12 januari 1920
Gisterenmiddag is bij een hevige storm de houten stelling van een in
aanbouw zijnd hotel in de Vijzelstraat omgewaaid, evenals een schutting
tegenover het gebouw van de fa. Hollenkamp. Het traject Muntplein –
kruising Weteringschans kan niet bereden worden, en het tramverkeer
aldaar is enige tijd gestremd. 2 februari 1920
Op de Willemsparkweg loopt ’s middags een man zonder uit te kijken
achter een tram van lijn 2 om. Hij wordt gegrepen door een tram uit de
andere richting en is op slag dood. 17 februari 1920
Op de Hoogesluis komt ’s ochtends een fietsende jongen onder een
bijwagen van lijn 10. Die moet opgevijzeld worden om hem te bevrijden.
In deerniswekkende toestand wordt hij naar het Binnengasthuis gebracht,
waar hij ’s middags overlijdt.
Fragment
van
prentbriefkaart van de Museumbrug toont een tram van lijn 19.
De opname zal rond 1920 gemaakt zijn. collectie Jeroen
Epema
19 februari 1920
In een vergadering van de communistische partij wekt een rede van H.
Sneevliet beroering, als hij zegt, dat het trampersoneel opdracht heeft
om bij stakingen “onderkruipers” te vervoeren, maar “posters” van de
tram te weren. De directeur van de Gemeentetram laat aan de N.R.C. weten
dat het personeel alleen opdracht heeft alle bevelen van de politie
stipt op te volgen, en als die tot afwijking van de normale gang van
zaken leiden, dat in de dagrapporten te melden. Deze dienstorder is
zeker niet alleen uitgevaardigd in verband met de huidige staking van
transportarbeiders. 7 april 1920
Blijkens een bericht in de N.R.C. is door de Gemeentetram in
samenwerking met een buitenlandse fabriek een nieuw type bijwagen
ontworpen, dat betrekkelijk kort is maar toch een grote capaciteit
heeft, met 14 zit- en 36 staanplaatsen, en een in- en uitgang in het
midden op een laag balkon. Hierdoor wordt snel in- en uitstappen
bevorderd. Burgemeester en wethouders willen met twintig van deze wagens
een proef nemen. Als de tram tegen de aanstaande winter over deze wagens
kan beschikken, zal een even groot aantal nog uit de paardentramtijd
stammende bijwagens, die niet meer aan de eisen voldoen, buiten gebruik
kunnen worden gesteld. Verder kunnen dan gewone bijwagens, niet van het
grootste type, op andere lijnen worden ingezet om in de drukste tijden
het vervoer vlotter te laten verlopen.
De prijs van de nieuwe bijwagens komt inclusief invoerrechten en vracht
neer op 13.250 gld. per stuk. De gemeente heeft
bedongen dat later geen prijsverhogingen zullen worden berekend, en dat
bij te late levering een boete zal gelden van 100 gld.
per wagen per week. 11 april 1920
De directeur van de Gemeentetram is samen met een onderdirecteur van de
Haagse tram naar Amerika vertrokken, om een studie te maken van de
aldaar in gebruik zijnde zg. Safety-cars. Verwacht wordt dat dit soort
wagens ook in Amsterdam zijn intrede zal doen. 17 april 1920
Het blijkt nog steeds voor te komen, dat trampassagiers hun hond achter
de tram aan laten hollen, hoewel de conducteurs al vijftien jaar
instructie hebben om passagiers te wijzen op het gevaar daarvan voor
zowel de hond als het verkeer.
We zien lijn 5 omstreeks 1920 van de Prins Hendrikkade de westelijke
toegangsbrug oprijden.
23 april 1920
Burgemeester en wethouders schrijven aan de gemeenteraad, dat het
huidige hoofdkantoor aan de Stadhouderskade niet meer aan de eisen
voldoet, en door een nieuw gebouw vervangen moet worden, dat geheel
volgens de eisen des tijds is ingericht. Globaal is hiervoor een bedrag
van 500.000 gld. nodig. Nu zijn de percelen, die
naast het huidige hoofdkantoor zijn gelegen, in eigendom bij de
vennootschap Atlanta die ter plaatse een hotel wil bouwen, en die
genegen is het huidige hoofdkantoor voor een bedrag van 350.000
gld. van de gemeente te kopen. Daardoor zal de
tram voor het betrekkelijk lage bedrag van 150.000
gld. een nieuw hoofdkantoor kunnen bouwen. Het
college meent hiervoor een geschikte plek gevonden te hebben in een
terrein tegenover het einde van de Overtoom, waar het nieuwe gebouw een
goede afsluiting van deze straat zal vormen. Het nieuwe gebouw zal over
twee jaar voltooid zijn. Met Atlanta is, behoudens goedkeuring van de
gemeenteraad, al een voorlopige overeenkomst gesloten. 5 mei 1920
In de gemeenteraad zegt het raadslid Weiss, dat hij bezwaar heeft tegen
de plaats van het nieuwe hoofdkantoor van de tram. Nadat wethouders
Wierdels en De Vlugt het voorstel hebben verdedigd, wordt het aangenomen
met 33 tegen 5 stemmen.
Een tramrit
door Amsterdam van eind jaren 10, begin jaren 20 van de vorige eeuw. We zien trams die
allang niet meer bestaan. De film eindigt bij
de remise aan de Tollensstraat. Een
uniek tijdbeeld van het openbare stadsleven van Amsterdam, 90 jaar geleden.
8 juni 1920
Hoewel een deel van het gemeentepersoneel, waaronder dat van de tram,
voor 24 uur in staking is gegaan, is er geen sprake van stopzetting van
de dienst. Wethouder Wierdels verklaart dat in de morgenuren reeds voor
tweederde normaal wordt gereden, en dat hij verwacht, dat in de middag
de dienst geheel kan worden uitgevoerd.
Maar ’s middags doen zich pas moeilijkheden voor. Op het
Parkschouwburgterrein is dan een betoging voor de syndicalistische
stakers, die slechts een kleine minderheid vormen, maar die een grote
menigte trekt van wat de krant “straatjanhagel” noemt. Aan het eind van
de middag wordt een stoet geformeerd, die vanaf het
Parkschouwburgterrein door de Sarphatistraat en de Weteringschans trekt.
De betogers schelden het personeel van passerende trams uit, en beginnen
vanaf het Frederiksplein de rijdende trams te belemmeren door op de
rails te blijven lopen, of op de rails te gaan zitten.
Van een tram van lijn 5, die daardoor tot stoppen wordt gedwongen, wordt
de bijwagen afgekoppeld, waarna de ruiten worden ingegooid. Ook van
andere trams worden de ruiten ingegooid, zodat de passagiers in allerijl
een goed heenkomen moeten zoeken. De politie-agenten die de stoet
begeleiden zijn te weinig in aantal om een en ander te beletten.
Op de Weteringschans worden vervolgens van twee trams van de lijnen 10
en 7 de beugels neergehaald, en ook hier worden de ruiten ingegooid. Een
andere tram van lijn 7 wordt eveneens tot staan gebracht, waarna de
bijwagen wordt afgekoppeld, en onder gejuich en gejoel richting
Leidscheplein teruggeduwd. De conducteur daarvan wordt naar buiten
gesleurd en mishandeld. Omstanders die hem trachten te ontzetten, slagen
daar pas in, als de politie komt. Dan wordt er weer een stoet geformeerd
en het strijdlied “de Internationale” wordt aangeheven.
Een ander incident heeft plaats op de kruising
Bilderdijkstraat-Kinkerstraat. Daar heeft zich een grote menigte
nieuwsgierigen verzameld om een andere stoet voorbij te zien gaan.
Dan nadert van af het Kwakersplein een driewagenstel van lijn 3. Een
onverlaat gooit vlak voor deze tram, die zonder stoppen doorrijdt, het
wissel om, waardoor de tram in volle vaart ineens rechtsaf slaat, en
bijna een paar kinderen overrijdt. Gelukkig kan de bestuurder nog tijdig
remmen.
’s Avonds is het weer rustig in de stad, en de directie van de tram
besluit, in tegenstelling tot het eerdere voornemen, toch de dienst
normaal te laten uitvoeren.
Lijn 6 de tweede (nog als lijn 19 genummerd) met een grootbordesmotorwagen op de Museumbrug, omstreeks 1920.
Prentbriefkaart
11 juni 1920
De directie van de Gemeentetram maakt bekend dat de staking van 8 juni
weinig invloed heeft gehad op het vervoer. Er werden 215.000 passagiers
geteld, tegen 275.000 op 1 juni. In totaal werden er 10 tramwagens
beschadigd. 16 juni 1920
In de gemeenteraad komen de rellen van 8 juni aan de orde. Het raadslid
De Wolf stelt vragen aan de burgemeester over de gebeurtenissen, en
vooral over de afwezigheid van de politie. De burgemeester zegt dat het
blijkens officiële rapporten allemaal zo erg niet is geweest, al zijn er
wel ergerlijke dingen gebeurd. De politie was elders in de stad nodig
geweest om het tramnet te beschermen. Hij zal in de commissie voor
strafverordeningen bespreken of het niet beter is terug te keren tot de
oude situatie, toen er voor iedere betoging een vergunning door hem
afgegeven moest worden. Hij zal in ieder geval strenger toezien op
communistische betogingen, omdat die duidelijk niet in staat zijn de
orde in hun eigen gelederen te bewaren. Van de zijde van de
communistische raadsleden wordt daarop beweerd, dat het rechtse
provocateurs waren geweest die de ongeregeldheden hadden veroorzaakt. 14 augustus 1920
Een door burgemeester en wethouders ingestelde commissie, die als
opdracht had, de wenselijkheid en mogelijkheid van het aanbrengen van
zitplaatsen voor de wagenbestuurders te onderzoeken, heeft rapport
uitgebracht. De commissie adviseert het college nadrukkelijk tot het
aanbrengen van zitplaatsen over te gaan. Naar alle waarschijnlijkheid
zullen burgemeester en wethouders dit advies opvolgen. 11 september 1920
Op de hoek van de Prinsengracht en de Leidschestraat moet de bestuurder
van een auto plotseling stoppen voor een tram, die de brug op rijdt. De
auto begint te glijden en belandt in het water. De vier inzittenden
worden gered. 30 september 1920
De gemeenteraad bespreekt een voorstel van burgemeester en wethouders om
o.a de tramtarieven te verhogen. Deze verhoging is een gevolg van de
recente loonsverhoging van de gemeentewerklieden. De ritprijs dient
verhoogd te worden van 12 ½ tot 15 cent (of 14 cent bij aankoop van
10-rittenboekjes). De voorzitter deelt mee, dat de raadsleden Carels,
Stähle en Weiss een voorstel hebben ingediend, om de geldigheid van
vroegritkaartjes te verlengen van 7.30 tot 8.00 uur. De vroegritten die
nu 6 cent kosten moeten verhoogd worden tot 7 ½ cent.
Het raadslid Vliegen betwijfelt de noodzaak van de tariefsverhoging. De
loonsverhoging hoeft niet volledig in de tarieven te worden
doorberekend. Hij stelt de herinvoering van de pasjes (tweerittenkaarten)
voor, die dan 25 cent moeten kosten, en een enkele rit 15 cent. Hij
wijst er op, dat Amsterdam het hoogste tramtarief heeft. Nolting vindt
dat de tarieven eerder verlaagd moeten worden. Je ziet nu
driewagentreinen met vier passagiers er in. Er is volgens hem ook teveel
personeel. Scheltema wil de vroegritten van 6 op 10 cent brengen en de
vroegritretours helemaal afschaffen. Carels zegt daarop, dat hij de
vroegritten ook wel tot 10 cent verhoogd wil zien, als ze dan maar tot 8
uur geldig zijn.
De Vries wil de vroegritten helemaal afschaffen en de tram door een
particulier bedrijf laten exploiteren. Lisser is tegen welke
tariefsverhoging dan ook. Op die manier wordt de arbeiders weer afgepakt
wat ze nu net gekregen hebben. Weiss heeft nog nooit een ernstige poging
tot bezuiniging van burgemeester en wethouders gezien. Er moet maar eens
een commissie komen, maar dan zonder de directeur, om te bekijken wat er
werkelijk bezuinigd kan worden.
Wethouders Wierdels verdedigt het voorstel. Hij wijst de pasjes van de
hand, en wil de vroegritten niet te veel verhogen om de gebruikers niet
te duperen. Verlaging van de tarieven zal zeker meer passagiers
opleveren, maar dan zal er meer materieel en personeel nodig zijn.
De vergadering wordt daarop verdaagd.
Lijn 14
op de Dam met een grootbordestramstel. Rechts op de foto de beroemde
poppenkast. Een prentbriefkaart van rond 1920.
prentbriefkaart uit de verzameling van Jeroen Epema
8 oktober 1920
De gemeenteraad zet de behandeling van het voorstel tot verhoging van de
tramtarieven voort. Wethouder Wierdels begint met mee te delen, dat
burgemeester en wethouders het voorstel-Vliegen voor herinvoering van de
“pasjes” willen overnemen, evenals het voorstel-Scheltema tot verhoging
van de vroegritkaarten tot 10 cent, maar de vroegritretours willen
behouden. Deze zouden dan 20 cent moeten gaan kosten, en de gewone
kaartjes tegen gereduceerde prijs (10-rittenboekjes voor 1,40
gld.) willen zij dan schrappen.
Vliegen verdedigt nogmaals zijn standpunt, dat het trambedrijf dekkend
kan werken zonder tariefsverhoging. Hij zegt in ieder geval tegen
verhoging van de vroegrittarieven te zullen stemmen. Nolting zegt dat er
helaas nog controle nodig is, maar meent dat vele conducteurs er de
kantjes aflopen. Verhoging van de tarieven is niet in het belang van het
bedrijf. Hij wil alle abonnementen laten vervallen en de ritprijs
stellen op 10 cent.
Nadat nog enkele raadleden het woord gevoerd hebben en de wethouder
heeft geantwoord, wordt er over de voorstellen gestemd. Daarbij staken
de stemmen over de verhoging van de vroegrittarieven tot 10, resp. 20
cent. Verdere stemming wordt daarop aangehouden.
(In de gemeenteraadsvergadering van 20 oktober wordt vervolgens toch tot
tariefsverhoging besloten) 29 oktober 1920
Nu in de trambestuurders hun zitje zullen krijgen in het belang van hun
gezondheid, en ter bevordering van de verkeersveiligheid, verwondert een
krant zich over de kosten van die voorziening: 150 gld.
per zitsteun, dus 60.000 gld. voor 400
tramwagens. Kan de gemeente geen goedkopere leverancier vinden? 8 december 1920
Volgens een bericht in “Het Volk” wordt momenteel serieus bekeken of in
verband met de gedaalde kolenprijs niet tot tariefsverlaging bij de tram
kan worden gekomen. Als er weer een eenheidstarief van 10 cent zou
worden ingevoerd, zullen de vroegritretours toch gaan vervallen, en zou
bij een stijgend gebruik van de tram geen materieel buiten dienst
hoeven. 10 december 1920
In de vergadering van het Georganiseerd Overleg deelt wethouder Wierdels
aan de bonden mee, dat burgemeester en wethouders niet kunnen terugkomen
op het ontslag van 110 trampoetsers. Het zal nog wel een week worden
uitgesteld. Het ontslag gaat naar anciënniteit.
Verantwoording en disclaimer: Cees Pot heeft voor de totstandkoming van
deze tijdlijn de database van de website "Historische
kranten in beeld" geraadpleegd. Deze website is een initiatief van
de Koninklijke Bibliotheek. Deze instantie heeft ons toestemming verleend voor
publicatie op deze wijze.
*
Soms komen er in de artikelen fouten en onjuistheden voor. Om
wille van de authenticiteit is besloten deze ongewijzigd te laten.