MEDIATIJDLIJN AMSTERDAMSE TRAM 1902
door Cees Pot
e-mail:
ceespot@amsterdamsetrams.nl
1902
2-1-1902
Hedenmorgen is in de Vijzelstraat een ingezetene van Amstelveen door
de tram overreden en met verbrijzelde arm naar het Binnengasthuis
gebracht.
3-1-1902
Amsterdam, 28 Dec. 1901.
De Redactie van Het Nieuws van den Dag.
Beleefd verzoek ik UEd. het volgende op te nemen. Deze week met 2
dames en 1 heer gebruik makende van de Gem.tram, gaf ik de
conducteur mijn boekje om er 4 kaartjes uit te scheuren en kreeg
hiervoor 4 controlebewijzen terug. Bij het controleren schijnt
hiervan bij het te voorschijn halen een bewijs te zijn weggewaaid,
tenminste de conducteur verzekerde mij zulks en was ik dus verplicht
(daar ik niet tweemaal voor hetzelfde wil betalen) af te stappen.
Ik verzoek UEd. daarom het volgende te beantwoorden: Is het bij een
solide firma geen gewoonte bij kwijtraken van een betaalde kwitantie
hiervoor een duplicaat te geven of profiteert een solide firma
hiervan omdat het bewijs verloren is, om nogmaals het bedrag te
eisen? Waarom voert de gemeente deze voordelige handelwijze ook niet
in bij de belastingen, daar het toch ook dikwerf zal gebeuren dat
een belastingbiljet verloren gaat en hiervoor tot op heden een
duplicaat wordt gegeven. Heeft de gemeente wel wettelijk het recht
iemand van de tram te doen verwijderen, wanneer met getuigen bewezen
kan worden dat het verschuldigde betaald is ?
Onder dankbetuiging voor de opname heb ik de eer te zijn,
met de meeste hoogachting, UEd. dw.
G. F. Bartelsman.
8-1-1902
Gedurende het 4e kwartaal 1901 zijn door de gemeentelijke tramdienst
vervoerd: 6,225,989 passagiers, tegen 6,105,929 in hetzelfde tijdvak
van 1900. Van 1 Januari af 25.576.955 passagiers, tegen 23,739,574
in het vorige jaar.
18-1-1902
GEMEENTETRAM.
Werkzaamheden gedurende December 1901
Lijn: Dam-Constantijn Huygensstraat.
De kruising met een gedeelte van het oude spoor van de lijn:
Leidscheplein-Amstelveenscheweg op de Vondelkade werd uitgebroken en
daarna het dubbele spoor aangesloten in de Constantijn Huygensstraat
over de voor het verkeer opengestelde, in de Overtoomse vaart
gestorte dam. Op de verlengde Rozengracht werd van de brug
Singelgracht de betonbedding gemaakt onder de rails van beide sporen
tot nabij de Marnixstraat en werden de railverbindingen voor het
elektrisch bedrijf aangebracht. Op de Rozengracht, van
Lijnbaansgracht tot Prinsengracht, kwam één spoor gereed. .
Lijn: Centraal station-Weesperzijde.
De aansluitingen met het spoor over de brug Nieuwe Achtergracht, bij
de Weesperstraat. kwamen gereed. In december werd het hulpwissel op
het Weesperplein verwijderd en was de geregelde loop van de lijn
weer in orde.
27-1-1902
De staking der opperlieden.
(…………..)
De aannemers van grote werken, zoals o. a. van de Amstelbrug en de
remise voor de Gemeente-Tram in de Tollensstraat, houden zich niet
aan het besluit door de patroons genomen. De ploegbaas der
opperlieden en metselaars, die bij laatstgenoemd werk tot de
uitsluiting wilde overgaan, werd daarin belet door de aannemer.
(………….)
Stremming van het verkeer, B. en W. brengen ter kennis, dat ten
behoeve van de ombouw van het tramspoor in de Haarlemmerdijk en in
de Haarlemmerstraat, het verkeer voor rij- en voertuigen door
genoemde straten vaksgewijze zal gestremd zijn, met ingang op 3
Februari a.s.
4-2-1902
Gedurende de maand Januari werden door de tram 2,049,869 passagiers
vervoerd tegen 1,902,859 in Januari 1901.
12-2-1902
IJS.
Enige lezers, die al eens een vergeefse reis — want een reis is 't —
naar de ijsbaan Linnaeuspark gemaakt hebben, vragen of er, in
navolging van de Amsterdamsche IJsclub, geen teken aan de trams te
verbinden zou zijn, waaruit blijkt of de baan al of niet open is.
Wij brengen dit verzoek over aan het bestuur. Deze corporatie, die
zich tot dusver zoo kranig geweerd heeft, zal er zeker wel gevolg
aan geven als ze er kans toe ziet.
Overigens moge men zich troosten met de ervaring hier in de stad
zelve. De baan der Amsterdamsche IJsclub zou gisteravond open zijn,
de vaantjes stonden op de tram en. . . toch ging ze niet open. Zo
wisselvallig is blijkbaar de toestand van ijs en weer.
19-2-1902
Gemeentetram.
De werkzaamheden op de lijn Dam—Constantijn Huygensstraat zijn in de
afgelopen maand zover gevorderd dat het maken van een betonbedding
onder de rails tegelijk met het voor elektrisch bedrijf inrichten
der spoorbanen op de Rozengracht geheel gereed kwam en vervolgd werd
op de Westermarkt en in de Raadhuisstraat.
Voor het versterken der bruggen Jacob van Lennepkanaal, Da
Costagracht, Singelgracht en Lijnbaansgracht werden hulpwissels
gelegd om zulks op de vrijkomende helft te doen plaats hebben.
Het spoor in de Potgieterstraat naar de Hulpremise Tollensstraat
werd omgelegd ten behoeve van het maken van een houten hulpbrug en
wijziging van het straatprofiel van genoemde straat, voor aanleg van
dubbel spoor naar de in aanbouw zijnde Hoofdremise Tollensstraat.
De wachtkamer van het Damrak werd vervoerd en geplaatst op de
Mauritskade, bij de standplaats der lijn naar het Handels-Entrepot.
De stal Brouwersgracht werd ontruimd om deze te kunnen inrichten als
hulpcentrale voor de lijnen Dam—Constantijn Huygensstraat en
Dam—Haarlemmerplein. Daarvoor werd de berging van pekelwagens in de
Groote Houtstraat ingericht als hulpstal en een tijdelijke
schuttingruimte op het Haarlemmerplein getimmerd voor de
pekelwagens.
B. en W. brengen ter kennis, dat voor het verrichten van
werkzaamheden ten: behoeve van de Gemeentelijke Tramdienst het
verkeer voor rij- en voertuigen over de brug, liggende over de Korte
Prinsengracht tussen de Haarlemmerdijk en de Haarlemmerstraat, met
ingang van 19 Februari, des voormiddags te 6 uur, voor enige tijd
zal zijn gestremd.
Nauwe Passage.
Gisteravond liep een man tegen de leuning van een van de
kelderwoningen in de drukke buurt, Haarlemmerdijk, waar nu gewerkt
wordt aan de elektrische tram. in zijn schrik week hij plotseling
terug, maar drukte daarbij een spiegelglas in van het sigaren- en
pijpenmagazijn „'t Negertje". Voordat de bewoner, de Heer Rogmans,
zich kon overtuigen van het gebeurde, was de dader gevlogen. De
toegestroomde mensenmassa, waaronder een agent van politie, kon of
wilde geen aanwijzing geven, zodat de winkelier het twijfelachtige
genoegen geniet, geheel voor zijne rekening de schade te laten
herstellen. Men vraagt zich onwillekeurig af, waar 't heen moet, met
de toch al zo drukke passage, als de nieuwe elektrische tram zich in
die straat beweegt. Is het niet meer dan tijd, dat de hinderlijke
leuningen en gaten van kelderwoningen verdwijnen? _
22-2-1902
De Kwestie Reguliersgracht.
Geachte Redactie !
Zou 't niet mogelijk zijn, de Reguliersgracht te behouden door een
percée te maken, lopende in het verlengde van het Westeinde, met
overbrugging van Prinsengracht, Keizersgracht en Heerengracht? Stelt
u eens de lijn voor, lopende van de Rustenburgerstraat door de van
Woustraat, Westeinde en zo recht door tot Noordzijde Heerengracht.
Zeker is ‘t dat de Ferdinand Bolstraat en van Woustraat de grootste
afvoerwegen zijn uit buurt YY, en een voortdurende stroom mensen
beweegt zich steeds in de richting Galerij, Utrechtschestraat en
vice versa; bestaat nu de door mij bedoelde percée, dan zal deze
stroom vermoedelijk rechtuit deze straat volgen tot Heerengracht,
als kortste weg naar Rembrandtplein en centrum stad. De
Utrechtschestraat zal daardoor belangrijk worden ontlast, maar
behoudt nog de toestroming uit de Sarphatistraat en Oosteinde. Ik
vind daarin de volgende voordc
elen:
1. is demping van Reguliersgracht onnodig, hetgeen op zich zelf al
voldoende zou zijn;
2. is geen nieuwe brug nodig over de Stadhouderskade, zoals bij het
dempen der Reguliersgracht wèl zal nodig zijn, misschien nog wel
gevolgd door onteigening en afbraak van de tegenover die brug
staande huizen op de Stadhouderskade en daarachter in de Jacob van
Campenstraat;
3. moet van de kosten der te onteigenen percelen worden afgetrokken
hetgeen de Reguliersgracht aan demping en riolering zou kosten;
4. een niet onbelangrijk punt is, dat mijne percée loopt over het
Amstelveld, welk plein reeds eigendom der gemeente is, en waar dus
slechts aan een zijde enige minderwaardige percelen zijn af te
breken,
5. de drie benodigde bruggen zijn ook nodig bij demping van de
Reguliersgracht;
6. Noordzijde Heerengracht behoeft niet te veranderen, daar de tram
daar Westwaarts ombuigt en het Thorbeckeplein, waar ruimte genoeg
is. Kan bereiken;
7. zou bij uitvoering het verkeer op de Reguliersgracht niet
belemmerd worden en daardoor dat op de Utrechtschestraat niet
tijdelijk verhoogd.
Hier zou ik kunnen eindigen, omdat mijn tram nu is gekomen op het
punt waar de demping zou moeten aanvangen; maar kon ik haar laten
doorlopen de Reguliersdwarsstraat in en daar door een nieuwe percée,
dwars door de Duivelshoek, waardoor tal van krotten, die toch
eenmaal weg moeten, zouden verdwijnen, om met breed front op de
Reguliersbreestraat, bij welker hoek de halte zou kunnen komen, te
deboucheren, dan zou ik dit doen, en dan tevens een hoog nodige
parallelweg scheppen: aan de Vijzelstraat van Singel tot
Reguliersdwarsstraat. De geprojecteerde straat zou niet op alle
punten aan weerskanten bebouwd behoeven te worden. Daar zij door
prachtige tuinen met zwaar geboomte zou komen te lopen, zou zij, als
die tuinen van open hekken werden voorzien, een vriendelijke allée
vormen in de trant van de Vondelstraat. Het verkeer zal in de
toekomst hogere eisen stellen dan thans reeds en behalve om
schoonheidsredenen, die ons de Reguliersgracht gaarne doen behouden,
ziet men overal als voorbeeld dat nieuwe wegen worden geprojecteerd
en niet dat oude wat worden opgelapt.
Uw abonné D.
24-3-1902
't Laat zich echter aanzien, dat van het gulle aanbod (toegang tot
de ijsbaan in ’t Linnaeuskwartier) niet zo’n druk gebruik zal worden
gemaakt als men had mogen verwachten, want de „Amsterdamsche
IJsclub" heeft, zo waarlijk, ook alweer haar banen opengesteld — de
vlaggetjes stonden weer glorieuzer dan ooit op de trams — en er is
zelfs in uitzicht gesteld, dat ook hedenavond de club haar leden met
een mooi verlichte baan zal gelukkig maken.
11-3-1902
Gemeente-tram.
De werkzaamheden op de lijn Dam—Constantijn Huygensstraat zijn
gedurende de maand Februari 1902 zover gevorderd, dat het maken van
een betonbedding onder de rails tegelijk met het aanbrengen van
railverbindingen voor het elektrisch bedrijf in de Raadhuisstraat
voor beide sporen gereed kwam tot de Heerengracht en verder voor een
spoor tot de Spuistraat.
Ten behoeve van het versterken van bruggen in deze lijn werden voor
de brug Jacob van Lennepkade de hulpwissels omgelegd en later
weggenomen, voor de brug Da Costagracht omgelegd en voor de bruggen
Prinsengracht, Keizersgracht, Heerengracht en Singel gelegd om de
brugversterking op de vrij komende helft te doen plaats hebben.
Voor de lijn Dam—Haarlemmerplein werd op de Haarlemmerdijk voor het
verwisselen van spoor in asfalt, vanaf de Eenhoornsluis ongeveer 200
meter hulpspoor gelegd, een gedeelte oud spoor uitgebroken en
ongeveer 100 meter nieuw spoor gelegd. Voor het versterken der brug
Eenhoornsluis werden de sporen uitgebroken.
Aan de lijn Leidscheplein—Amstelveenscheweg werd op de Overtoom
verder een gedeelte oud spoor uitgebroken voor de werken tot demping
van de Overtoom.
15-3-1902
Berijden van de Binnen-Oranjestraat.
B. en W., gelet op hun kennisgeving d.d. 24 Juni 1901, waarbij o. m.
is bepaald, dat de Binnen-Oranjestraat met rijtuigen alléén in de
richting naar de Haarlemmerdijk mag worden bereden; brengen ter
kennis, dat deze bepaling niet toepasselijk is, zolang de
werkzaamheden van de ombouw van het tramspoor in de Haarlemmerdijk
duren.
17-3-1902
Elektrische Tram.
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik door tussenkomst van uw blad de volgende vraag onder de
aandacht der Gemeenteautoriteiten brengen ? Kan door de Gemeente
niet wat meer werkvolk in dienst worden gesteld voor het aanleggen
der elektrische tramlijnen in 't algemeen en die van de
Haarlemmerdijk in ’t bijzonder? In laatstgenoemde straat is het
drukke verkeer nu reeds 7 weken grotendeels gestremd; naar de
vorderingen der werkzaamheden te oordelen, zal die stremming nog wel
een paar maanden duren. De schade, die door de winkeliers hierdoor
wordt geleden, is niet gering. Zou 't nu geen overweging verdienen,
die schade enigszins te beperken, door de noodzakelijke
verkeersbelemmering tot het hoogstnodige te beperken? Wat m. i. is
te verkrijgen door meer werkkrachten, en aan werkkrachten ontbreekt
't onze Gemeente toch waarlijk niet.
Hoogachtend, UEd. Dw. Dienaar,
Een Winkelier van den Haarlemmerdijk.
Amsterdam, 17/3 '02.
24-3-1902
Stremming van het verkeer.
B. en W. brengen ter kennis, dat, ten behoeve van het verrichten van
werkzaamheden voor de Gemeentetram, het verkeer voor rijtuigen en
handkarren over de dubbele basculebrug, liggende over het Jacob van
Lennepkanaal vóór de Bilderdijkstraat, met ingang van 24 Maart, des
voormiddags te 6 uur, voor enige tijd zal zijn gestremd.
Gisteravond werd de tramconducteur R., dienstdoende op de lijn
Dam—Amsteldijk, op de wagen overvallen door een bloedspuwing. De
ongelukkige werd binnengedragen in de apotheek op de hoek van de
Stadhouderskade en de Van Woustraat en gaf kort daarna de geest.
27-3-1902
Gemeenteraad, middagzitting van 26 maart
Bij de ingekomen stukken is een
Verzoek van de Vereniging van tram-stalknechts «Streven naar
Verbetering», om het sedert 1 Juli 1901 voor de tram-stalknechts
geldend reglement, betreffende de regeling van hun loon, arbeidsduur
en straffen bij verzuim, te wijzigen in door hen aangegeven zin en
de bepalingen van het Werklieden-reglement spoedig op hen van
toepassing te verklaren.
In handen van B. en W. gesteld ter afdoening, nadat de Weth.
Heemskerk heeft medegedeeld dat de commissie van hoofdambtenaren
over de vraag geraadpleegd zal worden.
28-3-1902
Nogmaals “Elektrische Tram”.
Mijnheer de Redacteur',
De winkeliers van de Haarlemmerdijk zijn zonder uitzondering allen
verontwaardigd over de langzame vorderingen der werkzaamheden, welke
gemaakt worden bij 't aanleggen der elektrische tramlijn. Reeds 8
weken is het verkeer aldaar gestremd, af en toe zelfs zodanig, dat
geen voetganger kan passeren.
Alsof het werk uitgaat van een klein «baasje», die zonder kapitaal
werkt, zoo zit men met anderhalf man reeds circa twee maanden te
treuzelen en zulk werk heet uit te gaan van het gemeentebestuur der
hoofdstad van ons land!
Een veertigtal winkeliers heeft daarom de pen even opgevat en het
volgend adres tot den Raad en B. en W. der hoofdstad gericht:
“Geven met den meest verschuldigden eerbied te kennen,
ondergeteekenden, allen winkeliers van den Haarlemmerdijk, dat zij
in het uitoefenen van hun bedrijf zeer worden belemmerd en benadeeld
door de langdurige stremming van het verkeer. Reeds gedurende ruim 8
weken is het verkeer op den Haarlemmerdijk grootendeels gestremd ;
naar de vorderingen der werkzaamheden te oordeelen zal die stremming
nog wel een paar maanden duren. Deze langdurige stremming is naar
hun bescheiden meening te wijten aan te weinig werkkrachten.
Dientengevolge richten ondergeteekenden tot UEd. Achtb. het zeer
beleefd doch ook zeer dringend verzoek, dat maatregelen worden
genomen, die aan dezen onhoudbaren toestand een einde maken.
Ten slotte verzoeken zij UEd. Achtb. beleefd, dat — met het oog op
de a. s. feestdagen — vóór Zaterdag 29 dezer het verkeer, geheel
worde hersteld, zij het ook door de gemaakte gaten tijdelijk met
keien of steenen te doen bestraten.
't Welk doende, (Volgen circa 40 handteekeningen) Amsterdam, 24
Maart 1902.”
U dankzeggende voor de plaatsruimte, heb ik de eer te zijn,
Hoogachtend, UEd. dw. Dienaar en Abonnee, F. H. S.
8-4-1902
De nieuwe plannen der Holl. Electr. Spoorweg-Maatschappij.
Onder dezen titel geeft „De Nieuwe Ct." een beschrijving van de
plannen over de elektrische spoorweg Amsterdam—Haarlem en de
Haarlemmermeer-stoomtramplannen, sedert de zaak in handen van de
Holl. IJz. Spoorweg- Maatschappij gekomen is. Het stuk is sterk
gekleurd van vooringenomenheid met de nieuwe orde van zaken; zelfs
moet de oorspronkelijke concessionaris, de Heer Sanders, een veer
laten over zijn „roeren van de grote trom" en het door hem
ingestelde proces! De nu gewijzigde plannen dan komen in hoofdzaak
op het volgende neer:
(……………)
In Amsterdam was door de oude directie een station ontworpen achter
het Concertgebouw, en hoewel aan een doorgaande verbinding als
stadstram tot aan de brug van het Leidscheplein was gedacht, was de
uitvoering van dit denkbeeld nog verre van verzekerd. Evenmin hadden
de onderhandelingen met de gemeente Amsterdam over het baanvak van
het Concertgebouw tot de gemeentegrens, tot een bevredigend
resultaat geleid. Het nieuwe bestuur heeft gemeend te moeten zoeken
naar de kortst mogelijke verbinding van Amsterdam met Haarlem, als
zijnde ook in het belang van beide plaatsen, een verbinding waarop
over de volle lengte met volle snelheid kan worden gereden, met
volmaakte onafhankelijkheid van andere verkeersmiddelen en met een
eindpunt te Amsterdam, dat zo dicht mogelijk het centrum der oude
stad nadert, opdat niet alleen de bewoners van de nieuwe en nog te
bouwen wijken van de ligging zullen profiteren, maar ook die van de
oude stad met voordeel van de lijn gebruik zullen kunnen maken. Het
heeft daarom het oog gevestigd op de te dempen Overtoom, met een
station boven de Stadhouderskade of op de overkluisde Singelgracht.
Intussen heeft een scheiding van de elektrische lokaalspoorweg van
de tramwegen ten gevolge, dat voor deze laatste te Haarlem en
Amsterdam afzonderlijke eindpunten .moeten worden gezocht. Deze
stations der stoomtram hebben te voldoen aan andere eisen dan die
van de lokaalspoorweg. Is voor de laatste een centrale ligging van
overwegend belang, de tramwegen hebben slechts nodig een goede-
aansluiting aan het stadstramnet en een goede inrichting voor het
overladen van goederen van en op de waterweg. Zowel voor Haarlem als
voor Amsterdam zal 't niet moeilijk vallen aan die eisen te voldoen.
Voor Haarlem is zeer zeker een eindpunt te vinden, dat in dit
opzicht beter aan het doel zal beantwoorden dan het ontworpen
station aan de Houtweg. Spoorwegaansluiting is noch te Haarlem, noch
te Amsterdam nodig, daar het, tramnet reeds op drie plaatsen:
Nieuwersluis, Alphen en Hoofddorp (nieuwe lijn der H. IJ. S. M.) met
de spoorweg in verbinding kan worden gebracht, waardoor de
Haarlemmermeer en omliggende plaatsen voor het binnenlands- en
buitenlands goederenvervoer zeer goede spoorwegverbindingen
verkrijgen. Hoewel het nieuwe ontwerp nog niet is vastgesteld, kan
men er van verzekerd zijn, dat daarbij geen enkel belangrijk
voordeel van het oorspronkelijke plan zal- worden prijsgegeven. Alle
verbindingen, die in de bedoeling lagen, zullen worden verkregen,
met zeer belangrijke verbeteringen en met vermijding van vele
gebreken.
De Reguliersgracht in gevaar.
Wie mocht hebben gemeend, dat het officiële voorstel tot tekening
van het doodvonnis van de Reguliersgracht wellicht nog zo spoedig
niet zou worden ingediend, kan die hoop thans laten varen. Er is ten
Stadhuize een plan tot demping van de gracht opgemaakt en dat heeft
reeds gecirculeerd bij de afdelingen, welke er bij betrokken zijn.
Op die tekening lopen de rails voor de elektrische tram dwars door
de plek, waarop het standbeeld van Thorbecke staat.
10-4-1902
De Reguliersgracht.
De Amsterdamsche correspondent der „N. R. Ct.", meent dat uit het
feit der opmaking van een plan tot demping van de Reguliersgracht
nog geen vrees behoeft te worden geput voor een spoedige indiening
van een voordracht om tot demping over te gaan. Voorlopig zal het
elektrisch trambedrijf zich overeenkomstig hetgeen in de Raad
besloten, behelpen met de Utrechtschestraat, en het vraagstuk der
demping van de Reguliersgracht wordt, eigenlijk beheerst door deze
andere vraag, hoe lang de bouwvallige bruggen op het kruispunt van
Keizersgracht en Reguliersgracht het nog zullen uithouden.
Dat kan nog enige jaren duren, maar ook morgen de dag voorziening
behoeven en vandaar, dat men, om te allen tijde gerust te zijn, het
dempingsplan alvast heeft opgemaakt. Uitstel van executie dus, want
van enig plan. om de tram een andere richting te geven — langs de
Amstel b. v. — was en is geen sprake ten Stadhuize.
11-4-1902
Het Terrein van de Oude Beurs.
M. d. Red. ! Zouden betrokken autoriteiten geen zin hebben,
bovenvermeld terrein te bestemmen voor plantsoen en in dat plantsoen
een .... wachthuisje van veel glas, voor de trams. Ach, ziet eens op
een regendag, wat een mensen op de verschillende trams zonder
beschutting staan te wachten! Achtend, uw abonnee, J. J. Z.
19-4-1902
Gemeente-Tram.
De werkzaamheden op de lijn Dam—Constantijn Huygensstraat zijn
gedurende de maand Maart zoover gevorderd, dat het maken van een
betonbedding onder de rails tegelijk met het aanbrengen van
railverbindingen voor de elektrische exploitatie in de
Raadhuisstraat voor beide sporen op 8 Maart gereed kwam tot de
Spuistraat.
Voor het versterken van bruggen werden de nodige hulpwissels verder
gelegd, omgelegd en weggenomen, zodat alleen de bruggen
Prinsengracht, Heerengracht en Singel voor de helft nog in
behandeling bleven. Het gedeelte De Clercqstraat van de
Bilderdijkstraat tot over de brug Da Costagracht, dat nog achterwege
was gebleven, werd van een gnndbedding voorzien en kwam op 18 Maart
gereed.
De railverbindingen werden aangebracht in het gedeelte Constantijn
Huygensstraat tussen Overtoom en Vondelstraat. Op de hulpbrug in de
Potgieterstraat werden de spoorbanen gemaakt. Voor de lijn
Dam—Haarlemmerplein werd op den Haarlemmerdijk, voor het verwisselen
van spoor, in asfalt, het hulpspoor gelegd en vooruitgebracht van de
Oranjestraat tot aan het Haarlemmerplein, het nodige oude spoor werd
uitgebroken en het leggen fan nieuw spoor vervolgd tot bij de
Dommerstraat. Op de brug Eenhoornsluis werden de nieuwe sporen
gelegd van de Haarlemmerdijk af tot aan de Haarlemmerstraat. Op het
Haarlemmerplein werd de tijdelijke schutting voor berging van
pekelwagens verwijderd. Van de (vroegere) lijn Leidscheplein—Amstelveenscheweg
werd op de Overtoom een gedeelte oud -spoor uitgebroken voor de
werken tot demping van den Overtoom.
25-4-1902
Onwettig gewimpel.
Enige schutters beklaagden zich bij ons over het geval, dat zij
gisteren, Woensdagmiddag omstreeks half ijf op het exercitie terrein
achter het Rijksmuseum komende, moesten bemerken dat het schutteren
door de bekende twee vlaggetjes op de trams werd “afgewimpeld”. Dat
dit zo laat eerst geschiedde, vonden ze zeer onaangenaam, want op
die manier hadden ze uren nodeloos tijd verloren. Nu spreken ze den
wens uit, dat de autoriteiten in zo’n geval althans vroeger het
afwimpelen zullen gelasten. We hebben ondersoek ingesteld, omtrent
deze begrijpelijke klacht en wat blijkt nu? Het afwimpelen is
onwettig geweest, want de schutterij moest werkelijk opkomen. Laat
in de middag moet een onbekende, “een burger meneer", aan een
tramconducteur gelast hebben de vlaggetjes uit te steken, omdat het
schutteren niet doorging; de conducteur heeft 't gedaan en alle
andere conducteurs deden 't hem na. Zo werd de exercitie al spoedig
over het hele tramwegnet afgewimpeld en alle schutters, die 't
zagen, keerden onmiddellijk huiswaarts. De fout ligt dus aan die ene
tramconducteur, die bezweek voor de autoriteit van een onbekende
“burgermeneer”, hoewel hij alleen had mogen voldoen aan een order
van zijn directe chef.
BERIJDEN VAN DE OVERTOOM TUSSEN DE ANNA VONDELSTRAAT EN DE
AMSTELVEENSCHEWEG.
B. en W. brengen ter algemene kennis, dat gedurende de uitvoering
der werken voor het rioleren van den Overtoom tussen de Anna
Vondelstraat en de Amstelveenscheweg, daar ter plaatse, met ingang
van heden, het verkeer zal zijn gestremd voor alle rij- en
voertuigen, uitgezonderd voor die van de Gemeente-Tram en van de
Brandweer, terwijl aan de aanwonenden van de af te sluiten
weggedeelten gelegenheid zal worden gegeven met hun rij- en
voertuigen de afgesloten weggedeelten te berijden, onder voorwaarde,
dat zij het tramverkeer niet belemmeren en de dienaangaande door de
directie van het werk namens B. en W. te geven bevelen opvolgen.
3-5-1902
De Gemeentetram heeft van 1 Januari tot 30 April 7,813,971
passagiers vervoerd, tegen 7,590,148 in de eerste vier maanden van
1901.
13-5-1902
Ter secretarie zijn ter lezing gelegd:
Tramaanleg.
Bij de behandeling van de voordracht 21 Mei 1901, tot vaststelling
van het tramwegplan, bestemd voor elektrische exploitatie met
bovengrondse stroomgeleiding, werden door de Raadsleden Sutorius en
Schippers voorstellen gedaan tot wijziging van dat plan. Bij het
opmaken van een preadvies daaromtrent bleek 't Burg. en Weth.
gewenst, om, behalve deze punten, ook nog andere, eveneens
betrekking hebbende op dit tramwegplan, aan de beslissing van de
Raad te onderwerpen.
I. Voorstel van de Heer P. W. Sutorius om het tramwegplan, bestemd
voor elektrische tractie met bovengrondse stroomgeleiding, uit te
breiden met een lijn van de N. Z. Voorburgwal bij de Paleisstraat
aangesloten aan de lijn Leidscheplein—Dam en lopend langs de N. Z.
Voorburgwal, met aansluiting aan de ontworpen lijnen naar Centraal
Station en Haarlemmerplein. Dit voorstel was gebaseerd op door de
voorsteller gevreesde overschrijding van de vervoercapaciteit van
het Damrak, bij de uitvoering van het aangenomen tramplan. Burg. en
Weth. verklaren er geen enkel bezwaar in te zien om af te wachten,
hoe de toestand zal worden, nadat over enige jaren de exploitatie
met zes lijnen over het Damrak een aanvang zal hebben genomen en
achten het niet praktisch, thans reeds een bedrag van f 50,000
beschikbaar te stellen voor de door de voorsteller beoogde
uitbreiding, van het tramwegnet.
II. Voorstel van de Heer Dr. S. Schippers
om de tegenwoordige lijn Amsteldijk langs
Stadhouderskade-Vijzelstraat-Dam te laten bestaan, wijl de lijn
Amsteldijk-Cemtuurbaan-Ferdinand Bolstraat-Dam voor het vervoer der
passagiers uit Buurt YY naar de stad niet voldoende is. Hieromtrent
merken Burg. en Weth. op;
a. dat de lijn door het Westeinde door de voorsteller blijkbaar ten
onrechte van weinig belang geacht wordt en dat het zeer
waarschijnlijk is, dat mettertijd Buurt YY nog een tramlijn door de
Van Woustraat,- in aansluiting aan een radiale tramlijn, zal
krijgen, zodat voor die wijk, ondanks het vervallen van een vak
tramlijn langs de. Stadhouderskade, toch goed gezorgd wordt;
b. dat het nut van de lijn Stadhouderskade- Vijzelstraat buiten
twijfel zeer gering is en het ter wille daarvan kwalijk te
verdedigen zou zijn, als duurzame maatregel een tweede tramlijn door
de Vijzelstraat (gelijk dit als noodmaatregel voorlopig is geschied)
te leiden;
c. dat het zeker voorbarig is, thans reeds als vaststaande te
beschouwen, dat de lijn Amsteldijk-Ceintuurbaan-Ferdinand
Bolstraat-Dam, na de elektrische exploitatie en de gehele voltooiing
van het tramwegnet, niet het verkeer zal kunnen meester worden,
waarvoor langs die lijn zal moeten worden gezorgd; zij zijn
overtuigd, dat men dit gerust mag afwachten; daarbij behoeft de
aanwezigheid van rails in het daarvan te beroven deel der
Stadhouderskade geen gewicht in de schaal te leggen, omdat die
rails! voor de elektrische exploitatie toch niet kunnen dienen.
Met het oog op een en ander, geven zij in overweging, de voorstellen
der heren Sutorius enl Schippers niet aan te nemen. Wat de andere
genoemde punten betreft stellen Burg. en Weth. voor
a. om een wijziging te brengen in het tracé van het tramwegplan
tussen de Blauwbrug en de Plantage Middenlaan. Deze wijziging wordt
voorgesteld, zowel om de bezwaren te ontgaan, die voortvloeien uit
de belangrijke verandering, welke de brug over de Nieuwe
Heerengracht bij de Amstel ten behoeve van den elektrische tramweg
zou moeten ondergaan, als met het oog op de moeilijkheden, waarop
men in de omtrek van het brede gedeelte der Rapenburgerstraat,
gewoonlijk Leprozenplein genoemd, stuitte bij het verder uitwerken
van het tramwegplan. Deze verschillende omstandigheden hebben de
directeur der gemeentetram geleid tot het aangeven van de wijziging,
waarbij die brug ongemoeid gelaten, de zuidzijde der Nieuwe
Heerengracht van tramverkeer bevrijd en aldaar het Planten van bomen
weder mogelijk wordt. Op de lijn Linnaeusstraat-Dam zullen dan de
heengaande wagens de richting volgen door de Muiderstraat en over
het Waterlooplein, en de terugeerende de Nieuwe Amstelstraat en de
Muiderstraat, welke evenals de Hortusbrug, van dubbel spoor zal
worden voorzien. De lijn Dijksgracht- Blauwbrug wordt dan zoveel
verkort, dat zij aan het Markenplein eindigt;
b. tot het maken van kringwissels aan de eindpunten van enige
lijnen, waarop veel bijwagenverkeer verwacht wordt (bij het IJ-veer
en het Stationsplein, bij de spoorweghalte „Muiderpoort" en aan de
Koninginneweg bij den Amstelveenscheweg
c. tot het verlengen van de lijn door de Czaar Peterstraat in
noordwestelijke richting, zich buigende langs de spoorbaan tot aan
een punt ten zuiden van de hydraulische elektrische Centrale en tot
het maken van een luchtbrug voor voetgangers over de sporen tot op
de straatweg achter genoemde Centrale, met een trap, voerende naar
de straat tussen en langs de sporen op het emplacement;
d. tot het doen vervallen van het voorbehoud, gemaakt bij de
vaststelling van het tramwegplan, dat nl. bij de uitvoering van dat
plan op de Hoogesluis en de nieuwe Amstelbrug een
contactknoppensysteem zal worden toegepast en dat een dergelijk
systeem ook zal worden gevolgd in enkele andere delen der
binnenstad, wanneer op het tiidstip van uitvoering dit systeem zal
blijken te zijn voldoende veilig, niet te kostbaar in aanleg en niet
te bezwaarlijk in exploitatie;
e. om de lijn Centraal-Station—Dam voorlopig met paarden te blijven
exploiteren. Hieromtrent merken B. en W op: Bij het voor elektrische
exploitatie inrichten van genoemde lijn dient men wel te eindigen
bij de achterkant der Oude Beurs, omdat anders langs dat gebouw tot
vóór het Kommandantshuis voor de elektrische exploitatie werken
moeten gemaakt worden die vermoedelijk slechts een jaar behoeven te
bestaan, en na de definitieve regeling van de toestand daar ter
plaatse verwijderd moeten worden hetgeen natuurlijk onverdedigbaar
hoge kosten met zich zou voeren. Inziende, dat het moeilijk zou gaan
de toch reeds korte lijn nog korter te maken en haar van de
gemakkelijke verbinding op de Dam met andere lijnen af te snijden,
zijn zij tot de mening gekomen, dat het aanbeveling verdient het
lijntje tijdelijk met paarden te blijven exploiteren. In het belang
van de dienst zal dan dit lijntje tijdelijk kunnen worden
gecombineerd met de lijn Dam—Sarphatistraat, zonder dat een
wijziging in het bestaande tarief wordt aangebracht.
22-5-1902
De Gemeentetram heeft op de beide Pinksterdagen (18 en 19 mei)
189,768 passagiers vervoerd. De 1e dag 84,857 en de 2e 104,911.
Een conducteur van de Gemeentetram, alhier, die dezer dagen is
overleden, werd Maandag met enige plechtigheid ter aarde besteld.
Ongeveer zeventig collega's in hun uniform gekleed vergezelden met
de banier van de Vereniging van tramkoetsiers en conducteurs “Ons
Belang”, de lijkstoet van de Bilderdijkstraat, waar de overledene
woonde, naar het kerkhof De Vraag, aan de Sloterstraatweg. Zes
kameraads droegen de kist naar het graf, waar de president van
bovengenoemde vereniging een woord sprak.
23-5-1902
Op het Rokin heeft gisteren eén trampaard een zenuwtoeval gekregen.
Het dier kon, na te zijn bijgekomen, zijn weg weer vervolgen. Het
tramverkeer had slechts 10 min. vertraging. In de Paleisstraat had
een dergelijk geval met een trampaard plaats.
Angst voor de naderende elektriciteit?
26-5-1902
Tramverkeer.
Bewoners van het Vondelpark- en Overtoomkwartier beklagen zich over
de onregelmatige dienst Leidscheplein—Amstelveenscheweg. Niet. om de
5, maar om de 12 minuten vertrekken soms de wagens; 't is zelfs
voorgekomen dat men op het Leidscheplein 15 minuten moest wachten.
Dringend behoefte bestaat er aan een beter geregelde dienst, vooral
’s morgens voor 12 uur.
2-6-1902
INGEZONDEN.
(De Redactie verbindt zich niet tot teruggaaf van ingekomen
stukken.)
M. de Red.
Daar het besluit tot amovering der Oude Beurs, of bestemming van het
terrein nog onbeslist is, kan mogelijk het bijgaande plan tot een
nodige en nuttige oplossing dienen, en wel om het gebouw, na
amovering der voor- en zij-uitbouwingen te laten bestaan, en volgens
schetstekening voor tramstation met wachtlokaal, waarmede
trampersoneel en publiek bijzonder gediend zouden zijn, in te
richten. Door behoorlijk beschut voor weer en wind te kunnen plaats
nemen of uitstappen, zou menige ongesteldheid door op de Dam, in
sneeuw of guur weer te moeten wachten, voorkomen worden.
De Dam zal meer vrij en de circulatie er beter op worden door te
bepalen als eerste stoppunt naar de richting der lijnen, hetzij
Rokin, Voorburgwal, Raadhuisstraat, enz.
Door de lijnen Haarlemmerplein en Centraal Station aan den
achtergevel te laten inrijden, wordt de ruimte voor het publiek
verkeer er niet minder op, wel veiliger.
Door de lijn Prins Hendrikkade te laten gaan aan de zijde der
Warmoesstraat, is het nodig, daar toch het politiebureau Oude Brug
vervalt en ook in het belang van het te bouwen nieuwe, van daar af
tot aan de Prins Hendrikkade het Damrak ter breedte van p.m. 12
meter door demping te versmallen. De gemeente is nu nog meester van
terrein en gebouw, om in een werkelijke behoefte te voorzien. De
gewenste plaats en ruimte zullen zich niet licht weer voordoen. Ook
voor een gebouw ten dienste van postpakketten blijft tussen de Oude
en de Nieuwe Beurs nog een mooi terrein disponibel. is het inwendige
van het beursgebouw voor tramstation te hoog, dan kan dat toch geen
bezwaar zijn. Door ijzeren kolommen en constructie, als steunpunten
voor een bovenverdieping, welke sterk zijn en een minimum plaats
behoeven in te nemen, kan deze verdieping voor vele zaken productief
zijn. Als korte toelichting der schets dient, dat de aangegeven
maten van lengte en breedte van het gebouw p. m. juist zijn. De
letters A geven aan de vier uit- en ingangen, vrij van de
tramsporen, de letter B de passages naar de trams en C baanbreedte
voor twee trams.
UEd. dienaar en abonnee, A.
6-6-1902
Bouw brug over de Singelgracht buiten de Muiderpoort.
Ter Secretarie zijn ter lezing gelegd:
De ombouw voor elektrische trekkracht van de tramlijn Dam—Linnaeusstraat
vordert onder meer verandering in de toestand van de trambrug over
de Singelgracht bij de Muiderpoort. In verband daarmede komt het B.
en W. wenselijk voor, aldaar een afdoende verbetering tot stand te
brengen, door, in de plaats van de twee bestaande bruggen, één brug
te bouwen, waarover zoowel het gewone als het tramverkeer kan worden
geleid. Waar vaststaat, dat op den duur de brug voor gewoon verkeer
niet zal blijken voldoende te zijn voor de verkeerseisen tussen het
achter de Muiderpoort gelegen uitgebreide stadskwartier en de oude
stad, kan het geen overweging verdienen om twee bruggen, waarvan een
voor tramverkeer en een voor gewoon verkeer te blijven behouden.
Hoewel met de ombouw dar bovenbedoelde lijn nog niet is begonnen,
stellen zij voor, ten einde stoornis in het tramverkeer te
voorkomen, zo spoedig mogelijk met de bouw der brug, welke bouw een
geruime tijd zal vorderen, een aanvang te maken.
De kosten van de brug worden geraamd op ƒ 90,000.
9-6-1902
De Gemeenteraad zal Woensdag 11 dezer 's nam. 1 1/4 uur een openbare
vergadering houden ter behandeling van o.a.
No. 497, Voordracht van B. en W., om in het bij Raadsbesluit van 12
Juni 1901 vastgesteld Tramwegplan enige wijzigingen aan te brengen,
tevens preadvies op voorstellen van de Raadsleden P. W. Sutorius en
Dr. S. Schippers betreffende dit plan;
23-6-1902
In den afgelopen nacht zijn enige goedgeslaagde proefritten gedaan
op de in een elektrische veranderde tramlijn Constanten
Huygensstraat—Dam, voorlopig eindigende bij het Postkantoor.
Waarschijnlijk zullen in het midden van de volgende week de wagens
beginnen te rijden.
Gemeente Tram.
Gedurende de maand Mei 1902 zijn op het emplacement vóór de
hoofdremise Tollensstraat de verbindingssporen gelegd voor 6
remisesporen en aangesloten aan het dubbelspoor van de
Potgieterstraat; 3 sporen in de remise kwamen gereed.
Voor de lijn Dam—Haarlemmerplein werd het Stationsplein verder
afgewerkt, de oude sporen van het middelgedeelte werden uitgebroken
en het nieuwe spoor aangelegd met de aan beide kanten aansluitende
dubbele bogen en de sporen der middentoegangsbrug. Op 17 Mei reden
de wagens van de lijnen Dam— Prins Hendrikkade en
Dam—Haarlemmerplein over het Stationsplein.
De sporen van het Damrak van de oude Beurs en het gedeelte Prins
Hendrikkade van de Nieuwe Brug tot genoemde middentoegangsbrug
werden eveneens uitgebroken en vervangen door nieuw materiaal. Bij
de oude Beurs werd een tijdelijke aansluiting gemaakt van het oude
met het nieuwe dubbelspoor.
Op het Haarlemmerplein werd het wachthuisje verplaatst naar de
nieuwe standplaats bij de Haarlemmerpoort.
26-6-1902
Heden rijden voor het eerst de elektrische trams op de vroegere lijn
Dam— Constantijn Huygensstraat, thans: Raadhuisstraat—Constantijn
Huygensstraat. Zij hadden al terstond van morgen veel bekijks,
vooral aan de eindstations, maar ook onderweg. De talrijke kleine
bewoners van de Bilderdijkstraat toonden nog enige neiging om, ouder
gewoonte, aan de wagens te gaan hangen; maar zij werden door
ernstige vermaningen afgehouden van die nu dubbel gevaarlijke
liefhebberij, en zij bepaalden zich meest tot vruchteloze pogingen
om hardlopende de tram bij te houden.
Het nieuwe haltesysteem fopte nog menigeen, die, tussen twee halten
wachtende, de vroeger zo bereidvaardige conducteurs nu tevergeefs
wenkte, stil te houden. Voor zoover wij zagen, gaat de dienst vlot
en de passagiers zijn blijkbaar tevreden over de fraaie wagens en de
bekorting van de rit, welke zo’n 12 à 13 minuten duurt.
27-6-1902
Gemeenteraad, zitting van 25 juni.
Tramlijnen.
497. Voordracht van B. en W., om in het bij raadsbesluit van 12 Juni
1901 vastgesteld Tramwegplan enige wijzigingen aan te brengen,
tevens preadvies op voorstellen van de raadsleden P. W. Sutorius en
Dr. S. Schippers betreffende dit plan. De door B. en W. voorgestelde
wijzigingen zijn: a. een verandering van het tracé tusschen de
Blauwbrug en de Plantage Middellaan ; b. tot het maken van
kringwissels aan de eindpunten van enige lijnen, waarop veel
bijwagenverkeer verwacht wordt (bij het IJ-veer en het
Stationsplein, bij de spoorweghalte Muiderpoort, en aan de
Koninginneweg bij de Amstelveensche weg); c. tot het verlengen van
de lijn door de Czaar Peterstraat in Noord-Westelijke richting, enz.;
d. tot het doen vervallen van het gemaakt voorbehoud, omtrent een
contactknoppen-systeem; e. om de lijn Centraal-Station—Dam voorlopig
met paarden te blijven exploiteren.
B. en W. stellen voor niet aan te nemen de voorstellen van de heren
Sutorius en Schippers. Dat van de eerste strekte om het elektrische
tramnet uit te breiden met een lijn van den N. Z. Vóórburgwal bij de
Paleisstraat, aangesloten aan de lijn Leidscheplein—Dam en lopende
langs N. Z. Voorburgwal, Martelaarsgracht, met aansluiting aan de
ontworpen lijnen Centraal Station en Haarlemmerplein. De Heer
Schippers heeft voorgesteld om de tegenwoordige lijn “Amsteldijk
langs Stadhouderskade— Vijzelstraat—Dam” te laten bestaan.
De Heer Sutorius zegt, dat op het terrein, door hem bedoeld —de N.Z.
Voorburgwal— een hulpschool is gebouwd, dus dat daardoor van zelf
zijn plan door B. en W. is veroordeeld, want die tijdelijke loods
zal wel niet spoedig verdwijnen, waarom spr. zijn voorstel intrekt.
De Heer Schippers trekt het zijne ook in. De Heer Bijvoet acht de
verlenging van de lijn Czaar- Peterstraat en het bouwen van een
luchtbrug over twee wisselsporen, hetwelk ƒ 68,000 zal kosten, niet
nuttig en niet nodig, en stelt voor, daarop niet in te gaan. De
Wethouder Heemskerk deelt mede dat de verlenging wordt voorgesteld
voornamelijk op verzoek van belanghebbenden bij de
handelsinrichtingen. De Wethouder Gerritsen voegt hieraan toe, dat
de handelsinrichtingen totaal ontbloot zijn van tramverbinding ; nu
't te kostbaar bleek om een lijn te leggen langs de Handelskade en
de IJkade, is 't al het minste wat geschieden kan om de trams te
brengen zo dicht mogelijk bij de eindpunten der Handelskade. Het
voorstel strekt dus ter voorkoming van aanmerkelijk grotere uitgaven
van de som van ƒ68.000. De Heer Bijvoet ontkent, dat men met deze
verlenging, die de tram slechts 150 M. verder brengt, veel bereikt;
bovendien wordt het scheepsbouwbedrijf daar ter plaatse er zeer door
belemmerd.. De Heer Korthals Altes bepleit het nut van de
voorgestelde verlenging, ook met het oog op de arbeiders. De Heer
Roelvink stelt voor, de zaak aan te houden, daar het
voorstel-Bijvoet zo ineens niet te beoordelen is.
De Wethouder Gerritsen zegt dat 't niet aangaat, telkens de
uitvoering van onderdelen van het Tramplan uit te stellen, omdat
deze of gene onder de Raadsleden het vraagstuk nog niet voldoende
heeft ingestudeerd. Werkelijk is ook dit onderdeel van alle kanten
bekeken en noodzakelijk bevonden, niet alleen door B. en W. maar ook
door de Raadscommissie.
Na nog enige discussie werd de voordracht in haar geheel aangenomen,
doch dit speciale punt aangehouden.
Brand in het Amstel-Badhuis, Jan v.d. Heijdenstraat.
Het aantal nieuwsgierigen en kijklustigen was natuurlijk op dit
drukke uur van den dag. zeer groot. Zelfs aan den overkant op de
Weesperzijde stond een grote menigte mensen. Door politie te paard
en te voet, onder bevel van den commissaris de Heer C. P. v. d.
Wiele, werd de orde bewaard. Het tramverkeer ondervond veel
vertraging. Echter konden de trams van de Amsteldijk gebruik maken
van de lijn Ceintuurbaan. Naar men ons mededeelde, werd er op het
ogenblik, dat de brand uitbrak, van de baden geen gebruik gemaakt.
Het gebouw is verzekerd.
Het Damrak.
Het Damrak verandert schier dagelijks van gedaante. Nu de ophoging
en nieuwe bestrating grotendeels gereed is gebracht, nadert ook het
enorm brede trottoir zijn voltooiing en verleent aan deze grote
toegangsweg enigermate het karakter van een boulevard. Binnenkort
verrijzen de rode zuilen als voorboden van de nieuwe elektrische
tramlijnen en zelfs de aanstaande halteplaatsen zijn reeds door
bordjes aangegeven.
Niet wetende, dat de afritplaats van de tram Dam—Constantijn
Huygensstraat verlegd was naar de Raadhuisstraat, heeft een bewoner
van het Gooi gisteren een kwartier op de Dam in de brandende zon
staan wachten op de komst van de elektrische, natuurlijk tevergeefs.
Hij vraagt, of 't geen aanbeveling verdient, om in eventuele
gelijksoortige gevallen op de steeds bekende afritplaats, in casu de
Dam, het publiek door de een of ander duidelijk zichtbare
aankondiging met de verandering bekend te maken.
Wij kunnen de vrager meedelen dat reeds heden in die leemte voorzien
is.
30-6-1902
De nieuwe elektrische tramlijn heeft helaas haar eerste verwonding
veroorzaakt.
Laat ons er aanstonds bijvoegen, dat het trampersoneel geen schuld
aan het ongeval had, dat alleen te wijten is aan de
onvoorzichtigheid van een kind, een achtjarig knaapje, dat, geen
gevaar ziende, in jeugdige overmoed kans had gezien stilletjes een
eindje mee te, rijden op het houten raam, dat van onderen aan de
tramwagen is aangebracht. Toen hij er — 't was in de
Bilderdijkstraat, bij de Potgieterstraat — wilde afspringen, raakte
hij bekneld met zijn voet tussen dat raam en de wielen. Met een
verbrijzelden voet werd het ventje opgenomen en naar het
Wilhelmina-Gasthuis vervoerd.
Zoals reeds gezegd, hadden noch de bestuurder, noch de conducteur
het ongeval kunnen voorkomen en hadden zij — een zestal getuigen
kwam dit aan het politiebureau verklaren — aan het gebeurde
hoegenaamd geen schuld. De toestand van de gewonde knaap was volgens
de geneesheer van het Gasthuis naar omstandigheden vrij wel, maar de
arme jongen zal zijn voet moeten missen.
3-7-1902
Gemeenteraad, middagzitting van woensdag 2 juli.
Ingekomen:
Verzoek van D. Goedkoop, directeur der Nederlandsche
Scheepsbouw-Maatschappij, om het voorstel van B. en. W. tot het
verlengen van de tramlijn door de Czaar Peterstraat niet aan te
nemen.
Te behandelen bij de verdere behandeling der Voordracht.
4-7-1902
In de Raadhuisstraat gebeurde gisteren een ongelukje met de
electrische tram, dat gelukkig goed afliep. Een postrijtuig, dat
voor een der winkels van de galerij gestaan had, stak juist dwars de
rails over, toen van de brug over de Heerengracht in volle vaart een
tram reed.
De afstand tusschen tram en postkar was te klein, om de eerste door
remmen geheel tot stilstaan te brengen, zoodat. een botsing
onvermijdelijk was. De postwagen werd met een grooten zwaai over de
straat geslingerd, doch wonder boven wonder kantelde de wagen niet,
daar de koetsier met grote moeite zijn paard staande wist te houden.
Hij zelf kwam gelukkig met den schrik vrij. Een geringe schade aan
beide wagens waren de eenige gevolgen van de botsing.
5-7-1902
Gemeentetram.
Voorstel van het Raadslid W. F. Bijvoet Jr., ingediend in de
Raadsvergadering op 25 Juni 1902, luidende als volgt:
De noodzakelijkheid en het nut voor een verlenging der lijn Czaar
Peterstraat, benevens het bouwen van een luchtbrug over twee
spoorbanen ter lengte van circa 80 M., niet voldoende aanwezig
achtende, geeft ondergetekende aanleiding voor te stellen, punt III
der voordracht van B. en W. No. 497 aan te houden, en B. en W. uit
te nodigen tot de bouw van een luchtbrug over te gaan, lopende over
de spoorbaan van het rangeerterrein achter de Elektrische
Hydraulische Centrale. In zijn toelichting zegt de Heer Bijvoet o.
a.: De tram zal de bezoekers der Handelskade 270 M. verder brengen
dan nu het geval is, en daar zullen zij dan te kiezen hebben de
voorgestelde 7 M. hoge luchtbrug te beklimmen, of 270 M. terug te
lopen naar den bestaande verkeersweg, gelegen voor het tegenwoordige
eindpunt der tram. De voorgestelde kortere verkeersweg is dus alleen
voor hen, die per tram naar de Handelskade zich begeven en daarbij
lust gevoelen de luchtbrug te gebruiken ; voor bezoekers der
Ertskade of van het Spoorwegbassin i 3 het beslist een omweg van 2 x
270 Meter. Ook is de oude weg, die parallel loopt met den nieuwen
aan te leggen weg, zelfs iets korter en kan dikwijls zonder eenige
stoornis worden afgelegd. Het bewijs, dat men liever eenige
seconden, zelfs minuten, wil wachten vóór den afsluitboom van den
overweg van den spoorweg, dan een tocht te maken over de bruggen, is
met tal van deze bruggen reeds geleverd.
De uitgave van ƒ68,000, gevraagd voor de verlenging der lijn en de
luchtbrug, acht de voorsteller niet in het algemeen belang te zijn;
slechts enkelen zullen er van gebruik maken.
10-7-1902
Elektrische Tram naar Amsterdam
Uit de Memorie van Toelichting op het ontwerp voor de elektrische
tram Amsterdam— Haarlem (Anderheggen & Neumeijer) blijkt het
volgende:
De lijn zal beginnen in de gemeente Amsterdam op een nader, door B.
en W. dier gemeente vast te stellen punt; loopt door de De
Clercqstraat en het ontworpen verlengde dier straat in de richting
van de Tolbrug om ten Noorden van die brug de Kostverlorenvaart te
kruisen over een nieuwe brug en te komen in de gemeente Sloten. Daar
gaat de lijn over aangekochte terreinen in de Sloterpolder, daarbij
twee wegen, waar,onder de Baarsjesweg, lkruisend om nabij paal 21 de
Rijksweg te naderen, en na Westwaarts te zijn omgebogen, over
onteigend terrein langs de Rijksweg in Westelijke richting te lopen
tot paal 27. Op dit traject worden gekruist de twee wegen, die van
Sloterdijk af op de Middenweg door de Sloterpolder uitloopen. Tussen
paal 26 en 27 op de Zuidelijken berm van de Rijksweg gekomen zijnde,
wordt deze berm gevolgd over de gehele lengte tot de grens der
gemeente. Nabij paal 28 vertakt uit het spoor, op de Zuidelijken
berm een tweede spoor, dat de kunstbaan kruist en voorts de
Noordelijke berm van de weg bereikt, om die eveneens tot de grens
der gemeente, te volgen. De nodige verbreding van de Noordelijke
berm wordt verkregen door aanplemping van een strook water van de
trekvaart.
Wat aangaat de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude, daar is van
de grens der gemeente Sloten, zoowel op de Zuidelijke als op de
Noordelijke berm van de Rijksweg de tramweg geprojecteerd tot nabij
paal 86 beoosten Halfweg; het Zuidelijke spoor kruist hier de
kunstbaan en verenigt zich met het Noordelijke spoor; in de traverse
te Halfweg volgt de trambaan de Noordzijde van de bestrating tot
nabij de oprit van de Oostsluis ; aldaar wordt weer de weg gekruist
en gaat de trambaan met een overbrugging over het uitwateringskanaal
Bezuiden de uitwateringssluizen van het hoogheemraadschap Rijnland.
Ongeveer 50 meter bewesten de Westsluis komt de tram wederom op de
Rijksweg, kruist deze weg en volgt de Noordzijde daarvan tot
ongeveer 50 meter bewesten paal 66. Alsnu gaat de tramweg in dubbel
spoor over, op elke berm een spoor, tot aan de grens der gemeente
Haarlem, om voor de Rijksweg te volgen tot aan de Amsterdamsche
Poort en verder door de gemeente zoals reeds vroeger is gemeld, De
spoorbreedte is 1. meter, zoals de verordening in Noord-Holland
aangeeft. Het rollend materieel zal bestaan uit motorrijtuigen op
tweeassige trucks, elke truck voorzien van een elektromotor.
De grootste breedte der rijtuigen mag 2,25 meter bedragen.
17-7-1902
Gemeenteraad, middagzitting van 16 juli.
Ingekomen stukken:
Verzoek van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-maatschappij e.
a., alle belanghebbenden bij een snelle verbinding met de Oostelijke
Handelskade en de IJ-kade, om aan te nemen Punt III der Voordracht
van B. en W., bedoelende doortrekking der elektrische tramlijn door
de Czaar Peterstraat, en te verwerpen het voorstel van het Raadslid
W. P. Bijvoet dienaangaande. Adres van de Naamlooze Vennootschap „Vriesseveem«
e. a., van dezelfde strekking. Adres van het Bestuur der Handels- en
Pakhuisbedienden-vereeniging "Handel en Nijverheid» alhier, houdende
adhesiebetuiging aan het voorstel van B. en W. tot het bouwen van
een luchtbrug van af het terrein van de Heer Goedkoop over de
spoordijk heen naar de Handelskade. Te behandelen bij de verdere
behandeling van Voordracht No. 497.
18-7-1902
Dam—Haarlemmerplein.
Hedenmorgen is ook de nieuwe elektrische lijn Dam—Haarlemmerplein
voor het algemeen verkeer geopend. De tramwagens — welke
overeenstemmen met die van de lijn Dam—Constantijn Huygensstraat —
beginnen nu de rit op het Damrak bij de Korenbeurs, en in verband
daarmede is op den Dam een tweede bord verrezen,; waarop de
verandering aan stedeling en vreemdeling is afgekondigd. De zware
trampaarden zijn thans uit de buurt van het Monument voor altijd
verdwenen en leven slechts voort op schilderijen van Breitner. De
nieuwe lijn verheugt zich onmiddellijk reeds in een zeer vermeerderd
verkeer, terwijl de algemene belangstelling op het Damrak en in de
Haarlemmerstraat duidelijk merkbaar is door veel bekijks.
Tegelijk is de lijn Sarphatistraat—Dam nu doorgetrokken, zodat de
wagens direct doorrijden naar het Centraalstation. Niet minder dan
vier lijnen lopen thans geregeld over het Stationsplein.
21-7-1902
Een nieuwe tramlijn.
Amsterdam staat op het punt een nieuwe tramlijn te krijgen.
Gisteravond werd er aan begonnen, en, met bekwamen spoed
doorwerkende, was men er heden al bijna mee klaar. ‘t Is dus, gelijk
men begrijpen zal, een kort lijntje; niet verder loopt het dan van
de Mozes-en-Aaronstraat over de N.-Z. Voorburgwal, langs het
Koninklijke Paleis, tot aan de Paleisstraat. Daar zal dit nieuwe
lijntje aansluiten (de aansluiting is nog niet geschied) op de
bestaande lijn door de Paleisstraat en Spuistraat.
Het doel van het nieuwe lijntje is: het drukke tramverkeer door de
nauwe trechter, welke de Paleisstraat bij den Dam vormt, voor een
deel af te leiden, door de wagens van de lijn Dam—-Willemsparkweg,
en waarschijnlijk ook van de Vondelstraat, nu de nieuwen weg te
laten volgen achter het Paleis om, en door de Mozes-en-Aaronstraat
naar de Dam. De wagens van die lijn zullen dan op de Dam komen te
staan aan de andere zijde van het Monument, waar vroeger de wagens
van de lijn Dam—Constantijn Huygensstraat stonden. Wellicht zou het
aantal ritten naar het dan ook wel vermeerderd kunnen worden,
waarmee de bewoners van dat zich uitbreidend stadsdeel niet weinig
zouden ingenomen zijn.
22-7-1902
De „Vereeniging buiten de Muiderpoort te Amsterdam, tot veredeling
van 't volksvermaak en ter behartiging van de belangen der
bewoners", heeft een adres gericht aan Burg. en Weth, met het
navolgend verzoek:
De lesplaats der faecaliën aan de Mauritskade, nabij de Muiderpoort,
te willen doen verplaatsen naar een terrein, minder strijdig met de
hygiëne en het esthetisch gevoel; thans ligt zij aan de openbare weg
en bij de halte van de elektrische tram, dikwerf een verpestende
stank verspreidende.
24-7-1902
Het Arabische Kamp, dat op het terrein van de wielerbaan aan den
Zeeburgerdijk wordt opgeslagen, zal Zaterdag 26 juli a.s. zijn
openingsvoorstelling geven. Ook Zondag zal het de hele dag te
bezichtigen zijn. Ten gerieve van de toeschouwers zullen de
elektrische trams op het lijntje naar de Zeeburgerdijk tot elf uur
's avonds rijden en zullen er motorbootjes varen om de bezoekers
naar de stad terug te brengen. Thans is het kamp nog te Aken, waar
het veel succes heeft. Zondag werd het daar, naar ons medegedeeld
wordt, door 20,000 personen bezocht.
25-7-1902
Wijziging Tramwegplan.
Gemeenteraad, vergadering van woensdag 23 juli
Verdere behandeling van: Punt IIe en Punt III van de Voordracht van
B. en W. om in het bij Raadsbesluit van 12 Juni 1901 vastgestelde
Tramwegplan enige wijzigingen te brengen.
No. 680. Voorstel van het Raadslid W. F. Bijvoet Jr., om Punt III
der Voordracht aan te houden en B. en W. uit te nodigen, tot de bouw
van een luchtbrug over te gaan, lopende over de spoorbaan van het
rangeerterrein achter de Elektrische Hydraulische Centrale. De Heer
Bijvoet betoogde, dat de verlenging van de tramlijn met 270 M. en de
voorgestelde luchtbrug, tezamen geraamd op ƒ68,000, lapwerk was.
Beter zou hij 't geacht hebben, indien B. en W. hadden voorgesteld
de verbinding met de IJkade tot stand te brengen door middel van
twee stoomboten, die elk op een verschillend punt in de stad
aankomen.
De Heer Sutorius dankt de Heer Bijvoet, dat hij de Raadsleden heeft
aangespoord de zaak in loco te onderzoeken; maar spr. is tot de
overtuiging gekomen, dat het voorstel van B. en W. het enige
mogelijke is. De Heer Harmsen uitte zich in gelijken geest. Ook hij
meende dat al het mogelijke moet gedaan worden om de
Handelsinrichtingen meer met net midden der stad in verbinding te
brengen, al kost dit dan ook enige duizenden. De Heer Harten
onderschreef mede het voorgestelde door B. en W.
De Heer Roelvink schaarde zich aan de zijde van de Heer Bijvoet; met
het nu voorgestelde door B. en W. zullen de handelsinrichtingen niet
gebaat zijn. De verlenging der lijn door de Czaar Peterstraat achtte
hij weggeworpen geld, sinds de lijn naar het Abattoir is geopend.
Naar de Handelskade zullen de passagiers in de toekomst liever de
lijn door de Kattenburgerstraat nemen.
Wethouder Gerritsen wees op verschillende adressen van
belanghebbenden, waarin wordt aangedrongen op aanneming van de
voordracht van B. en W. en betoogde daarna, dat, vooral nu er geen
tram langs de Handelskade komt, deze voorgestelde verbinding
alleszins noodzakelijk is. De voorgestelde luchtbrug is de kortste
weg om te voet te komen tot de nieuwe inrichtingen, welke aan de
nieuwe IJkade zullen gebouwd worden. Men vergeet dat men, om met de
tram door de Kattenburgerstaat de Handelskade te bereiken, moet
overstappen bij de Blauwbrug. Een verbinding met bootjes zou op zijn
minst ƒ30,000 à ƒ40,000 per jaar kosten; doch al is dit denkbeeld
niet opgegeven, de beste tegenwoordige verbinding geeft het voorstel
van B. en W.
De Heer Kamerhngh Onnes was van oordeel, dat het voorstel van B. en
W. geen goede oplossing was; de Handelskade is daarvoor te groot. De
Raadscommissie van bijstand was 't dan ook niet met de Wethouder
eens; het bezwaar lag niet in de uitgaaf van ƒ 68,000, maar in de
onnodigheid van deze verbinding met een dode hoek. Spr. stelt B. en
W. voor, hun voordracht terug te nemen en een nieuwe in te dienen.
Nadat nog de Heer Gerritsen zijn mening nader had toegelicht, werd
tot stemming overgegaan.
Het voorstel-Bijvoet werd verworpen met 28 tegen 7 stemmen. De
voordracht van B. en W. werd daarna aangenomen met 34 tegen 1 stem,
die van den Heer Kamerlingh Onnes.
28-7-1902
Nadat in de afgelopen nacht een proefrit was gemaakt op het nieuw
aangelegde tramlijntje, dat van de Paleisstraat, achter het
Koninklijk Paleis om en verder door de Mozes- en Aaronstraat naar de
Dam loopt, is heden dat zijlijntje in gebruik genomen. De tramwagens
naar het Willemspark lopen er langs en hebben thans op de Dam hun
standplaats, waar vroeger de wagens naar de Constantijn
Huygensstraat afreden. Er loopt thans één wagen meer dan vroeger op
de lijn—Willemsparkweg en bovendien doen daar thans meer grote
wagens met twee paarden dienst, die vroeger op de lijn naar het
Haarlemmerplein liepen. De wagens naar de Vondelstraat en naar de
Amsteldijk blijven door de Paleisstraat rijden.
29-7-1902
Een bezoek aan het (Bedouïnen)kamp is aan te raden, al ligt het wel
wat ver buiten de stad. De elektrische tram zal gedurende het
verblijf van de Bedouïnen tot 11 uur blijven rijden.
31-7-1902
Gemeenteraadsvergadering van 30 juli, ingekomen stukken.
Verzoek van het Bestuur van de Amsterdamsche Bestuurdersbond om zoo
spoedig mogelijk over te gaan tot het doen lopen van arbeiderstrams
tussen 5 uur en 8 uur ‘s morgens in de zomer en tussen 6 uur en 8
uur ’s morgens in de winter, en tussen 5 uur en 8 uur ‘s avonds
gedurende de zomer en de winter, waaraan adhesie wordt betuigd door
de afd. Amsterdam van de S. D. A. P.
In handen van B. en W. tot preadvies.
Adres van H. F. Siebenlist c. s., bewoners van de oostelijke
Eilanden en het voormalige Funen, tevens houders van lokaliteiten
tot verkoop van sterke drank in het klein, waarbij zij zich beklagen
over achteruitgang in hun bedrijf tengevolge van aanleg van nieuwe
tramlijnen, de oprichting van een volkskoffiehuis bij het nieuwe
Entrepot, de vermindering der scheepvaart en de in die buurt
vermeerderde clandestiene drankverkoop, en maatregelen daartegen
verzoeken.
Ter visie gelegd voor de leden van de Raad.
De Elektrische Tram.
Ofschoon de bovengrondse geleiding veel voordelen heeft, schijnen er
toch ook nadelen aan verbonden te zijn. Eén onzer abonnees, die zich
naar liet Bedouïnen-kamp wilde begeven, nam een der koperen stangen
van de tramwagen vast en wilde opstappen. Nauwelijks had hij echter
dezen koperen stang aangeraakt, of hij kreeg een elektrische schok
door het lichaam, waarbij de ontlading van een Leidse fles maar
kinderspel is. Nog uren daarna deden de gewrichten hem pijn en was
hij zeer duizelig. Hoe is dat mogelijk? zal men vragen. Eenvoudig
doordat de tramrails op die plaats gedeeltelijk met droog zand
bedekt waren, was er geen contact tussen wielen en rails, zodat de
elektrische stroom, die door de bovengrondse geleiding wordt
geleverd, zijn weg niet naar de aarde kon vinden. De tram was dus
met elektriciteit geladen en onze abonnee was een welkome geleider
om de verbinding met de aarde tot stand te brengen, met het gevolg,
dat de stroom door zijn lichaam ging in plaats van door de wielen,
die er zeker beter tegen kunnen.
Bij onze informatie bij de directie der gemeentetram is ons
gebleken, dat zij reeds alle moeite doet om dit ongerief te
voorkomen; echter is het haar niet steeds, mogelijk te voorkomen,
dat er zand op de rails ligt.
De directie meent echter, dat gevaar hier absoluut is uitgesloten;
slechts zeer gevoelige naturen worden, meent zij, door een schok als
bovenbedoeld, onaangenaam getroffen. (Tel.)
1-8-1902
Nog eens „Elektrische Trams".
M. de R.
Mijn vrees, uitgedrukt in het door mij ingezonden art., d.d. 18
dezer, is helaas reeds bewaarheid geworden. Het eerste slachtoffer
der Elektr. Tram Haarlemmerdijk en -straat is gisteren reeds
gevallen. — Nog velen zullen er vallen, zo geen afdoende maatregelen
worden genomen. Is het dan werkelijk in 't algemeen belang, dat de
Elektr. Tram zó snel door deze drukke straten rijdt? Vele tramwagens
rijden zo snel, dat men zijn hart vasthoudt, en 't een wonder mag
genoemd worden dat niet reeds meer ongelukken zijn te betreuren.
Naar mijn bescheiden mening is het dringend noodzakelijk, dat de
snelheid op Haarl.dijk en -straat wordt beperkt. In vele gemeenten
buiten Amsterdam waar, slechts zeer weinig verkeer is, worden de
stoomtrams door personeel veiligheidshalve vooruitgelopen en in
Amsterdam rijdt men dikwijls met ijzingwekkende snelheid door zeer
drukke straten. Dit onder de aandacht te brengen der bevoegde
autoriteiten, is het doel van dit schrijven.
U, M. de R., nogmaals dank zeggende voor de opneming, heb ik de eer
te zijn:
Hoogachtend
Uw abonnee, F.H.S.,
Amsterdam, 30/7 '02.
2-8-1902
Wijziging vergunning Anderheggen en Neumeijer, voor medegebruik
Gemeente-tramlijnen.
Bij Raadsbesluit van 22 Maart 1900 werden goedgekeurd de
Conceptvoorwaarden, waarop aan de heren F. Anderheggen Jr. en L. J.
Neumeijer Jr. het medegebruik van een gedeelte der
Gemeentetramlijnen, ten behoeve van de exploitatie van een tramlijn
van Amsterdam over Sloterdijk en de Haarlemmerweg naar Haarlem, zou
worden toegestaan. Tevens werden B. en W. gemachtigd de
overeenkomst, zoals die in concept bij dat besluit was gevoegd, met
genoemde heren aan te gaan. Thans is door hen aan B. en W. het
verzoek gedaan, aan den Gemeenteraad te willen voorstellen het
aanbrengen van enige wijzigingen in bovengenoemde
Conceptvoorwaarden. De inhoud toch van art. 1, — dat de bepaling van
de ligging, de lengte en het eindpunt van het gedeelte der
Gemeentetramlijnen, waarvan het medegebruik wordt verleend, zonder
verdere beperking dan dat de lengte daarvan ten minste 500 M. moet
bedragen, is overgelaten aan de Gemeenteraad, die de bevoegdheid
behoudt in een en ander wijziging te brengen, telkens wanneer hem
dit raadzaam voorkomt,— ontmoet bij de onderhandelingen, door hen
gevoerd, zodanige bedenkingen, dat de totstandkoming daarop
schipbreuk zou lijden.
Na onderhandeling is B. en W. gebleken, dat aan deze bedenkingen zou
kunnen worden tegemoet gekomen, indien werd bepaald, dat gedurende
de eerste twintig jaren een punt, hoogstens 300 m (in rechte lijn
gemeten) van het monument op de Dam gelegen, moet worden bereikt en
dat voor de verderen duur der vergunning een punt, hoogstens 600 m
(in rechte lijn gemeten) van de Dam gelegen, moet worden bereikt.
In de tweede plaats verzochten zij, in verband met een artikel van
de door de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid te verlenen
concessie, dat werd bepaald, dat de Staat bevoegd zou zijn zich in
de plaats der ondernemers te stellen, indien deze in het bezit van
de spoorweg of van het op Rijkseigendom gelegen gedeelte daarvan
treedt. Hoewel B. en W. menen, dat tegen het eerste gedeelte van het
verzoek bezwaren bestaan, hebben zij gemeend de Raad in de
gelegenheid to moeten stellen in deze te beslissen. Mocht hij,
overeenkomstig het advies der Commissie van Bijstand in het beheer
der Gemeentebedrijven, van oordeel zijn, dat het tweeledig verzoek
kan worden ingewilligd, dan geven B. en W. in overweging de
conceptvoorwaarden in de aangegeven zin te wijzigen.
Enige wagens, van de elektrische tram ondervonden gisteravond in de
Raadhuisstraat enige vertraging, doordat een der verbindingsdraden,
waarmede de geleiddraad aan de huizen bevestigd is, brak.
Op die plaats, maakt de tramlijn juist een bocht, zodat de beugels
niet meer pakten. Sommige wagens hadden vaart genoeg daar zonder
elektrische beweegkracht te rijden.
Het geheel was spoedig hersteld, zodat enkele wagens een kwartiertje
oponthoud hadden.
7-8-1902
Elektrische Tram.
Nu de verandering van de lijnen Constantijn Huygensstraat en
Haarlemmerdijk in elektrische gereed zijn gekomen, is men begonnen
met de omwerking van de lijnen Linnaeusstraat en Sarphatistraat. De
werkzaamheden zijn aangevangen op het Rokin bij de voormalige
Beursstraat. Men hoopt de eerste elektrische wagens op die lijnen
met Augustus van het volgende jaar in werking te kunnen stellen.
9-8-1902
CORRESPONDENTIE.
Abonnee, te Rotterdam. De »onzichtbare« tramhaltepaaltjes staan hier
al te lang en te veelvuldig om er nog veel van te zeggen. Voorshands
bevallen ze alleen aan de jongens en meisjes, die er alleraardigst
omheen kunnen zwaaien. Maar ze zullen wel goed zijn, want hier
geschiedt niets, voordat er buitenlandse studiereizen gedaan zijn.
12-8-1902
In het Binnengasthuis werd iemand ter verpleging opgenomen, die op
het Rokin bij de Taksteeg door een tramwagen was overreden en zijn
arm op twee plaatsen gebroken had. De ongelukkige vertelde van de
wagen te zijn gevallen, doordat deze stopte.
14-8-1902
Tramhalten.
Vrijdag (15 aug.) aanstaande zal op alle tramlijnen in de stad de
zozeer gewenste regeling worden ingevoerd van de tramhalten, die wij
tot dusver alleen nog op de elektrische lijnen hadden. Voor de
paarden breekt dus, te beginnen met 15 dezer, een betere tijd aan.
Er zal dan in het vervolg niet zo maar overal op elk willekeurig
punt, worden stilgehouden, wat voor de paarden telkens een
vermoeiend en vaak nodeloos herhaald aanzetten betekent, maar alleen
bij de kleine, haast onzichtbare paaltjes, die met kwistige hand
links en rechts van de tramlijnen zijn geplaatst. Men moet bij de
bordjes op die paaltjes letten op de richting van het pijltje, dat
aanduidt in welke richting de daar stilhoudende wagen zal verder
rijden.
15-8-1902
Tramhalten.
Hooggeachte Redactie.
Gisteravond las ik in uw Blad: Vrijdag a.s. zal op alle tramlijnen
in de stad de zoozeer gewenste regeling worden ingevoerd van de
tramhalten. Het komt, ook mij voor, dat deze regeling gewenst is.
Niet echter alzo de wijze waarop deze regeling in een groot deel van
district IX is geschied. Ik woon daarin twaalf jaar en meen dus in
alle bescheidenheid hierover enigszins te kunnen oordelen en meen
dan alleen het traject Leidscheplein—Overtoom. In de Anna
Vondelstraat, waar de tram altijd stilstaat, totdat de
vooruitlopende conducteur op de hoek van die straat en de Overtoom
het sein van «veilig» geeft is geen halte. Dertig pas verder,
halverwege die straat en Gerard Brandstraat staat er wèl een. Nu was
ik jaar in, jaar uit er getuige van, dat vlak vóór de Gerard
Brandstraat een menigte bewoners uit die straat en dadelijk
aangrenzende Helmers- en Nicolaas Beetsstraten in en uit stappen.
Verder staat er een halte op één voet afstand van een in rode steen
opgetrokken gebouw bij de A. R. M. Behalve dat men in deze buurt één
rij huizen heeft, zal men altijd verdacht moeten wezen op de wagens
en rijtuigen die zich hier immer bewegen. Blijft dat ding daar
staan, dan mag er morgenavond wel dadelijk een lantaarn aan
bevestigd worden, opdat het niet een uitverkoren plekje wordt waar
gewonden en doden vallen, want ik verzeker u, dat, in schemer of
donker, voor de vreemdeling de kans groot is zich het hoofd te
pletter te lopen. Met grote vriendelijkheid is de volgende halte
geplaatst voor de Frederikstraat. Toch wel niet om onze vrouwen en
kinderen deel te laten nemen aan de conversatie-avonden van de (bij
voorkeur jeugdige) mannelijke bevolking dier straat. De bewoners van
die flink bevolkte straten, Vondelkerk-, Reijer Anslo- en
Saksenburgstraat mogen dan voortaan naar de Frederikstraat wandelen,
waar zelden iemand in- of uitstapt en, al wachtende, deel uitmaken
van de avondbijeenkomsten der mensen, die op de hoek van die straat
gewoonlijk een luchtje scheppen. Nu twijfel ik er niet aan of de man
der theorie heeft met grote nauwkeurigheid de afstanden der halten
vastgesteld. Misschien verschillen zij geen vijf centimeter. De man
der praktijk mocht naar mijn bescheiden mening echter wel eerst eens
koetsiers en conducteurs hebben geraadpleegd. De bewoners van
Overtoom en aangrenzende straten wensen geen bevoorrechting, maar,
zeker heel bescheiden, wel, dat de regeling der halten oordeelkundig
is. Mocht deze klacht tot de bevoegde autoriteit doordringen en
onderzocht worden.
Met verschuldigde achting en met dank voor de plaatsing,
Uw abonnee, I. Ph. M.
19-8-1902
In de Gemeentebegroting voor 1903 wordt de uitkering van de tram
geraamd op 5 procent van de bruto ontvangsten. Daar men deze niet
hoger raamt dan voor 1902 (f 1,782,000) wordt op een gelijke
bijdrage als in 1902 (f 89,100) gerekend.
Een droevig ongeluk gebeurde aan de Mauritskade. Een onvoorzichtige
knaap, Pieter S., geraakte daar onder de elektrische tram. De beide
benen werden hem afgereden. Dadelijk werd de ongelukkige naar het O.
L. Vrouwengasthuis in de Oosterparkstraat vervoerd, doch helaas,
enkele ogenblikken na de opneming overleed de knaap. De bestuurder
van de elektrische tram moet aan het gebeurde geen schuld hebben.
21-8-1902
Vals Geld.
Er wordt nog steeds vals geld uitgegeven. Op verschillende
politiebureaus werden dezer dagen weer nagemaakte rijksdaalders,
guldens en kwartjes gedeponeerd. Gisteren nog ontving een conducteur
van de gemeentetram een valse gulden met de beeltenis van Koning
Willem II.
28-8-1902
Amsterdam in 1901.
Het tweede bedrijfsjaar der gemeentetram kenmerkte zich niet door
belangrijke uitbreidingswerken. Het verkeer bleef regelmatig
enigszins toenemen. Dat op de tweede lijn naar de Amsteldijk bleef
beneden de verwachting.
Het verslag herinnert natuurlijk aan het raadsbesluit van 12 Juni
1901, waarbij het algemeen tramwegplan van elektrische exploitatie,
en waarvoor een bedrag van 6,5 miljoen werd toegestaan. Tevens werd
besloten de tijdelijke elektrische installatie aan de Brouwersgracht
uit te breiden, ten einde stroom te leveren voor de lijnen
Haarlemmerplein—Dam, Centraalstation—Dam en Constantijn
Huygensstraat—Dam, tot het tijdstip waarop door de te stichten
elektrische centrale aan de Hoogte Kadijk in de stroomlevering kan
worden voorzien. Voorbereidende maatregelen werden genomen voor de
exploitatie van de genoemde lijnen. De contracten voor levering van
rails, motorwagens en bovengrondse geleidingen werden behandeld als
onderdelen ten behoeve van het gehele net.
Voor het aangaan van die contracten was het afgelopen jaar door
buitengewoon lage prijzen bij uitnemendheid gunstig. De
foerageprijzen waren in vergelijking met vorige jaren hoog. Het in
goede staat houden van de paarden tot het tijdstip, waarop zij
zullen kunnen gemist worden, kost bij de zware dienst meer en meer
zorg. Het blijkt wel, dat op ruime reserves en niet te spoedig
eindigen met de aankoop van nieuwe paarden moet worden gerekend. De
noodzakelijkheid van bespoediging van de overgang tot elektrische
trekkracht doet zich in sterke mate gevoelen, en in die richting
wordt dan ook al het mogelijke gedaan.
De opening van de nieuwe elektrische lijn Mauritskade —
Handelsentrepot geschiedde op 16 November. Zij werpt blijkbaar het
meeste nut af voor het abattoir en de veemarkt. Het vervoer is,
zoals te vrezen was, nog gering.
In het gemeentelijk pensioenfonds werd door het trambedrijf gestort:
ƒ93,151. Het rijdende personeel heeft geregeld 2 volle dienstdagen,
gevolgd door een aflosdag waarop ongeveer 4 uur dienst wordt gedaan.
In de 12 dagen is het op één dag (ter vervanging van een volledige
dienstdag) geheel vrij. De dienst der publieke werken maakt een
aanvang met de versterking van de bruggen voor de in den eersten
tijd aan te bouwen tramlijnen.
De gezamenlijke lengte der tramwegen, enkele baanlengte, bedroeg op
31 December 88310 M. (in 1900, 84615 M.), waarvan elektrisch 9530 M.
Voor onderhoud van bestrating, verricht door Publieke Werken, werd
betaald ƒ 24,323 (in 1900 ƒ22,876), aan de Stadsreiniging ƒ3590.
Het aantal tramwagens bedroeg 264 stuks. Bij aanbesteding werden 130
motortramwagens in Hongarije besteld voor ƒ 5759 per stuk. Bij de
Nederl. Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel werden 10 van
die wagens besteld voor ƒ 6875 per stuk.
Het aantal paarden bedroeg op 1 Januari 793, vermeerderd door
aankoop met 117 stuks, doch verminderd met 111, zodat op 31 December
het gehele aantal bedroeg 799 stuks. De 117 paarden kosten gemiddeld
per stuk ƒ494.16, de gestorven of om andere redenen verkochte
paarden hebben gemiddeld per stuk opgebracht ƒ118.49. De uitgaven
voor het in goeden staat houden van den paardenvoorraad hebben
bedragen ƒ44,664.
Er werden vervoerd 25,576,796 passagiers (tegen 24,217,525 in 1900,
dus ruim 8% meer). De opbrengst van het vervoer was ƒ1,687,331
(tegen ƒ 1,566,236 in 1900, dus 7¾ % meer). De exploitatiekosten
waren ƒ 1,215,117 tegen in 1900: ƒ1,203,960, dus 0,92 % meer. De
verhouding van die kosten tot de bruto opbrengst was 70.82 % tegen
75.74 % in 1900.
1-9-1902
Officiële Kennisgeving
Maatregelen van orde bij het vuurwerk op de Amstel op Maandag 1
September e. k.
B. en W. van Amsterdam brengen ter kennis, dat bij het vuurwerk op
de Amstel in de avond van Maandag 1 September e. k. de volgende
maatregelen worden bevolen:
a. (…………)
c. De bruggen, liggende over de Singelgracht bij het Amstel-Hotel en
Oosteinde ; de Amsteldijk van de Stadhouderskade tot de R.C. Kerk,
de Stadhouderskade van de brug bij het Oosteinde tot de Amsteldijk,
en de Weesperzijde van de brug over de Singelgracht tot de 1e
Oosterparkstraat, mogen van ‘s avonds 8 uur af tot een half uur na
afloop van het vuurwerk niet worden bereden door andere dan tram-,
post- en doktersrijtuígen
d. De Utrechtschestraat van het Frederiksplein tot de Keizersgracht
mag van 9 uur ‘s avonds af tot een half uur na afloop van het
vuurwerk niet worden bereden door andere dan tram-, post- en
doktersrijtuigen.
e. (…………)
Brand in Theater „Flora".
In het bekende specialiteitentheater „Flora", in de Amstelstraat, is
— gelijk wij in ons vorig nummer nog kortelijk konden melden —
gistermiddag, te half drie ongeveer, brand uitgebroken.
(………….)
Te vier uur was de brand zoo goed als geblust. Toch bleef de
brandweer nog geruime tijd werken en bleef het tramverkeer, dat
natuurlijk door de Amstelststraat niet kon geschieden, geruime tijd
gestoord. De wagens van de lijn Dam-Linnaeusstraat reden tijdelijk
door de Utrechtschestraat. (…………)
3-9-1902
De Gemeentetram heeft van 1 Januari tot 31 Augustus in 't geheel
17,256,003 passagiers vervoerd.
8-9-1902
Ingezonden.
M. de. R.,
Hedenmiddag circa 5 uur 15 min. aan het Leidscheplein op tram No. 24
Leidscheplein—Zoutkeetsgracht stappende, werd mij — niettegenstaande
ik van een plaatsbewijs was voorzien — de toegang tot de tram
geweigerd. De conducteur liet de tram stoppen en noodzaakte mij af
te stappen, op grond dat de tram in beweging was geweest. Ik was
n.l. op de tram gestapt op 't moment dat deze zich in beweging
stelde. Indien, M. de R., aan de conducteur een dusdanige instructie
is gegeven, dan is het naar mijn bescheiden mening nodig dat dit
toch al te dwaas voorschrift zodra mogelijk wordt ingetrokken,
waartoe ik beleefd uw medewerking inroep. Of wil men van de
Amsterdamsche tramwagens waarlijk reeds Amerikaanse sneltreinen
maken! U, Mijnheer de Redacteur dankzeggende voor de plaatsruimte,
heb ik de eer te zijn,
Hoogachtend, UwEdeles Dw. Dienaar, en Abonnee
F. H. S.
Amsterdam, 4 Sept. 1902.
9-9-1902
Hedenmiddag tegen half twee stonden plotseling de elektrische trams
van de lijn Damrak—Haarlemmerplein, Marnixstraat en Dam—Constantijn
Huygensstraat stil, door een gebrek aan de geleiding. Het verkeer
ondervond ruim vijfentwintig minuten vertraging. Een gevolg was, dat
op het Damrak ook de paardentrams oponthoud hadden. Natuurlijk was
het geval niet aan het oog der voorbijgangers ontsnapt. Op
verschillende punten langs de lijn stonden vele nieuwsgierigen de
stilstaande trams aan te gapen,
10-9-1902
De oorzaak van het oponthoud met de elektrische tram wordt geweten
aan de onhandigheid van een beambte in de remise in de Tollensstraat,
die uit aardigheid een motorwagen in beweging gebracht had zonder
verstand van de bediening te hebben, tengevolge waarvan de stroom
werd afgebroken.
Ingezonden.
Een onwetende vraagt, waarom de tramhalten zijn ingevoerd. Is het,
om de paarden te sparen ? Dat is recht. Maar dan moet de maatregel
slechts duren totdat de paardenkracht door elektriciteitskracht
vervangen zal zijn. En waarom is dan bij ds elektrische trams
hetzelfde gebruik ingevoerd ? Nadelen van het stelsel zijn: ongemak
voor wie plaats nemen wil; want is de wagen een meter of zo voorbij
de paal, dan is voorlopig de kans gemist, iets, wat bij boos weer
niet onbeduidend is en ergerlijk wordt in 't geval, dat de
voorbijgereden wagen overvloed van plaats heeft; ongemak ook,
doordien de passagiers dan niet komen één voor één, maar bij
troepjes op één punt staan te wachten, iets wat veelal tot gedrang
en haast tot vechten om de voorrang aanleiding geeft. Voorts is er
het gevaar door vermeerderd, daar er meer uit de wagen wordt
gesprongen onder 't rijden, nu slechts op enkele vaste punten
gestopt wordt. Dat moesten de mensen niet doen, maar ze doen het, en
dan ligt de oorzaak in het stelsel van halten. Kortom, dat stelsel
is een nieuw bewijs, dat alle verandering geen verbetering is. Dit
althans komt zo de onwetende voor. Q.N.
Men heeft heden op het Rokin de vernielde tramhaltepaaltjes, voor
zoveel nodig, door andere vervangen. Tevens is een maatregel tegen
deze baldadigheid genomen om de jeugd het zweven aan de paaltjes te
beletten. In het bovengedeelte worden over de gehele oppervlakte,
door uithakken, scherpe stekeltjes aangebracht. Als alle paaltjes zó
bedacht zijn, is 't voor goed uit met het aardige zweefspelletje,
dat de onwetende zeker niet gezien heeft, anders had hij niet
gevraagd waartoe de paaltjes eigenlijk dienen.
12-9-1902
In een artikel, getiteld “Een en ander over de Begrooting der
Gemeente Amsterdam” stelt “het Nieuws van den Dag” de gemeentelijke
exploitatie van voorheen particuliere bedrijven aan de kaak:
“Evenzeer is de gemeente in gebreke, waar het de waterlevering aan
hare inwoners betreft, welke opmerking ons van zelf tot het laatste
onderwerp brengt, dat wij wenschen aan te voeren, te weten de
gemeentebedrijven. Voor wie zich nog herinneren, welke voordeelen
ons werden voorgespiegeld, als zullende voortvloeien uit de naasting
der verschillende concessies, is de volgende opgave weinig
opwekkend. De gemeente ontving in 1895, toen de particuliere
maatschappijen nog in volle gang waren, van deze de volgende
uitkeringen:
Tram ƒ 115,000; Gas ƒ 645,000; Telefoon ƒ 30,700; Duinwaterleiding ƒ
65,000; Te zamen ƒ 855,700 Voor 1903 is de raming der bijdragen:
Tram ƒ 89,000; Gas ƒ 600,000; Telefoon ƒ 50,000; Waterleidingen ƒ
100,000; Te zamen ƒ 839,000 of ƒ 16,700 minder. Op zichzelf is dat
een klein bedrag, maar toch teleurstellend voor hen, die voordeel in
het overnemen hadden gezien. Te meer nog, omdat niemand zal beweren,
dat, wat de tram, het water of het gas betreft, de gebruikers in
betere conditie zijn gekomen.”
Gemeenteraad, zitting van 10 september.
De voordracht no. 784 van B. en W. tot wijziging van art. 1, al. 1,
en van art. 9 van de conceptvoorwaarden, waarop aan F. Anderheggen
Jr. en L. J. Neumeijer. Jr. te Amsterdam, wordt vergund het
medegebruik van een gedeelte der Gemeentetramlijnen ten behoeve van
de exploitatie van een tramlijn, leidende van Amsterdam over
Sloterdijk en de Haarlemmerweg naar Haarlem werd door de raad
goedgekeurd.
19-9-1902
Tramveranderingen.
De veiligheidsseinen voor de trams worden opgeruimd, wat enige
verandering in de dienst zal hebben. Moge deze verandering ook een
verbetering zijn! Sedert Zaterdag j. l. is reeds het seinbord op de
hoek van de Reguliersdwarsstraat en Vijzelstraat verdwenen. Elke
tram van de Dam houdt stil op de wissel in eerstgenoemde straat; de
conducteur stapt af en wandelt naar de hoek, om, zodra hij ziet dat
de weg veilig is, de koetsier op een hem verschafte fluit het sein
(een ratelgeluid) te geven, dat deze mag doorrijden. Het signaal op
de brug over de Heerengracht bij het Koningsplein zal dus ook
verdwijnen. Hiervoor wordt de wissel tot over die brug gelegd, zodat
er twee wagens naast elkaar kunnen staan en rijden en de koetsiers
(eerlang wagenbestuurders) elkaar van brug tot brug kunnen zien.
't Is te hopen, dat dit op deze zo smalle en drukke verkeersweg niet
tot ongelukken mag leiden.
Op het Rokin (de oude Beursstraat) komt, bij het verdwijnen van het
sein aldaar, de tram Linnaeusstraat ie staan, dus voor overstappende
mensen ook in die richting een loopje. Bij een juist vertrekkende
tram betekent dit voor vlugge heren hardlopen en voor bezadigde
heren en voor dames wachten tot de volgende wagen vertrekt; want is
de rem eenmaal los, dan mag deze eerst bij het volgende haltepaaltje
weer worden vastgezet. Bij mist moet de conducteur op de andere,
toeterende kant van de fluit blazen, om de van de tegenovergestelde
zijde komende trambestuurder te waarschuwen.
De stad zal op die manier op het Centraal- Station gaan gelijken,
wat de geluiden aangaat.
20-9-1902
Gemeentetram.
Gedurende de maand Augustus 1902 zijn de oude sporen vervangen door
nieuw materiaal, op het Rokin van het voormalige Beurspleintje af,
op het Sophiaplein in de richting naar de Binnen-Amstel, op de
Binnen-Amstel, behalve een gedeelte bij de Bakkerstraat, verder tot
aan de Blauwbrug.
Op 20 Augustus is een aanvang gemaakt met het aanbrengen van
tramsporen op de brug bij het Westeinde.
De wachtkamer Nieuwe Heerengracht, bij de Weesperstraat, werd
verplaatst naar de kruising der sporen Marnixstraat—Rozengracht.
26-9-1902
De tramhaltepaaltjes blijken voor sommigen nog altijd paaltjes des
aanstoots te wezen. Nu weer is er op de Rozengracht een door
baldadige handen vernield en kromgebogen.
3-10-1902
Van 1 Januari af tot 30 September vervoerde de Gemeente-Tram
19,651,858 passagiers.
15-10-1902
De haltepaaltjes van de tram moeten het nog steeds ontgelden.
Tenminste, een agent kwam van zijn post aan het politieposthuis aan
de Mauritskade met een dergelijk paaltje onder de arm. Hij had het
ergens gevonden en het bleek afkomstig te zijn van de Weesperzijde,
waar het in de nacht van zondag op maandag door kwaadwilligen
afgebroken was. Ook op de Ceintuurbaan, bij de Van Woustraat, zijn
enige paaltjes omgebogen en beschadigd.
17-10-1902
Tengevolge van de hevige wind is gisteravond een gedeelte van de
geveltop van een huis in de Vijzelstraat bij de Keizersgracht,
waarin een tapperij is gevestigd, op straat gestort, gelukkig zonder
enig persoonlijk letsel te hebben veroorzaakt. Een politieagent, die
de stenen vallen zag, waarschuwde de brandweer en deze had, geholpen
door het trampersoneel, het puin weldra van de straat verwijderd.
Het tramverkeer heeft door een en ander echter nog al wat oponthoud
gehad. Het werd eerst heropend, toen de bouwpolitie verschenen was
en verklaard had dat verdere ongelukken niet te vrezen waren.
18-10-1902
Uit de Memorie van Beantwoording van het Algemeen Verslag der
Afdelingen van de Gemeenteraad over de Gemeentebegroting voor 1903:
Om nu reeds een hoger bedrag voor onderhoud van bestrating op de
Begroting te brengen, wordt, met het oog op de ombouw van de tram en
de aanleg van elektrische kabels, welke werken het opbreken van
grote straatoppervlakten nodig maken, niet doelmatig geacht. Dat van
de tegenwoordige toestand de wielrijders de terugslag ondervinden,
valt niet te ontkennen.
Een afdoening van de kwestie Reguliersgracht, waarop wordt
aangedrongen, schijnt Burg. en Weth. op dit ogenblik niet wenselijk.
Zij stellen voor, daarmee te wachten tot de invloed op het gewone
verkeer van de invoering van elektrische beweegkracht op de tramlijn
door de Utrechtschestraat zal zijn gebleken.
De bouw van de brug Hoogte Kadijk is vertraagd, enerzijds doordat,
verschillende bezwaren moesten overwonnen worden, en anderzijds door
het vele werk, dat ten behoeve van verschillende bruggen werd
gevorderd in verband met tramaanleg en ombouw van de tram. Het
bestek voor de bouw der brug is nu echter gereed, en tot de
aanbesteding zal eerstdaags worden overgegaan.
22-10-1902
Aanbestedingen.
(…….…)
b. versterken van 3 vaste bruggen en van de draaibrug Nieuwe
Heerengracht voor de Muiderstraat voor de tramdienst (raming
ƒ20,965). 3 inschrijvingen. Minste van C. Hoen, Nieuwendam ƒ19,800;
(………..)
Het bouwen van een dienstgebouw met 2 woningen op het terrein van de
remise aan de Tollensstraat, ten behoeve van de gemeentetram, is
gegund aas de firma Reinders en Van 't Ende alhier, ƒ27.980.
De nieuwe elektrische automobiel van de brandweer kwam gisterochtend
tegen half elf in botsing met een tramwagen van de lijn
Dam—Amsteldijk in de Vijzelstraat, juist op het ogenblik, dat de
tramwagen de brug over de Keizersgracht wilde overgaan. De koetsier
van de tram scheen het getoeter en gebel van de brandweer-automobiel
niet gehoord te hebben, en evenmin de bestuurder van dit laatste
voertuig de bel van de tram. In volle vaart kwam de automobiel,
waarin zeven personen, aangereden. Een botsing was onvermijdelijk,
niettegenstaande do bestuurder van de auto nog zoveel mogelijk
remde. Gelukkig zijn er geen persoonlijke ongelukken te betreuren.
De tramwagen werd uit de rails geduwd, terwijl de rem brak. Ook was
een der balkons erg beschadigd. Wonder boven wonder had de auto niet
veel geleden. Ze schijnt dus van sterke constructie.
De geschrikte passagiers van de tram gingen echter niet meer met de
wagen naar de Dam. Deze moest buiten dienst gesteld worden en reed,
na niet zonder moeite in de andere rails overgebracht te zijn naar
de remise aan den Amsteldijk terug. De auto was in staat naar de
kazerne aan de Hobbemakade terug te snorren.
27-10-1902
In de gisteren gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel wees
de Heer Key op het gebrek van een tramverbinding met de Houthaven,
waardoor het al is voorgekomen, dat houthandelaars er de voorkeur
aan geven door te sporen naar Zaandam, liever dan de bezwaarlijken
tocht naar de Houthaven te maken. Spr. stelde voor het
Gemeentebestuur te verzoeken de elektrische tram door te trekken
door de Spaarndammerstraat ten einde aan het bezwaar tegemoet te
komen. Het Bureau werd opgedragen te informeren in hoeverre
hieromtrent reeds plannen in voorbereiding zijn.
28-10-1902
De Gemeentetram.
Het vervoer op onze tram vermindert, althans 't blijft beneden de
verwachtingen, welke de directeur koesterde toen hij de elektrische
tractie invoerde en andere wijzigingen aanbracht. Zaterdag — zo
meldt het „Alg. Hbl." — werden op zijn bureel een aantal
conducteurs, koetsiers, enz., ontboden, aan wie dat feit werd
medegedeeld, doch er werd tevens bijgevoegd dat 't aan hun minder
tactvol optreden te wijten was. In hoeverre nu dat personeel, waarop
Amsterdam zoo trots was, eensklaps zo veranderd kan zijn, dat de
mensen de tram zouden schuwen, is zeker menigeen een raadsel. Kan de
oorzaak ook elders liggen? De meermalen besproken paaltjes, hebben,
volgens de conducteurs, schuld, dat tal van stadgenoten, die
voornemens waren per tram te gaan, de afstand wandelend afleggen. Is
men niet ter plaatse wanneer de wagen de halte heeft bereikt, dan
rijdt hij — op uitdrukkelijk bevel van den directeur — door. Staat
men aan de verkeerden kant der straat omdat men zich niet nauwkeurig
van de stand der pijltjes op de bordjes heeft vergewist, de tram
vervolgt haar weg. Zo komt men er toe, in plaats van 5 minuten te
wachten, dat men er een stapje oplegt en de voldoening heeft, dicht
bij het doel te zijn als de tram komt, waarop men had moeten
wachten. Zolang het de mensen niet duidelijker gemaakt wordt, waar
men moet in- en uitstappen, zal men velen teleurstellen, tot schade
voor de gemeentekas. Nu heeft de directeur getracht ten opzichte der
paardentrams een soort van tegemoetkoming te treffen, die echter een
ander kwaad zal scheppen. Wanneer nl. een wagen de halte is
gepasseerd, en iemand geeft een teken, dat hij nog mee wil, mag de
koetsier, niet stoppen, maar moet aan de eerstvolgende halte
stilhouden teneinde de passagier op te nemen. Een voorbeeld: de tram
is net het paaltje gepasseerd, dat zich in de Vondelstraat ter
hoogte van de 1e Constantijn Huygensstraat bevindt. In de verte
wenkt iemand, dat hij wenst mee te rijden. De wagen vervolgt zijn
weg, stopt bij de Tesschelschadestraat en wacht tot de man of vrouw
de afstand te voet heeft afgelegd. Of de inzittenden dit prettig
zullen vinden?
29-10-1902
De Gemeentetram.
Uit een nadere mededeling in het „A. Hbld." blijkt dat het gisteren
medegedeelde over het wachten op de halten niet de bedoeling van de
directeur geweest is. Maar wat dan wel gedaan zal worden om de
vroeger goede verhouding tussen publiek en tram te herstellen,
blijkt er niet uit.
INGEZONDEN.
(De Redactie verbindt zich niet tot teruggaaf van ingekomen
stukken.)
Mijnheer de Redacteur!
Als de directie der gemeente-tram koetsier en conducteur last geeft,
een ogenblik rust te houden en rondzien of er ook iemand in de
nabijheid aankomt, dan zijn beide partijen geholpen. Verder: het zou
dunkt mij beter zijn, de halteborden aan de
lantaarns te plaatsen onder het licht, aan een kant, en de bestaande
paaltjes, het speeltuig der lieve jeugd, op de speelplaatsen
overbrengen. De uitvinder daarvan heeft weinig doorgedacht en kosten
om niet gemaakt, helaas!
M.
30-10-1902
Gemeenteraad, zitting van 28 oktober
Gemeentebegroting 1903
De Heer Kehrer geeft toe, dat belastingverhoging niet was te
ontwijken en meent dat voor de naaste toekomst maar één middel kan
worden aangegeven en wel het voorstel van B. en W. om een adres tot
de regering te richten. In afwachting kan de Gemeente zich er toe
bepalen, zo zuinig mogelijk te huishouden en aan den anderen kant
kon men meer winst uit de bedrijven trachten te trekken. Voorlopig
komen daarvoor alleen in aanmerking het gas- en het trambedrijf.
Doch spr. wil de ontvangsten niet vermeerderen door den gasprijs te
verhogen, maar wil die voor uitbreiding van het debiet juist
verlagen. Een feit is, dat na de verlaging van den gasprijs van 9 op
7 cent de opbrengst met 80 procent is toegenomen. Heil zag spr.
tevens in een verlaging van het tramtarief.
31-10-1902
Ingezonden
De Tram.
Mijnheer de Redacteur!
In het nummer van Dinsdag 28 Oct. jl., 4de blad, komt onder meer
voor een vermelding, dat met de gemeente-tram minder personen worden
vervoerd dan door de directeur van bovengenoemde tram oorspronkelijk
verwacht werd. Mijns inziens is dat niet te verwonderen; men behoeft
slechts te horen de vele grieven tegen de maatregelen, die vanwege
de directie worden genomen. 't Wil er bij mij niet in dat dit te
wijten kan zijn aan conducteurs of koetsiers; dezen toch hebben er
geen belang bij om op een of andere wijze onhebbelijk te zijn tegen
het trammend publiek, het tegendeel schijnt eerder waar. Beleefd en
attent te zijn tegen het publiek kan in hun voordeel wezen, terwijl
onbeleefdheid en lompheid alleen op hun schade uit kan lopen. 't
Schijnt mij echter toe, dat de schuld aan andere oorzaken moet
worden toegeschreven. Zeer terecht wordt door U gewezen op de
zogenaamde haltebordjes, welke bij een groot deel onbekend, en bij
een ander deel van het publiek onbemind zijn. 't Kan misschien zijn
nut hebben op vaste plaatsen de tramwagen te stoppen, wat voor de
elektrische tram waarschijnlijk noodzakelijk is. Te ontkennen valt
't niet, dat 't voor velen een groot ongerief is niet te kunnen
instappen waar men wil.
Overal en voor alles kan men voor geld terecht, wat door de directie
vergeten schijnt te zijn. Werd de gemeentetram door de gemeente
ingericht als een gratis vervoermiddel ten bate van hare bewoners,
dan zou niemand pruttelen tegen deze gedwongen instapplaatsen. Nu is
't echter wat anders. Vroeger, bij de A. O. M., stapte men in waar
men verkoos, men betaalde; daarmede was de grap afgelopen, en men
stapte uit waar men wilde. Door deze werd rekening gehouden met de
behoeften van het publiek. Wat wordt er nu gedaan door de Gemeente?
In plaats van 't beter en gemakkelijker te maken, wordt het
lastiger. Niet alleen dat men niet in- en uitstappen kan waar men
wil, doch ook nadat men ingestapt is en zijn passage betaald heeft,
loopt men de kans van de wagen gezet te worden, of voor de tweede
maal te moeten betalen. Dergelijke dingen verbitteren in hoge mate
het publiek. De directie schijnt te vergeten dat het Hollandse volk
in het algemeen, en het Amsterdamse publiek in het bijzonder, niet
gediend is van dergelijke fratsen. Achten zij het noodzakelijk, de
tramwagens te doen stoppen op bepaalde plaatsen, dan had dat mijns
inziens beter geweest dit bij gedeelten in te voeren b.v. door
telkens wanneer een nieuw gedeelte elektrisch gedreven trams in
dienst werd gesteld. Zeer zeker zou dan het publiek langzaam gewend
zijn geraakt, aan die maatregel en begrepen hebben dat dit bij het
nieuw bedrijf behoorde. Wat het controlestelsel betreft, ook dit
heeft veel verbittering gewekt; aardige staaltjes zijn daarvan
bekend, welke niet nodig zijn hier te vermelden, de meesten zullen
in meerdere of mindere mate met de controle kennis gemaakt hebben,
om te weten wat deze is. Ik wil alleen nog even aanhalen een
staaltje uit velen, wat de haltepaaltjes betreft. Dezer dagen worden
in de Linnaeusstraat de rails verwisseld, wat telkens bij gedeelten
geschiedt. Een ieder begrijpt dat dit min of meer storend werkt op
de geregelde dienst, waar niemand iets op tegen zal hebben. leder
heeft op zijn tijd wel eens enige storing in zijn bedrijf, men
tracht dan alleen dit zo in te richten, dat dit zo min mogelijk last
veroorzaakt. Bij de gemeente kan dit echter niet, de dienst schrijft
voor dat de wagen stopt bij de halte. Of daar nu de straat
opgebroken is of niet daar heeft men zich niet om te bekommeren. Men
springt en klautert maar over stenen en rails. De gemeente-tram
heeft alleen te zorgen dat zij op de bepaalde plaats stopt. Of de
reizigers jong zijn of oud, kreupel of lam, alles springt maar over
de stenen, op gevaar af de hals te breken, tenzij men enige minuten
om wil lopen.
Dit zijn slechts enige staaltjes van de reden waarom de tram minder
personen vervoert dan vroeger. Wij kunnen niet nalaten de directie
in overweging te geven te zorgen, dat het trammend publiek niet
vermindert doch steeds vermeerdert, waardoor het misschien mogelijk
wordt het belastingbetalend gedeelte te ontlasten in plaats van te
belasten.
U, Mijnheer de Redacteur, dankzeggend voor de verleende
plaatsruimte,
Een ingezetene van Amsterdam.
Tegen twaalf uur gistermiddag, bij het uitgaan van de scholen, werd
op de Weteringschans een zevenjarig knaapje door de tram overreden.
Het arme ventje kreeg het scherpe wiel over de beide benen. Zwaar
gekneusd namen enige voorbijgangers de jongen op. Bij Dr. van
Leersum, in de Jan Luykenstraat, werd een voorlopig verband gelegd.
Daarna werd de knaap per brancard naar het Gasthuis vervoerd.
3-11-1902
De Gemeente-Tram heeft van 1 Januari tot 31 October vervoerd
21,831,723 passagiers.
4-11-1902
Stremming van het verkeer. B. en W. van Amsterdam brengen ter
openbare kennis, dat wegens het aanleggen van tramsporen in de
Muiderstraat het verkeer voor rij- en voertuigen door genoemde
straat met ingang van 3 Nov. a. s. voor enige tijd zal zijn
gestremd; —
7-11-1902
RECHTZAKEN. Trampaaltjes.
De trampaaltjes zijn een voorwerp van de "inhoudende zorg onzer
overheid, die ze in verscheidenheid van verven laat beschilderen en
ze door scherpe prikkels beveiligt tegen de speelse handen van de
schooljeugd, die, in den aanvang deze gemeente-eigendommen, als haar
gemeen goed beschouwde, ze bezigde om er in klimmen of er aan rond
te zwaaien. Die paaltjes zijn ook, vooral in 't begin van hun
bestaan, het onderwerp geweest van veel gepraat en geschrijf,
Populair zijn ze niet — bij de schoolkindeen, sedert de prikkels,
ook niet meer — dat heeft men aan de kritiek kunnen merken, 't Was
op het hartstochtelijke af, en overigens goedaardige mensen werden
schier wild, als ze over deze uitingen van gemeentelijk trambeleid
hoorden spreken. Heel wat is er over geschreven; maar ook meer
radicale middelen zijn gebezigd. Burgers hebben zich niet ontzien de
vernielende hand aan deze voorwerpen te slaan, er uit te rukken wat
in hun ogen een ergernis was. Tegen zulke overtuigde baldadigheid is
de sterkte van deze Mannesmannbuizen niet bestand gebleken. Op
verscheidene plaatsen in de stad werden zo nu en dan trampaaltjes
uit de grond gerukt, verbogen en vernield. ‘t Was niet gemakkelijk
de bedrijvers te vinden van deze euveldaden, waarvoor de stille uren
‘s nachts werden uitgekozen. Maar eindelijk werden er dan toch twee
gesnapt. Twee jongelieden die van de Zaandamse kermis kwamen, de
kermispret nog in het hoofd en daardoor tot baldadigheid gestemd,
waren 's nachts, bij het huiswaarts keren, op de Vijzelgracht zo’n
trampaaltje tegengekomen, ‘t Ding had hen blijkbaar gehinderd,
tenminste. ze hadden het niet ongemoeid gelaten en waren, met maar
al te goed succes, aan het rukken en buigen gegaan, een
voorbijganger zag hen daar zo bezig en waarschuwde een politieagent,
die de nachtelijke vernielers op heterdaad betrapte en
proces-verbaal tegen hen opmaakte. Wegens „zaakbeschadiging" werd
een aanklacht tegen hen ingediend en gisteren werd het zaakje voor
de Rechtbank behandeld. Het deerlijk gehavende, geheel verbogen en
verwrongen paaltje wa als stuk van overtuiging, in de rechtszaal
aanwezig, getuigenis afleggende van de energie waarmede de daders
waren opgetreden. Slechts een van hun was verschenen; hij voerde ter
verontschuldiging aan, dat eigenlijk niet hij, maar zijn kameraad,
die dien avond, zo wat door het dolle heen was, het had gedaan.
Getuigen hadden echter beiden bezig gezien, en tegen hem, en de
ander bij verstek, werd veertien dagen gevangenisstraf geëist.
Al moge de officier van Justitie bij de Rechtbank alhier gisteren 14
dagen gevangenisstraf gerequireerd hebben tegen twee personen die
tramhaltepaaltjes vernielden, toch zijn hedennacht weer een paar van
deze paaltjes aan de Weesperzijde vernield. De baldadige is echter
onbekend gebleven
21-11-1902
Stremming van het verkeer.
B. en W. brengen ter kennis: dat wegens het aanleggen van
tramsporen, het verkeer voor rij- en voertuigen in de
Jodenbreestraat en in de Rapenburgerstraat., ter plaatse van het
kruispunt dezer straten, met ingang van 21 November a.s. voor enige
tijd zal zijn gestremd.
22-11-1902
Elektrische Tram Amsterdam—Zaandam.
Bij de Gemeenteraad is ingekomen een aanvrage van de heren J.G. van
Niftrik, ingenieur te Amsterdam, J.E. van Niftrik en P.H. van
Niftrik, bouwmeesters te Zaandam en Amsterdam, tot het aanleggen en
exploiteren van een tramweg van Amsterdam over het Noordzeekanaal
bij de Hembrug naar Zaandam, Koog-aan-de-Zaan en Zaandijk, te
berijden met door elektrische kracht bewogen rijtuigen, door middel
van bovengrondse stroomgeleiding. In het plan is het punt van
vertrek en aankomst te Amsterdam ontworpen op het plein voor het
Centraal Station. Verder gaat de route over de Prins Hendrikkade
naar en langs het Droogbak, onder de Westelijke spoorwegviaduct naar
en langs de De Ruyterkade (Westerhoofd), naar en over de draaibrug
van de Westerdoksluis, over de Westerdoksdijk naar het Barentzsplein,
waar, bij het aldaar vallende einde van de Gemeentelijke elektrische
tram, een haltegebouwtje zal geplaatst worden.
Van het Barentzplein, door de Roggeveenstraat en een klein deel van
de Houtmankade, wordt het Westerkanaal bereikt, alwaar tot overgang
een eigen tramspoorbrug wordt gebouwd op de hoofden van de
Keersluis. Na deze brug wordt, de Houtmankade (W.-Z.) kruisende, de
Roggeveenstraat gevolgd naar het Spaarndammerplein, waar weer een
haltegebouwtje zal verrijzen bij het punt, waar aldaar de
Gemeentelijke elektrische tram zal eindigen.
Verder door de toegangweg van de Amsterdamse polder naar de Hemweg
tot het pontveer voor het Noordzeekanaal, bij de Hembrug. Voor de
overgang van het Noordzeekanaal wordt gebouwd een door stoom
gedreven platdeks kabelpont, waarmee tegelijk de motorwagen en 2
volgwagens zullen kunnen vervoerd worden, en die bovendien ruimte
zal bieden voor het gewone rij- en voetverkeer. Van de pont gaat de
route langs de zeehaven van Zaandam naar de Hoogendijk, verder
Czarinastraat, Czaar Peterstraat, Hoogendijk, Damstraat, Westzijde
tot de gemeente Koog a/d Zaan. Daar wordt de trambaan gelegd op de
te dempen sloot ten Westen van de verkeersweg. Het eindpunt van de
baan is in de Spoorstraat nabij de grens van de gemeente Zaandijk.
Te Amsterdam zullen, buiten het stationsgebouwtje nabij het
Centraalstation. twee wachtlokalen geplaatst, een op het
Barentzplein, het einde van de gemeentelijke elektrische en een op
het Spaarndammerplein. In Zaandam eveneens twee lokalen: één bij de
Hembrug, een bij de Mallegatsluis; in Koog a/d Zaan twee lokalen,
één bij de Kalverbrug en een aan het eindpunt der baan. Bovendien
zullen op een afstand van 250 M. tramhalten ingesteld worden. De
baan is ingericht voor enkel spoor met wisselplaatsen,terwijl de
spoorwegwijdte, evenals van de aansluitende trambanen te Amsterdam
1435 mm zal bedragen. De snelheid zal behoudens te stellen
beperkende bepalingen ten minste 15 km per uur bedragen.
Om het half uur zal van elk van de eindpunten een tram vertrekken.
De dienst zal aan beide eindpunten aanvangen om ‘s morgens 7½ uur en
eindigen aan het eindpunt te Koog om 's avonds 7½ uur en van dat te
Amsterdam ‘s avonds 10½ uur. Zoo veel mogelijk zal de dienst ‘s
zomers en ‘s winters gelijk zijn en zal hij omvatten het vervoer van
personen en goederen.
In de levering van de elektrische stroom ten noorden van het
Noordzeekanaal zal voorzien worden door een in de Koog of in Zaandam
nabij de Koog op te richten centrale.
27-11-1902
Gemeenteraadszitting van 26 november
Ingekomen stukken:
Adres van J.G. van Niftrik, ingenieur alhier, J.E. van Niftrik en
P.H. van Niftrik, bouwmeesters te Zaandam en Amsterdam , waarbij
zij, met het oog op hun voornemen om te geraken tot de aanleg en de
exploitatie van een elektrische tramweg tussen Amsterdam en Zaandam,
verzoeken hun te vergunnen:
a. op of in de in het adres aangeduide openbare wegen der gemeente
Amsterdam sporen aan te leggen en te gebruiken, alsmede palen en
leidingen voor de elektrische stroom;
b. die sporen, voor zoveel nodig, in aanraking te brengen met de
sporen van de Amsterdamse tramwegen;
c. een beweegbare tramspoorbrug te bouwen over de keersluis in het
Westerkanaal en de brug over de Westerdoksluis, zoveel nodig, te
versterken;
d. een klein stationsgebouw te vestigen op of bij het plein vóór het
Centraal station en wachtlokalen op het Barentzplein en het
Spaarndammerplein;,
e. desverlangd aan de Gemeentelijke Elektrische Centrale de
gevorderde energie te ontlenen voor een trambaanvak bezuiden het
Noordzeekanaal.
In handen (gesteld) van B. en W. tot preadvies.
Tram Amsterdam—Haarlem
Een tramverbinding van Amsterdam met Haarlem en omstreken en
Zandvoort, volgens de plannen van de ingenieur F. Anderheggen jr. en
de architect L. J. Neumeijer Jr., zal, zo deelt men ons mede, weldra
tot stand komen. Alle hinderpalen, welke de uitvoering van deze
plannen in de weg stonden, schijnen thans opgeheven te zijn. Volgens
de Amsterdamse concessie zullen de wagens dezer onderneming afrijden
nabij de Dam, van een nader aan te wijzen punt. Vervolgens gaan zij
langs Raadhuisstraat, Rozengracht en De Clercqstraat tot de grens
der gemeente, vanwaar de lijn recht door de polder naar de straatweg
naar Haarlem loopt. Volgens de Haarlemse concessie gaat de lijn in
Haarlem van de Amsterdamsche poort, langs de kortste weg naar de
Langebrug over het Spaarne, waar zij zich vertakt, enerzijds om
aansluiting te verkrijgen naar Zandvoort, anderzijds midden door
Haarlem naar de Zijlweg, grens Overveen. Deze concessie zal tevens
verder voorzien in een verbinding met Bloemendaal, in aansluiting
aan de thans bestaande elektrische tram Haarlem—Bloemendaal. Naar
gemeld wordt — maar hieromtrent konden wij geen zekerheid verkrijgen
— zou de concessie aan een buitenlandse combinatie overgedaan zijn.
28-11-1902
Welke tramlijnen onveranderd behouden, welke in richting gewijzigd
en welke geheel nieuw ontworpen of aangelegd worden, heeft men
verscheidene maanden geleden in de meeste couranten kunnen lezen.
Maar niet ieder Amsterdammer heeft die opgaaf bewaard of uit het
hoofd geleerd, en vermoedelijk zullen er velen zijn, die zich geen
volledige voorstelling kunnen maken van de verschillende tramlijnen
in de naaste toekomst.
De Heer P. A. Droste, sigarenmagazijn in de Paleisstraat 23, geeft
nu aan de keerzijde van zijne prijscourant (welke steeds kosteloos
bij hem verkrijgbaar is) een kaartje van Amsterdam, waarop men al de
tramlijnen, ook de nog niet voltooide, met rode lijnen ziet
aangewezen, en van elkaar door nummertjes onderscheiden.
De spoorweglijnen aan de rand der stad zijn met zwarte lijnen
aangegeven.
4-12-1902
De Sneeuw.
De eerste sneeuw is weer gevallen en sleepte ook nu als altijd
dezelfde gevolgen met zich. Gisteren het eerste bedrijf. Binnen
enkele ogenblikken na het vallen van de eerste vlokken waren de
straten afschuwelijk; geen wit kleed, maar een chocoladekleurige
brijachtige massa.
Vandaag het tweede. De vorst van de afgelopen nacht veranderde
modder en brij in een vaste, doch zeer gladde koek. Hoewel dit boven
al het andere te verkiezen is, hebben velen er toch weer het akelige
van ondervonden
(………………)
Bestuurders van voertuigen uitten op verschillende plaatsen in de
stad allerlei verwensingen, vooral bij bruggen. Tal van paarden
vielen. Zo in de Vijzelstraat het paard van een pekelwagen, waardoor
het tramverkeer ruim een half uur vertraagd werd. In de
Utrechtschestraat gebeurde een dergelijk voorval. Nog meer kwam ons
ter ore, te veel om te vermelden.
Het sneeuwen heeft slechts één goede zijde. Vanmorgen konden
ongeveer 200 losse werklieden aangenomen worden, uitsluitend
huisvaders, die werkeloos zijn. De vorst heeft echter wel het
reinigingswerk enigszins belemmerd. Veegmachines en sneeuwploegen
behoefden niet eens uit te rukken.
17-12-1902
Gemeenteraadsverkiezing in District III.
Gisteravond vergaderde, onder leiding van Dr. Hubrecht, in de „Poort
van Muiden" „Vooruitgang III", tot het stellen van een kandidaat
voor het lidmaatschap van de Gemeenteraad (vacature-Den Hertog). Van
de voorlopig opgegeven kandidaten hadden allen, behalve Mr. D. E.
Lioni, zich teruggetrokken.
Mr. Lioni, die aanwezig was, verklaarde o.m. dat de Gemeenteraad
dient in te lossen de belofte om arbeiderstrams in de morgenuren en
late trams ‘s avonds te doen rijden.
22-12-1902
Brand in de Utrechtschestraat.
Gistermiddag omstreeks half vijf brak in de Utrechtschestraat bij
het Frederiksplein een vrij hevige brand uit. 't Was in perceel 138,
op één na het laatste huis van de straat, in welk perceel een
manufactuurwinkel van de firma Vroom en Dreesman gevestigd is. De
brand ontstond bij het aansteken van de lichten in de overvolle
etalagekast. (……..)
Met enige slangen op de Vechtwaterleiding had de brandweer de brand
spoedig onder de knie. De aangerukte stoomspuiten behoefden geen
dienst te doen. Het tramverkeer ondervond enige vertraging, doordat
enkele van de slangen over de rails gelegd moesten worden, maar ook
dit duurde slechts korte tijd. Omstreeks vijf uur konden de wagens
al weer passeren. Inderdaad verdient de brandweer voor dit snel en
handig werken een pluimpje. De winkel is zo goed als geheel
uitgebrand. De bovenverdiepingen bleven, op enige geblakerde
vensterkozijnen na, gespaard.
24-12-1902
In het lokaal „Handwerkers Vriendenkring" was gisteravond een
bijeenkomst uitgeschreven voor neringdoenden in het district III,
ter bespreking van de Gemeenteraadsverkiezing. In deze druk bezochte
bijeenkomst trad als spreker op Mr. D. E. Lioni, die, zijn eigen
kandidatuur tegenover die van den sociaaldemocratische kandidaat H.
Polak stellende, de tramexploitatie verre van uitstekend noemde,
enz.
Nog bracht spr. in herinnering, dat de (eveneens liberale) Heer Van
Nierop in 1898 al heeft aangedrongen op trams voor de arbeiders en
op latere ritten.
Weinig heil verwachtte spr. van nog meer gemeente-exploitatie, zoals
de sociaaldemocraten die willen.
Verantwoording en disclaimer:
Cees Pot heeft voor de totstandkoming van
deze tijdlijn de database van de website "Historische
kranten in beeld" geraadpleegd. Deze website is een initiatief van
de Koninklijke Bibliotheek. Deze instantie heeft ons toestemming verleend voor
publicatie op deze wijze.
*
Soms komen er in de artikelen fouten en onjuistheden voor. Om
wille van de authenticiteit is besloten deze ongewijzigd te laten.
laat een berichtje achter
|