Video van lijn 4 van het traject
Rijnstraat - Station RAI
opname van Jos Wiersema en Jan Loman - 300907
Lijn 4 in de
Ferdinand Bol. De foto is van 1904 of later. In 1904 kwam de elektrische
bijwagen 155 in dienst.
Prentbriefkaart uit de verzameling van
Ad Tiggeler
Lijn 4 is van oudsher de Vijzelstraatlijn. Toch
rijdt lijn 4 al lang niet meer door de Vijzelstraat. De geschiedenis van lijn 4 is nauw
verbonden met die van lijn 8. De laatste lijn keerde na 1945 nimmer terug.
Unionmotorwagen 117 in de Ferd.
Bolstraat - 1906
prentbriefkaart
Lijn 4 bereed de route Rivierenlaan (thans
President Kennedylaan) - Rijnstraat - Van Woustraat - Ceintuurbaan - Ferdinand Bolstraat -
Vijzelstraat - Muntplein - Dam - Stationsplein. In 1943 kwam daar een einde aan. Als
compensatie was lijn 5 van de Weesperzijde verplaatst naar de Amstellaan-Rijnstraat.
Tussen 1904 en 1918 maakte lijn 4 een
omweg via Reguliersbreestraat-Rembrandtplein-Reguliersdwarsstraat, alleen in die richting.
Union 125 omstreeks 1907 in de Reguliersbreestraat.
Fotograaf onbekend
Interessant is de
bijwagen van de serie 301-320 die kort na de opname tot motorwagen is
verbouwd. De foto is gemaakt op het Rokin in c. 1914. Collectie: Karel Hoorn
Hier is duidelijk te zien dat
op de Dam destijds drie sporen lagen. Lijn 4 staat op het middenspoor en
op het andere spoor richting Rokin zien we lijn 11. Het spoor richting
Damrak is bezet door een tram die denkelijk als lijn 5 onderweg is
richting Stationsplein. De kaart dateert van ongeveer 1923. Prentbriefkaart
Jeroen Epema
Lijn 4 in de Vijzelstraat ter
hoogte van het Carlton Hotel in de periode 1925-1930. In die tijd was
lijn 4 gesplitst in lijn 4A en lijn 4W. Let op de "A" die is geplaatst
onder de"4" in de beugel. Lijn 4A reed via de Rijnstraat en de Van
Woustraat maar terug via de Amsteldijk en lijn 4W reed via de Amsteldijk
maar terug via Van Woustraat naar de Rijnstraat. Dit arrangement was ook
getroffen voor lijn 8 die was gesplitst in de lijnen 8A en 8W. Voor lijn
8 werd het experiment al na twee maanden beëindigd maar lijn 4 heeft het
als gesplitste lijn tot 3 april 1930 volgehouden. Vervolgens reed lijn
20 via de Amsteldijk tot die lijn op 16 juni 1932 werd opgeheven waarmee
de Amsteldijk definitief tramloos werd. Prentbriefkaart
Jeroen Epema
Lijn 16 in de Vijzelstraat en
zowaar lijn 4A op de achtergrond. Het is zomer want lijn 16 rijdt met
een open bijwagen. De kaart stamt uit de tweede helft van de jaren
twintig. In 1929 resp. 1930 zouden ook de lijnen 24 en 25 de
Vijzelstraat gaan opvullen maar na 1945 zou lijn 4 daar verdwijnen. Tot
op de dag van vandaag zijn de lijnen 16, 24 en 25 aktief in de
Vijzelstraat. Hoe lang nog?
Prentbriefkaart Jeroen Epema
Aangezien in 1942 ook lijn 8 verdwenen was,
voorzag in 1943 een lijn 5A de Zuider Amstellaan (thans Rooseveltlaan) van vervoer,
overigens slechts enkele weken. Deze lijn 5A reed juist de huidige route van lijn 4.
Lijn 4 herrezen. De 291+883 op de
Rooseveltlaan bij het Westerscheldeplein, 24.3.1949.
Foto J.M. de Kok
De lijn 4 die in 1948 weer ging rijden en
dat nog steeds doet is een feite een samensmelting van delen van de vroegere lijnen
8, 4 en 11. Het gedeelte Westerscheldeplein (thans: Europaplein) - Victorieplein stamt van
lijn 8. Het oude beginpunt Rivierenlaan van lijn 4 was in 1945 bestemd voor lijn 25.
Aangezien lijn 11 in 1948 voorbestemd was de route van lijn 8 door de Jodenbuurt te
bedienen en daarmee haar vroegere werkterrein Utrechtsestraat zou verlaten, is lijn 4 door
de Utrechtsestraat gaan rijden. De lijn deed dat overigens in gezelschap van lijn 5.
Lijn 4 (271+880)
aan de standplaats Westerscheldeplein, 1953. De 880 was van verre herkenbaar aan de
afwijkende ventilatoren op het dak.
Fotograaf onbekend
De Weesperstraat een deel van lijn 8
bleef tramloos. Aan het laatste kwam een einde toen in 1952 lijn 5 daarheen werd
verlegd, eerst tijdelijk, later definitief. Overigens kwam aan dat definitieve een einde
in 1961 en verdween lijn 5 geheel toen de Weesperstraat op de schop ging. Maar tenslotte
werd lijn 5 nog een bestaan als spitsuurtramlijn gegund en kwam zij opnieuw in de
Utrechtsestraat terecht. In 1965 is de oude lijn 5 definitief opgeheven.
Bussinks Koek en
TEOjam. Bestaan die merken nog? Ook kleine middeninstapper 884 op lijn 4 moet
de gemeentekas helpen spekken. Stationsplein, 8.5.1949.
Fotograaf onbekend.
Op 9 september 1948 was het zover. De vertrouwde
grootbordesmotorwagens reden als vanouds weer op lijn 4. Als bijwagens figureerden de
716-880. In de tweede helft van 1949 reden er ook losse drieassers, totdat die wagens
emplooi vonden op lijn 9. Het jaar 1949 bracht ook een tijdelijk verschijnen van de kleine
middeninstapbijwagens 881-900 op lijn 4. De verbouwing tot kortgekoppelde bijwagens bracht
de 881-900 al snel terug op de Leidsestraatlijnen 1 en 2.
Dienstwagen 13 met verbouwde Blauwe 418.
Teneinde de volgorde van de dienstwagens te herstellen is de 418 achteruit gezet op het
bijwagenspoor van de vroegere lijn 8. Dit spoor stond wel bekend als het
melkspoor, naar de melkboer die er zijn kratten stapelde. Let op, geen auto te zien.
Ga daar nu (2007) eens kijken! Westerscheldeplein, 1955.
Foto Ab van Donselaar
Natuurlijk kan hier niet voorbijgegaan worden
aan de duik in de Amstel die motorwagen 263 op 6 september 1950 op lijn 4 maakte. Het was
de tweede waterduik van een Amsterdamse tram. De eerste vond plaats op 2 januari 1924 met
motorwagen 9 van lijn 18 op het Nassauplein.
Motorwagen 263 op
6-9-1950 die, komend
uit de richting van de Bakkersstraat, de Amstel in reed. Bijwagen 750 bleef dit lot
bespaard.
Fotograaf onbekend
Nogmaals deze situatie
Fotograaf onbekend
N.a.v.
bovenstaande foto's nog even het volgende . . . . In eerste instantie werd de bestuurder verweten zich te hebben laten
afleiden door een paar lieftallige passagiers en te snel te hebben
gereden. In 1952 keerde het tij voor deze bestuurder en werd hij
vrijgesproken door de kantonrechter.
Lees het krantenartikel hieronder maar.
(Jos Wiersema)
Bron: De Waarheid 30 april 1952
Uit Historische Kranten Online
"De wraak van de 263" Bij die waterduik van de 263 hoort nog een aardig verhaal.
De wagen ramde na te zijn ontspoord een geparkeerde auto die vervolgens de Amstel
werd ingeschoven om dienst te doen als een soort kussen waar de 263 op kwam te rusten. Had
die auto daar niet gestaan dan was de 263 kopje onder gegaan. Wat blijkt? De auto was
eigendom van een sloper die zich had bezig gehouden met het slopen van Unions. Daarmee had
de 263 wraak genomen voor zijn oudere collega's.
De bijwagens zijn terug op lijn 4 en de
verkeershinder begint zich te ontwikkelen. Frederiksplein, 21.5.1955.
Fotograaf onbekend
In 1953 veranderde lijn 4 radicaal van gezicht.
De lijn werd nu uitgerust met losse drieassers. Op 28 mei 1953 werd een
werkdagdienstregeling ingevoerd met 11 drieassers die negen tramstellen met bijwagen
vervingen. Reeds op 9 juni moesten 13 drieassers worden ingezet en op 24 september werd
dit aantal opgevoerd tot 15. Daarmee kreeg lijn 4 een frequentie van iets meer dan drie
minuten met een omlooptijd van 48 minuten. Personeel van lijn 4 moest af en toe even tot
rust komen op lijn 5. De laatste lijn had in die tijd de bijnaam sanatorium.
Dienstwagen 13 met de
451 die, vooruitlopend op modernisering(?), reeds een schuin geplaatste voorruit heeft
gekregen. In latere jaren is die wijziging ongedaan gemaakt. Rijnstraat, 1954.
Foto H.W.E. de Bock
Deze kaart toont lijn 4 in zijn bijwagenloze periode die plaats vond in
de jaren 1953-1955. Een drieassige motorwagen aan het begin van de
Rooseveltlaan onderweg naar het Westerscheldeplein. Lijn 4 had het in
die dagen zwaar te verduren, zoals in de tekst over deze lijn is te
lezen. Bijwagenloze drieassers hebben gereden op de lijnen 1, 2, 4, 5,
11, 14, 17, 25, 26 en 27, maar niet gelijktijdig. Lijn 14 was wat dit
betreft een buitenbeentje; een drieasser zonder bijwagen is daar slechts
een enkele maal voorgekomen toen de wagens reeds in hun eindfase waren.
Op lijn 25 hebben alleen de 491 en 492 zonder bijwagen gereden,
gezamenlijk als 1 dientwagen en alleen in 1948. Prentbriefkaart
Jeroen Epema
Aanvulling met grootbordeswagens is in
de winterdienst 1955/1956 noodzakelijk, zelfs op zondag. De 333+802, Frederiksplein,
12.2.1956.
De lijn 4-drieassers 17 stuks
kregen een gewijzigd interieur met zeer dicht op elkaar geplaatste
eenpersoonsdwarsbanken. Lange passagiers ook uw auteur dus konden nauwelijks
hun benen kwijt. De lange langsbank verdween. Vijftien dienstwagens bevolken met
drieassers bleek een te zware opgave; spoedig verschenen ook de
gemoderniseerde tweeassers 12, 411 en 440, daartoe afgestaan door de lijnen 11
en 3. In 1954 verschenen ook wel eens de 418, 421 en 457 die daartoe aan lijn 9 werden
onttrokken.
Het losse-drieassertijdperk op lijn 4 is begonnen. De 550 in 1954 op de westelijke
toegangsbrug.
Foto Ab van Donselaar
In maart 1954 was het hek van de dam; er was
zoveel defect materieel dat grootbordesmotorwagens moesten bijspringen om de dienst gaande
te houden. Het was een turbulente tijd op lijn 4. Hoogtepunt voor de liefhebber
was altijd het uitrukken van dienst nr. 13, vlak voor het begin van de middagspits.
Wat zou daar nu weer op rijden?
Een zojuist geschilderde tram tegen een
dreigende wolkenlucht. De 442+777 op de inmiddels met Europaplein aangeduide eindlus,
25.1.1959.
Op 12 mei 1955 heeft het bedrijf de exploitatie
van lijn 4 in normaler vaarwater gebracht. De drieassers werden verplaatst naar lijn 17 en
lijn 4 kreeg van die lijn de Blauwe wagens, voorzien van bijwagens. Met 11 dienstwagens
kon nu vrijwel een vijfminutendienst worden gereden. Toen lijn 17 in 1956 werd veranderd
in een autobuslijn, kwamen drieassers beschikbaar om lijn 9 geheel daarmee te laten
rijden. De verbouwde tweeassige stellen (3 stuks) konden toen van lijn 9 naar lijn 4
verhuizen.
Tijdens de winterdienst
1955/1956 was het noodzakelijk de blauwe wagens op lijn 4 aan te vullen
met grootbordessers. De 381+862 in het zonnetje op het
Westerscheldeplein op 10 maart 1956. De 381 was een van de weinige
grootbordessers die nog de oorspronkelijke langsbanken bezaten.
Aangezien ook alle bijwagens in de reeks 827-880 die langsbanken hebben
behouden, kunnen we hier spreken van een tramstel "stijl 1921", het
bouwjaar van de 862. De 381 dateert van 1919.
Gelede trams maken hun entrée op lijn
4. De 614 op de Rooseveltlaan, 12.2.1961. De 614 was de eerste tram die door brand
verloren ging.
In die tijd maakte de
tram reclame voor z'n concurrent. De platte wagen die achter de blauwe
hangt is voorzien van een onderstel afkomstig van een wagen uit de serie
701-880. De foto is te dateren in 1961.
Prentbriefkaart uit de verzameling van
Ad Tiggeler
Tijdens de winterdienst 1955/1956 kreeg lijn 4
twaalf dienstwagens en daarmee keerden af en toe grootbordesmotorwagens terug op de lijn.
Drieassige tramstellen op lijn 4. De
491+999, Rooseveltlaan, 20.8.1961. Beide wagens bevinden zich anno 2007 in het
museumbestand, de 999 als badkuipwagen H 11.
Een nieuwe schok kreeg lijn 4 te verwerken toen
in 1958 alsnog een vierde verbouwde Blauwe op de lijn verscheen. Deze 406 had
jaren in half verbouwde toestand aan de kant gestaan. Maar tenslotte is de verbouwing toch
afgerond en kon de wagen met bijbehorende bijwagen 758 in dienst komen. Het zou van korte
duur zijn; in 1960 raakte een van de verbouwde Blauwen zwaar beschadigd bij een botsing
waarbij de bestuurderscabine het ontgelden moest. De vier verbouwde Blauwen zijn toen
buiten dienst gesteld en in 1961 gesloopt.
Een blauwe wagen met bijwagen (450+789)
tijdens de spitsuren op lijn 4. Frederiksplein, 4.10.1962.
Zowaar verscheen in 1960 nog eenmaal een
Utrechtenaar op lijn 4. Het was de 306. De Utrechtenaren begonnen
hun Amsterdamse leven in 1940 op lijn 4 maar reden sinds 1947 slechts op lijn 5. Alleen de
verbouwde 12 (312) was wat dat betreft sinds 1950 een buitenbeentje.
In het najaar van 1962 moest remise
Lekstraat i.v.m. de nieuwe tramlijn 17 dubbelgelede trams afstaan aan remise Havenstraat
in ruil voor enkelgelede wagens. Zo kon enkelgelede tram 553 op lijn 4 terecht komen.
Frederiksplein, 4.10.1962.
Met ingang van de winterdienst 1960/1961 kreeg
ook lijn 4 dubbelgelede wagens toebedeeld. Per 2 januari 1961 was de aflevering van de
serie 602-634 vrijwel voltooid. Sindsdien bestond de vaste bezetting van lijn 4 uit
dubbelgelede wagens met aanvulling van drieassige tramstellen. Toch kwamen in 1962 opnieuw
Blauwe tramstellen in de spitsuren terug. Met ingang van de winterdienst 1963/1964 reden
op vrijwel alle lijnen ook op lijn 4 Blauwe wagens de spitsuurdiensten.
Kijkers naar de resultaten van de brand
bij C&A aan het Damrak veroorzaken een tramfile op het Rokin, 17.2.1963. Aan de kop
staat de 617 als lijn 4.
Per gratis tram naar
C&A! Lijn 4 met de 548+1000,
Frederiksplein, 6-4-1963. C&A had toen een tijdelijke vestiging aan het
Europaplein, na de brand in het warenhuis aan Damrak/Nieuwendijk.
Foto
C. van Mechelen †
Op lijn 4 duurde dit tot in het voorjaar van
1968 toen het einde van de tweeassers was aangebroken. Drieassige tramstellen hielden het
op lijn 4 nog vol tot het begin van de winterdienst 1974/1975. Toch hebben daarna nog wel
drieassers op lijn 4 gereden, met name op extra RAI-diensten. Een laatste optreden van
drieassers op lijn 4 vond plaats in 1982. Een jaar later was ook het einde van de
drieassers een feit.
Drieasser 938 in nieuwe nummering als
RAI-extra op lijn 4, Europaplein, 13.3.1970. De bijwagen is de 997 die als eerste
drieasige bijwagen zou worden gesloopt.
Drieasserstel 938+997
ploegt zich door de sneeuw op de Rooseveltlaan in 1970. Voor bijwagen
997 was het bestaan bijna afgelopen; samen met motorwagen 948 ging deze
nog in 1970 naar de sloper. Foto van Henk Graalman.
De Bakkersstraat natuurlijk. Drieassig
tramstel 930+995 in de bocht naar de Amstel, 16.3.1972. Foto Ab van Donselaar
Station RAI in een vroegere gedaante.
Cross-platformoverstap tram/trein. Blokkendozen 782 en 798 wachten hun
vertrektijd af. Het drieassige stel 919+965 is een instructietram waarmee soms
passagiers werden vervoerd. Een jaar later viel het doek voor de drieassers, 21.4.1982.
Haventram 776 op lijn 4 op
het Westeinde bij de Stadhouderskade, 16.3.1985. De 776 is
in 2007 opgenomen in het
museumbestand.
Meer foto's:
De 12 toegevoegd aan
lijn 4, in aanvulling op de drieassers. Lekstraat, 1954.
Foto Ab van Donselaar
Dienstwagen 11 moet
noodgedwongen met grootbordesser 269 rijden. Rooseveltlaan, 23.3.1954.
Foto H.W.E. de Bock
Ondergaande zon
achter de wolkenkrabber en achter de 647 op lijn 4, Victorieplein, 24.12.1996
januari 1967 - GVB 543+???, lijn 4,
Reguliersbreestraat
Foto: Hans de Haan
Eindpunt lijn 4 op de Rivierenlaan -
1940
foto: Electrische Museumtramlijn Amsterdam (EMA)
Lijn 4 bij de halte Rooseveltlaan /
Waalstraat in 1956
De 459+798 als lijn 4 op het
Frederiksplein op 14 september 1962.