TRAMS NAAR SLOTEN
Erik Swierstra
contact e-mailadres:
erikswierstra@amsterdamsetrams.nl
In het begin van de 20e
eeuw was er een diligencedienst tussen de Overtoomse Sluis en Sloten via
de Sloterkade en Sloterweg. Deze was ingesteld in 1841 om mensen de
gelegenheid te geven de droogleggingswerkzaamheden van de inpoldering
van de Haarlemmermeer bij Sloten te bekijken.

Opening van de paardentramlijn van Sloten naar
Amsterdam. Voorafgegaan door een fanfare rijden de feestelijk versierde
paardentrams door de dorpsstraat van Sloten; 13 augustus 1918.
In 1901 kwam er zelfs een tweede omnibusdienst, die ook door
particulieren werd geëxploiteerd. Vanaf 1900 werden in Amsterdam de
paardentrams door elektrische trams vervangen. De laatste paardentram
reed in 1916 tussen Nassauplein en Sloterdijk.

Paardentram van de Gemeentetram Sloten op het
vertrekpunt in de Bosboomstraat. Na annexatie door Amsterdam werd de
naam van deze straat gewijzigd in Andreas Schelfhoutstraat, omdat er in
Amsterdam al een Bosboom-Toussaintstraat bestond, waarmee verwarring zou
kunnen ontstaan. Op de achtergrond is de brug van de Overtoomse Sluis
zichtbaar die de verbinding vormde tussen de Sloterkade (gemeente
Sloten) en de Amstelveenseweg (gemeente Amsterdam, voorheen
Nieuwer-Amstel), waar kon worden overgestapt op de elektrische tramlijn
1; circa 1920
In diezelfde periode wilde ook de gemeente Sloten zijn verbinding tussen
Sloten en Amsterdam verbeteren. Daarom wilde men de diligencedienst
vervangen door een gemeentelijke tramdienst. Al in 1906 waren er plannen
voor een tramverbinding langs de Sloterstraatweg. Ondanks de verleende
vergunning duurde het nog meer dan een decennium voordat de plannen tot
uitvoering kwamen.

Paardentram van de Gemeentetram Sloten in de Jacob
Marisstraat onderweg in de richting van het dorp Sloten; circa 1920. De
huizen op de achtergrond zijn voor een deel nog aanwezig in deze straat.
In juni 1917 besloot de gemeenteraad van Sloten tot aanleg van een
elektrische tramlijn. Al eerder was er ook een elektrische tramlijn tot
stand gekomen tussen Amsterdam en Sloterdijk, in 1904 via de Admiraal de
Ruijterweg en in 1916 via de Haarlemmerweg. Als gevolg van Eerste
Wereldoorlog waren de kosten voor aanleg voorlopig nog te hoog.
Uiteindelijk kon de tram in 1918 worden gerealiseerd.

Paardentram bestaande uit twee rijtuigen (een gesloten en open
rijtuig), getrokken door twee paarden onderweg van Amsterdam naar Sloten
rijdt langs de Sloterweg; circa 1920.
Over de Sloterkade en Sloterweg werd aan de zuidkant van de weg een
tramspoor aangelegd, met een wisselplaats onderweg. De baanlengte was
5200 meter. Een moderne elektrische tram was echter te hoog gegrepen. De
gemeente Amsterdam wilde daaraan ook geen medewerking verlenen. Daarom
werd het toch weer een paardentram. Dit was de laatste nieuw aangelegde
paardentramlijn in Nederland. In het dorp Sloten werd een oud
graanpakhuis verbouwd tot onderkomen voor de tramwagens. Nieuw materieel
was echter te duur, dus tweedehands rails en trams werden aangeschaft.
De rails waren afgedankt door de Stoomtram Oostelijk Groningen. De
tramwagens hadden eerder gereden in Amersfoort, Gouda en Winschoten.

Paardentram verlaat het dorp Sloten richting Amsterdam. Rechts op de
achtergrond is de in 1901 gebouwde R.K. Sint Pancratiuskerk zichtbaar;
circa 1920.
Op 13 augustus 1918 kon de nieuwe tramdienst feestelijk worden geopend.
Aanvankelijk reed er iedere anderhalf uur een tram, vanaf 1919 was er
een veertigminutendienst. Bij grotere drukte reden er twee gekoppelde
wagens. De trams reden van de Andreas Schelfhoutstraat bij de Overtoomse
Sluis via de Jacob Marisstraat (die toen nog Bosboomstraat heette),
Theophile de Bockstraat, Sloterkade en Sloterweg naar de Akerweg, bij de
brug naar Badhoevedorp.

Paardentram in de dorpsstraat van Sloten. Links van de tram is achter
de boom het thans nog aanwezige politiekantoortje te zien. Op de
achtergrond is nog de toren zichtbaar van de R.K. Sint Pancratiuskerk;
circa 1920.
Per 1 januari 1921 werd de gemeente Sloten geannexeerd door Amsterdam.
De directeur van de Slotense tram stelde aan zijn Amsterdamse collega
voor om te gaan ‘samenwerken’, maar het verschil in grootte tussen de
beide trambedrijven was te groot om aan dit voorstel gehoor te geven,
dus ook dit werd annexatie. De Gemeente Tram Sloten ging hierbij ook op
in de Gemeente Tram Amsterdam.

Paardentram aan het eindpunt Akerweg, nabij de Sloterbrug over de
Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Het gebouw links achter de tram
bestaat nog als café-restaurant op Sloterweg nr. 1345; circa 1920.
Zoals hiervoor vermeld had men net vijf jaar eerder de laatste
paardentram door een elektrische tram vervangen. Maar het vervoer naar
Sloten was te gering en de investering te hoog om ook deze tramlijn te
elektrificeren. Bovendien had men in Sloten uit zuinigheids overwegingen
gekozen voor smalspoor (1067 mm), terwijl de Amsterdamse tram gebruik
maakte van normaalspoor (1435 mm), zodat een kostbare omsporing nodig
zou zijn. Voorlopig liet men de tram naar Sloten bij het oude. Wel werd
het rollend materieel vervangen. De eerdere tweedehandsjes werden
vervangen door afgedankte Amsterdamse paardentramwagens.

Motortram met autobus nr. 2 en tramrijtuig nr. 4 (ex-paardentram van
de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij), nu van de Gemeentetram
Amsterdam, onderweg op de Sloterweg, richting Sloten. Het koersbord
vermeld de route Akerweg - Bosboomstraat.
Een jaar later werd als proef het paard vervangen door een tractor. Dit
was een in de jaren twintig in Nederland wel meer toegepaste
modernisering. Tevens werd het vertrekpunt van de Andreas
Schelfhoutstraat verplaatst naar de toen nog nieuwe Jacob Marisstraat en
kreeg de tram een lijnnummer: 21. De laatste paardentram reed op 28
februari 1922.

Motortram onderweg naar Sloten rijdt links op de Sloterweg. Om het
tegemoetkomende verkeer te waarschuwen staat op het dak de tekst ‘TRAM’.
Ook is het nieuwe lijnnummer 21 aangebracht; circa 1922.
In een volgend stadium konden er ook passagiers mee in het trekvoertuig.
Toen in 1925 betere motorvoertuigen beschikbaar kwamen liet men de
paardentramwagen achterwege en werden de passagiers voortaan nog
uitsluitend in het trekvoertuig vervoerd. Hiermee kwam op 3 december
1925 een einde aan de tramdienst. De autobus naar Sloten was geboren.

Pekelwagen nr. 14 voor de remise van de Slotense tram
in het dorp Sloten; 1925. Dit gebouw (Sloterweg 1275) was een voormalig
graanpakhuis en was als remise in gebruik van 1918 tot 1925. Het werd in
1988 gesloopt.
Terwijl de tram vanaf de annexatie het lijnnummer 21 droeg, werd de bus
van de lijnletter G voorzien. Vanaf 1927 ging deze via de nieuwe
Zeilbrug naar het Haarlemmermeerstation rijden. In 1960 werd de route
verlegd via de Vlaardingenlaan en Johan Huizingalaan. Dit bleef zo tot
1965, toen lijn G werd vervangen door buslijn 29. In 1970 nam lijn 69
zijn plaats in. Deze ging tevens doorrijden naar Badhoevedorp. In 1980
ging de exploitatie over naar Centraal Nederland, thans Connexxion. In
1988 werd het vroegere onderkomen van de paardentramwagens in het dorp
Sloten gesloopt, waarmee een einde kwam aan de laatste tastbare
herinnering aan de tram in Sloten. Tegenwoordig rijdt Connexxion-buslijn
145 elk half uur van de Marnixstraat naar Station Hoofddorp tussen de
Johan Huizingalaan en de Ditlaar over de Sloterweg. Dit is dus een verre
nazaat van de vroegere Slotense paardentram.

Deze foto is op dezelfde locatie genomen als foto nr.
6. Vanaf 1925 was buslijn G de opvolger van de vroegere tram naar
Sloten. Deze buslijn reed tot in 1965 de oude route via de Sloterweg en
door het dorp Sloten tot bij de Sloterbrug. Daarna werd deze vervangen
door buslijn 29, die om het dorp heen ging rijden. Autobus 4 in de
dorpsstraat van Sloten. Links op de achtergrond is nog de toren
zichtbaar van de R.K. Sint Pancratiuskerk; 8 augustus 1965.
Foto: Tj.E. Swierstra.
In 1991 kwam er weer een tram naar Sloten, nu echter naar de
nieuwbouwwijk Nieuw-Sloten die toen verrees op het grondgebied van het
vroegere tuinbouwgebied Sloten. Tramlijn 2 werd op 23 september 1991
verlengd vanaf de Louwesweg over een nieuwe trambaan die toen nog door
een zandvlakte leidde. Langzamerhand kwam deze in de bebouwing te liggen
en kreeg de tram zijn eindhalte bij de Anderlechtlaan. Van daaruit is
het nog tien minuten lopen naar het dorpsplein in Sloten. Met enige
fantasie kan men bedenken dat Sloten weer per tram bereikbaar is.
© Erik Swierstra
Literatuur
De Amsterdamse paardentrams. Auteur: H.J.A. Duparc. Uitgave: Schuyt en
Co, Haarlem, 1997. ISBN 90-6097-455-7
Het autobusbedrijf, de werk- en dienstauto’s van de Gemeentetram
Amsterdam, 1905-1950, door P.H. Kiers, 1994.
Amsterdam 366 dagen. Auteurs: Mariëlle Hagman, Martin Harlaar en Richard
Hengeveld. Uitgeverij THOTH Bussum / Stadsarchief Amsterdam, 2006 ISBN
90-6868-425-6
< Naar index van Erik Swierstra
 laat een berichtje achter |