Waar gaat die tram heen? Wijlen Cor van
Mechelen heeft ons een fraai overzicht nagelaten over de informatie
die op twee-assige trams werd gegeven als antwoord op de vraag die de
adspirant passagier kon stellen. In zijn bijdrage gaat hij summier in
op hetgeen aan informatie werd gegeven op de drieassige trams. Dit
stuk gaat wat dieper in op de wijze waarop de reiziger die in een
drieasser stapte werd geïnformeerd. Ik trek de lijn door naar de
gelede wagens.
De eerste drieassers die de trampassagiers in Amsterdam
gewaar werden leken totaal te breken met al hetgeen men gewend was.
Weg waren de klapborden, lijnkleuren en lijnnummers die men vele jaren
op de tram kon waarnemen. Een filmkast op de kop van de trams met
witte letters en witte cijfers op een zwarte ondergrond, daarmee moest
men het doen. Het enige dat nog herinnerde aan de “oude tram” was een
routelat boven de uitstapdeuren van de drieassige motorwagens en het
lijnnummer in de sleepbeugel. Ingestapt zijnde ontwaarde de passagier
ook nog het vertrouwde bordje aan het plafond met het nummer en de
route van de lijn, uitgevoerd met de betrokken lijnkleur als
ondergrond; deze bordjes zouden in de eindjaren vijftig worden
vervangen door routeborden zonder lijnkleuren maar met aanduiding van
halten en overstapmogelijkheden.
Het moet de passagiers in de pré-drieassertijd wel eens
opgevallen zijn dat trams lijnkleuren toonden. Anders is niet te
verklaren dat men geen genoegen wenste te nemen met trams die op de
kop geen lijnkleur voerden. Het trambedrijf heeft toen de wijze
beslissing genomen de lijnkleuren aan te brengen in een kastje achter
de voorruit van de drieassige motorwagens. Bij mijn weten hebben
alleen de oer-drieassers 491 en 492 zonder dat kastje gereden. Later
zijn de kastjes verhuisd naar de bovenzijde van de lijnfilmkasten en
nog weer later kreeg een aantal motorwagens grote filmkasten die
werden gevuld met films die afkomstig waren van gelede trams.
Een ander punt
is dat de 491 en 492 geen lijnnummer toonden aan de zijkanten van de
lijnfilmkast. Ook daarin kwam verandering door alsnog lijnnummers aan
die zijkanten te tonen.
De eerste
drieassers verschenen laat genoeg om op de lijn- en richtingfilms
inmiddels – bijna - verouderde informatie te geven. De volgende lijnen
met bestemmingen werden getoond. Uit dit overzicht is tevens af te
leiden welke tramlijnen niet meer zouden rijden of dit binnen
afzienbare tijd niet meer zouden doen.
1. Hoofddorpplein – Centraal Station
2. Koninginneweg – Centraal Station
3. Frederik Hendrikplantsoen – Station Muiderpoort
4. Rivierenlaan – Centraal Station
5. Oostzaanstraat (?) – Amstelstation
6. Station Muiderpoort – Stadionplein
7. Plantage Parklaan – Mercatorplein
9. Watergraafsmeer – Centraal Station
10. blanco – Molukkenstraat
11. Insulindeweg – Centraal Station
13. Mercatorplein – Centraal Station
14. Van Swindenstraat – Van Hallstraat
16. Station Haarlemmermeer – Centraal Station
17. Surinameplein – Centraal Station
23. Zoutkeetsgracht – Stadionplein
24. Olympiaweg – Centraal Station
25. Amstelstation – Centraal Station
26. Van Swindenstraat – Centraal Station (slechts getoond op 491 en
492)
Remise Lekstraat
Remise Havenstraat
Extra dienst
Extra vervoer
Geen dienst
Het feit dat reeds in 1945 lijn 5 werd gesplitst in de lijnen 5 en 12
gaf kennelijk geen aanleiding lijn 12 in de lijnfilms op te nemen. Dit
doet veronderstellen dat lijn 5 op de lijnfilm “Oostzaanstraat”
toonde.
Ook lijn 10 was een bijzonder geval. Deze lijn was tijdens de
bezetting naar de Van Hallstraat verlegd ter compensatie van de
“tijdelijke” opheffing van lijn 14. Blijkbaar achtte men een
wederinstelling van lijn 14 mogelijk zodat men de lijn een plaatsje
gunde op de films van de drieassers. Het verplaatsen van lijn 10 naar
de oorspronkelijke bestemming Zoutkeetsgracht was blijkbaar een open
vraag, aanleiding om de bestemming “blanco” te laten.

521+983 op de eerste dag van drieassers op
lijn 10 met blanco bestemming, Van Hallstraat, 4.6.1961
In 1948 vond een wijziging plaats van de
routes van de lijnen 1 en 2. Lijn 1 verliet het Hoofddorpplein en reed
voortaan naar/van Stadionplein waarmee tevens was beslist de lijnen 6
en 23 niet meer in dienst te stellen. Slechts tijdens druk vervoer
naar/van het stadion zouden deze lijnen nog dienst doen tot ook
daaraan in 1958 een einde kwam. Lijn 2 werd verlengd van Koninginneweg
naar Hoofddorplein. Deze wijzigingen dienden uiteraard gevolgen te
hebben voor de drieasserfilms. Sommige films zijn echter pas laat
aangepast, zoals de foto van de 516 doet zien…….

516 als lijn 2, Hoofddorpplein, 5.12.1957.
Foto Cees Pot

550+972 als lijn 23, Amstelveenseweg,
4.5.1958.
Foto Ab van Donselaar
Slechts eenmalig hebben drieassers op lijn
23 gereden. Op stadionlijn 6 hebben nooit drieassers gereden. Hoewel
deze drieassers op lijn 23 de bestemming “Zoutkeetsgracht” aangaven
werd niet verder gereden dan het Frederik Hendrikplantsoen.
Ook voor de lijnen 4 en 25 dienden de drieasserfilms te worden
gewijzigd. Lijn 4 zou niet terugkeren op de Rivierenlaan maar de
plaats innemen van de opgeheven lijn 8 en daarmee naar het
Westerscheldeplein rijden. Lijn 25 zou definitief de Rivierenlaan
bedienen. Toch kwam soms een lijn 4 naar Rivierenlaan voor…….

499 als lijn 4 onderweg
naar “Rivierenlaan” via Rooseveltlaan, 23.7.1949.
Fotograaf onbekend
Met dat al bleek de aanduiding van de lijn
waarop een drieassige wagen dienst deed toch onvoldoende te zijn. In
het begin van de jaren vijftig verschenen lijnnummerbordjes op de
achterzijde van de zitplaats van de conducteur waarop met witte
cijfers op zwarte ondergrond het lijnnummer werd getoond. Daarmee
kregen zowaar ook de drieassige bijwagens een aanduiding van de lijn
waarop gereden werd. In tegenstelling tot de motorwagens voerden de
bijwagens geen routelat boven de uitstapdeuren; die plaats werd
verhuurd aan bedrijven om reclame te maken. Later kregen de bijwagens
– maar niet alle - lijnnummerfilmkastjes achter de ruit tussen de
instapdeur en de achterzijde van de wagen alsmede aan de blinde zijde
van de wagen.
In 1955 besloot de gemeente over te gaan tot het aanschaffen van 25
gelede trams ten behoeve van de lijnen 1 en 2. Men had toen kennelijk
al plannen tot verbussing van lijn 17 gelet op het feit dat op de
lijnfilms van deze nieuwe trams lijn 17 niet voorkwam. Ook de lijnen
11 en 12 waren inmiddels opgeheven. Dit betekende dat op de films van
de gelede trams nog maar 14 lijnen werden vermeld ( 1 t/m 7, 9, 10,
13, 16, 23, 24, 25). Ook de 45 gelede trams, behorende tot de eerste
lichting van 70 gelede wagens, waren van deze films voorzien.
Tot ieders opluchting toonden de lijnnummerfilms van de gelede wagens
de lijnkleuren naast het in groot formaat aangebrachte lijnnummer. De
bestemming van een dienstdoende gelede tram werd aangegeven op een
lijnfilm die los van de lijnnummerfilm kon worden bediend, in
tegenstelling tot de gang van zaken bij de drieassers waar lijnnummer
en bestemming onverbrekelijk met elkaar waren verbonden.

555 als lijn 5, Amstelstation, 17.9.1961
De hier geplaatste foto van de 555 is
slechts een gelegenheidsplaatje. Op de oude lijn 5 hebben nimmer
gelede wagens gereden. De foto is gemaakt op de dag volgende op die
van de opheffing van lijn 5 en de 555 rijdt op lijn 7……
Met de komst van de tramlijnen 17 en 27 in 1962 dienden de
lijnnummerfilms en bestemmingen van de gelede wagens te worden
aangevuld met deze lijnummers en de bestemming “osdorp”. Ook de
drieassers kregen toen het nummer 27 toegevoegd en uiteraard kreeg
lijn 17 als bestemming “Osdorp” in plaats van “Surinameplein”. De
bestemming “Surinameplein” was voortaan die van lijn 27.

534+995 als lijn 17, remise Havenstraat,
1967.
Foto Hans de Haan.

544+966 als lijn 27, Surinameplein, 15.9.1967
In latere jaren zijn de lijnnummerfilms
van de gelede wagens vervangen door films met de lijnnummers 1 t/m 30.
De oude films zijn toen geplaatst in drieassers voorzover die wagens
van grote filmkasten zijn voorzien. Bij de in 1977 ingestelde lijn 12
kon men toen lijnnummers op drieassers zonder lijnkleur waarnemen, een
zeer on-amsterdams verschijnsel. Maar alles heeft zijn prijs; de grote
filmkasten betekenden het einde van het lijnnummer in de beugel en de
routelat boven de uitstapdeuren waarmee een gebruik verdween dat sinds
het begin van de eeuw bestond. De enkele drieasser zonder grote
filmkast die nog wel eens reed deed dat meer en meer zonder
beugelnummer en zonder routelat.
Tegenwoordig hebben nog slechts de nog bestaande wagens van de reeks
780-816 de oude lijnnummerfilms. Op de lijnen 5, 16 en 24 kan men nu
digitale lijnnummers zien die moeilijk zijn te fotograferen. Verder
zijn er combino’s met onwaarschijnlijke lijnnummers zoals die vroeger
wel eens op koninginnedag opdoken. Maar daar ga ik maar niet op in.
Cor Fijma
27.5.2013
Foto’s van de auteur tenzij anders vermeld
|