Mediatijdlijn van de Amsterdamse tram
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< naar intro mediatijdlijn

door naar 1902 >>

Share |

MEDIATIJDLIJN AMSTERDAMSE TRAM 1901
door Cees Pot
e-mail:
ceespot@amsterdamsetrams.nl

1901

7-1-1901
De Gemeenteraad zal Woensdag 9 Jan., ’s nam. 1 ¼ uur, een openbare vergadering houden ter behandeling van :
(…………)
1105. Preadvies van B. en W. op een adres van de “Vereeniging van Amsterdamsche Stalhouders”, in zake: de ligging der tramrails; (………)

AMSTERDAMSCHE IJSCLUB.
De banen op de Amsterdamsche IJsclub op het terrein achter het Rijksmuseum zijn hedenmorgen geopend. Reeds vanmorgen was 't er vol en levendig op de fraaie banen, met haar prachtig, spiegelglad ijs, maar vanmiddag was 't nog drukker, toen de vlaggetjes op de trams allerwegen in de stad het heuglijke nieuws van de opening der baan bekend maakten en toen de schooljeugd, die vanmorgen op school haar ongeduld al haast niet had kunnen bedwingen van deze heerlijke vrije middag genoot om zich geheel en al met hart en ziel te wijden aan het gezonde, oud-Hollandse wintervermaak.

14-1-1901
Stadsnieuws.
In het weekblad De Amsterdammer een grappige parodie op de nieuwe controlemaatregelen voor de tram, welk niet de eer hebben in de smaak van het publiek te vallen. Braakensiek maakt van de aan alle kanten goedgesloten tram een muizenval, welke de inzittenden slechts door de opgehaalde klap verlaten om in handen te vallen van gewone aanrijdende politie en controleurs, die allen doorzoeken.

15-1-1901
IJsdrukte.
Half Nederland heeft gisteren op schaatsen gestaan. Van alle kanten bereiken ons berichten van drukte op het ijs.(………………) De trams naar de Amsteldijk en de Weesperzijde werden bestormd, want ook de Amstel trok veel rijders.

2-2-1901
Sneeuw.
't Begint nu nog op het laatst een lastige winter te worden voor de Stadsreinigingsdienst. Gisteravond was met veel moeite de stad, althans langs de hoofdverkeerswegen, zo veel mogelijk schoongemaakt, toen 't tegen een uur of tien weer hardnekkig begon te sneeuwen. Voor het verkeer was die onverwachte sneeuwval een kwaad ding, in de eerste plaats voor het tramverkeer, dat er belemmering en vertraging door ondervond. De veegwagens rukten wel zo spoedig mogelijk uit, maar konden toch de sporen niet voldoende schoonhouden. Op sommige lijnen werd met dubbel span gereden, maar met de tramwagens, die er maar één paard voor hadden, was ’t sukkelen. Vooral bij de bruggen hadden de paarden een hele trek. Gelukkig hielp het publiek een handje en kon men bij iedere brug het hele personeel zien uitstappen om te helpen de wagen tegen de helling op te duwen. Aan de eindpunten van de tramlijnen was 't natuurlijk een dringen om er in te komen; op de Dam was 't soms op vechten af. De aapjeskoetsiers maakten beste zaken ; sommigen vroegen voor deze extra-avond ook extraprijzen, die gewillig betaald werden, want de mensen waren blij als ze niet door de dikke rulle sneeuw behoefden te baggeren.

5-2-1901
De vrouw die eergisteren, vrijdagavond in de Ferdinand Bolstraat door de tram is overreden en bij aankomst in het Binnengasthuis reeds bleek overleden te zijn, is herkend als te zijn de wed. K., wonende 2e Weteringdwarsstraat. Daar de 64-jarige vrouw doof was, heeft zij waarschijnlijk het schellen van de tram niet gehoord en is zij daardoor onder de wagen geraakt.

8-2-1901

Ter gelegenheid van het huwelijk van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik zijn vandaag de tramwagens versierd met vlaggen.

9-2-1901
IJs.
De vlaggetjes van de IJsclub stonden gisteren al weer op de trams. De leden konden hun ogen haast niet geloven en keken nog eens terdege of ze zich soms vergisten en of het vlaggetje misschien ook behoorde bij de vlaggentooi, waarmee heden de tramwagens versierd waren. Maar neen, 't waren wel degelijk de vlaggetjes van de Amsterdamsche IJsclub, ten teken dat de baan weer geopend was.

11-2-1901
Do Commissaris van Politie in de 5e sectie te Amsterdam vestigt de aandacht op drie onbekende personen, vermoedelijk Duitsers, de een ongeveer 30 jaren, lang en gezet, bleek en baardeloos, de tweede ongeveer van de zelfde leeftijd, iets kleiner en slank, bleek en baardeloos, de derde ongeveer 50 jaar, met grijzend haar en knevel. Dit drietal wordt verdacht van het ontrollen van een zwart lederen portefeuille met 10 bankbiljetten van ƒ 200, 10 van ƒ 60, en 1 muntbiljet van ƒ 10, ten nadele van J. A. S., Hemonystraat te Amsterdam. Deze diefstal had plaats op het achterbalkon van een tramwagen.

14-2-1901
VALS GELD.
Enige dagen geleden maakten wij er melding van, dat er weer eens valse guldens in beslag waren genomen. Er schijnen er nog meer in omloop te zijn; een tramconducteur heeft er een gedeponeerd aan het politiebureau op het J. D. Meijerplein. Het valse muntstuk droeg de beeldenaar van Koning Willem II en het jaartal 1847.

15-2-1901
SNEEUW.
Omstreeks het middaguur ontlastte zich heden een flinke sneeuwbui over de stad, welke ons weer eensklaps midden in de winter heeft gebracht, met dik besneeuwde straten en pleinen, die het tramverkeer hinderen. De veeg- en pekelwagens rukten uit, en op enige lijnen werd met dubbel span gereden. Van sneeuwruimen kon nog niet veel komen………………..

19-2-1901
Waarschuwing aan het tramrijdend publiek.
Hedenmiddag gebruik makende van de tram Willemsparkweg, vroeg ik de conducteur om een „pasje" en betaalde daarvoor 't vastgestelde tarief. Zonder dit echter na te kijken, deed ik 't in mijn portemonnee. Op de terugrit vouw ik 't open en zie, dat ik een „controlekaartje" ontvangen heb. Thuis gekomen vertel ik bovenstaande aan mijn echtgenoot, en deze zei mij, dat hem deze week hetzelfde was overkomen op de lijn Prins Hendrikkade. Op dergelijke wijze toegepast, kunnen deze „controlekaartjes" een aardig voordeel voor de conducteurs opleveren. Een ieder kijke dus zijn kaartje na.
M. O., 15 Februari 1901.
(Aan opzet geloven wij niet, maar een andere vraag is of men de controlekaartjes, die nog niets dan ongemak opgeleverd hebben, niet ten spoedigste zou laten vervallen? Red.)

22-2-1901
Ingezonden
Mijnheer de redacteur!
Vóór de 2e elektrische kabelbaantram in onze stad wordt aangelegd, wenste ik op onderstaand de aandacht te vestigen:
Voortdurend lezen wij in de dagbladen van ongelukken in het buitenland, veroorzaakt door bovengrondse kabels der trams (Madrid, Liverpool, N.v.d.D, februari 1901). Vroeger, voor onze stad zo’n tram rijk (?) was, stond dan boven zulk een bericht: “Alweer een ongeluk met de elektrische tram”, of iets dergelijks, doch nu laat men dit opschrift maar weg, vrezende, denk ik, “onze tram” impopulair te maken. Ik ben volstrekt niet een uit velen, die zich kanten tegen al wat nieuw is, doch volgens mij weegt bij bedoelde tram het nut niet op tegen het gevaar: van welk klein toeval hangt het contact tussen telefoondraden en de tramkabel niet af, wijl deze draden door storm of rijp breken.
Dat men het grote gevaar voor contact inziet en het niet loochent, bewijst de aanbrenging van vlechtdraad en staven boven de viaduct bij de Planciusstraat, dienende gebroken telegraafdraden van de spoorweg op te vangen en toch vooral niet met de kabel in aanraking te laten komen. Dit bekennen van het gevaar moest reden genoeg wezen kabels boven publieke wegen tot de onmogelijkheden te doen behoren. Kan het tevens niet plaats hebben, dat de kabels zelve naar beneden komen, b.v. als de verbindingen versleten zijn? Hoe weet men steeds, trots de beste inspectie, het ogenblik waarop een en ander vernieuwd moet worden? “Zich in de vrije lucht bewegen”, zal voortaan klinken als een bespotting; of geeft het geen beklemd gevoel te moeten lopen onder een dodend net? Dat Amsterdam van ongelukken zal verschoond blijven is niet denkbaar, waar die in vele plaatsen, waar de elektrische kabeltram bestaat, zijn voorgekomen; het is spelen met een gevaarlijke natuurkracht. Door het ijzerdraad en de palen zal de stad ook niet sierlijker worden. Kleven ondergrondse leiding en gastram ook gevaren aan (ontploffing gastram te Maastricht), zo ben ik hier, als vanzelf spreekt, ook tegen.
Ik acht de paardentram juist niet een ideaal; wil men een andere beweegkracht invoeren, waarom dan niet het systeem van de ’s-Gravenhaagse tram toegepast, daar dit gevaarloos is. Misschien is de kabeltram voordeliger in de exploitatie dan deze, maar daar mag de veiligheid niet onder lijden.
De paardentram zou echter, wat sneller vervoer betreft, kunnen verbeterd worden door vaste halten. Beschouwde men deze als onvolmaakt, welnu, er is er een voor in de plaats gekomen, welke door zijn gevaar nog veel onvolmaakter is.
U dankzeggend voor de plaatsruimte, Hoogachtend, Ued. Dw Dr., A.

26-2-1901
Ter Secretarie zijn ter lezing gelegd:
VERORDENING GEMEENTE-TRAM EN INSTRUCTIE VOOR DE DIRECTEUR.
Daarin is zoveel mogelijk rekening gehouden met de bestaande toestand. In art. 1 van laatstbedoelde instructie wordt bepaald dat de directeur ook aan het hoofd zal staan van de dienst der gemeentelijke stoomponten. De mogelijkheid is verder door B. en W. overwogen om het reglement voor de werklieden en daarmede gelijkgestelden in dienst der gemeente ook van toepassing te verklaren op de vaste werklieden in dienst der gemeente-tram. Zij zijn echter tot de conclusie gekomen, dat in verband met de zeer eigenaardige overgangstoestanden, waarmede men te doen heeft, dit slechts geleidelijk kan geschieden.
PENSIOENREGELING TRAMPERSONEEL.
Door B. en W. is bij de raad ingediend een voordracht tot regeling van het pensioen van het personeel der gemeentetram. Deze regeling, waarvoor als model heeft gediend de pensioenregeling voor het van de Imperial Continental Gas-Association overgenomen personeel, komt in hoofdzaak op het volgende neer: De Gemeentelijke Pensioen-Verordening wordt voor het gehele personeel van toepassing verklaard, onder inachtneming van het volgende.(………….) Aan de belanghebbenden blijft de keuze overgelaten, of zij al dan niet onder bovenstaande bepalingen in de Gemeentelijke Pensioen-ver ordening wensen te worden opgenomen. Mochten zij dit niet verlangen dan blijven zij dezelfde rechten behouden als zij aan het Reglement der Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij konden ontlenen. Voor het personeel, dat na 1 Januari 1900 bij de Gemeente-Tram is aangesteld, zal de Gemeentelijke Pensioen-verordening ongewijzigd van toepassing kunnen worden verklaard.
VERORDENING OP DE GEMEENTE-STOOMPONTEN
Daarin zijn de wedden……………………….

BRIEVENBUS.
In ons nummer van 19 dezer constateerde een inzender twee gevallen, waarbij op een der tramlijnen een controlekaartje in plaats van een overstapkaartje uitgereikt was en verbond daaraan de opmerking dat daar "een aardig voordeel aan verbonden is." Ofschoon wij al dadelijk opmerkten dat wij aan geen opzet geloofden, zij hier nog vermeld dat de conducteur Van den Puttelaar, dienstdoende op een andere lijn, in een ons toegezonden schrijven opkomt tegen de beledigende verdenking in eerstgenoemd stuk. Wanneer een conducteur betrapt wordt op oneerlijkheid — zegt hij o. a. — wordt hij door de Gemeente ontslagen, behalve wat er verder uit volgt. Gesteld nu eens, dat een conducteur oneerlijk wil wezen: hij zal 50 maal of zeg 100 maal een controlebewijs afgeven voor een overstapkaart, dan heeft hij het aardig voordeel van zes gulden, zegge 6 gulden; 12½ cent ontvangt hij voor een overstapkaart, maar wanneer hij een controlebewijs afgeeft, moet hij ook een kaartje verantwoorden, anders klopt zijn administratie niet; een kaartje kost 6½ cent, dus dan houdt hij over 6 cent of voor de 100 stuks 6 gulden. Een aardig voordeel, voorwaar, om voor zes gulden een betrekking kwijt te raken, en dan moet het honderd maal gedaan worden, met succes, anders wordt het bedrag nog minder.

1-3-1901
MAATREGELEN VAN ORDE GEDURENDE HET VERBLIJF VAN HET KONINKLIJK ECHTPAAR EN VAN H.M. DE KONINGIN-MOEDER ALHIER, VAN DINSDAG 5 MAART 1901 TOT ZATERDAG 9 MAART D.A.V., BETREFFENDE HET WIJZIGEN DER STANDPLAATSEN VAN TRAMWAGENS EN STATIONERENDE BIJTUIGEN.
B. en W. brengen ter kennis, dat voor de handhaving der orde gedurende het verblijf van het Koninklijk Echtpaar en van Hare Majesteit de Koningin-Moeder te dezer stede, van Dinsdag 5 Maart 1901 tot Zaterdag 9 Maart d.a.v., het navolgende is bepaald:
Worden verplaatst:
1°. De standplaats van de tramwagens van de lijn Dam—Constantijn Huijgensstraat naar de Raadhuisstraat tussen de Spuistraat en de Singel.
Op de dag van de Intocht evenwel nemen de tramwagens van deze lijn van 8 uur v.m. tot 2 uur n.m. standplaats op de Westermarkt.
2°. De standplaatsen der tramwagens van de lijnen Dam—Vondelstraat, Dam—Willemsparkweg en Dam— Amsteldijk naar de Spuistraat ter hoogte van het verkooplokaal „de Zwaan."
3°. De standplaatsen van de tramwagens der lijnen Dam—Linnaeusstraat, Dam—Sarphatistraat en Dam— Staatsspoor naar het Rokin tussen de Spaarpot- en Gapersteeg.
4°. De standplaatsen van de tramwagens der lijnen Dam—Centraalstation, Dam—Prins Hendrikkade Dam—Haarlemmerplein naar het Damrak tegenover de Baafjessteeg.

Op dinsdag 5 maart zal in verband met de illuminatie ’s middags na 7 uur alle tramverkeer zijn gestaakt.

4-3-1901
TRAMVERKEER.
Zoals bekend gemaakt is, zal op de feestdagen in de volgende week het tramverkeer op verschillende wijzen worden beperkt, hetgeen vooral op Dinsdag in belangrijke mate zal geschieden. Wij vernemen intussen, dat het mogelijke zal worden gedaan om het ongerief te temperen en om, voor en na verplichte onderbrekingen, het tramverkeer zodra doenlijk te doen hervatten. Zo zal de lijn Centraal Station—Weesperzijde Dinsdagvoormiddag bediend worden van Centraalstation tot het Weesperplein. De lijn Leidscheplein-Plantage, vóór en tijdens de intocht door de Weteringschans tot het Westeinde; de lijn van de Willemsparkweg, gedurende die periode tot de Prinsengracht, enz. Men moet dus niet te spoedig de hoop opgeven om tramwagens te zullen zien, althans over een gedeelte van de af te leggen weg.

5-3-1901
Het is vandaag bijzonder druk in de stad, omdat velen de versieringen komen bekijken, die allerwegen zijn aangebracht ter gelegenheid van het bezoek van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik.
Hoewel hier (Vijzelstraat-Heerengracht) en op andere drukke punten, zoals o. a. aan de ingang van de Utrechtschestraat bij het Frederiksplein, extra politietoezicht was, raakte toch het tramverkeer door de overgrote drukte nu en dan in de war.

14-3-1901
Het Tweede Kamerlid Nolting, uit Amsterdam zal vermoedelijk vooreerst de kamerzittingen niet kunnen bijwonen, wegens een val uit een tramrijtuig te Amsterdam, waarbij hij zijn been bezeerde. De wond is echter niet van ernstige betekenis.

25-3-1901
CONTROLE OP DE GEMEENTETRAM.
De hier ter stede ongewone en alles behalve in den smaak vallende controle bij de tram blijft niet alleen bestendigd, maar treedt nog een beetje krasser op.
Thans is in de tramwagens aangeplakt dat ieder, die op aanvrage het hem verstrekte controlebiljet niet kan vertonen, van de wagen zal verwijderd worden, tenzij hij nog eens betaalt.
Als deze maatregel nodig is, dan is er nog iets anders nodig: dan moet worden afgeschaft de vieze en ook in vele gevallen voor de gezondheid der passagiers bedenkelijke, gewoonte van de meeste conducteurs, om de vinger te bevochtigen met speeksel, teneinde het controlebiljet te kunnen afscheuren.
Gelukkig zijn sommige allereerste beginselen der gezondheidsleer in de laatste tijd zodanig gemeengoed geworden, dat het publiek het gevaar daarvoor kent. En daarom zal dat publiek met recht kunnen zeggen : wil de gemeentetram voor hare controle ons noodzaken papiertjes aan te nemen, dat zij ons dan niet moet blootstellen aan de kans met tuberkelbacillen en andere infectieziekten veroorzakende organismen in aanraking te komen.
Het kan niet revolutionair gevonden worden, maar 't is een daad van wettig zelfbehoud, als het publiek beslist weigert met zulke bevochtigde vingers afgescheurde biljetten in ontvangst te nemen. Er zijn, dit is zo, aan de conducteurs sponsjes ter hand gesteld — waaruit zou volgen dat de directie met het hier bedoelde bezwaar niet onbekend is — maar ieder passagier kan dagelijks zien, dat daarvan slechts bij uitzondering gebruik wordt gemaakt.
De directie, die dit ook kan weten, moet hierop iets vinden, anders komt zij in botsing met het publiek, waarbij het gelijk niet aan haar zijde is.
De directie alleen is machtiger dan de ganse bevolking van Amsterdam. En van deze overmacht maakt zij gebruik ook. Of 't wijs is?

GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad zal Woensdag 27 dezer, 's nam. 1 ¼ uur, een openbare vergadering houden ter behandeling van o.a.:
— 198. Voordracht van B. en W., om de bepalingen der Gemeentelijke Pensioenverordening van toepassing te verklaren op de personen, vroeger in vaste dienst bij de A. O. M.;
— 199. Id. tot vaststelling van een Verordening op het beheer en de dienst der Gemeente-tram en van een Instructie voor de Directeur;
— 200. Id. van een Verordening op het beheer en de dienst der Gemeente-Stoomponten.

27-3-1901
Controle op de Gemeentetram.
Met grote instemming, en zeker velen met mij, — las ik uw bericht ever de hier ter stede toegepaste controle in de tramwagens, en verzoek u, Heer Redacteur, beleefd de navolgende eenvoudige opmerkingen te doen plaatsen.
In de tramwagens is thans aangeplakt dat ieder, die op aanvrage het hem verstrekte controlebiljet niet kan vertonen, van de wagen zal verwijderd worden — tenzij hij nog eens betaalt.
Ergo : een maatregel van controle, niet van controleurs op conducteurs, doch op het publiek. Naar mijn bescheiden mening heeft de controlerende beambte daartoe het recht, doch met een mening die even bescheiden is, veroorloof ik mij zeer ernstige twijfel te opperen omtrent het recht van de controleur om de passagier een boete op te leggen, in casu: de dubbele vrachtprijs, en bij gebreke van de reiziger, om daaraan te voldoen : hem van den wagen te verwijderen.
De controleur, n.b. niet eens een onbezoldigd Rijksveldwachter, — dat is een beambte die bevoegd is proces-verbaal op te maken tot vaststelling van een overtreding — treedt hier op als geheel onbevoegd tegenover het publiek. Vervolgens komt hij eigenmachtig op het terrein der Rechterlijke Macht, want hij beboet een burger door het opleggen van de dubbele vrachtprijs en ten slotte int hij die boete, welke bevoegdheid in Nederland uitsluitend aan de ontvangers der Registratie en Domeinen is opgedragen.
Mocht ik in deze mis zien, dan zal 't mij zeer aangenaam zijn, in deze beter te worden ingelicht.
Uw abonnee, X.

Lijdelijk verzet tegen de nieuwe contrôle op de Gemeente-Tram.
Met voldoening werd door mij van de verschillende ingezonden stukken kennis genomen, waarin de grote overlast door de sinds 1 Jan. jl. ingevoerde controle op de Gemeentetram beschreven werd, doch tot mijne verbazing werd door niemand het toch zo voor de hand liggend middel aangewezen om de Directie er toe te brengen, die controle in het vervolg maar wederom achterwege te laten.
Laat ieder, die 't slechts even missen kan zich vast voornemen het ontvangen controlekaartje niet aan de controleur te vertonen, doch eenvoudig met een ontwijkend antwoord voor de tweede maal te betalen, dan vervalt voor de Directie geheel het nut van de door haar gemaakte bepaling. Zij kan dan namelijk niet meer met voldoende zekerheid constateren, of de conducteur al of niet een controlemerk afgegeven heeft. Wanneer op elke wagen slechts één reiziger bovenstaande raad opvolgt, dan wordt, wanneer de wagen gecontroleerd wordt, die controle geheel tot een wassen neus gemaakt en zal de Directie zelve inzien, dat zij een andere oplossing met minder last voor de passagiers zal hebben te bedenken.
Het opvolgen van bovenstaande raad is veel eenvoudiger en praktischer dan de tram te boycotten, terwijl het dubbel betalen door het geringe aantal wagens het werk gecontroleerd wordt, niet erg in de papieren zal behoeven te lopen.
W. J. R,

28-3-1901
AANVARING EN STREMMING IN HET VERKEER.
De gisteren plaatsgevonden aanvaring van de brug van het Oosterdok is voor het verkeer van zeer grote betekenis, vooral wanneer men bedenkt dat elken dag 168 treinen de brug moeten passeren. Onmiddellijk na het gebeurde is last gegeven, dat de treinen van de Staatsspoor alleen zullen vertrekken van het station Weesperpoort en de treinen van Utrecht niet verder zouden gaan dan datzelfde station. In verband hiermede zullen niet enkele, maar alle treinen aan het station Muiderpoort stoppen. De passagiers zullen er dus verstandig aan doen per tram Dam—Linnaeusstraat van het Centraal-station naar het kleine station Muiderpoort te gaan. Uitstappende bij de 1ste Van Swindenstraat, en gaande door die straat, bereiken zij het station dat nu tijdelijk een hoofdstation is geworden.

Schutterij
De aandacht van schuttersdienstplichtige lezers wordt er op gevestigd, dat dit jaar ten behoeve van het wijzigen of afgelasten van oefeningen der schutterij, niet op de gewone wijze van de torens en andere publieke gebouwen zal worden gewimpeld, doch dat zulks met rode metalen wimpeltjes of driehoekige vaantjes op de tramwagens zal plaats hebben, op de wijze als ‘s winters voor de Amsterdamsche IJsclub geschiedt. Op de stoomponten over het IJ zullen tot gelijk doel rode wimpels waaien.

29-3-1901
CONTROLE BIJ DE TRAM
In de gemeenteraadsvergadering van gisteren vroeg de heer Zeehandelaar waarom deze (controle) de geheime controle door de A.O.M. ingesteld, verdrongen had en waarom zij in de laatste dagen was verscherpt op welke vragen de Wethouder van Leeuwen mededeelde, dat die nieuwe controle (de verplichting om de controlebiljetten te bewaren) was ingediend omdat het getal „vergissingen" bij de conducteurs toenamen dat de Gemeente meende niet verantwoord te zijn, indien zij, even als de A.O.M. gedaan had, vergissingen strafte alleen afgaande op een geheime controle. De Wethouder wees er nog op dat een einde moest worden gemaakt aan het demoraliserende van het feit, dat conducteurs, die de bedoelde „vergissingen" niet begingen, 't moesten aanzien dat zij in minder goede conditie verkeerden dan de plegers van de abuizen. In de toekomst, wanneer elektrische trekkracht zal zijn ingevoerd, zal, zo deelde de Heer Van Leeuwen mede, het tarief herzien worden, ook met de bedoeling om de controle te kunnen Vereenvoudigen.
De raad keurde tevens de voorstellen goed, die voor de beambten van de voormalige A.O.M. de pensioenen regelt, alsmede die tot vaststelling van een verordening op de tramdienst. De wethouder zegde toe, dat zodra de toestanden bij de tramdienst definitief geregeld zijn, ook het werkliedenreglement zal worden aangepast.

4-4-1901
Omstreeks half negen gisteravond werd brand ontdekt in perceel 10 aan de Zwanenburgwal. In het benedengedeelte was een werkplaats van suikerwerken van de Heer I. Morpurgo gevestigd, welke te ongeveer 7 uur verlaten was. Enige voorbijgangers zagen een vlam uit het huis slaan, waarop onmiddellijk de brandweer werd gewaarschuwd. Door een luchtkoker werden de vlammen dadelijk naar boven gedreven, zodat het dak reeds brandde, toen de brandweer aankwam. De bovenbewoners konden juist nog in allerijl naar beneden komen en werden daarbij ijverig geholpen door een politieagent en enige voorbijgangers.
Er waren verschillende stoomspuiten uitgerukt, waarvan er echter slechts een behoefde gebruikt te worden. Met behulp van deze spuit en van enige Vechtwaterkranen was men de brand in ongeveer een half uur meester, 't Bleek echter dat het huis van onderen tot boven zeer ernstige schade geleden had.
Gelijk begrijpelijk was, waren honderden nieuwsgierigen op het gezicht van de vlammen en de rook, die in de eerste minuten zichtbaar waren, tezamen gestroomd en moest het tramverkeer gedurende het blussen gestaakt worden.

6-4-1901
In de Marnixstraat is gisternamiddag een droevig ongeluk gebeurd. Een kind van een jaar of acht liep daar op de tramrails, toen er een wagen van de elektrische tram in volle vaart naderde. Een werkman van de tram, die toevallig vlak bij was, zag het gevaar waarin het kind verkeerde en snelde toe om het weg te rukken. De kloeke man, Visser genaamd, duwde het kind weg, maar werd het slachtoffer van zijn goede daad. Hij struikelde, raakte onder de wagen, die niet snel genoeg kon stilhouden en werd deerlijk gewond opgenomen. Men bracht hem stervende naar het Binnen- Gasthuis, maar onderweg bezweek de man. Het knaapje, dat een niet ernstige kwetsuur had gekregen, werd ter verbinding in het Gasthuis opgenomen. De bestuurder van de elektrische wagen had aan het ernstig ongeluk geen schuld. Alles gebeurde zo snel en zo plotseling, dat er geen tijd meer was om te remmen.

22-4-1901
Kamer van Koophandel stelt haar leden voor aan B. en W. het volgende te schrijven inzake de
TRAM LANGS DE HANDELS- EN IJKADE:
“In antwoord op Uw schrijven van 9 Maart jl. No. 4466, hebben wij de eer U mede te deelen, dat naar onze meening de bezwaren tegen een gewone tramlijn, loopende langs de Handelskade en langs de IJkade, te overwegend zijn om den aanleg daarvan te mogen aanbevelen. Wel echter is het van het hoogste belang, dat behalve de geprojecteerde tramlijn, aankomende aan de brug over de Dijksgracht, eene andere snelle en gemakkelijke verbinding, zoowel van de IJ- en Handelskaden onderling, alsook van beide met de stad worde tot stand gebracht.
Indien Uw college zich met het bovenstaande kan vereenigen, zullen wij gaarne onze medewerking verleenen om het tot stand komen van de dringend noodige verbinding zooveel mogelijk te bespoedigen.
Wij zien daaromtrent Uwe nadere voorstellen met groote belangstelling te gemoet.”
Nadat de Voorzitter heeft medegedeeld, dat de Commissie voor de Haven- en Handelsinrichtingen slechts node dit schrijven heeft voorgesteld, doch dat haar zienswijze omtrent de onmogelijkheid van een tram langs de Handelskade ook wordt gedeeld door het medelid, de Heer De Flines, werd het concept goedgekeurd.

24-4-1901
De gemeentetram heeft Zondag 92,000 personen vervoerd. De open tramwagens deden voor het eerst in dit jaar weer dienst. Het juiste getal passagiers, Zondag van hier uit door de treinen in de richting Haarlem vervoerd, bedraagt 20983.

6-5-1901
Openbare aanbesteding.
B. en W. zullen op Maandag 13 Mei, te 12 uren, op het Raadhuis, in het openbaar aanbesteden:
HET MAKEN VAN DE GROND-, RIOLERINGS-EN BESTRATINGSWERKEN TEN BEHOEVE VAN DE AAN TE LEGGEN TRAMLIJN MAURITSKADE—ZEEBURGERDIJK—VEEL AAN—CRUQUIUSWEG.
De voorwaarden zijn te verkrijgen tegen betaling van f 0.35. Inlichtingen worden gegeven ten kantore van het 1e Hoofdbureau van de Publieke Werken op het Raadhuis, kamer No. 108, van 10 tot 12 uur, gedurende de drie laatste werkdagen der week, welke de besteding voorafgaat.

18-5-1901
De controlekaartjes.
Uit het politierapport: Iemand, die op verzoek van de conducteur van de tramlijn Amsteldijk—Dam, zijn contramerk niet kon tonen en weigerde een ander plaatsbiljet te nemen is door een agent van politie naar het bureau St. Pietershal gebracht. Blijkbaar had hij 't opzettelijk weggeworpen.

Rechtszitting
In de zitting van het Eerste Kanton alhier werd behandeld een geval van colporteren op straat, naar aanleiding van een proces-verbaal, door de politie opgemaakt tegen een diamantwerker, zekere Emanuel Degen. Deze had op 20 April j.l., 's avonds omstreeks tien uur, in de Sint –Anthonies-Breestraat gecolporteerd met een verkiezingsblaadje „Stemt Rood" en had dit zo luidkeels schreeuwende gedaan, dat in die straat een volksverzameling ontstond, het verkeer gedeeltelijk gestremd werd en de orde verstoord, althans werd bedreigd.
De beide politieagenten, als getuigen gehoord, verklaarden dat de colporteur voortdurend in de straat was blijven heen en weer lopen, telkens omkerend en steeds luidkeels ventende. Er was zo'n opstopping ontstaan, dat de tram niet dan zeer langzaam kon doorrijden en wegens dit dreigende gevaar van ordeverstoring hadden zij het raadzaam, geacht, de colporteur te verwijderen.
Het O.M. eiste een boete van f 3 of 2 dagen hechtenis.
De rechter zal op 29 mei uitspraak doen.

20-5-1901
In het Gemeenteblad is opgenomen de Woensdag 15 mei jl. zonder discussie of hoofdelijke stemming aangenomen voordracht tot het aangaan van een geldlening van ƒ 10,000,000.
Die som is benodigd om te voldoen het door de gemeente nog niet betaalde gedeelte der uitkering, aan de Amsterdamse Omnibus-Maatschappij wegens de naasting van haar onderneming verschuldigd, groot ƒ6,000,000. Het overschot zal dienen tot dekking der uitgaven, welke voor de bouw der gemeentelijke centrale inrichting voor elektriciteit en de ombouw van het bestaande tramnet aanvankelijk nodig zullen zijn.

24-5-1901
CONTROLEKAARTJES.
Onlangs werd, zoals men zich herinnert, een passagier die zijn controlebewijs niet kon vertonen en weigerde een nieuw biljet te nemen, niet alleen van de tram verwijderd, maar ook door een agent van politie naar een der bureaus gebracht. Thans is bepaald, dat wanneer door trambeambten bijstand wordt verzocht aan de politie om passagiers te noodzaken hun controlebewijzen te tonen, deze assistentie zich slechts mag bepalen tot het verwijderen van die passagiers van de tram. Alleen wanneer hun houding tegenover de politie daartoe aanleiding geeft, zullen zij naar het politiebureau worden gebracht.

25-5-1901
Het nieuwe tramnet.
Thans is bij de Gemeenteraad ingekomen de voordracht tot uitbreiding en ombouw van het tramnet, ingericht voor elektrische trekkracht. Zij bevat dertien nieuwe lijnen, waarin natuurlijk de bestaande lijnen, na meer of minder belangrijke wijzigingen te hebben ondergaan, zijn opgenomen.
1. Amstelveenscheweg, Overtoom, Anna Vondelstraat, Vondelstraat—Dam en terug. Dit zijn bestaande lijnen, behalve dat die van de Overtoom verbonden wordt aan die van de Vondelstraat, dat de N. Z. Voorburgwal in plaats van de Spuistraat gevolgd wordt en dat op de Dam over de middenverhoging wordt rondgereden, om door de Mozes- en Aaronstraat terug te keren naar de N. Z. Voorburgwal.
2. Koninginneweg, Dam, Damrak, Stationsplein, midden Stationseiland Oostelijk deel, Oostelijke de Ruijterkade tot de spoorwegviaduct bij het Badhuis, en terug. Op de heenweg wordt, behoudens het afsnijden van de bocht aan de Stadhouderskade door het volgen van de Hobbemastraat, de bestaande en de onder 1. genoemde lijn gevolgd; op de Dam steekt de lijn over van de middenverhoging naar het Damrak. Op de terugweg volgt de lijn de Noordzijde van de Dam, de Mozes en Aaronstraat, de N. Z. Voorburgwal enz.
3. Station Weesperpoort, Sarphatistraat, Tulpplein, Weesperzijde, Nieuwe Amstelbrug, Ceintuurbaan, Roelof Hartstraat, van Baerlestraat, P.C. Hooftstraat, Stadhouderskade, Vondelkade, Constantijn Huijgensstraat, Bilderdijkstraat, Rozengracht—Dam en terug.
4. Ceintuurbaan, te beginnen bij de Amsteldijk, Ferdinand Bolstraat, Vijzelgracht en -straat geheel, Sophiaplein, Rokin, Dam Oostzijde, Damrak, Stationsplein, midden Stationseiland Oostelijk deel, langs de De Ruyterkade naar het IJ-veer; terug langs dezelfde weg tot het Sophiaplein, dan Reguliersbreestraat, Rembrandtplein Westzijde, Oostelijk deel Reguliersdwarsstraat, verder volgende de bestaande lijn door de Vijzelstraat tot het beginpunt.
5. Amsteldijk, te beginnen bij de plaats „Meermond", Stadhouderskade, Westeinde, Frederiksplein, Utrechtschestraat, Rembrandtplein, Bakkerstraat, Binnen-Amstel, Sophiaplein, Rokin, Dam Oostzijde, Damrak, Stationsplein, Haarlemmerstraat, -dijk en -plein, Nassauplein, Spaarndammerstraat en -plein; terug langs dezelfde weg, doch door de Reguliersbreestraat inplaats van langs de Binnen-Amstel.
6. Cruquiusweg, Veelaan, Zeeburgerdijk, Mauritskade, Muiderpoort, Plantage-Middenlaan, Muiderstraat, en verder de richting van lijn 7 naar het Centraal-Station; terug langs dezelfde Weg, behalve dat in plaats van de Jodenbreestraat het Waterlooplein wordt gevolgd.
7. Weesperzijde—Centraal-Station (de bestaande lijn).
8. Spoorweghalte Muiderpoort, 1e Van Swindenstraat, Linnaeusstraat, Mauritskade, Muiderpoort, Sarphatistraat, Frederiksplein, Weteringschans, Leidscheplein, Marnixstraat, Kinkerstraat en terug langs dezelfde weg.
9. Oosterpark, te beginnen bij den hoek der 's Gravesandestraat, Linnaeusstraat, Plantage, Dam, Damrak, Stationsplein tot voor het Centraal-Station, en terug; op de heenweg volgende de richting Plantage-Middenlaan, Hortusbrug, Muiderstraat, Nieuwe Amstelstraat, Blauwbrug; overigens geheel de tegenwoordige lijn, behoudens de voorlopige vervanging van het eindvakje in de Linnaeusstraat door een lijn langs het Oosterpark en de verlenging van de exploitatie tot het Centraal-Station.
10. Czaar Peterstraat, Kattenburgerbrug, nieuwe brug Schippersgracht, Prins Hendrikkade, Stationsplein, Damrak, Dam Noordzijde, Mozes- en Aaronstraat, N. Z. Voorburgwal, Paleisstraat, Dam langs de middenverhoging, Damrak enz.; terug langs dezelfde weg.
11 . Barentzplein en -straat, Planciusstraat, Marnixstraat, Weteringschans, Sarphatistraat, Boeterstraat, Plantage Kerklaan en Doklaan tot bij de brug; terug langs dezelfde weg.
12. Station Weesperpoort, Sarphatistraat, Frederiksplein, Utrechtschestraat, Bakkerstraat, Binnen-Amstel, Rokin, Dam Oostzijde, Damrak, Centraalstation; terug langs dezelfde weg, behalve dat in plaats van de Binnen-Amstel de Reguliersbreestraat wordt gevolgd.
13. Brug Dijksgracht, Mariniersplein, Groote Kattenburgerstraat, Kattenburgerbrug, nieuwe brug Sohippersgracht , Rapenburgerstraat, Markenplein, Nieuwe Amstelstraat tot bij de Blauwbrug en terug.
Bij deze nieuwe lijnenaanleg heeft de bedoeling voorgezeten hen zo dicht mogelijk het centrum van verkeer te doen naderen en in de nabijheid daarvan punten van onderlinge aanraking te hebben; voorts is er voor gezorgd dat verschillende buitenwijken met de spoorwegstations en de IJkant verbonden zijn. Drie belangrijke nieuwe bruggen zijn voor het plan nodig: de Amstelbrug vóór de Ceintuurbaan (met den bouw waarvan reeds begonnen is), een brug over de Schippersgracht, ter verbinding van het einde van de Prins Hendrikkade met het Kadijksplein en een brug over de Boerenwetering.
Een grote verbetering zal ook zijn de gewijzigde toestand op de Dam, over welk plein de meeste lijnen wel lopen, doch waar zij niet meer alle haar eindpunt hebben. In het algemeen is er voor gezorgd dat de tramwagens, die door de Paleisstraat de Dam opkomen, dezen langs de Mozes en Aaronstraat weer loslaten; er wordt daarbij om het monument heengereden. Ook behoeft bij de voorgenomen toepassing van bovengrondse geleiding geen hinderlijke toestand te bestaan, daar men zal kunnen volstaan met een beperkt aantal sierlijke en aan de pleinverlichting dienstbaar gemaakte palen. Natuurlijk wacht de toepassing van elektrische trekkracht voor alle lijnen op het gereedkomen van de Centrale aan de Hoogte Kadijk (voormalig Entrepot), waarmede nog enige jaren gemoeid zijn; maar B. en W. stellen, op advies van de Directeur van de Tramdienst, voor, reeds dadelijk over te gaan tot de aanbouw van de lijnen Haarlemmerplein—Dam, Centraal- Station—Dam en Constantijn Huygensstraat— Dam, waarvoor de benodigde stroom kan worden geleverd door het tijdelijke elektrische station aan de Brouwersgracht. De globale raming van kosten, verbonden aan de uitvoering van het voorgestelde plan, bedraagt f 6,500,000.
De lijn door de Spuistraat zal vervallen in plaats van welke straat de N. Z. Voorburgwal gereden wordt. Verder vervalt het gedeelte Vondelkade tussen Leidscheplein en Anna Vondelstraat, in plaats waarvan de Vondelstraat gereden wordt. Ook vervalt het stuk tramlijn op de Stadhouderskade, tussen de Van Woustraat en de Ferdinand Bolstraat, in verband met de nieuwe richting over het Westeinde. De beweging over het Koningsplein zal ook ophouden omdat de tram Vijzelstraat voortaan het Rokin zal bereiken. De draaischijven op het plein komen dus te vervallen.

Het Nieuwe Tramnet.
In een gedeelte van onze oplaag van gisteren deelden wij reeds de hoofdzaken mede uit de voordracht van B. en W. omtrent het nieuwe tramnetplan.
Uit het daarbij overgelegde rapport van de directeur van de tramdienst vermelden wij thans nog dat voor eerst een 5-minuten dienst zal worden ingevoerd. De gelegenheid, dat tramwagens elkander op scherpe kruisingen zouden kunnen ontmoeten, is in het algemeen zoveel mogelijk voorkomen en vooral op en in de nabijheid van de Dam is deze tot het uiterste beperkt. De voor het verkeer buiten dat der tram beschikbare ruimte op dat plein wordt vermeerderd, doordien daarop slechts over enkel spoor wordt gereden, behalve langs den Oostelijke rand. Indien men het gewone voertuigverkeer, door de straten ten Noorden en ten Zuiden van het Koninklijk Paleis slechts laat volgen de richtingen van het tramverkeer, wordt buiten kijf een zeer ordelijke toestand verkregen.
De Directeur acht het nodig in te richten twee hoofdremises met werkplaatsen, n.l. één op het terrein op de hoek der Potgieter- en Tollensstraten en één aan de Roetersstraat bij de gebouwen van de Centrale Dienst, en te behouden als bijremises, na de nodige verbouwing, de gebouwen aan de Linnaeusstraat, de Amsteldijk, de Willemsparkweg en de Brouwersgracht.
De kostenberekening is gegrond op toepassing van de bovengrondse stroomgeleiding, behalve op ongeveer 500 M. aan de Hoogesluis en de te bouwen Amstelbrug, waar het een of ander contactknoppen-systeem zal worden toegepast. Hiervan bestaan er waarvan de toepassing, op zo kleine schaal als hier bedoeld wordt, veilig kan worden ondernomen.
De tijd, benodigd voor de uitvoering van het gehele voorgestelde elektrische tramwegnet, stelt de directeur op ongeveer 4 jaren, na het in gebruik nemen van het krachtstation aan de Hoogte Kadijk. In het rapport wordt medegedeeld, dat de over ruim een half jaar lopende ervaring met de elektrische tramlijn Leidscheplein—Zoutkeetsgracht, ook hier heeft bevestigd, dat men door die overgang geraakt tot een belangrijk grotere vervoerscapaciteit, tot lagere exploitatiekosten, tot een ook bij zeer ongunstige winters volkomen ongestoord bedrijf en tot een voor het overige verkeer geheel veilig verkeersmiddel, en verder dat het gebruik, hetwelk zelfs bij onveranderd tarief van de tram gemaakt wordt, aanzienlijk stijgt. Omtrent de financiële gevolgen meent de directeur veilig te mogen rekenen op een bruto opbrengst van het voorgestelde net in voltooiden staat ten bedrage van f 2,800,000 per jaar. Behalve door vergelijking met de tegenwoordige toestand en door het nagaan van de elders na de overgang tot de elektrische tractie verkregen resultaten, blijkt wel, dat die verwachting niet overdreven is, wanneer men in aanmerking neemt, dat het aantal der jaarlijks op het nieuwe net af te leggen wagenkilometers, met inbegrip van dat der bijwagens, stellig op 12,000,000 mag worden geschat en dat de opbrengst per wagenkilometer ƒ 0,23 zou moeten wezen om de f 2,800,000 te bereiken. Bij de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij was deze ongeveer f 0.30.
Na een beschouwing van de verhoging, die verschillende onderdelen der exploitatierekening zullen moeten ondergaan ten behoeve van het nieuwe net, kunnen de jaarlijkse exploitatiekosten geschat worden op ƒ 1,750,000, uitmakende 62.5 % van de bruto opbrengst. Die verhouding, welke in de grote steden door de invoering van de elektrische exploitatie overal en dikwijls aanmerkelijk gunstiger geworden is, was bij de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij ongeveer 65 % en is meestal lager dan 62.5 %. (Berlijn 53%,, Hannover 61%, Dresdener Strassenbahn 60%, Grosse Leipziger Strassenbahn 57%, verschillende Engelse steden nog lager). Een overschot voor rente, aflossing enz. groot ƒ1,050,000 mag dus wel worden tegemoet gezien, dat is ongeveer ƒ 500,000 meer, dan waarop bij de gewone begroting voor 1901 is gerekend. Deze som zou dus meer ontvangen worden, als gevolg van de uitgaaf van f 6,500,000, zodat uit een financieel oogpunt geen overwegend bezwaar tegen die, trouwens over een aantal jaren te verdelen, uitgaaf behoeft te bestaan. Deze beschouwing betreft natuurlijk het voltooide net. Gedurende de overgangstijd zijn bezwaarlijk jaarlijkse ramingen te maken. De wijze van ombouwen, waarbij zoveel mogelijk de voordeligste lijnen het eerst aan de beurt komen, maakt echter, dat het overgangstijdperk niet al te ongunstig behoeft te zijn.

1-6-1901
Amsterdam, 29 Mei 1901. TRAM-CONTROLE!
Mijnheer de Redacteur! Verzoeke enige ruimte voor onderstaande regelen in uw veelgelezen blad. Woensdagavond, ruim 7 uur met de tram over de Rozengracht gaande, kwam er een controleur op de wagen, die van de passagiers hun contramerken verlangde. Op het achterbalkon bevonden zich een paar passagiers, die daaraan niet konden of wilden voldoen, en daar deze personen niet genegen waren ten tweede male te betalen, liet de controleur de wagen stilhouden. Een agent, die zich in de buurt bevond, werd ontboden om die passagiers, die inmiddels met de controleur in twist waren geraakt, te sommeren van de tram te stappen of te betalen. waaraan niet eerder werd voldaan, dan nadat de tram geruime tijd had stilgestaan en het verkeer van de volgende wagen was gestremd, alles opgeluisterd door de tegenwoordigheid van een dichte drom mensen, die blijkbaar schik in het geval hadden en zich in een ogenblik hadden verzameld. Aan wie de schuld lag, wil ik niet beslissen, wel geloof ik de tolk van velen te zijn, wanneer ik zeg dat dergelijke incidenten voor de passagiers zeer onaangenaam zijn en spreek ik de wens uit, dat deze controle onzin spoedig tot het verleden moge behoren.
U dankend voor de welwillendheid, verblijf ik
Hoogachtend,
Uw abonnee, P.J. Knijzer.
[Wij delen dezen wens van harte. Red.]

3-6-1901
Lokaalspoor Amsterdam—Haarlem.
Volgens het door de Minister goedgekeurd plan van de „Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij voor de lokaalspoorweg Amsterdam-Haarlem door het noordelijk gedeelte van de Haarlemmermeerpolder, komt de lijn door de Roomolenpolder binnen de gemeente Haarlem, snijdt de Schalkwijkerweg en het Zuider-Spaame rechthoekig en vindt zijn eindpunt aan de Kleinen Houtweg, tussen de Kamper- en Twijnderslaan. Dit laatste gedeelte van de spoorweg ten westen van het Spaarne is, evenals het gedeelte binnen de gemeente Amsterdam, (van de Stadhouderskade tot de Buitenveldsche Binnendijkse polder), als tramweg opgevat. De bovenbouw van de lokaalspoorweg zal bestaan uit stalen vignola rails, op houten dwarsliggers. De gehele weg wordt van dubbel spoor voorzien, de afstand der beide sporen bedraagt 3.60 M., overigens loopt de spoorweg over een aarden baan.
De overbrugging van het Spaarne geschiedt door een gelijkarmige draaibrug met doorvaartopeningen vaa 11 M. wijdte, en twee vaste overspanningen, ieder wijd 33.34 M. De lengte van de brug is ruim 100 M., en de onderkant ligt gemiddeld op 4 M. boven A. P. De brug loopt boven over de Schalkwijkerweg. Voor de elektrische beweegkracht wordt het bovengrondse stelsel gebezigd.
Bij de onteigening van gronden zijn betrokken : de Weduwe A. A. van den Berg, te Haarlemmerliede; Jhr. P. en Jhr. L. J. Quarles van Ufford; P. Vedel; Mej. A. A. C. Koenen, allen te Haarlem en de gemeente Haarlem.
Op 10 Juni kunnen bezwaren worden ingebracht bij Gedeputeerde Staten van Noord- Holland, op het stadhuis te Haarlem.

Zakkenrollers !
Hedenmorgen had de loper van een firma alhier aan de Twentsche Bank een som van ƒ750 aan bankpapier geïnd en het pakje biljetten in de binnenzak van zijn jas gestoken. In de Paleisstraat, op den hoek van het Koninklijk Paleis, bij het wachthuisje van de tram, werd hij opgeduwd door een drietal personen, die in dat nauwe gedeelte schenen uit te wijken voor een naderende tramwagen. Enige ogenblikken later toevallig de hand in zijn borstzak stekende bemerkte de man tot zijn grote schrik dat het pakje bankpapier verdwenen was. Handige zakkenrollers, die hem waarschijnlijk reeds van de Twentsche Bank af gevolgd waren, en die geen andere kunnen geweest zijn dan het sluwe drietal, hadden het hem in dat ondeelbare ogenblik afhandig gemaakt

10-6-1901
GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad zal Woensdag 12 dezer, ‘s nam. 1 ¼ uur, een openbare vergadering houden ter behandeling van:
(…………..)
— 550. Voordracht tot vaststelling van een tramwegplan, bestemd voor elektrische exploitatie met bovengrondse stroomgeleiding, enz.;
(………….)

CORRESPONDENTIE
J. A. R,, L. v. C. o. a. De tegenzin bij zovelen komt voort uit het blijkbaar onnodige, gezochte en last veroorzakende van de extracontrole. Er is immers al controle, hetzij door het geven van een recu uit het boekje, hetzij door het doorscheuren van het abonnementskaartje ? Daarbij nog de „stille controle" van onbekende medereizigers!
Vergelijkingen met boot of spoor, waar men aan een bepaald traject gebonden ia, gaan niet op; daar geschiedt de controle vanzelf en altijd, op de tram zeldzaam en als bij verrassing.

11-6-1901
De Opmerker (Bouwkundig Weekblad) bevat o. a. een stuk over Gemeentebelangen (nieuwe tramlijnen te Amsterdam)

12-6-1901
Tram—Spuistraat.
Dat de Spuistraat zich zonder verweer haar tramlijn zou laten ontnemen, was niet te verwachten. Er is dan ook bij de Gemeenteraad een adres van bewoners van eigenaars van percelen aldaar, ingediend om dat gedeelte van het nieuwe tramnetplan, hetwelk, de tram naar de N.Z. Voorburgwal verlegt, niet aan te nemen. Minstens hoopt men dat de van de Dam. terugkerende tramwagens langs de Spuistraat kunnen biijven rijden.
De adressanten vrezen dat de straat anders zal verliezen al wat zij in uiterlijk aanzien door het tramverkeer genomen, heeft en achten 't te bejammeren dat al wat de fabrikant, winkelier of magazijnouder doet tot instandhouding van zijn zaak door een verandering van gemeentewege kan teloor gaan.

14-6-1901
Gemeenteraad, zitting van 12 juni.
Tramaanleg.
De onlangs ingediende voordracht tot uitbreiding en elektrische inrichting van het tramnet werd, gelijk zij door B. en W. was ontworpen, aangenomen. Enkele Raadsleden voerden naar aanleiding van detailkwesties het woord, doch vonden, na de verdediging van de voordracht door de Voorzitter en Wethouder Heemskerk, geen aanleiding hun wensen of aanmerkingen in amendementen om te zetten.
Een uitzondering maakten de heren Sutorius en Schippers. De eerste stelde voor om, ter ontlading van het Damrak, dat z. i. te zeer met tramwagens bezwaard zal worden de lijn Leidscheplein—Dam niet via den Dam langs het Damrak te doen rijden, doch door te trekken langs de gehele N. Z. Voorburgwal naar het Centraal-Station. De Heer Schippers diende een voorstel in om het stukje tram tussen de Van Woustraat en de Ferd. Bolstraat niet op te heffen.
Beide voorstellen zullen, nadat B. en W. daarover preadvies hebben uitgebracht, afgescheiden van de tramvoordracht, die, gelijk wij zeiden, inmiddels werd goedgekeurd, in behandeling komen. Reeds nu gaven B. en W. te kennen dat die preadviezen niet gunstig zullen luiden, omdat hetgeen gevraagd wordt niet past in het nu goedgekeurde plan. De Heer Wijnmalen wees op het gebrek van een directe tramverbinding van buurt YY met het Oosterparkkwartier en de Heer Wiersma op het gemis van voldoende tramverbinding van de Jordaan met het hart der stad, opmerkingen waarvan de betekenis door B. en W. niet werd tegengesproken, maar aan verwezenlijking waarvan om verschillende redenen thans nog niet gedacht kan worden. Bij de Amstel liggen o.a. de terreinen van de Staatsspoor in de weg.

25-6-1901
B. en W. zullen op Maandag 2 September 1901, te 12 uren, op het Raadhuis, in het openbaar aanbesteden : DE LEVERING VAN ONGEVEER 5.000,000 KG. GROEFRAILS VOOR TRAMWEGEN, MET INBEGRIP VAN DE NODIGE DWARSVERBINDINGEN.LASCHPLATEN ENZ,
De voorwaarden dezer aanbesteding zijn te verkrijgen ter Stads-drukkerij, tegen betaling van ƒ 1.35 (met twee tekeningen).
Het leveren van elektrische motorwagens, ingericht voor bovengrondse stroomtoevoer. De voorwaarden dezer aanbesteding zijn te verkrijgen tegen betaling van ƒ 0.75. -Inlichtingen worden gegeven ten kantore van de directeur van de Gemeentetram, Nieuwe Achtergracht 164.

26-6-1901
Gisteren is men begonnen met het slopen van de vaste brug over de Nieuwe Achtergracht aan de Weesperstraat, waardoor het asvervoer over die brug voor geruime tijd zal gestremd zijn. Een houten hulpbrug is er naast gelegd voor voetgangers, terwijl de trampaarden worden omgespannen, zodat de passagiers daar hebben over te stappen, totdat de nieuwe brug, die breder wordt, zal gereed zgn.

2-7-1901
Elektrische trams.
Bij het opmaken van het plan tot inrichting van het Gemeentelijk tramnet voor elektrische drijfkracht, is uitgegaan van het denkbeeld dat, desverkiezende, de verschillende onderdelen afzonderlijk zouden worden aanbesteed of ter uitvoering worden opgedragen aan verschillende gegadigden. Dezer dagen is de aanleg van het lijntje Muiderpoort—Entrepotdok, een zeer klein onderdeel van het gehele net, gegund aan de „Union" Electricitäts-Gesellschaft te Berlijn. Verkeerdelijk schijnt men hiervan gemaakt te hebben, dat de bouw van de grote Electrische Centrale aan deze maatschappij zou zijn opgedragen. De gunning van den bouw van dit zo belangrijke werk, waarmede meer dan een miljoen gulden gemoeid is, heeft nog niet plaats gehad.

3-7-1901
Gemeentelijke tramdienst.
Gedurende het 2e kwartaal 1901 zijn vervoerd 6,555,802 passagiers tegen 5,915,041 in hetzelfde tijdvak van 1900.
Totaal van 1 Januari af 12,063,620 passagiers tegen 10,711,530 in het vorige jaar. Gedurende de maand Juni zijn vervoerd 2,224,79' passagiers tegen 2,188,825 in Juni 1900.

13-7-1901
Verslag van enige werkzaamheden gedurende Mei en Juni.
Elektrische lijn Mauritskade— Handelsentrepot. Op de Zeeburgerdijk werd met het leggen van de sporen op 20 Mei een aanvang gemaakt van 100 meter ten westen der spoorwegviaduct af. In Oostelgke richting kwam do baan gereed tot nabij de vaste brug over het Loozingskanaal voor de Veelaan. Het aanleggen van tramsporen werd vervolgd van de draaibrug over de Nieuwe Vaart af door de Veelaan tot het eindpunt op de Cruquiusweg met inbegrip van de aansluitingssporen voor de hulpremise aldaar.
Een begin werd gemaakt met de tramaanleg op de Mauritskade zelve, alwaar de aansluitingswissel aan de bestaande tramlijn Dam—Linnaeusstraat gereed kwam, benevens 50 meter spoor tot nabij het uitwijkspoor, bestemd voor bijwagens in de nabijheid van de standplaats voor de nieuwe lijn, aldaar

15-7-1901
Onderhanden zijn de werken voor het verbreden van de Zeeburgerdijk, nodig voor het maken van de grond-, bestratings- en rioleringswerken, ten behoeve van de aanleg der tramlijn Mauritskade—Zeeburgerdijk.

24-7-1901
Een brug door het Centraal-Station.
„Hollandia" bevat een artikel, getekend V., over de kwestie der exploitatie van de gronden over het IJ. en de overbrugging van dit water . De schrijver acht zulk een overbrugging nergens anders mogelijk of doelmatig dan tegenover de Dam en het Damrak. Wijl echter daarvóór het Centraal Station ligt, en men daar noch overheen noch onderdoor kan, moet men er dwars doorheen. „Op het eerste horen — zegt V. — zou men er van kunnen schrikken! Geven wij dus terstond de verzekering, dat er — door een gezegend toeval — enige meevallertjes geconstateerd kunnen worden. De helling der brug vangt aan tegenover de ingang der open Korenbeurs, Noordelijken gevel der Beurs, stijgt, het Damrak zelve geheel vrij latend voor het verkeer met het station, langzaam over het water heen en is boven de kleine haventjes vóór het Stationseiland al zó hoog geklommen, dat de kleine scheepvaart er niet de geringste belemmering ondervindt. Bij de voorgevel van het station is zij gekomen tot boven de zoldering der wachtkamers en naast het avantcorps van het gebouw. Van het Damrak af is aan het gezicht op de stationsgevel geen schade gedaan, want de nieuwe Beurs vergunt toch reeds niet langer méér van het station te zien dan de bedoelde voorbouw. De brug voert dus met een fraaie poort, waarvoor het ontwerp worde ingewacht van de bouwer van het station, door de Oostelijke vleugel heen. In het station zelve ligt de brug reeds hoog genoeg boven perrons en rails; trouwens, er is in het station reeds een loopbrug op die hoogte. Aan de Noordzijde voert de brug weder door de kap heen, en, haar pijlers nu verder in het IJ-water plantend heeft zij al op de oever een zó aanmerkelijke hoogte bereikt, dat zij waarschijnlijk over het ganse watervlak haar weg horizontaal zal kunnen nemen, tevens de zeilschepen en kleinere booten onder zich ongemoeid latend. Ter plaatse waar zij de geul der grote scheepvaart snijdt, opent zij zich, als het nodig is over een spanning van ongeveer 60 Meter met dubbele klep voor de grote zeeschepen, die het Noordzeekanaal op en afvaren en haar ligplaats hebben in het Oostelijk havengebied. Aan de overzijde daalt zij neder op de strook gronds tussen de beide Willemsluizen. Zij brengt u dus tot voor het station der Noord-Hollandsohe tram. De Zaankanter neemt te Zaandam een elektrische tram, die hem langs de Noordelijke IJ-oever en bij 't Tolhuis over de IJ-brug binnen twintig minuten tijds afzet voor de trappen van de Korenbeurs op het Damrak. Wie aan de Noordelijken IJ-oever gaat wonen of werken, met vrij uitzicht op het levendig water en de torens der oude stad, is in korter tijd op de Dam, dan de bewoners der nieuwe wijken aan de Zuidrand der stad! En de wandeling, des Zondags van de Beurs af langs de zachte glooiing opent een nieuw gezicht op de schone stad, voert over het bedrijvige Centraal station en steekt dan plotseling het brede watervlak over om aan de overzijde nieuw Amsterdam, rondom het oude Tolhuis te bezoken, zal een nieuw genot geven voor de bewoners der hoofdstad, die voor hun Zondagwandelingen waarlijk geen ruime keus hebben.

27-7-1901
Stremming van het verkeer.
B. en W. brengen ter kennis, dat, wegens het inleggen der kruising van de sporen der Hollandsche 'IJzeren Spoorweg-Maatsohappij met die der elektrisohe tram in de Mauritskade, het verkeer voor voertuigen over de overweg in die kade zal gestremd zijn van af Maandag 29 Juli a.s., ‘s middags te 10 uur, tot Woensdag 31 Juli d. a. v. ‘s middags te 6 uur.

30-8-1901
No. 857. Voordracht van B. en W. behelzende een Supplementbegroting No. 3 voor de dienst 1901 tot regeling van de restanten van 1900 en vorige jaren. Deze begroting sluit in ontvangst en uitgaaf met een bedrag van ƒ11,591,528.49½ ; onder de inkomsten zijn geboekt: gelden door geldlening te verkrijgen ƒ 6,474,292 en gelden van het batig saldo over de dienst 1900 beschikbaar voor die van 1901 ƒ 4,091,082.47½.
Tot de uitgaven behoren als voornaamste posten: voor het overnemen en uitbreiden van het tramnet ƒ6.587,652 en delging van stedelijke schuld ƒ1,158,847.

6-9-1901
In de week van 11 tot 18 dezer zal het tramvervoer op de lijn Linnaeusstraat—Dam na afloop van de gewone dienst zoveel langer worden voortgezet, als met het oog op het naar huis komen van het merendeel der bezoekers van „Barnum and Bailey's Show" nuttig en mogelijk zal blijken.

9-9-1901
In vervolg op onze mededeling betreffende het rijden van tramwagens op de lijn Linnaeusstraat-Dam na afloop van de gewone dienst op de 11e tot de 18e van deze maand, kunnen wij nog melden dat hetzelfde ook zal geschieden tussen het Station Weesperpoort (of wel het Weesperplein) en de Dam.

19-9-1901
Heden is uit Amsterdam vertrokken het circus van Barnum & Bailey, dat gedurende acht dagen zijn tenten in de Watergraafsmeer had opgeslagen, en dat gedurende die tijd voor een enorm vervoer op de tramlijn naar de Linnaeusstraat heeft gezorgd, vooral ook van veel bezoekers van buiten de stad.
“en tegen elven begon op den Dam bij de trams naar de Linnaeusstraat een gedrang dat soms op een bestorming begon te gelijken” schreef Het Nieuws van den Dag daarover.

20-9-1901
Officiële Kennisgeving
Openbare aanbesteding.
B. en W. zullen op 14 October 1901, te 12 uur, op het Raadhuis, in het openbaar aanbesteden:
HET BOUWEN VAN EENE REMISE: MET WERKPLAATSEN, MAGAZIJN EN WONING OP EEN TERREIN AAN DE TOLLENSSTRAAT EN POTGIETERSTRAAT TEN BEHOEVE VAN DE GEMEENTE TRAM. De voorwaarden zijn te verkrijgen tegen betaling van ƒ 2.80 (met vier tekeningen). Inlichtingen worden gegeven ten kantore van de Gemeente Tram, Nieuwe Lijnbaansgraoht No. 8, Kamer No. 38, van 2 tot 4 uur, gedurende de laatste vijf werkdagen vóór de dag der aanbesteding.

27-9-1901
De Reguliersgracht. In de Begroting voor 1902 deelden B. en mede, dat met het oog op de exploitatie van Gemeentelijke Tram spoedig een beslissing zal moeten genomen worden omtrent de toekomst van de bruggen over de Reguliersgracht en die over de Keizersgracht bij de Reguiiersgracht. Bij het ontwerpen van het tramplan is terloops van demping van de Reguliersgracht gerept. B. en W. wezen er in de begroting op, dat indien tot demping niet werd overgegaan, vernieuwing van de bruggen noodzakelijk was. Daar de beslissing aan de Gemeenteraad toekomt, trokken B. en W. vooralsnog geen gelden uit voor deze bruggen. Men heeft daaruit menen te moeten opmaken dat de mooie Reguliersgracht, als zoveel schoons in onze stad, ernstig gevaar liep te verdwijnen.
Dit is gelukkig niet het geval. Gisteravond zou de kwestie besproken worden in de vergadering van het Genootschap Architectura et Amicitia, maar men heeft daarvan afgezien, op grond van een ontvangen mededeling van het Gemeentebestuur „dat B. en W. in de concept-begrooting voor 1902 geen voorstel tot demping van de Reguliersgraoht hebben gedaan, noch die demping bij enige andere voordracht voorstellen".

3-10-1901
De Gemeentelijke Tramdienst heeft gedurende het derde kwartaal van 1901 vervoerd: 7,287,346 personen, tegenover 6,922,292 in hetzelfde tijdvak van 1900. Totaal sinds 1 Januari 19,351,079 personen, tegenover 17,633,822 in het vorige jaar. Het vervoer in September jl. bedroeg 2,397,357 personen, tegenover 2,227,810 in September 1900.

5-10-1901
Algemeen Verslag der Afdelingen van de Gemeenteraad over de Begroting voor de dienst van 1902.
Nog werd opgemerkt, dat bij het vaststellen van het plan van tramuitbreiding geen sprake is geweest van het dempen der Reguliersgracht. Deze demping zou door velen zeer worden betreurd. In verband daarmee werd de aandacht gevestigd op een wenselijke verbindingsweg tussen Reguliersbreestraat en Reguliersdwarsatraat, welke zou kunnen aangelegd worden als parallelweg van het meest nauwe gedeelte van de Vijzelstraat, door het opruimen van de z.g. Duivelshoek.

8-10-1901
Begroting 1902
Gevraagd werd of het geen overweging verdient bij de elektrische tram de proef te nemen met twee klassen. Tevens werd gevraagd hoe het staat met de opneming van conducteurs, koetsiers en andere werklieden van de gemeentetram onder het werkliedenreglement en onder het scheidsgerecht.

10-10-1901
Gemeentelijk Handels-Entrepôt.
Amsterdam, 8 October 1901.
Mijnheer de Redacteur!
Gelezen hebbende, dat de dienst der elektrische tram naar het Entrepot eerst 's morgens om 8 uur aanvangt, zo is mijn verzoek, UEd. een klein plaatsje in uw veelgelezen blad te doen afstaan, teneinde hierdoor de betrokken autoriteiten er op te wijzen dat het èn in het belang der Gemeente èn in het belang van het tramrijdend publiek zou zijn, de dienst minstens om 7 ½ uur 's morgens te doen aanvangen, daar het Entrepot op zijn laatst op 8 uur geopend wordt en dan ieder op zijn werk aanwezig moet zijn.
Onder dankbetuiging voor de afgestane ruimte tekent,
Hoogachtend, D. B.

16-10-1901
Memorie van Beantwoording van het Algemeen Verslag der Afdelingen van de Gemeenteraad over de Begroting voor 1902.
Aan de Algemene Beschouwingen is het volgende ontleend: B. en W. hebben in de voordracht, bij welke de Begroting is ingezonden, de aandacht van de raad (erop) gevestigd (…………….) (dat) Aan de Gemeentelijke Waterleidingen en de Gemeente-tram (….) nog belangrijke bedragen besteed (zullen) moeten worden, eer zij geacht zullen kunnen worden enigermate in normalen toestand te verkeren. Inmiddels zijn de bijdragen van die bedrijven niet groot. De Waterleidingen dragen niet meer bij dan de Duinwater-Maatschappij en de Bronwaterleiding tezamen inbrachten. De Gemeente-tram brengt 5 % van de bruto inkomsten, dat is minder dan de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij, die boven de bedoelde 5 % meer uitkeerde wanneer haar dividend meer dan 8 % bedroeg. De bijdrage van de Gemeente-tram wordt berekend naar een voorlopige regel, omdat het bedrijf in een tijdperk van overgang verkeert. (…………)

Aanbestedingen.
B. en W.
a. (…………)
b. het bouwen van een remise met werkplaatsen, magazijn en woning op een terrein aan de Tollensstraat en Potgieterstraat ten behoeve van de gemeente-tram, 33 inschrijvingen. Minste van Reindersen van ‘t Ende ƒ 304,950, te Amsterdam.

De Reguliersgracht
De Vereniging Amstelodamum heeft gisteravond, onder voorzitterschap van de Heer D. C. Meijer Jr., een bespreking gehouden naar aanleiding van de mogelijkheid van een door Burg. en Weth. voor te stellen demping van de Reguliersgracht, in verband met de memoriepost op de Gemeentebegroting voor het herstel van de bruggen over deze gracht. (………….)
Die schone Reguliersgracht loopt nu gevaar, door de aanstaande invoering van het elektrisch tramnet, hetwelk, in verband met de voortdurende uitbreiding der bevolking van het daaraan grenzende gedeelte der nieuwe stad, volgens veler oordeel, een verlegging van het tramverkeer naar een bredere weg dan de Utrechtschestraat noodzakelijk maakt. Handhavende het karakter van Amsterdam, dat zonder grachten zou ophouden Amsterdam te zijn, wenste spreker aan de Gemeenteraad een adres te richten, waarin verzocht wordt tot het herstellen van de Reguliersgracht-bruggen in de bestaande vorm een zodanige post op de begroting te brengen, dat tot die herstelling kan worden overgegaan en daarmede het denkbeeld van een demping van de gracht voor goed terzijde gesteld. Uit de daaropvolgende besprekingen bleek, dat alle aanwezigen zeer veel gevoelden voor het behoud van de Reguliersgracht, en dat zelfs zij, die voorzagen eerlang in de noodzakelijkheid te zullen komen om hare demping voor te stellen, dit zelf het meest zouden betreuren. De sprekers, die zich in laatstgenoemden zin uitlieten, wezen er op, dat in de toekomst in elk geval iets voor het toenemend verkeer tussen oude en nieuwe stad zal moeten gedaan worden, en dat, indien men de Reguliersgracht in wezen houdt, over korter of langer tijd een voorstel zal moeten komen om de Westzijde van de Amstel met haar hoge bruggen, eveneens een schilderachtig en indrukwekkend stadsgedeelte, voor het tramverkeer op te offeren. Voor het behoud van de Reguliersgracht werd ook nog aangevoerd het belang van de scheepvaart, welke deze gracht (zonder verlaagde bruggen) niet kan missen. De Voorzitter verklaarde zich bereid een opmerking in deze zin in het adres op te nemen. Een voorstel van een der leden om bij het adres aan de Raad ook enigszins aan te wijzen, hoe met behoud van de Reguliersgracht het best aan de eisen van het verkeer zou tegemoet gekomen kunnen worden, werd bij stemming verworpen, wijl men meende dat dit laatste niet ligt op de weg van deze Vereniging. Het adres zelf — met de bovenbedoelde bijvoeging betreffende de belangen van het handelsverkeer te water — werd daarna door de vergadering aangenomen.

18-10-1901
Gemeente-Tram.
Beknopt verslag omtrent de staat en de voortgang van eenige werkzaamheden gedurende de maand september 1901.
Demping Overtoom. Voor de omlegging der sporen door de Anna Vondelstraat, ter oorzake van de demping van de Overtoom, werd de standplaats aan het einde der Vondelstraat gewijzigd en in de Anna Vondelstraat nieuw spoor aangelegd, enkel spoor met een wisselplaats.

23-10-1901
In de Marnixstraat werd het tramverkeer een tijdje gestremd door het omvallen van een handkar met hout, juist op de rails.

Op de Wittenburgergracht reed een vrachtwagen met zo’n vaart tegen een tram aan, dat van de tramwagen een ruit verbrijzeld werd. Niemand werd gekwetst.

28-10-1901
(Gemeenteraad, begr. 1902)
(……………..) Omtrent de brug over de Keizersgracht bij de Reguliersgracht werd niet veel nieuws vernomen. De Wethouder Heemskerk deelde op de desbetreffende vragen mede, dat het onderzoek nog hangende is; dat nog niet is uitgemaakt welke richting aan de elektrische tram zal gegeven worden. Eveneens is nog niet uitgemaakt wat aan de demping vast is, en ook niet of er wellicht niet een andere wijze is om de Utrechtsche straat te ontlasten.

15-11-1901
In de Plantage reed een bierwagen met zoveel geweld tegen een tramrijtuig aan, dat het spatbord en de rem beschadigd werden. Het geval veroorzaakte nogal wat oponthoud, maar liep overigens zonder ongelukken af.

16-11-1901
GEMEENTE-TRAM.
Beknopt verslag omtrent de staat en de voortgang van enige werkzaamheden gedurende de maand Oktober 1901.
Lijn Dam-Amstelveenscheweg.
Demping-Overtoom. Het straatwerk van het nieuwe spoor in de Anna Vondelstraat werd afgewerkt. Wegens het slopen der houten brug over de Overtoom bij de Constantijn Huygensstraat en het op de plaats der brug storten van een dam, is het spoor tijdelijk verwijderd over een lengte van ongeveer 25 meter. De standplaats in de Constantijn Huygensstraat bij de Vondelstraat is tijdelijk verplaatst tussen Overtoom en 1e Helmersstraat, alwaar voor dat doel een hulpwissel is gelegd.
Lijn Dam—Constantijn Huygensstraat.
Van af 10 Meter binnen de gevelrichting bij de Overtoom is in de Constantijn Huygensstraat een aanvang gemaakt met het maken van een grindbedding onder de rails, met het versterken van de lassen en met het voor elektrisch bedrijf inrichten der spoorbanen door het aanbrengen van draadverbindingen op de lassen. Deze werkzaamheden kwamen gereed tot in de Bilderdijkstraat tussen Jacob van Lennep- en Kinkerstraat.
Lijn Mauritskade-Handels-Entrepot.
Op de bruggen over het Loozingskanaal en de Nieuwe Vaart werd het enkel spoor gemaakt. Ook werd begonnen met het leggen van het spoor op het gedeelte tussen de bruggen.

De dienstregeling voor de elektrische tram op het eerstdaags te openen lijntje van de Mauritskade naar het Handels-Entrepot is bepaald als volgt: Van Handels-Entrepot 8 uur 's morgens tot 7 uur 's avonds. — Van Mauritskade 8.10 uur 's morgens tot 7.10 uur 's avonds, ongeveer elke 10 minuten. De lijn loopt langs de Zeeburgerdijk, Veelaan, Cruquiusweg tot de hoofdingang van het Handels- Entrepot.

18-11-1901
Het Tramlijntje naar het Entrepotdok
Heden, Zaterdag (16-11), werd het elektrische tramlijntje Mauritskade—Zeeburgerdijk—Handelsentrepot in gebruik genomen. Zoals bekend is, wordt de stroom daarvoor geleverd uit het elektrisch station aan de Handelskade. In de nabijheid van het Entrepot is een houten hulpremise gebouwd. Het lijntje zal als een afzonderlijke lijn Mauritskade— Handels-Entrepot geëxploiteerd worden. Het tarief is bepaald als volgt : voor een enkele rit 5 cent, overstapkaartje voor de lijn Dam—Linnaeusstraat 7½ cent (houders van speciale abonnementsboekjes 6½ cent), speciale retourkaartjes voor de lijn Dam—Linnaeusstraat —Handels-Entrepotdok 12½ cent. De dienst zat geschieden met wagens als op de lijn door de Marnixstraat in gebruik zijn.
Op deze laatstgenoemde lijn zullen a.s. Zondag een paar nieuwe wagens worden in gebruik genomen, welke zich van de gewone voornamelijk hierin onderscheiden, dat de ramen zijn ingericht als die van de portieren van spoorwegrijtuigen, zodat de reizigers bij warm weer als in open wagens zitten.

19-11-1901
Vreemde tramwagens
De kamer van Arbeid voor de Metaal- en Houtbewerking heeft een adres aan de gemeenteraad alhier gericht, in verband met de op 2 september jl. door B. en W. gehouden aanbesteding van de levering van elektrische tramwagens.
Tot haar leedwezen heeft de Kamer vernomen dat perceel I van die aanbesteding, lopende over een bedrag van f 564.000, is gegund aan een buitenlandse firma, hoewel ook Nederlandse solide firma’s tot de inschrijvers behoorden, die naar zij vernam, nog beneden het begrotingscijfer hadden ingeschreven.
De Kamer vertrouwt dat B. en W. bij de gunning uitsluitend het ogenblikkelijk belang der gemeentekas op de voorgrond hebben gesteld, en gemeend hebben daarmee niet in verband te mogen brengen zoveel Nederlandse werklieden, voor wie bovengenoemd belangrijk werk voor lange tijd een levenskwestie is. Indien de begroting van het werk gegrond is op hier te lande lonende arbeid, is, naar de mening van de Kamer, de vraag te billijken of behoort te worden ingegaan op aanbiedingen van buitenlandse firma’s, die in de mogelijkheid verkeren laag in te schrijven door subsidie van hun regeringen, lage arbeidslonen of andere voordelen, welke de fabrikant hier te lande mist, zodat bij gunning van het werk aan een der Nederlandse inschrijvers voor deze van geen bevoorrechting behoeft sprake te zijn.
Bovendien meent de Kamer te mogen doen opmerken – in de veronderstelling dat de uitgaven voor een bedrijf als de gemeentetram alhier voldoende kunnen worden bestredenuit de uitkomsten van dat vervoermiddel waarvan het meest door de burger- en werkliedenklasse wordt gebruik gemaakt – dat het alleszins billijk zou zijn indien een aantal nederlandse werklieden daardoor een middel zouden vinden van geregelde arbeid voor vele jaren. Het uitbesteden van dergelijke grote werken aan buitenlanders moet ontmoedigend werken op de geestkracht van de nederlandse fabrikanten.
De Kamer vertrouwt dat de nederlandse firma’s die voor bovengenoemd werk hebben ingeschreven voldoende gunstige naam hebben zodat hun inschrijvingen niet zijn voorbij gegaan wegens mindere soliditeit of mindere waarborg voor goede uitvoering.
De Kamer veroorlooft zich deze opmerkingen omdat zij vernomen heeft dat perceel II van deze aanbesteding nog niet is gegund, zodat er nog mogelijkheid bestaat om de nederlandse nijverheid en daarmee de nederlandse werkman te steunen in de strijd om het bestaan, welke vooral in de metaal- en houtindustrie zorgwekkende afmetingen aanneemt, waardoor het op de aanbesteding uitgewonnen geld in de vorm van bedeling toch te eniger tijd uit de gemeentekas moet vloeien.

20-11-1901
Elektrische tramgeleiding
Door B. en W. is gisteren aanbesteed: de aanleg van de bovengrondse stroomgeleiding en de railverbindingen voor de elektrische tramwegen en zulks met inbegrip van alle voor de volledige uitvoering nodige leveringen en werken. 5 inschrijvingen. Minste van Electr. Act. Gesellschaft vormals Schuckert & Co. Neurenberg, rolcontact f 41.993,12, beugelcontact f 39.802,60.

22-11-1901
Amsterdam—Rotterdam en de beide electrische lijnen.
In een uitvoerig geschrift, getiteld: „Het Spoorwegverkeer Amsterdam—Rotterdam en de verkoop der beide electrische lijnen", heeft de bekende ingenieur T. Sanders zijn meningen neergelegd. In deze uitvoerige brochure met twee kaarten en een aantal officiële bescheiden herinnert de schrijver, wat door hem voor het verkeer in Amsterdam en omgeving werd gedaan: in 1882 werd door hem de tram naar Sloterdijk aangelegd; in 1888 die naar Edam; in 1890 nam de stad de binnenlijnen uit zijn groot tramplan over, evenals het ontwerp der Raadhuisstraat, dat 'bijna onveranderd' werd uitgevoerd, zelfs met behoud van de door hem gegeven naam, in 1894 en '95 volgden de lijnen Amsterdam—Purmerend (en Purmerend—Alkmaar); in 1896 verklaarde de Minister zich bereid, tot het geven van concessie voor de lokaalspoorweg Amsterdam—Haarlem, die de sleutel vormde van de Haarlemmermeerlijnen. De schrijver vroeg toen opnieuw .concessie voor de (tramceintuur met bijlijnen voor elektrische exploitatie, omdat het Stadsbestuur alleen in dit geval medewerking
kon toezeggen. Toen volgden in 1897 onderhandelingen met de Hollandsche Spoor, die weer werden afgebroken, omdat de Regering de eis van deze Mij., dat de lokaalspoorweg te Haarlem in haar station zou uitlopen, afwees. De Allg. Electr. Gesellschaft te Berlijn, die eerst gunstig had geadviseerd, veranderde nu haar oordeel en raadde de bankiers aan de lijn ten spoedigste van de Heer S. over te nemen. De schrijver kreeg toen voor de concessie f 55,000 benevens een klein bedrag in de emissiewinst. Dat de Heer S. het nodige kapitaal voor de aanleg der lijn Amsterdam—Haarlem en voor de Haarlemmermeerlijnen vond, had hij te danken aan de handelingen van de Hollandsche Spoor en eveneens dankte hij haar, dat hij voor de uitgaven, sedert 1880 gedaan, uitsluitend ter voorbereiding der gevraagde concessies, grotendeels werd schadeloos gesteld. Evenwel, zijn concessierekening, ongerekend zijn persoonlijken arbeid, wijst nog steeds een passief aan. Als aanvrager heeft hij nog nooit enig ander bedrag dan het genoemde voor de concessie Amsterdam—Haarlem, genoten, maar wel liet de gemeente hem voor onderzoek der in 1896 opnieuw ingediende plannen nog ruim f 800 betalen.
Als gevolg van zijn aanvraag is Amsterdam in 1898 tot naasting der tramlijnen overgegaan en de stad heeft nu een uitbreiding van het tramwegnet aangenomen, even groot als in 1896 door hem werd voorgesteld en dezelfde beginselen gehuldigd. Zelfs de nieuwe Amstelbrug komt op dezelfde plaats als reeds in 1880 door hem werd aangewezen.
In de studie, welke thans door de Heer S. wordt overgelegd, wordt vervolgens uitvoerig aangetoond hoe de Hollandsche Spoor de plannen der Hollandsche Electrische heeft overgenomen op het ogenblik, dat de plannen voor de lokaalspoorweg tot in onderdelen geheel waren goedgekeurd en dat de onteigeningswet voor deze lijn was aangenomen, terwijl omtrent de Haarlemmermeer-plannen volledige overeenstemming was verkregen tussen de regering en de drie betrokken provincies, waarvan reeds twee de nodige subsidies voteerden.
“Dat de Hollandsche Spoor, die, sedert het afbreken der onderhandelingen in Mei 1897, deze plannen onafgebroken heeft bestreden, genoodzaakt werd ze over te nemen op het tijdstip, dat die plannen geheel tot rijpheid waren gekomen, is — schrijft de Heer S. — voor mij in zooverre onaangenaam, dat ik mij daardoor genoodzaakt zag, mij aan de verdere uitvoering te onttrekken, maar uit een breeder standpunt bezien is dit de bekroning der in 1880 door mij opgezette plannen, dat de vroegere bestrijdster door den drang der omstandigheden werd gedwongen, de uitvoering van dit laatste deel mijner plannen aan mij te ontnemen."
Met uitvoerige beschouwingen en berekeningen betoogt de schrijver, dat de exploitatie der nieuwe westelijke lijn Amsterdam-—Rotterdam voor de Hollandsche Spoor niets anders dan belangrijke verliezen kan geven, en dat dit verlies op f 365,000 per jaar laag geraamd is. Op de door hem vroeger en nu aangevoerde gronden, bepleit de schrijver dan de aanleg van een centrale lijn, Amsterdam—Rotterdam via Alphen—Oudshoorn.
Geen der beide nu ontworpen richtingen voor een derde spoorweg Amsterdam-—Rotterdam, geven nog een voldoende oplossing van het vraagstuk, de enig mogelijke blijft: twee lijnen voor sneltreinverkeer aan te wijzen, te weten de bestaande lijn der Hollandsche Spoor en de nieuwe zoeven bedoelde centrale lijn van de Staatsspoorweg.
Aan deze plannen blijkt een groot bezwaar verbonden: de Hollandsche Spoor blijkt financieel zeer zwak, te zwaar belast als ze reeds is door de grote improductieve lijn Rotterdam—Den Haag—Scheveningen en ze zal dit nog meer worden door de uitvoering van het verhoogd station te Haarlem, waaraan haar bijdrage op 3 miljoen zeker niet te hoog is geraamd. Dit is niet alleen een nadeel voor die Maatschappij, maar bij naasting der spoorwegen voor de gehele burgerij.
De schrijver gaat nu na op welke wijze dit bezwaar is op te heffen en hij ontwikkelt nu in bijzonderheden een plan van een centrale spoorweg Amsterdam—Rotterdam met zoodanige voorzieningen waardoor de bestaande baan Amsterdam—Rotterdam—Leiden—Den Haag— Rotterdam over haar gehele lengte voor sneltreinen kan dienen. Zo zouden de beide oude lijnen ontheven worden van het overtollige verkeer. De Staatsspoorlijn via Gouda, die bijna geen buurtverkeer heeft, zal al het verkeer Amsterdam—Rotterdam aan de nieuwe lijn afgeven, zij behoudt slechts in hoofdzaak het verkeer Amsterdam—Utrecht en Rotterdam en het verkeer Den Haag—Rotterdam. De Hollandsche lijn langs de grote steden, waar het buurtverkeer vooral tussen Amsterdam en Haarlem, en Rotterdam en Den Haag zeer sterk ontwikkeld is, zodat dit een belemmering voor het sneltreinverkeer dreigt te worden, krijgt voor dit verkeer nieuwe banen en zal hoofdzakelijk voor het sneltreinverkeer bestemd blijven. Men krijgt zoodoende in plaats van twee, niet drie banen voor bet verkeer Amsterdam—Rotterdam, maar twee verbeterde.

25-11-1901
De tramlijn Leidscheplein—Amstelveenscheweg loopt van Woensdag af door de Vondelstraat, Anna Vondelstraat en langs Overtoom naar de Amstelveenscheweg.

27-11-1901
Gemeenteraadsverkiezing.
Gisteravond vergaderde Vooruitgang II in Krasnapolsky tot het stellen van een kandidaat voor het lidmaatschap van de Gemeenteraad (vacature-Hugo Muller).
De opgegeven kandidaat, W. F. Bijvoet Jr., werd aanbevolen door de heren J. H. Cool en C. van Heemstede Obelt, als een werkzaam en bekwaam handelsman.
Een van de aanwezigen vroeg de kandidaat wat hij dacht van het besluit om de elektrische tramwagens in het buitenland te doen maken, terwijl in onze eigen gemeente zoveel werkloosheid heerst.
De Heer Bijvoet (die later als kandidaat werd aangewezen) merkte op, dat een beslissing in dergelijke zaken bij B. en W. berust en een raadslid daarover slechts adviseren kan voor zover hij deel uitmaakt van de betrokken Commissie van Bijstand.
Overigens wilde hij wel verklaren, dat het ook hem getroffen heeft dat een dergelijk werk niet gegund is aan een fabriek, die met zulke grote moeilijkheden heeft te kampen en onlangs ongeveer 400 werklieden moest ontslaan. Zeker heeft de doorslag gegeven de lage inschrijving der Hongaarse fabriek, die ongeveer 1,5 ton beneden de Amsterdamsche fabriek bleef. Men had echter kunnen bedenken, dat de levering der 100 wagens over zes jaar loopt en dat het beter is de Amsterdamse werklieden op die wijze eerlijk te doen verdienen, dan hen misschien te noodzaken bij het Armbestuur aan te kloppen. Het had spr. getroffen, dat de Hongaarse inschrijving zo laag was; de fabrieken van Beynes en op Kattenburg schreven in voor f 7000 à f 7500 per wagen, „Helios" te Dusseldorf en de Hongaarse voor f 5600 à ƒ5700, en die cijfers ziende, heeft hij zich afgevraagd hoe men tot zulke prijzen kan komen. Vooral als men de besteksvoorwaarden leest is 't moeilijk te begrijpen, dat men het werk op deze wijze gegund heeft.

6-12-1901
Bij een brand in de Marnixstraat bij het Haarlemmerplein werd op verzoek van de brandweer tijdens de brand de stroom van de elektrische tram afgesloten, zodat de wagens enige uren niet gereden hebben.

13-12-1901
Gemeenteraad, 12-12-1901.
Naar aanleiding van enige ingekomen stukken kwam de vervaardiging van een aantal elektrische tramwagens in het buitenland ter sprake.
De Heer Nolting verzocht in het belang van de Amsterdamsche werklieden dergelijke werkzaamheden zoveel mogelijk aan Amsterdamse, althans aan Nederlandse fabrikanten te gunnen, waarop de burgemeester mededeelde, dat B. en W. niets liever zouden willen. De Hongaarse firma had echter ingeschreven voor een som, die f 280,000 lager was dan de inschrijvingen van de Nederlandse fabrikanten. Bij dit aanmerkelijk verschil was 't niet mogelijk geweest de Nederlandse industrie te bevoordelen. Hierbij diende men ook in 't oog te houden dat, indien 't gebruik werd alleen aan Nederlandse firma's werken tot uitvoering te geven, de buitenlanders niet meer zouden mededingen en de gemeente genoegen zou moeten nemen met alleen prijsopgave, welke de inlandse industrie zou believen te doen.
Tegen deze ware woorden viel niets in te brengen.

14-12-1901
Voor het politiebureau in de Ferdinand Bolstraat te Amsterdam stond geruime tijd een vigelante stil. De bestuurder daarvan had slapende op de bok gezeten en was op het uitsluitend voor tramwagens bestemde gedeelte van de weg blijven staan, waardoor zijn rijtuig in botsing was gekomen met een tramwagen, waarvan een ruit werd verbrijzeld. Tegen de koetsier, die er overigens zonder letsel afkwam, werd proces-verbaal opgemaakt.

Gemeente-tram.
Beknopt verslag omtrent de staat en de voortgang van enige werkzaamheden gedurende de maand November 1901.
Lijn: Leidscheplein-Amstelveenscheweg.
Demping Overtoom. De aansluiting der tramsporen van de Anna Vondelstraat aan die van de Overtoom geschiedde in den nacht van 26 op 27 November. Van ‘s morgens 27 November af liep de geregelde dienst van de lijn door de Anna Vondelstraat en werd het gedeelte spoor van Stadhouderskade tot Anna Vondelstraat langs Vondelkade en Overtoom buiten dienst gesteld.
Lijn: Dam – Constantijn Huijgensstraat
De grintbedding onder de rails en het versterken van de lassen en het voor het elektrisch bedrijf inrichten van de spoorbanen door draadverbindingen werd in de Bilderdijkstraat ongeveer van de Jacob van Lennepstraat vervolgd tot de De Clercqstraat.
In de De Clercqstraat werd op 46 meter voorbij het midden der brug over de Da Costagracht een aanvang gemaakt met het maken van een betonbedding onder Demerbe-rails, evenzo met het voor elektrisch bedrijf inrichten van de spoorbanen, welk werk in de De Clercqstraat gereed kwam.
Lijn: Mauritskade – Handels-Entrepot
Het leggen van het spoor op het gedeelte tussen de bruggen over het Loozingskanaal en de Nieuwe Vaart kwam gereed. Op 16 november is de lijn geopend.

16-12-1901
Door het vastlopen van het achterwiel in de tramrails is een rijtuig in de Haarlemmerstraat in aanraking gekomen met een met glaswerk beladen handkar. Een gedeelte van het glaswerk viel hierdoor op straat; waardoor enige schade werd veroorzaakt.

18-12-1901
Aanbestedingen bruggen ten behoeve van de Gemeente Tramdienst. Ingekomen 7 biljetten. Minste inschrijver de Heer G. B. Obering, alhier, ƒ 11,011.

21-12-1901
Naar aanleiding van de opdracht door de Gemeenteraad van Amsterdam van de bouw van het bovengronds tramnet ter lengte van 74km aan de firma Siemens en Halske wordt ons medegedeeld, dat de doorslag in deze zou gegeven zijn door het feit, dat men aan het stroomleidingsysteem met de beugel de voorkeur schijnt gegeven te hebben boven dat met de trolleyrol. Dit beugelsysteem schijnt in de laatste tijd meer en meer de trolley te verdringen, zoals o.a. hieruit blijkt, dat op het vasteland de stedelijke autoriteiten vaak het gebruik daarvan bij invoering van elektrische tractie voorschrijven.
Behalve bij de Haarlemse elektrische tram komt ook op de in aanbouw zijnde elektrische spoorlijn Rotterdam—Den Haag—Scheveningen de beugel in toepassing.

 

<< naar intro mediatijdlijn

door naar 1902 >>

Verantwoording en disclaimer:
Cees Pot heeft voor de totstandkoming van deze tijdlijn de database van de website "Historische kranten in beeld" geraadpleegd. Deze website is een initiatief van de Koninklijke Bibliotheek. Deze instantie heeft ons toestemming verleend voor publicatie op deze wijze.

* Soms komen er in de artikelen fouten en onjuistheden voor. Om wille van de authenticiteit is besloten deze ongewijzigd te laten.

laat een berichtje achter

omhoog

 
 

 

eXTReMe Tracker