MEDIATIJDLIJN AMSTERDAMSE TRAM 1894
door Cees Pot
e-mail:
ceespot@amsterdamsetrams.nl
1894
4-1-1894
Uit een woning op de Nieuwe Heerengracht hebben brutale dieven, die
ongemerkt binnen wisten te sluipen, een pendule en een doos met
tramkaartjes weggekaapt.
13-1-1894
Ingezonden brief
De A. O. M. heeft met de invoering der zogenaamde passepartouts het
publiek een werkelijke dienst bewezen. Waarom echter de
Weesperzijde-bewoners en bezoekers zo stiefmoederlijk behandeld
worden, blijft steeds een onbegrijpelijk iets. Een rit
Schollenbrug—Dam of omgekeerd kost tien cent, tenzij men zich de
weelde veroorloven kan, een boekje van 25 speciale voor deze lijn
uitgegeven kaartjes te kopen. Het vroegere recht om op een gewoon
kaartje naar de Dam heen en terug te rijden, is sinds de
doortrekking der lijn Schollenbrug—Centraalstation vervallen.
Steller dezes gelooft niet, dat dit ooit in de bedoeling van de
gemeenteraad bij de indertijd gewijzigde voorwaarden lag. Diegenen
welke het om financiële redenen niet kunnen bekostigen, of wel
enkele keren op deze lijn rijden en dus geen 25 kaartjes
(uitsluitend recht gevende op traject Dam—Schollenbrug) kunnen
kopen, moeten ruim 50 pCt. meer betalen. Zo ook nu met de
passe-partout.
Op alle lijnen geven deze biljetten het recht om een tweede keer
daarmede te trammen, onverschillig waar, behalve op de lijn
Dam—Schollenbrug en terug, welke toch feitelijk door de Raad bepaald
werd één te zijn. Verder dan het Tulpplein kan men niet komen en
moet men dan in beide richtingen opnieuw betalen. De toelating der
passe-partout op deze lijn zou dan ook de onbillijkheid wegnemen,
dat op het traject Tulpplein-Schollenbrug geen retour Dam wordt
gegeven, echter wel in de richting Schollenbrug—Tulpplein.
De A. O. M. hoeft reeds zo dikwijls blijken gegeven van hare
welwillende medewerking, dat een kleine wijziging in de controle
zeer zeker geen onoverkomelijk bezwaar zal opleveren. De
herinvoering van geleidekaartjes Tulpplein—Dam of Tulpplein—
Schollenbrug (hetgeen toch ook op Kadijksplein— Czaar Peterstraat,
bestaat) zoude hieraan reeds tegemoet komen.
Een Weesperzijdebewoner.
18-1-1894
Men zal zich herinneren, dat in het laatst van het vorige jaar door
een fotograaf op het Singel reclamekaartjes werden uitgegeven in den
vorm van tramkaartjes, die met deze zoveel gelijkenis hadden, dat de
tramconducteurs er soms de dupe van waren. Thans heeft dezelfde
fotograaf aan de conducteurs op alle lijnen een kennisgeving
gezonden, dat zij voor de destijds ondervonden moeilijkheden op zijn
atelier gratis een portret in kabinetformaat kunnen laten maken.
19-1-1894
De tram in de buitenwijken van Amsterdam,
De kiesvereniging „Burgerplicht" hield gisteravond in “de Werkende
Stand” een vergadering van leden en introducées onder leiding van de
heer A. C. Wertheim, belegd om te bespreken „De quaestie van de tram
in de buitenwijken”, waartoe de heer J. W. Nierstrasz , civiel
ingenieur, als inleider was genodigd. De vergadering, die overigens
niet druk was bezocht, werd o. a. bijgewoond door enkele Raadsleden.
Uitnodigingen tot bijwoning der vergadering waren gezonden aan alle
Raadsleden en de verenigingen Jacob van Lennep en Algemeen Belang
buurt YY.
Spr. wees eerst in korte woorden op de behoefte aan goede
verkeerswegen in een grote stad en schetste daarna de geschiedenis
der A. O. M, en de aanvragen om concessie tot het leggen van nieuwe
lijnen door de heren Bos c. s. en Sanders c. s.
De Raadscommissie in 1890 benoemd tot herziening der concessie der
A. O. M. meende, om de bezwarende voorwaarden, de plannen van de
heren Bos en Sanders ter zijde te moeten leggen. Bij de verder
gevoerde discussies in de raad omtrent de aanleg van nieuwe lijnen,
bleek dat de Commissie daaromtrent in onderhandeling was. getreden
met de A. O. M„ waarna de concessie van 1890 tot stand kwam.
Bij die concessie werd do A. O. M. belast met den aanleg van een
lijn Dam—Nassaukade, die 1½ miljoen zal kosten, een lijn
Centraal-Station—Weesperzyde en een verlenging der lijn Czaar
Peterstraat tot het abattoir, terwijl de A. O. M. aan andere
maatschappijen zou moeten toestaan medegebruik van haar lijnen.
Verder erlangde de A. O. M. een rayon van voorkeur, gelegen tussen
de spoorweglijn in het Noorden en den Buitensingel. Bovendien zou de
gemeente erlangen 5 pCt. der bruto ontvangsten. De naasting door de
gemeente kon elke dag plaats hebben, mits een jaar te voren de
concessie werd opgezegd.
Het tramwegverkeer is, merkte spr. op, sedert het bestaan der A. O.
M. buitengewoon toegenomen; waar in 1871 bij een baanlengte van 12
KM. het aantal vervoerde passagiers bedroeg 1½ miljoen, was dit
cijfer in 1893 bij een baanlengte van 30 KM. tot 18½ miljoen
gestegen.
De gemeente heeft verder aan de aanleg der tramwegen te danken een
verfraaiing der stad in vele opzichten, terwijl het vertier in de
stad toenam. De gemeente geniet van do A. O. M. jaarlijks in de
gemeentekas ongeveer een bedrag van 50 à 70 duizend gulden.
Terwijl te Rotterdam in 1885 het tramvervoer bedroeg 4 miljoen
personen, bedroeg dit in 1892 4,000,000; te Amsterdam waren deze
cijfers respectievelijk 14 en 18 miljoen, een stijging te Rotterdam
dus van 12½ pCt., te Amsterdam van 30 pCt.
De vraag is nu: is er behoefte aan trams in de buitenwijken; zo ja,
hoe moet daar dan aan worden voldaan. Spr. schetst de totstandkoming
van het cahier des charges, uitgegeven op 25 Aug. 1891, waarin door
B. & W. allereerst de noodzakelijkheid werd betoogd van den aanleg
van een Ceintuurbaan; het is bekend dat op dit cahier des charges
geen enkele inschrijver inkwam, naar sprekers mening omdat dit
cahier als 't ware was een uiting van politieke beginselen, in
plaats van een contract.
Een feit is dat nooit een ernstig onderzoek is ingesteld naar de
rentabiliteit van trams in de buitenwijken; vandaar dat die
tramkwestie is geworden een verouderde, ziekelijke kwestie. Daarom
dient men de zaak nog eens van de aanvang af te bezien, de vragen:
zijn trams in de buitenwijken nodig, hoe moet daarin worden
voorzien.
De noodzakelijkheid van die lijnen bestaat ontegenzeggelijk, als men
de kaart van Amsterdam beschouwt. Waar de grote trek der inwoners is
naar de buurten YY en die om het Van Lennepkwartier, bewijst dit dat
er neiging bestaat tot ontvolking der binnenstad, tot vestiging in
de buitenwijken, en het is zeker in het belang der gemeente dat de
nieuwe “woonstad" in goede verbinding staat niet de oude “werkstad".
Minder noodzakelijk acht spr. een tram naar de Handelsinrichtingen,
waar feitelijk weinig beweging is, waar niet het rayon is van de
handel van Amsterdam. Wanneer volgens het cahier des charges werd
gelegd de Ceintuurbaan met een dienst om de 10 minuten, dan zou de
aanleg bij gemeentelijke exploitatie kosten ƒ 700,000, bij
uitbesteden f 375,000. Maakt men nu op die lijn secties Handelskade—Centraal-station,
Centraal-station—Leidsche Bosch en Leidsche Bosch—Amsteldijk en
rekent men een tarief van 5 c. per sectie, dan zouden de
exploitatiekosten ƒ 160,000 zijn en het verlies bedragen ƒ 40,000
per jaar. Bewijs genoeg dat een dergelijke lijn niet is aan te
bevelen.
Voor het verkeer naar de Handelsinrichtingen zou
aanbevelenswaardiger zijn een kleine omnibus-maatschappij naar die
inrichtingen van de Dam af.
Neemt men alleen de lijn Haarlemmerplein—Van Lennep-kwartier—Amsteldijk,
dan berekent spr. dat die lijn door de gemeente gelegd en gehouden
in eigen exploitatie zou kosten aan aanleg ƒ 370,000 en aan
jaarlijkse uitgaven ƒ 140,000. Bij een dienst om de 6 min. zou,
berekent spr., de exploitatie komen op 19,17 cent per
rijtuig-kilometer en op 18,08 cent als de A. O. M. exploiteerde.
Bij een verdeling der lijn in drie secties ad 2½ c. per sectie,
berekent spr. een verlies per jaar van ƒ 3,400.—. Daarom dient men
ook de sectie Haarlemmerplein— v. Lennepkwartier buiten beschouwing
te laten.
Spr. beschouwt daarna het plan-Dijkmans, nl. de lijn Amsteldijk—Leidsche
Bosch, en komt op basis van de bovengenoemde cijfers tot een
jaarlijks verlies van ƒ 12,288.—.
De conclusie is dus, zegt spr., dat de exploitatie dezer lijnen
feitelijk voor geen maatschappij op zich is te nemen.
Men moet bovendien niet vergeten dat de aanleg van lijnen in gelijke
richtingen aan de opbrengst der bestaande lijnen veel schade doet.
Zo bedroeg de opbrengst der lijn Dam—-Sarphatistraat in 1882 f
220,000 en in 1883, na aanleg der lijn Dam—Linnaeusstraat, ƒ
150,000. terwijl de lijn Dam—Vondelstraat, die in 1884 opbracht
/'148,000, in 1885, na aanleg der lijn Dam-P. C. Hooftstraat,
opbracht ƒ90,000.
Wat nu aangaat de aanleg van gemeentelijke tramwegen, spr. acht die
in de eerste jaren niet aan te bevelen.
De gemeente ziet thans nog te veel personen naar de stad komen, die
gaarne voor niets zouden trammen; de toestanden der gemeente op
velerlei politiek gebied wettigen de aanleg nog niet, en de gemeente
dient eerst meerdere kennis van eigen exploitatie op te doen na de
a. s. naastingen van duinwater- en gasmaatschappijen. De toekomst
moet zijn gemeentelijke exploitatie, doch voor 't ogenblik acht spr.
die niet wenselijk.
Toch is een tram in de buitenwijken nodig, en om er toe te komen
vestigt spr. de aandacht op het laatste adres van de vereniging
“Jacob van Lennep” aan de Raad, waarin wordt gezegd, dat de A. O. M.
tot wederopzegging de lijn Westermarkt—Overtoomsche vaart wil
leggen; wenselijk zou het zijn te trachten met de A. O. M. ook ten
opzichte der lijn Leidschebosch—Amsteldijk tot een dusdanige
overeenstemming te komen.
Bij de gelegenheid tot debat, die thans volgde voerde de heer De Kok
van de vereniging Algemeen Belang het woord. Deze achtte de
conclusies van de inleider weinig afdoende: immers voor de bewoners
der buitenwijken is de vraag niet wie exploiteert. Bovendien de
rentabiliteit der lijn kan men niet berekenen, daar de buitenwijken
zich nog altijd zeer uitbreiden en het aantal bewoners steeds
toeneemt. De verbinding Amsteldijk—Ferdinand Bolstraat is reeds
nodig gebleken met de tram-omnibussen en ook de Jacob van
Lcnnepbuurt breidt zich steeds uit. Maar al kan door particulier
initiatief in deze mets gedaan worden, moeten dan de bewoners der
buitenwijken er de dupe van blijven, waar men de noodzakelijkheid
der lijnen erkent? Is het dan met nodig dat de gemeente de
exploitatie zelf aanvaardt, zij het dan ook de eerste jaren met
verlies?
De heer Mulder vraagt of het niet nodig is, dat in buurt YY, een
buurt met 25 à 30 duizend bewoners, een tram gelegd wordt. Een lijn
Amsteldijk—Sarphatipark —Ferdinand Bolstraat— Vijzelstraat—Rokin en
terug Stadhouderskade—Amsteldijk zou z. i. zeer rendabel zijn.
De heer Willink van de vereniging “Jacob van Lennep” meent ook dat
de lijnen in de buurten YY en Jacob van Lennep rendabel moeten zijn
door de vele bewoners. En al brengen nu die lijnen niet zooveel op,
een bestaande maatschappij, die de goede binnenlijnen heeft, kan
desnoods voor de aanleg der buitenlijnen wel een 3 pCt. dividend
laten vallen.
De heer Abramsen, vicevoorzitter der vereniging “Jacob van Lennep”,
noemde de berekeningen van de inleider niet volkomen juist. Een
tarief van 2½ c. per sectie noemt hij te weinig en met het oude
cahier des charges — dat spr. met bekwame spoed weder spoedig in de
raad hoopt te zien — gelooft hij toch, dat exploitatie nog wel
doenlijk zou zijn, al vestigt bij er de aandacht op dat men in de
buitenwijken de Raadsleden, die een zó bezwarend cahier maakten,
geen dank heeft te weten. Met een voorlopige lijn van het einde der
Kinkerstraat aansluitende aan de lijn Marnixstraat, zou het Jacob v.
Lennep-kwartier voorlopig veel gebaat zijn.
De inleider zette zijn standpunt nog even in korte trekken uiteen,
waarna de vergadering met de gebruikelijke plichtplegingen werd
gesloten, waarbij de voorz. ook de wens uitsprak dat tramverbinding
met de buitenwijken spoedig tot stand zou komen.
21-1-1894
In het Binnengasthuis is opgenomen een 10-iarige knaap, die te
Sloterdijk door de tram was aangereden, waardoor hij het rechterbeen
had gebroken.
5-2-1894
Elektrische trams.
De heer Nierstrasz uit Amsterdam sprak Donderavond te Utrecht over
elektrische trams; hij zette eerst uiteen de ontwikkeling van het
elektrodynamisch vermogen, ter ontwikkeling van elektrische tractie;
deed daarna kennen hoe het meten van die kracht geschiedt, hoe de
elektriciteit wordt geleid van de dynamo naar de motor, en hoe dit
geschiedt bij de elektrische tram te Scheveningen.
Na dit alles met behulp van een aantal platen te hebben duidelijk
gemaakt, gaf spr. het onderscheid aan tussen accumulatoren en
vervoerwagens en daarna het verschil tussen onder- en bovengrondse
leiding van de dynamo naar de motor, waarmee hij tot zijn eigenlijk
onderwerp gekomen was wijl hij meer bijzonder opgetreden was om het
systeem Thomson-Houston nader te doen kennen welk systeem berust op
geleiding bovengronds, en dat tot dusver nog 't meest toepassing
heeft gevonden in Amerika (60 pCt. van 't gehele elektrische tramnet
aldaar), er op wijzende hoe inrichting en beweging daarbij zijn,
waarbij hij ter geruststelling ook aangaf dat men nergens veiliger
is voor de bliksem dan in zulke elektrische tramwagens, gaf hij aan
waarom motorwagens veel voor hebben boven accumulatorwagens; zo zijn
bij de eerste verlichting en verwarming gemakkelijk te verkrijgen
wijl men daarvoor de elektriciteit voor 't grijpen heeft, en de
kosten er van haast niet in aanmerking komen.
En zo ontwikkelde spr. geleidelijk hoe de bovengrondse geleiding 't
goedkoopst is en 't minst gevaren oplevert. Bij een paardentram kost
elke kilometer aanleg ƒ15,000 bij ritten om de dertig, f 50,000 bij
ritten om de vijf minuten; met accumulatoren zijn die prijscijfers ƒ
40.000 en f 90,000; bij bovengrondse geleiding f 100.000 en f
160,000. Dit wat aanleg betreft. Wat aangaat het bedrijf, ook
hierbij bleek uit zijne cijfers ‘t meeste voordeel bij bovengrondse
geleiding, zodat naar sprekers mening deze bij tramaanleg alleszins
de voorkeur verdient, waarom hij nog - meer in ‘t algemeen - enige
indirecte voordelen aanwees; voordelen voor de fabrieks- en
handwerksnijverheid, voor de exploitatie, voor 't publiek, enz. om
ten slotte op te wekken tot aanleg ook hier ter stede, zo nodig voor
Utrecht, wil het zijn rang onder de steden blijven innemen. Na de
voordracht werd spreker er nog opgewezen door de heer De Jong,
directeur der Utrechtse tram dat zijn opgaaf van aanlegkosten
paardentram te hoog is met ƒ50.000 per kilometer (5 minuten-ritten;
te Utrecht heeft die aanleg maar ƒ30,000 gekost. Spr. zou dus zeker
een andere plaats voor zijn berekening genomen hebben; waarop
geantwoord werd dat de berekening op Amsterdam berustte: met zijn
vele grondbezwaren zeker de duurste plaats van aanleg. '
6-2-1894
Mr. J.P.A.N. Caroli, kandidaat-gemeenteraadslid in een rede voor
“Amstels Middenstand”:
De tramkwestie besprekende, keurde spr. het af, noemde hij het meten
met twee maten, dat de gemeente voor de gegoeden stand wel de
Stadsschouwburg subsidieert, maar niet overgaat tot het subsidiëren
van tramlijnen in de buitenwijken, wanneer die inderdaad, zoals de
ingenieur Nierstrasz zei, voor een maatschappij niet rentegevend
kunnen zijn.
18-2-1894
De meeste trams waren hedenmorgen (vanwege de sneeuw) met twee
paarden bespannen; de veegmachines bleken intussen zo voldoende om
de baan vrij te houden, dat des middags nagenoeg alle lijnen met één
paard konden bereden worden.
Gisteravond viel een man, die op de Amsteldijk voor op een in gang
zijnde tramwagen wilde springen, daarvoor op straat. Een der wielen
ging hem over het been, waardoor hem drie tenen werden verbrijzeld.
In zijn nabijzijnde woning in een der zijstraten aan de Amsteldijk
onder N.-Amstel werd hij door een geneesheer verbonden.
2-3-1894
Een 11-jarige jongen, wonende Prinseneiland, ontvreemdde gisteren
uit een tramwagen op het Haarlemmerplein een pakje tramkaartjes. De
kaartjes werden in zijn woning in beslag genomen.
9-3-1894
Een winkelier in de Kalverstraat heeft bij de politie aangifte
gedaan dat gisteravond te 11 uur uit zijn winkel is ontvreemd een
pakje, bevattende 975 tramkaartjes.
10-3-1894
In de Linnaeusstraat bij de Tweede Parkstraat waren gisteren, even
voordat de school aanging, een aantal kinderen aan het spelen. Een
van hen, een klein meisje van een jaar of zes, had het ongeluk
tussen de tramrails te vallen en onder de tram te geraken. Ernstig
verwond werd het opgenomen en naar het Gasthuis gebracht.
11-3-1894
Aangehouden zijn een 32-jarige kleermaker en een 19-jarige
diamantslijper, verblijf houdende in een logement in de Pieter
Jacobstraat, verdacht van diefstal van tramkaartjes ten nadele van
een sigarenhandelaar in de Kalverstraat.
20-3-1894
Een tramwagen kwam hedenmiddag in de Utrechtschestraat in botsing
met een wagen van v. Gend en Loos, doordat deze voor een handkar
moest uitwijken. Een gedeelte van de zijkant van de tramwagen werd
stukgeslagen; de passagiers bekwamen geen letsel.
28-3-1894
Amsterdam uit!
Gedurende de beide Paasdagen vervoerde de Amsterdamsche
Omnibus-Maatschappij 142,000, de Noord-Hollandsche
Tramwegmaatschappij 3500, de Haven-Stoombootdienst naar Ouderkerk
9686 personen.
30-3-1894
STADSNIEUWS.
De jaarvergadering der A. O. M.
In Eensgezindheid werd heden de alg. vergadering der A. O. M.
gehouden. De voorz., de heer C.W.J. Ramann, deelde mede, dat
vertegenwoordigd waren 555 aandelen, uitbrengende even zoveel
stemmen.
Na voorts in hartelijke bewoordingen het overleden bestuurslid, den
heer F.J.W. Schmitz te hebben herdacht, deelde de voorzitter mede,
dat men zou overgaan tot vervulling der vacature, ontstaan voor het
overlijden van den heer Schmitz. Door het bestuur waren als
dubbeltal op de stembriefjes gesteld de heeren J.H. Schmitz en P. E.
Tegelberg (in alfabetische volgorde, volgens mededeling van de
voorz.).
De stemming geschiedde als volgt: de aandeelhouders moesten op het
briefje de gewenste kandidaat aanstrepen. Het is gebleken dat deze
wijze van stemmen niet aanbevelenswaard is, daar het tweemaal
voorkwam (bij het oplezen van de briefjes van 6 stemmen) dat men in
twijfel verkeerde omtrent de naam die als aangestreept moest worden
aangemerkt. Beter ware het geweest, de naam van de niet gewenste
kandidaat te doen doorhalen, men had dan onaangenaamheden, als thans
aan het slot der vergadering plaats vonden voorkomen. Het
stembureau, samengesteld uit het bestuur en de heren A. Kalff en mr.
D.K. Lioni deed eerst de briefjes van 6 stemmen, daarna die van 3,
vervolgens die 2 stemmen en eindelijk die van 1 stem hardop
voorlezen; daaruit bleek, dat van de aandeelhouders van 6 stemmen de
meesten op de heer Tegelberg hadden gestemd, maar naarmate de
stemwaarde der briefjes daalde, kwamen de stemmen meer op de heer
Schmitz totdat ten slotte van de briefjes van 1 stem slechts 1 op de
heer Tegelberg luidde. Als uitslag werd bekend gemaakt dat van de
uitgebrachte stemmen 280 zich hadden verenigd op de heer Schmitz en
273 op de heer Tegelberg, terwijl 2 briefjes blanco waren, zodat tot
bestuurslid der A. O. M. is gekozen de heer J. H. Schmitz.
Hierna werden zonder stemming voor de commissie tot nazien der
balans over 1894 dezelfde heren als het vorige jaar aangewezen, nl.
de heren P. E. Tegelberg, F. C. Muysken en mr. D. K. Lioni.
Daarna werd bet jaarverslag uitgebracht. Daaruit bleek o.a. het
volgende:
Het algemene resultaat over het afgelopen jaar kan zeer bevredigend
heten; het dividend is bepaald op 10 pCt. (door ons reeds
medegedeeld). Er is vergunning gevraagd aan de gemeente om een proef
te nemen met de exploitatie van tramlijnen met bovengrondse
elektrische geleiding, waarover tot dusver nog geen beslissing is
vernomen. Het bestuur blijft van mening dat tegenover de houding der
gemeente in zake de aanleg van nieuwe lijnen, de A. O. M. niet het
initiatief moet nemen tot de aanleg daarvan, daarbij ook overwegende
dat dergelijke lijnen dikwijls meer in 't belang der gemeente dan in
die van de A. O. M. zouden zijn.
Het kapitaal bleef onveranderd op ƒ 1,000,000. Er werden in 1893
geen nieuwe obligaties uitgegeven, zodat de obligatieschuld
ƒ3,825,000 is.
Het personeel vermeerderde tot 785 personen, het losse beliep 58
personen; aan salarissen werd f 524,929 uitbetaald. Niet minder dan
113 personen vierden in 1893 hun 10-jarigen dienst bij de
Maatschappij.
Onder de oude gedienden werd ook een paard genoemd, dat nu nog van
1877 af bij de A. O. M. is. De kosten van paarden beliepen ƒ 23,900.
Het eindcijfer van het vervoer is ruim ƒ 42,000 hoger dan het jaar
te voren, te weten: f 1,285.559 tegen f 1,243,161 in 1892.
Het aantal passagiers bedroeg 19,274,422 en 18,625,472 in 1892. De
opbrengst per passagier was 6,67 cent, dus evenveel als in 1892. De
exploitatiekosten bedroegen 74 4/5 percent van de ontvangsten tegen
75 percent in 1892.
Aan de gemeente Amsterdam wordt voor aandeel in de opbrengst van het
vervoer en voor het onderhoud en schoonhouden der bestrating voldaan
ƒ 98,626.
De balans toonde een saldo van ruim f 2000. Nadat de heer Lioni
namens de commissie verslag had uitgebracht over de nageziene
rekening, die goedgekeurd werd, vroeg ds. Schuller tot Peursem het
woord. Deze wenste te weten in hoeverre aan het personeel der trams
een vrije zondag is gewaarborgd, zodat zij daarop dan ook geheel
kunnen rekenen. Spreker was van mening dat het personeel der A.O.M.
overigens alles behalve ontevreden blijkt te zijn, maar in dit
opzicht moet men dan ook voor klachten waken.
De Voorzitter antwoordde dat in de eerste plaats behoort te worden
gelet op de belangen der aandeelhouders en die van het publiek maar
dat natuurlijk ook gewaakt wordt voor de belangen van het personeel,
waarvan ook blijk is gegeven. Wat nu de vrije Zondag aangaat: er
zijn veel katholieke die vóór de dienst, 's morgens zeer vroeg, ter
kerke gaan, maar overigens kunnen toch ook van de 175 conducteurs en
175 koetsiers zeker 75 wel gezegd worden elke zondagochtend vrij te
zijn. Maar 't kan wel eens gebeuren dat zij wegens ziekte van
anderen moeten inspringen.
Ds. Schuller tot Peursum merkte op dat hij van godsdienstplichten in
deze vergadering niet had gesproken.
Nog vroeg een der aandeelhouders of het niet mogelijk zou zijn, te
voorkomen dat advertenties in de tramwagens het uitzicht door de
voor- en achterraampjes belemmeren door plaatjes. In de tweede
plaats gaf spr. de raad, binnen in de trams duidelijke plattegronden
te hangen waarop vreemdelingen zouden kunnen zien, op welke wijze
zij, ter bereiking van bezienswaardigheden, het best van de
verschillende tramlijnen zouden kunnen gebruik maken.
De voorz. antwoordde dat het bestuur dit laatste denkbeeld gaarne in
overweging zou nemen. Wat de plaatjes op de ramen betreft, was het
adverteren een te grote bron van inkomsten dan dat men het zou
opofferen ter wille van een beetje meer uitzicht. De vorige spr.
repliceerde dat hij alleen zou wensen, dat de plaatjes niet midden
op het raam. maar in een hoek zouden worden geplakt.
Ten slotte bracht de heer Harms de stemming nog eens ter sprake.
Spr. verklaarde dat, bij het duidelijk oplezen der namen, het voor
een ieder mogelijk was geweest, aantekening te houden. Dit had hij
gedaan en was tot het resultaat gekomen, dat de heer Tegelberg niet
273, maar 285 stemmen had verkregen, dus de meerderheid. Anderen,
die in een gans ander deel der zaal hadden gezeten, waren tot de
zelfde slotsom gekomen. Spr. vroeg, in welk opzicht een vergissing
kon hebben plaats gehad.
De heer Lioni vroeg, namens het stembureau. waarom de heer Harms
niet terstond na de stemming aanmerking had gemaakt.
De heer Harms antwoordde, dat hij toen meende zich wellicht te
hebben vergist en eerst het resultaat van anderen wilde vernemen.
De Voorz. meende, dat wellicht verwarring was ontstaan, doordien men
twee malen een briefje op den heer Tegelberg luidende had aangemerkt
dat bij nadere beschouwing voor de heer Schmitz bleek te zijn.
De heer Harms zegt dat dit niet mogelijk daar de Voorzitter alleen
telkens het eindoordeel van het ganse stembureau over een briefje
hardop noemde. Hij vraagt een hertelling.
De Voorz.: Maar dat is een slag in 't gezicht van het stembureau!
Nu tekent de heer Harms protest aan, namens de aandeelhouders.
De Voorz.: Nu, dat zullen we noteren.
Maar de heer Swart vraagt, welke bezwaren tegen een hertelling
kunnen zijn. De stembriefjes zijn er toch nog.
De heer Lioni vindt het ogenblik op zijn ongelukkigst gekozen (nu
volgt een onleesbare passage) Een vergissing is volgens hem niet
mogelijk geweest. Waarschijnlijk hebben de heren Harms en anderen
zich vergist ten gevolge van de verkeerde opvatting der bewuste 2
briefjes van 6 stemmen hetgeen juist het verschil van 12 stemmen zou
uitmaken dat tussen 285 en 273 stemmen bestaat.
Eindelijk werd na enige discussie en nadat de heer heer Kalff, onder
het applaus van de vergadering had te kennen gegeven dat de heer
Harms c.s. buiten de orde waren, de vergadering gesloten, echter
niet zonder dat de 6 heren hun protest hadden doen notuleren.
31-3-1894
De opmerking, gisteren in de vergadering der A. O. M. gemaakt,
betreffende het plakken van reclames op de ruiten der tramwagens op
een wijze, die het uitzicht bederft, was afkomstig van den heer I.
F. Laarman, architect alhier. De heer Laarman was ook degene, die
het denkbeeld opperde plattegronden van het tramnet in de wagens te
hangen.
3-4-1894
Amslerdamsche Omnibus-Maatschappij. Gedurende het eerste kwartaal
1894 zijn vervoerd 4,225,194 passagiers, tegen 4,222,847 in
hetzelfde tijdvak van 1893.
2-5-1894
Op de Haarlemmerweg is een kind van twee door de tram overreden. Het
is reeds in het Binnengasthuis aan de gevolgen overleden.
10-5-1894
Of 't uit deferentie is voor de nieuwe titularis van Binnenlandse
Zaken weten we niet, maar een feit is 't, dat de grote en lang niet
smaakvolle reclameborden (voor Van Houten’s cacao) bovenop onze
populaire trams eerstdaags verdwijnen zullen. Nu komt er weer plaats
voor enkele opgaven omtrent den te volgen weg, —vooral voor
vreemdelingen van belang.
16-5-1894
Pinksteren (13 en 14 mei)
Zondag waren (door het slechte weer) treinen en trams niet meer
bezet dan op een gewonen Zondag, Maar welk een verschil op de
tweeden Pinksterdag! Het weer kon eigenlijk niet beter zijn.
De A. O. M. vervoerde op de 1e dag 25.000 personen (tegen 78.000 in
'93) en op de 2e dag 100,000 (tegen 110,000). De Gooische Stoomtram
vervoerde op beide dagen tezamen 6314 personen (tegen 5700), de
Noordholl. Tramwegm. op hare lijnen naar Edam en naar Sloterdijk
4000 personen (tegen 4400), de Havenstoombootdienst slechts 12654
(tegen 22449).
21-5-1894
Al spoedig bleek, dat de brand woedde in de stoom-houtzagerij van de
firma Van Rijmenam en Achterbergh, gelegen vooraan aan de stille
zijde van de Overtoom. Het tramverkeer van de remise op de
Stadhouderskade tot de Hendrik Kosterstraat, was van de aanvang van
de brand af (ca. 7.30 uur) voor het verdere deel van de avond
gestremd.
24-5-1894
Hedenmorgen werden op het Koningsplein de nodige opmetingen gedaan
voor het leggen der draaischrijven, waardoor het verspannen der
paarden op de tramlijn Dam-Amsteldijk en omgekeerd, in den vervolge
voorkomen zal worden. Waarschijnlijk zullen de werkzaamheden nog in
de loop van deze week een aanvang nemen.
30-5-1894
Een 11-jarige knaap is in de Marnixstraat door niet tijdig uit te
wijken, door een tramwagen aangereden, waardoor hij viel en een der
wielen over de linkerarm kreeg, zodat deze brak. De knaap is naar
het Binnengasthuis vervoerd.
1-6-1894
Tramdienst.
Door de A. O. M. is een proef genomen mat elektrische verlichting
van haar wagens genomen. Die proef heeft voldaan; indien de kosten
niet te hoog blijken te zijn, zullen de wagens dus eerlang niet meer
met petroleum worden verlicht.
De werkzaamheden aan de vernieuwde brug voor de Muiderpoort zijn
zover gevorderd, dat de tram morgen kan doorrijden en de passagiers
dus niet meer met een geleidebiljet behoeven over te stappen.
5-6-1894
Tramverkeer. Door het leggen der draaischijven op het Koningsplein
is het tramverkeer aldaar sedert hedenmorgen tijdelijk gestremd.
Passagiers van de Dam naar Amsteldijk, Willemspark en Vondelstraat
moeten aan de Singel bij de Heiligeweg overstappen. Voor de
Amsteldijk staat de wagen in de Reguliersdwarsstraat, voor
Willemspark en Vondelstraat op een zijspoor aan het Koningsplein.
Ook in omgekeerde richting is overstappen dus nodig: er rijden van
de Singelbrug naar de Dam wagens met gele papieren, waarop staat:
“Tijdelijk Dam—Koningsplein v.v." De werkzaamheden op het
Koningsplein zullen waarschijnlijk acht à tien dagen duren.
14-6-1894
INGEZONDEN STUKKEN
De Tram.
Aan de Redactie.
Onbekend met de bepalingen in de concessie van Amsterd.
Omnibus-Maatschappij, viel het mij en de andere passagiers, welke
met het Staatsspoor gisteravond 11.06 (Greenwich) te Weesperpoort
arriveerden, bijzonder op, dat hoewel er 3 trams disponibel waren,
er slechts één daarvan voor de vele passagiers beschikbaar was,
zodat velen, waaronder enkele dames verplicht waren, bij het slechte
weer te voet huiswaarts te keren. Toen een tweede tram gereclameerd
werd, was eenvoudig het antwoord: “Die wacht op volgende treinen."
Of dit antwoord gewettigd was, laat ik aan de beoordeling van de
directie der A. O. M. over, doch het wordt in elk geval gewenst dat
hierin verandering wordt gebracht.
U voor de opneming dezer regelen mijn dank betuigend, teken ik, Uw
getrouwe lezer J. W. Jr., Amsterdam, 11 Juni 1894.
Mijne heren!
Indien alle Nederlandse mannen en vrouwen zo mager waren als
talhouten zou de directie van de Amsterd. Omnibus-Mij. gelijk hebben
met te geloven dat er voor zestien mannen en vrouwen binnen hare
wagens des zomers plaats is. Maar er bestaat een groot aantal
zwaarlijvige lieden. En des zomers is het vaak niet warm, maar is
het koud en regent het; dan dragen de mannen overjassen en de
vrouwen regenmantels enz. Het is werkelijk een ergerlijk iets dat de
trams ‘s zomers zo volgepropt mogen worden. Een rit wordt er telkens
een benauwde en humeurbedervende tijdspassering door.
Wij doen een beroep op de directie en vragen de directeuren enige
dagen achtereen een paar keer binnen in te gaan zitten. Dan zullen
ze menige opmerking horen van geknelde mensen, welke hun goed zal
doen.
Ik zeg wij. Want de directie kan er van op aan dat wij, die over die
onhebbelijke, ongezonde haringpakkerij in een dichte wagen ons
telkens dik maken, een heel aantal bedragen. En als wij ons dan dik
hebben gemaakt, dan is het nog erger, natuurlijk. Het is jammer dat
dit niet verholpen wordt. Het is onze enige klacht over de nette
wagens en nette conducteurs. Uw verdrukte lezer
16-6-1894
Ingezonden.
Naar aanleiding van de klacht van J. W. Jr. in het blad van
donderdag over een geval dat m.i. slechts in bijzondere gevallen zal
voorkomen, vestig ik de aandacht op een leemte die met slechts een
weinig goede wil ten gerieve van vele kooplieden kan weggenomen
worden.
Ik doel hiermee, dat op de ochtendtrein die 7.20 uur van het
Centraalstation vertrekt en de hoofdverbinding onzer stad met
Rotterdam, Brussel en Parijs vormt, van de eindpunten Amsteldijk,
Willemspark, Vondelstraat en Linnaeusstraat geen trams lopen. Zou
het zo’n bezwaar zijn hierin door een enkele wagen op ieder traject
te voorzien? OTTO HORN.
3-7-1894
't Is zeer warm. 't Is eigenlijk veel te warm om over de warmte te
spreken. De overgang is waarlijk te groot. De hele Junimaand bijna
slecht weer, koud soms, zo zelfs dat het tramverkeer de nadelige
gevolgen ervan ondervond en geconstateerd moest worden, dat in
tweede kwartaal van dit jaar, als gevolg van 't ongunstig weer, het
aantal vervoerde reizigers 180,000 minder bedroeg dan in datzelfde
kwartaal van het vorige jaar. Nu, deze laatste dagen is men druk
bezig de schade in te halen. De open trams worden haast bestormd
door hen, die de zonnige straten en de gloeiende pleinen ontvluchten
om aan de Amstel, in 't Vondelpark of aan de IJkant wat frisse lucht
te happen.
Toch had de warmte vanmorgen de A. O. M. een poets gebakken. Door de
grote hitte waren n.l. de metalen draaischijven op het Koningsplein
in de rails zo uitgezet, dat de schijven klemden en slechts met
moeite konden draaien. Met een grote voortvarendheid, die in deze
hitte bewondering afdwingt, werd dadelijk aan 't werk getogen om dit
ongerief te verhelpen. Met behulp van sen stevige bok werden de
schijven dit den grond gelicht, de uitgezette rails werden wat
afgezaagd en afgevijld en na een paar uur hard werken was alles van
morgen al weer in orde op 't ogenblik dat de tramdienst begon.
7-7-1894
Door enige eigenaars en bewoners van percelen aan de Prins
Hendrikkade bij de Kalkmarkt is — zooals uit het Raadsverslag van
jl. Woensdag bleek — een adres gericht aan de Gemeenteraad naar
aanleiding van de herstrating aan de Prins Hendrikkade vóór de door
hen bewoonde percelen.
Adressanten wijzen erop dat h. i. deze herstrating (verhoging),
waarbij het enige doel schijnt te zijn de bestrating op één hoogte
te brengen met de Kalkmarktbrug, niet nodig was en vestigen er
tevens de aandacht op dat door de gedurige verhoging der bestrating
de toegang tot hun werk- en bergplaatsen en percelen bijna
onmogelijk wordt.
Bij een door hen ingesteld onderzoek bleek het adressanten duidelijk
dat al deze verhoging geschiedde voor het gemak der trams.
Adressanten verzoeken daarom aan het stedelijk bestuur, dat de
belangen van éen maatschappij niet méér worden behartigd, dan die
van zovele bewoners der P. H. kade en voegen daaraan nog het verzoek
toe, dat hun wordt teruggegeven de toestand van enige jaren geleden,
nl. dat de bestrating weer zo wordt gemaakt, dat zij hun werk- en
bergplaatsen enz. behoorlijk kunnen bereiken, zonder gevaar voor
eigen leven, en dat voorbijgangers geen ongelukken kunnen krijgen,
25-8-1894
In de remise van de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij aan de
Stadhouderskade geraakte een man tussen een wagen en de muur
beklemd. De man is naar het Wilhelmina Gasthuis gebracht.
5-9-1894
Zitting gemeenteraad van 4-9-1894.
Ingekomen is een adres van de kruiersbazenvereniging “Door eendracht
verbonden”, waarin zij zich beklaagt over de last bij het vervoer
ondervonden, door de boven de begane grond liggende tramrails, met
verzoek daarin verbetering te doen brengen. De gemeenteraad besluit
dit aan B. en W. ter afdoening te laten.
21-9-1894
Vanmiddag werden de voorstellingen van “Pawnee Bill's Wild West”
weer druk bezocht. De trams op de Dam konden tegen half drie de
menigte belangstellenden ternauwernood bergen.
27-9-1894
GEMEENTERAAD.
Zitting van Woensdag 26 Sept. 's nam.
Ingekomen zijn de navolgende aan de Raad gerichte stukken:
Adres van het bestuur der vereniging „Strijd om het Bestaan",
waarbij namens stalhouders en verhuurders van paarden en rijtuigen
gewezen wordt op de voor hen onhoudbare toestand der wegen, waar de
tram over asfalt gaat en geen stenen langs de rails liggen, en
tevens verzocht wordt dat art. 93 der Algemene Politieverordening
(rechts houden), van toepassing wordt verklaard op het gehele
voerwezen, enz. In handen gesteld van B. en W. tot preadvies.
De Indianen, die op het terrein achter het Rijksmuseum hun
vertoningen gaven, schijnen de meerdere doelmatigheid van onze
klederdracht boven hun fantastische uitmonstering in te zien;
althans gistermiddag waren enigen hunner in het grote
klerenmagazijn, hoek Keizersgracht en Vijzelstraat, met zichtbaar
welgevallen bezig zich enige kledingstukken aan te passen en te
kopen. Het stond bij die gelegenheid zo verbazend vol met
nieuwsgierigen voor en om het magazijn, dat de tram ieder ogenblik
gevaar liep ongelukken te veroorzaken. Twee politieagenten konden
met moeite de ingang vrijhouden.
29-10-1894
Bij Jan L. C. Kotting & Co. Is een nummer verschenen van een nieuw
blad, De Tramcourant, waarin alle gegevens voorkomen, welke voor
reizigers met de Amsterdamse tram van belang kunnen zijn: een kaart
van het tramwegnet, kleur en vorm der topborden en avondlantaarns,
enz. De krant kost 2 cent, waarvan 1 cent bestemd wordt voor
„Kindervoeding”.
Door de politie is een jonge bakkersknecht gearresteerd, die op de
Dam aan een venter voor een bagatel een pakje tramkaartjes wilde
verkopen, welke kaartjes vermoedelijk afkomstig zijn uit de
portefeuille, die verleden Maandagavond ontvreemd werd uit de kiosk
op de Torensluis.
30-10-1894
Ten gevolge van een brand in een schoenwinkel in de Vijzelstraat was
het tramverkeer aldaar ’s avonds geruime tijd gestremd.
2-11-1894
BEGROTING 1895, HOOFDSTUK IV.
Ontvangsten van verschillenden aard en toevallige baten ad f
1.466.700.
Bij de post 695, vergoeding van de „Amst. Omnibusmaatschappij" wijst
de Heer Gerritsen er op dat de regeling der pensioenen der
werklieden altijd nog niet geschied is. Tot nog toe heeft de A. O.
M. aan deze hare verplichtingen niet voldaan. De Heer v. Nierop
merkt op, dat reeds 6 jaren geleden de wenselijkheid van tramlijnen
in de buitenwijken besproken is. Daaromtrent is zelfs een
modelconcessie gemaakt, waarop niemand heeft ingeschreven — doch
spr. zou wel eens willen weten, hoe 't met de zaak staat ?
De Voorzitter zegt dat de Weth. Serrurier niet aanwezig is, daar hij
in het belang der gemeente buitenlands vertoeft. En daarom geeft
spr. in overweging thans deze zaak niet verder te bespreken: Hij kon
echter wel zeggen dat de zaak niet uit het oog verloren wordt.
19-11-1894
Aangaande de aanvraag om concessie en subsidie voor een
stoomtramlijn Amsterdam—Aalsmeer—Haarlem wordt ons omtrent de loop
nog het volgende gemeld:
De tramweg begint te Amsterdam achter het Rijksmuseum, volgt voor
een klein deel de Ceintuurbaan om dan op eigen baan door de
Binnendijkse polder te lopen, kruist de Amstelveenscheweg ongeveer
rechthoekig en verlaat de polder met een brug over de Schinkel.
De baan loopt nu westelijk langs de zuidelijke ringdijk van de
Riekenpolder tot aan de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, die
ter hoogte van het pontveer met een brug wordt gekruist. In deze
laatste polder volgt de baan de Aalsmeerder Noord Tocht tot Aalsmeer
en de inundatiedijk; vervolgens loopt de tramweg achter die dijk
langs Hoofddorp tot het fort Vijfhuizen, waar de ringvaart weder
wordt gekruist en de baan door Vijfhuizen—Poel en
Noord-Schalkwijkpolders het Spaarne bereikt, dat met een brug
gekruist wordt; het eindpunt is aan de Kleine Houtweg.
Vier belangrijke draaibruggen zouden gebouwd moeten worden.
Bij toenemend verkeer bestaat het plan de lijn later te Amsterdam
over de Ceintuurbaan door te trekken tot het station van de
Staatsspoorweg.
18-12-1894
De A. O. M. heeft in de Dubbele Buurt te Nieuwer-Amstel een
schafthuisje doen bouwen voor haar trampersoneel op de lijn
Leidscheplein— Overtoom.
Verantwoording en disclaimer:
Cees Pot heeft voor de totstandkoming van
deze tijdlijn de database van de website "Historische
kranten in beeld" geraadpleegd. Deze website is een initiatief van
de Koninklijke Bibliotheek. Deze instantie heeft ons toestemming verleend voor
publicatie op deze wijze.
*
Soms komen er in de artikelen fouten en onjuistheden voor. Om
wille van de authenticiteit is besloten deze ongewijzigd te laten.
laat een berichtje achter
|