Raad tot B. en W. gericht betreffende het beginsel en de maatstaf, waarnaar aan de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij de kosten in rekening worden gebracht van gemeentewerken, uitgevoerd tengevolge van de aanleg der tramlijnen, is door het Dagel. Bestuur besloten een staat samen te stellen van de gemeentewerken, zowel indirect als direct door de aanleg van de paardenspoorweg veroorzaakt, en van de kosten daarvoor door de A. O. M. betaald. Deze staat zal worden gedrukt en openbaar gemaakt. Weldra zal men omtrent dit in de hoofdstad zo vaak besproken onderwerp, alles vernemen wat daaromtrent te weten valt. Betere maatregel om aan allerlei valse en onjuiste voorstellingen met één slag een einde te maken, hadden B. en W. zeker moeilijk kunnen treffen.

15-8-1879
Wij maken wandelaars langs de Prins Hendrikkade opmerkzaam, dat het niet zonder gevaar is zich langs de afrastering van het daar aangelegd plantsoen te bewegen. De tramlijn is aan de ene kant daar vlak langs gelegd, en indien ongelukkigerwijs een mens tussen die afrastering en de tram beklemd raakt, zijn de gevolgen zeker van treurige aard.
Wij gevoelen volkomen de bezwaren tegen het achteruitbrengen of verwijderen van die afrastering, doch achten het niettemin gewenst dat een middel gevonden wordt om het gevaar voor voetgangers daar het plaatse af te wenden.

25-8-1879
Ter secretarie zijn ter lezing neergelegd:
No. 315. Missive van B. en W., geleidende een overzicht van de uitgaven door de Amsterdamsche Omnibusmaatschappij aan de gemeente voor buitengewone werken, tengevolge van de aanleg van paardenspoorwegen, gerestitueerd.
Aan de opgave, door B. en W. openbaar gemaakt, betreffende het bedrag der schadeloosstellingen door de Amsterdamsche Omnibusmaatschappij aan de gemeente voor bestratingwerken betaald, ontlenen wij, dat de gemeente over de tijdsruimte van 1875—1878 ten behoeve van de aanleg der tramlijnen ƒ 63,270.14 uitgaf. Deze som is geheel door de A. O. M. terugbetaald, en wel in 1875 ƒ 11,424.51½ , in 1876 ƒ3829.20, in 1877 ƒ36,264.14½ , in 1878 ƒ11,752.28. Voorts betaalde die Maatschappij ƒ70.000 voor kosten wegens het verplaatsen van het hek bij de oude Lutherse kerk, het maken van een draaibrug over de Eenhoornsluis, het verlagen van de bruggen voor de Doelenstraat en bij de Munt, het verbreden van de Oude Teertuinen en van de Kromme Waal tussen het Kamperhoofd en de Kraanswaterkering.
Deze werken kostten der gemeente f. 151,955,99. Daaronder zijn echter de kosten van verbreding der Kistenmakersgracht, die niet ten laste der A. O. M. konden gebracht worden, en van de verlaging van bovengenoemde bruggen, welke evengoed in het belang der gemeente als van de A. O. M. waren. In de kosten van het Sophiaplein droeg de A. O. M. ƒ25,000 bij voor aankoop der laatste woning op het voormalige Schapenplein, terwijl de gemeente daar op dit plein 3 huizen ter waarde van ƒ 91.900 onteigende.
Eindelijk droeg de A. O. M. volgens Raadsbesluit f 50.000 bij in de verbreding van de Texelsche Kade, waarvan de kosten op ƒ 109.000 geraamd zijn, doch tot welke verbreding de gemeente zeker uit eigen beweging had behoren over te gaan, tengevolge van de grotere eisen van het personen- en goederenverkeer door het nabijgelegen station.
Derhalve, verzekeren B. en W., is gehele teruggave geschied van de kosten der werken, direct in 't belang der Omnibusmaatschappij ondernomen, terwijl een bijdrage gegeven werd in de kosten van verschillende werken, welke niet uitsluitend voor de aanleg der paardenspoorwegen, maar ook, en bij sommige werken vooral, in 't belang van het openbaar verkeer zijn zouden in 't leven geroepen. De jaarlijkse opbrengst der Maatschappij aan de gemeente bedraagt ƒ 2.060 op 1 Aug. 1879, voortvloeiende uit een belasting van ƒ 40 per jaar en per wagen voor 39 trams en van ƒ 20 voor de 6 wagens (lijn Overtoom) f. 50 per jaar voor een tramwagen met imperiaal, voor 7 trams à ƒ 40 over 10 maanden en 1 tram met imperiaal over 10 maanden.

1-9-1879
Ofschoon reeds meermalen gewaarschuwd werd tegen het gevaar om van de voorzijde van een in beweging zijnd tramrijtuig af te springen, geschiedt dit nog telkens.
Gisterenavond is dientengevolge weder een twaalfjarige knaap, die in de Utrechtschestraat aldus uit de tram ging, gevallen en over de armen gereden. Ofschoon het personeel van de A. O. M. telkens tot voorzichtigheid aanmaant en zelf zooveel mogelijk ongelukken tracht te voorkomen, is het niet altijd mogelijk deze af te wenden.

22-9-1879
Agenda gemeenteraad
Een onweersprekelijk feit is het voorzeker, dat de rijtuigen van een paardenspoorweg gebonden zijn aan de richting waarin de rails liggen en een natuurlijk gevolg van deze omstandigheid is, dat zij niet uithalen kunnen voor andere voertuigen, die zich op bet spoor bewegen. Tal van voerlieden, slepers en bestuurders van handkarren in deze stad hebben echter een instinctmatige weerzin tegen dit nuttig middel van vervoer; het komt daardoor wel voor, dat een sleper bij voorkeur met zijn kar op de rails rijdt, en niet te bewegen is voor een tram uit te wijken, maar dan zo langzaam mogelijk voortrijdt, terwijl de tram stapvoets achter zijn kar volgt. Koetsiers vermeien zich vaak midden voor een tramrijtuig, dat in volle vaart aankomt, het spoor over te steken, en ook vele karrenvoerders schijnen de egoïstische mening toegedaan te zijn, dat de openbare straat hun alleen toebehoort. Waarschijnlijk met het oog op deze omstandigheden wordt thans een wijziging voorgesteld van de alg. politieverordening (in art 109) van de strekking: dat bestuurders van rij- of voertuigen en van handkarren verplicht zijn bij het naderen van een tramwagen het voor deze aangelegd spoor onmiddellijk te verlaten op de eerste daartoe door den voerman van de tram gegeven waarschuwing.

24-9-1879
Hedenmorgen is de tramlijn Dam — Haarlemmerplein met goed gevolg beproefd. De weg was op verschillende plaatsen versierd. Morgen vangt met verkeer per tram aan naar het Haarlemmerplein langs deze nieuwe lijn. De omnibussen naar het Centraal hulpstation aan het Westerdok blijven echter nog enige tijd lopen, daar de tramlijn naar dit punt nog niet gans gereed is. Voor het stationsplein heeft de A. O. M. n.l. een soort van overdekt tramstation ingericht, doch daar dit lager ligt dan de toegangsweg, moet als toegang aan de stationzijde voor het publiek nog een trap gemaakt worden. Zodra dit gereed is wordt ook deze lijn geopend.
Nu echter de Dam zulk een centraal punt wordt van het tramvervoer door de stad, laat het zich voorzien, dat het getal zwervende kooplieden in omnibuskaartjes, dat de Dam voor vreemdelingen en vrouwen bepaald onveilig maakt, nog vermeerderen zal. Het zou gewenst zijn dat de politie daarop meer toezicht hield. Gisteren waren wij getuige hoe een bejaard Duitser bijna onder een tram werd gedrongen door zulke lieden, die, om hem kaartjes te verkopen den man van alle kanten besprongen.

29-9-1879
Gisterenavond heeft wederom een persoon bet afstappen van een rijdende tramwagen met een ongeluk moeten bekopen. Hij viel en werd zwaar gekneusd. Men heeft hem naar het Gasthuis vervoerd.

2-10-1879
De tramlijn van de Dam naar het Centraalstation wordt morgen geopend. De trams vertrekken telkens een kwartier voor het vertrek der treinen.

3-10-1879
Heden is de tramlijn Dam — Centraalstation geopend. Het aantal halteplaatsen voor trams op de Dam is daarmede tot zes gestegen; langs het Damrak lopen thans drie lijnen. De wagens van de heden geopende lijn rijden nabij het Centraalstation een ruime loods binnen, van waar men langs een trap het station kan bereiken; omgekeerd zullen de spoorreizigers, die van de tram willen gebruik maken, langs de trap de loods moeten binnengaan.

Door de Amsterdamsche Omnibusmaatschappij werden gedurende het 3e kwartaal van 1879 vervoerd: 1,999,761 passagiers, tegen 1,905,437 passagiers in hetzelfde tijdvak van 1878.
Elke dag maken dus omstreeks 20,000 personen gebruik van trams en omnibussen.

4-10-1879
Het verbreden van de Tesselschekade.
Dit werk is sedert de laatste mededeling krachtig voortgezet, de kademuur is voltooid en met het leggen der dekstenen op die muur is een aanvang gemaakt, terwijl de walbeschoeiing langs de verlengde doorvaart der Martelaarsgracht allengs hare voltooiing nadert. Het aangeplempte terrein is reeds voor een gedeelte bestraat en daarover de paardenspoorweg Dam—Haarlemmerplein en Dam—Westerstation aangelegd, welke eerste lijn reeds sedert de 15de September in exploitatie is gebracht.

9-10-1879
Begroting 1880.
Met nadruk werd in twee afdelingen gewezen op de slechte bestrating van de Vondelstraat en de Haarlemmerdijk. Tijdens het leggen der tramwayrails in laatstgenoemde straat was de vernieuwing der gehele bestrating nog niet afgelopen, toen men aan het begin der straat weer bezig was een pas vernieuwd gedeelte op te breken.
Het schijnt een gewoonte te worden, dat men een nieuw gelegde straat 3 à 4 maal moet opbreken en verleggen vóór dat zij goed is; dit behoort ineens te geschieden wanneer het aanstampen en de afwatering zorgvuldig geschiedt, hetgeen thans veel te wensen overlaat. Algemeen was men van oordeel, dat de stratenmakers slecht werk leveren, en dit leidde een der leden tot deze vragen: Worden de stratenmakers slecht gesalarieerd, zodat men geen geschikte personen kan krijgen? Of wordt er geen voldoend toezicht gehouden, of wel geschiedt het werk met te veel overhaasting en wordt een nieuw gelegde straat te spoedig in gebruik genomen.
Wederom werd verschillend geoordeeld over de toestand der bestrating tussen en langs de rails der paardenspoorwegen. Enerzijds werd beweerd, dat het rijden met gewone rijtuigen bijna onmogelijk werd gemaakt overal waar rails zijn gelegd, omdat deze nergens op gelijke hoogte met de straat zijn aangelegd. Anderzijds werd dit bezwaar zo niet geheel dan toch voor het grootste deel ontkend en aangetoond, dat niet de Omnibusmaatschappij aansprakelijk kan worden gesteld voor verzakking der straat. Waar toch verschil in hoogte bestaat tussen de rails en de straat, is dit toe te schrijven aan verzakking der straat, niet aan verkeerde aanleg der rails. In elk geval achtte men verbetering van den onhoudbare toestand in de Spuistraat dringend nodig.

16-10-1879
Gemeenteraad.
Ingekomen een:
Adres van D. J. Boeker, waarbij hij namens de kruiersbazen-vereniging Door Eendracht Verbonden verzoekt, dat de verordening betreffende het uithalen met karren bij aankomst van tramwagens niet wordt vastgesteld voordat in de gebrekkige toestand van het paardenspoor voorzien is. Zal bij de voordracht behandeld worden.

17-10-1879
Gemeenteraad.
Aan de orde was vervolgens de wijziging van de Alg. Politie Verordening, in de geest dat karren en rijtuigen verplicht zijn uit te wijken voor tramwagens, op het eerste signaal daartoe aan de bestuurder gegeven, in verband met de bezwaarschriften van stalhouders en kruiers tegen deze voordracht.
De heer Tack verklaarde zich tegen het voorstel. Hij vreesde, dat de A. O. M te veel voorrechten zouden geschonken worden en waarschuwde, dat door thans aan het tramverkeer alles toe te staan, men zich wel eens de handen binden kon, als indertijd b. v. geschied was met het schenken van concessies voor gasfabricatie.
De Heer Pijnappel merkte op, dat men z. i. de Maatschappij geen voorrecht schenken wilde maar behoeden voor plagerij en onnodig oponthoud door karvoerders en vigilantes opzettelijk veroorzaakt. De weth. Van Tienhoven steunde de voordracht op dezelfde grond. Dit werd door den heer Schmitz volmondig beaamd. Deze ondersteunde de voordracht ten sterkste. Immers het was voorgekomen — en meer dan eens — dat een begrafenisstoet op de rails was komen rijden op het Rembrandtplein en die eerst verlaten had aan het einde der Sarphatistraat, ofschoon herhaaldelijk uitgenodigd om even uit te halen. De stiptheid en snelheid van vervoer, die de A. O. M. beoogt zeker ook ten gerieve van het uitgebreid publiek, dat van dit vervoermiddel gebruik maakt, wordt daardoor sterk afbreuk gedaan. Het tramverkeer neemt toe. Het wordt dus een publiek belang, dat ondersteuning verdient.
Een ander bezwaar werd door de heer Tack geopperd en ondersteund door de Voorzitter Den Tex, namelijk de ronde bestrating nabij en tussen de rails, waardoor het andere rijtuigverkeer veel last ondervindt. Men meende dat deze wijze van bestrating wel veranderd kon worden.
De Weth. Bergsma was van oordeel, dat dit bezwaar recht van bestaan had. Hij zou zoveel mogelijk maatregelen nemen om daarin te voorzien, doch achtte goedkeuring der voordracht nodig. De Raad was van dezelfde mening en hechtte, met overgrote meerderheid (24 tegen 2 stemmen), zijn goedkeuring dan ook aan deze politiewijziging, onder voorwaarde, dat zij in werking treden zal met 10 Januari 1880 en dat met de schel van het tramrijtuig het omschreven signaal zal gegeven worden, waarop andere voertuigen de rails moeten verlaten.

Voor de correctionele kamer der arrondissementsrechtbank alhier stond heden een koetsier terecht, beklaagd van overtreding van het politiereglement, dat voorschrijft het rijden in matige draf en van daardoor en door onvoorzichtigheid een conducteur en een koetsier van een tramwagen te hebben gekneusd. Deze laatsten zaten op 3 September jl. op een bank bij het politiebureau aan de Leidsche Barrière, toen gemelde koetsier tussen de daar aanwezige tramwagen en het politiebureau doorreed, hetgeen wegens de enge ruimte ternauwernood geschieden kon en dan ook het bedoelde ongeluk ten gevolge had.
Een der getuigen, die met zijn rijtuig kwam aanrijden, was daarover zo verontwaardigd, dat hij de wegrijdende koetsier een groot eind achterna reed en dwong zich naar het politiebureau te begeven De subst.officier van justitie mr. H. N. Teding van Berkhout eiste de schuldigverklaring van beklaagde en zijn veroordeling tot een maand celstraf en betaling van drie geldboeten. Uitspraak Donderdag 23 oktober.

20-10-1879
Hedenmorgen voor op de tram staande, zag een onzer lezers hoe een dronken kerel, terwijl hij naar een kroeg in de Spuistraat waggelde, plotseling een onvoorziene beweging maakte, die hem onder de wagen zou gebracht hebben, indien de koetsier niet zeer oplettend geweest was. “We horen veel van het bestrijden van het misbruik van sterke drank, en de regering wil ook wat doen", merkte een burgerman op, die naast den koetsier stond, “maar ik zou er wel wat op weten. Als ik de regering was, dan zou ik gebieden: voortaan mag men alleen kroeg of plaats waar men sterke drank verkoopt, op de derde verdieping van een huis houden. Dan zou die dronkenlap van straks niet nog meer kunnen nemen, want hij zou de trap niet op komen. Men zou niet even kunnen aanwippen en binnenlopen om een klare of een bittertje naar binnen te slaan, doch men zou veertig treden moeten oplopen, en een vent is zelden zo dronken of hij denkt er nog wel aan, dat hij straks naar beneden moet. Als ik de regering was….." maar toen kwam de tram juist op de Dam aan.

21-10-1879
Onder N°. 385 is in het Gemeenteblad opgenomen de Memorie ter beantwoording van het algemeen verslag der afdelingen van de gemeenteraad omtrent de Gemeentebegroting voor het jaar 1880. B. en W. delen daarin mee, dat de omnibusmaatschappij is uitgenodigd de rails door betere te vervangen.

24-10-1879
Tegen de koetsier die op 3 Sept. jl.. tussen het politiebureau op het Leidscheplein en de daar staande tramwagens, niettegenstaande de enge passage, in draf doorreed en daardoor een koetsier en conducteur van de tramwagens verwondde, werd heden door de subst.off. van just. bij de Arr.rechtbank mr. H. N. Teding van Berkhout, de veroordeling geëist ter zake van overtreding van het politie-regl. tot een maand celstraf en drie geldboeten. Een heer die hem per rijtuig gevolgd was en gedwongen had zich naar bet politiebureau te begeven trad als getuige op. De koetsier is heden veroordeeld tot een celstraf van drie dagen en betaling van een geldboete.

31-10-1879
Begroting 1880
De Voorzitter beaamde de geuite klachten omtrent de al te sterke tonrondte, waarin hier en daar de straten gelegd worden. Wat betreft de behoefte aan trottoirs op de Haarlemmerdijk, aan het licht gekomen en hoofdzakelijk veroorzaakt door de tramaanleg, spr. vond dit wel een geschikt argument om ook de A. O. M. in de kosten van trottoiraanleg langs de Haarlemmerdijk te doen delen.

1-11-1879
Door de A. O. M. is concessie aangevraagd voor een tramlijn Sophiaplein (reeds in verbinding met de Dam), Vijzelstraten, Stadhouderskade, Amsteldijk (Utrechtschezijde) tot de grens van Nieuwer-Amstel. Nog altijd zijn bij B. en W. de concessieaanvragen voor de lijn Plantage en voor gedeeltelijk dubbel spoor op andere lijnen aanhangig. De behoefte aan uitbreiding van goedkoop en snel verkeer doet zich echter in zo grote mate gevoelen — vooral voor de Plantage en de wijken om en bij de Stadhouderskade — dat een spoedige indiening van voordrachten bij de Raad te dezer zake hoogst wenselijk is. De Plantagelijn is al bijna twee jaar bij B. en W. in beraad.

4-11-1879
Het verbreden van de Prins Hendrikkade.
Dit werk met de walmuur langs de buitenzijde en de tijdelijke walbeschoeiing langs de verlengde Martelaarsgracht, is thans voltooid en den 11den der vorige maand opgeleverd. In het geheel zijn 30,788 stèren zand gestort. De paardenspoorweg Dam—Westerstation over het aangeplempte terrein aangelegd, is sedert 1 oktober ook in exploitatie gebracht. Met betrekking tot deze lijn kunnen wij nog mededelen dat de rails op het Damrak ter zijde van de grote Koopmansbeurs worden doorgetrokken tot vóór het voormalige Commandantshuis, ten einde daardoor voor een gedeelte tegemoet te komen aan het bezwaar dat het stationneren der verschillende tramwagens op het Damrak teweegbrengt en waardoor de veiligheid voor het openbaar verkeer beter wordt gewaarborgd.
N.B. Een stère is een volumemaat voor gestapeld rondhout, voor te stellen als een kubieke meter, die vol is gestapeld met stamstukken van 1m lengte.

8-11-1879
Een oude vrouw, die op het Damrak bij de Nieuwebrug voor de tram wilde wijken, geraakte hedenmiddag te water en werd enige tijd later levenloos opgehaald.

9-11-1879
Door een bierbrouwerskar is hedenmorgen een tramkaartjesventer op het Leidscheplein over de benen gereden.

11-11-1879
Voor bewoners van de P. C. Hooft- en Van Baerlestraten bestaat gelegenheid een om adres aan de Omnibusmaatschappij te tekenen, ter verkrijging van een tram in eerstgenoemde straat. Misschien zal een van vele handtekeningen voorzien adres op de beslissing van de Maatschappij gunstig werken.

13-11-1879
Morgen, Donderdag, ligt er bij de heren Wed. Reaal en Zoon, hoek Van Baerle- en P. C. Hooftstraat een tweede adres ter tekening betreffende de tram in de P.C. Hooftstraat, waarin adhesie wordt betuigd aan het eerste adres, met bijvoeging van de vraag, dat, indien soms wegens de slootkwestie de tram door de dwarsstraat niet mogelijk was, de lijn tot aan de Stadhouderskade mocht gelegd worden, of anders een omibusbuslijn in dienst gesteld worden, daar er nu toch veel buiten dienst zijn.

21-11-1879
Dat de Sloterdijkers zeer ingenomen zijn met de bestaande omnibusdienst op Amsterdam, mag worden afgeleid uit het feit, dat een aantal hunner de heer M. Duys, die zich bijzonder voor de totstandkoming daarvan heeft geïnteresseerd, als bewijs van erkentelijkheid een geschenk hebben aangeboden.

22-11-1879
Twee tramwagens, één komende van de Vondelstraat en één van de Prins Hendrikkade, kwamen heden op de Dam in botsing. De paarden werden intijds op zij gehaald, koetsiers en passagiers waren spoedig van de balkons, zodat de nadelen door de schok teweeggebracht, zich tot enige schade aan het materieel bepaalde.

29-11-1879
In een advertentie in dit nummer (zie onder) worden enige wijzigingen meegedeeld, die met 1 dec. gebracht worden in de omnibusdienst tussen het Haarlemmerplein en Sloterdijk.



30-11-1879
Hedenmorgen had op de Haarlemmerstraat, over de Heerenmarkt een tafereel plaats, dat voor do bedrijvers wellicht niet gunstig zal aflopen. Twee karren stonden aldaar, waarvan een bestuurd werd door twee werklieden. De tramwagen no.22 kwam aanrijden. Er ontstond alzo een kleine botsing, waardoor twee dier werklieden zo verbolgen werden op de koetsier en conducteur, dat ze op de wagen sprongen en met geweld op die personenvervoerders insloegen, ja hen een eind weegs vervolgden. De politie in aanraking met dit feit gesteld , heeft de geweldenaars ingerukt en naar het politiebureau op de Oude Brug gebracht.

9-12-1879
De sneeuwjacht, die gisterenavond boven de stad losbarstte en tot omstreeks 3 uren in de nacht beeft geduurd, is thans het winterprogramma komen voltooien.
Op verschillende plaatsen in de stad lag dan ook hedenmorgen de fijne droge sneeuw een voet hoog. Van stadswege is men allerwegen begonnen de sneeuw zooveel mogelijk weg te ruimen, en van de zijde der Amsterdamsche Omnibusmaatschappij trokken reeds vóór het aanbreken van de dag langs de verschillende lijnen van het paardenspoor talrijke ploegen werklieden, gewapend met schoppen en sneeuwploegen, om de lijnen vrij te maken.
De sneeuwdienst, vanwege deze Maatschappij georganiseerd, is werkelijk bewonderenswaardig, als men bedenkt, dat omstreeks 9 uur op alle lijnen het vervoer kon aangevangen worden alsof er niets was geschied. Men herinnere zich hiertegenover de moeilijkheden, welke in Rotterdam door de sneeuw aan het vervoer langs de paardenspoorweg worden veroorzaakt, waardoor de dienst op de middag nog niet eens geregeld hervat was.
Het heeft werkelijk niet geringe bezwaren, op het ogenblik van het aanbreken van de dag voor slechts weinige uren over een aantal van ruim 200 man te beschikken, deze in te delen, ieder de nodige werktuigen te verstrekken, kortom zulk een klein leger dat onmogelijk te voren kan worden geoefend, aangezien het eerst wordt aangeworven als de behoefte blijkt, aan te voeren en te administreren. Men stelle zich de leemte in het verkeer der hoofdstad voor, indien de dienst op de lijnen der A. O. M. slechts een halve dag wordt gestaakt, om dankbaar tot de erkentenis te komen, dat de leiding der A. O. M. uitmuntend is en het vertrouwen waardig, haar door het bestuur der gemeente geschonken.
Om even negen uur hedenmorgen was op alle tramlijnen de dienst in geregelde werking, alsof er geen vlokje sneeuw was gevallen.
De van de rails opgeschepte sneeuw wordt in karren geladen en verwijderd, zodat niet alleen het tramverkeer, maar het gehele verkeer, zoo voor voetgangers als voertuigen, door deze opruiming gebaat wordt.

11-12-1879
In Het N. v. d. D. van heden las ik wederom dat iemand door de tram overreden is, nu te Utrecht. Hoe dikwijls is zulks niet al hier en elders gebeurd! Hoeveel mensen zullen er nog moeten verongelukken, eer men er toe over zal gaan, ze te doen voorkomen. Het middel daarvoor is toch zo doodeenvoudig. Alle ongelukken door overrijden kunnen alleen van het voorperron uit plaats hebben en dus zou het in- en uitspringen of wel «vallen» aldaar belet moeten worden. Dit is gemakkelijk te verkrijgen door aan de voorkant aan beide zijden ijzeren hekken te plaatsen, die bij het omspannen van den wagen ook weer omgezet kunnen worden. Door dit eenvoudige middel, welke maatregel ik in het buitenland algemeen gevonden heb, wordt het overrijden door de tram geheel onmogelijk gemaakt, daar iemand van het achterperron vallende, natuurlijk nooit zal kunnen overreden worden, en in het allerergste geval met een gebroken arm of voet, of wel een gat in het hoofd er af zal komen. Ook behoeft, wanneer het in- en uitstappen aan het voorperron belet is, de koetsier zich niet om te keren, ten einde met de boven in de wagen aangebrachte bel aan de conducteur te seinen, dat eraan het voorperron personen opgekomen zijn; immers, wanneer op hetzelfde ogenblik het paard komt te vallen, is hij niet meer bij machte de tram spoedig genoeg te doen stilstaan. De koetsier moet alleen vooruitzien, en zich alleen met zijn paard bemoeien.
Amsterdam, 9 Dec. 1879.
C. de L.

20-12-1879
Brand in het Station van de Oosterspcorweg.
Hedennacht is het houten stationsgebouw van de Oosterlijn van den Hollandschen IJzeren Spoorweg in de as gelegd.
Omstreeks kwart na middernacht ontdekte de wachter, die 's nachts het station bewaakt, onraad in de zogenaamde lampisterie. In deze inrichting bestemd tot het vullen, in orde brengen en aansteken van lampen, brandde 's nachts voortdurend een kleine kachel voor het vloeibaar houden van de olie en bij de vorige ronde was alles ogenschijnlijk nog in orde geweest. Toen hij echter even na half een ure in dit vertrek keek, ontdekte de man vlammen langs de houten wanden. Ogenblikkelijk alarmeerde hij de brandweer. Te kwart voor 1 uur gaf deze reeds water op het inmiddels in volle vlam geraakte houten gebouw. Zover na te gaan was, hadden de vlammen, die het eerst in deze lampenkamer ontdekt waren, zich aan de beide kanten van het gebouw medegedeeld in welks midden die kamer gelegen was. Al dadelijk bleek, dat het stationsgebouw zelf niet te redden viel, want het droge hout, waaruit het bestond, brandde snel weg. Het was dus zaak zoveel en zo snel mogelijk te redden wat draagbaar was en de daarachter gelegen goederenloods aan de stadszijde, de houten galerij aan de overzijde het materieel en een trein, die voor het station stond te beveiligen.
Dit geschiedde. De brandweer gaf krachtig water en hielp vaardig mede tot redding. De trein vóór bet station begon reeds te blakeren, maar kon nog juist bijtijds verwijderd worden nadat de wissels die vastgevroren lagen, met koevoeten waren verlegd. Uit de bureaus werd gered wat te redden viel. Allereerst werd gezorgd voor de plaatsbiljetten en van deze zoveel gered als voorlopig nodig was. Ook de in het station aanwezige bagage werd geborgen. Daarentegen zijn alle bestelgoederen gisterenavond aangekomen, verbrand, evenals het bestelgoed wat in de avond ter verzending was aangeboden. Van dit laatste was echter een geringe hoeveelheid voorhanden. Intussen deze afdeling verbrandde geheel, evenals de verzendingslijsten en bestelboeken.
Tegen vier uren in de morgen was het gebouw verbrand en de brand geblust, zonder dat daarbij enig ongeluk is voorgekomen.
Wat de schade betreft, deze is voor de H IJ S M niet buitengewoon, daar dit gebouw, bij uitzondering onder de stationsgebouwen der Maatschappij, nog verzekerd was.

22-12-1879
Ter secretarie zijn neergelegd de volgende Raadsvoordrachten
No. 469. Naar aanleiding der gevoerde onderhandelingen tussen B. en W. en de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij betreffende een lijn door de Weesperstraat, van de Kerkstraat naar en langs de Nieuwe Keizersgracht en Muidergracht naar de Kerklaan, en een tweede verzoek, waarbij deze lijn werd opgegeven en concessie gevraagd werd voor een lijn langs de Nieuwe Prinsengracht Noordzijde en langs het Armenhuis naar de Kerklaan, zijn thans beide plannen opgegeven.
Thans vraagt zij B. en W. te mogen leggen of behouden : dubbel spoor van het Leidscheplein tot aan de Weteringschans, bij en langs de gasfabriek enkel spoor tot voor de Reguliersgracht, dubbel spoor vandaar tot aan het bestaande dubbel spoor, tussen het Paleis voor Volksvlijt en het Weesperplein; — dubbel spoor van het Weesperplein tot over de brug over de Achtergracht; — enkel spoor in de Weesperstraten en in de Kerkstraat tot bij de blinde muur van het Armenhuis: — dubbel spoor vandaar tot aan de standplaats in de Kerklaan bij de Middenlaan.
B. en W. stellen voor, de A. O. M. onder zekere voorwaarden vergunning te verlenen tot uitbreiding van de paardenspoorweg:
a. Van de Leidsche poort tot aan de Weteringschans bij de Gasfabriek;
b. van de Reguliersgracht tot aan het bestaande dubbel spoor tussen het Paleis voor Volksvlijt en het Weesperplein;
c. van het Weesperplein tot over de brug over de Achtergracht;
d. van de blinde muur van het Armenhuis in de Kerkstr. tot aan de standplaats Plantage Kerklaan.

25-12-1879
In een tramwagen, die gisterenmorgen van de Vondelstraat op de Dam aankwam, kreeg een vrouw een beroerte. Zij werd naar het gasthuis gebracht.

28-12-1879
Gemeenteraad 24-12-1879
N. 469. Voordracht van B. en W. over uitbreiding van de paardenspoorweg Leidscheplein—Plantage. Het plan, om een lijn te leggen door de Weesperstraat, van de Kerkstraat naar en langs de Nieuwe Keizersgracht noordzijde en de Muidergracht naar de Kerklaan, is opgegeven , evenals dat, om een lijn te leggen langs de Nieuwe Prinsengracht noordzijde en langs het Armenhuis naar de Kerklaan. Thans stellen B. en W. voor, aan de Amst. Omnibus-Maatsch. te vergunnen, dubbel spoor te leggen op het grootste deel der lijn, met verbreding der bruggen van Wetering- en Achtergracht, vastmaking der brug bij het armenhuis, zodra blijkt dat daartegen geen bezwaar bestaat en voor de turfschepsn een andere ligplaats kan worden gevonden, enz.
De heer Tack vraagt, zal de A. O. M. alles voor haar rekening uitvoeren, komt in de Sarphatistraat een derde spoor en wordt op de gehele lijn de hoogte der rails gelijk aan de straat.
De Voorzitter en de heer Bergsma antwoorden op de eerste en derde vraag bevestigend, op de tweede ontkennend.
De heer Jitta wijst op enige voorwaarden, die moeten worden vervuld, alvorens het uit deze voordracht voortvloeiende besluit kan worden uitgevoerd. Hij meent dus dat de behandeling der zaak op dit ogenblik niet zo nodig is.
De heer Tromp stelt enige aanvullingen in de voorwaarden omtrent aanleg en bestrating voor, hij wenst wetsbepaling omtrent het getal personen voor elke wagen, des winter en des zomers.
De Voorzitter wenst handhaving van de sedert hier gevolgde regel, dat de A. O. M. eenvoudig alles betaalt wat voor haar wordt uitgevoerd, zonder dat een maximum wordt vastgesteld of speciale overeenkomsten worden getroffen. Zowel deze spreker als de heer Bergsma zien er niet het minste bezwaar in met de behandeling der zaken voort te gaan.
De heer Pijnappel die de royaliteit der A. O. M. in grote zaken gaarne erkent, wijst er bij deze gelegenheid op, dat ze in kleine zaken zuinig schijnt, en al door menige constructie de stad heeft ontsierd. Daartegen moet worden gewaakt.
De heer Bergsma merkt op dat dit zeker zal geschieden en daartoe de beoordeling der plannen voor nieuwe constructies aan B. en W. is opgedragen. Met een verduidelijkend amendement, om bepaaldelijk te doen uitkomen dat alle werken voor rekening der A. O. M. werden uitgevoerd, en na een langdurige discussie over de formulering van zekere voorwaarden omtrent de bestrating, wordt de voordracht aangehouden om voor die voorwaarden een nieuwe redactie voor te stellen.

31-12-1879
Het dooit en er is dus kans dat we weer eens open water krijgen. Een zoele wind uit het westen vermag meer dan torpedo’s, zagen en ramtorenschepen om het ijs te verwijderen, en tegen de tijd dat de haven en rivier van Amsterdam weder bevaarbaar zijn, krijgen wij in onze stad een dienst van omnibusstoomboten, welke verschillende delen der stad aan elkander zullen verbinden. Een Maatschappij beeft zich gevormd , welke een Havenstoombootdienst gaat exploiteren. Zij begint met een kapitaal van ƒ 250,000 waarvan reeds f 150,000 uitgegeven en geplaatst zijn, welk geld hier ter stede bij onze scheepsbouwmeesters deze winter wordt verwerkt.
Er komt een lijn Prins Hendrikkade—Rietlanden, langs Handelskade en Droogdok. Drie bootjes bedienen deze lijn, en van elk station vaart om het half uur een boot.
Acht keer daags vertrekt er een boot van den Schreierstoren, langs het Droogdok naar Nieuwendam. In het voorjaar zal een stoornbootlijn de Schreierstoren, met Westersteiger en Houthaven verbinden. Van het Rokin zal elke zeven minuten een bootje varen naar de Buitenamstel.
Met 13 boten zal de dienst begonnen worden, die aan een 50 man werk en bestaan geeft. Geen concurrentie met de omnibusmaatschappij is beoogd, maar in tegendeel aansluiting aan de tramlijnen die door de wateromnibussen passagiers zullen krijgen. Wie b. v. op een van de schepen der Maatschappij Nederland moet zijn behoeft geen rijtuig te nemen, maar gaat per tramwagen naar de Prins Hendrikkade en van daar per boot naar de Rietlanden. De inwoners van Nieuwendam varen met een der bootjes naar de Schreierstoren en vinden daar de tram naar de Dam. Indien een inwoner van Nieuwer-Amstel naar Artis wil gaan, neemt hij het bootje van de lijn Buitenamstel—Rokin, dat hem aan het Amstel-Hotel aan wal zet, van waar hij per tram naar Artis gaan kan.
Het tarief kan niet op alle lijnen en voor alle afstanden hetzelfde zijn, en zal variëren van 2 ½ cent tot 15 cent. Van de Prins Hendrikkade naar den hoek der Handelskade bijv. 2 ½ cent, van de Schreierstoren naar Nieuwendam 15 cent.
De oprichters willen van deze dienst iets soortgelijks maken als de Parijse bateaux-mouches en de penny-bootjes op de Theems. Aan de Amsterdamse bevolking zullen deze wateromnibussen van veel nut zijn, en hun heel wat besparen voor vigilantes of aan schoenen.

 
<< naar intro mediatijdlijn

door naar 1880 >>

Verantwoording en disclaimer:
Cees Pot heeft voor de totstandkoming van deze tijdlijn de database van de website "Historische kranten in beeld" geraadpleegd. Deze website is een initiatief van de Koninklijke Bibliotheek. Deze instantie heeft ons toestemming verleend voor publicatie op deze wijze.

* Soms komen er in de artikelen fouten en onjuistheden voor. Om wille van de authenticiteit is besloten deze ongewijzigd te laten.

laat een berichtje achter

omhoog

 
 

 

eXTReMe Tracker