MEDIATIJDLIJN AMSTERDAMSE TRAM 1888
door Cees Pot
e-mail:
ceespot@amsterdamsetrams.nl
1888
2-1-1888
Amsterdam, de 28 December 1887. Mijnheer de Redacteur!
Mag ik UEd. beleefd verzoeken onderstaand bericht een plaatsje te
geven.
Gisteravond verliet een dame om half elf uur de tram op de Dam, om
zich vandaar naar huis te spoeden en liep langs de stationerende
rijtuigen, door de Vischsteeg om zo haar woning (Warmoesstraat) te
bereiken.
Het had zoals u weet bard gesneeuwd, en dit scheen voor de heren
(tram)koetsiers een schone gelegenheid om een fatsoenlijke gehuwde
vrouw gemeen en liederlijk aan te randen, vast te houden, en zodanig
toe te takelen dat deze dame geheel ontdaan en behuild met half
gescheurde kleren thuis kwam tot niet geringe schrik van haar
echtgenoot. Dat jongens met sneeuwballen gooien is wat anders, maar
deze heren schenen er plezier in te hebben een dame niet alleen met
sneeuw in te wrijven, maar op alle mogelijke manieren zeer gemeen en
onzedelijk aan te pakken; een dezer heren? hield zelfs haar keel
dicht, zeker om hulpgeroep te beletten.
Op haar aanhoudend geroep kwamen nog drie andere heren? uit het
nabij zijnde koffiehuis, om te helpen .... vasthouden en mede gemeen
te mishandelen, totdat eindelijk, na lang geroep, deze heren het
geraden achtten om uit te scheiden, haar toevoegende, jij zal zoo
gauw niet weerom komen, met andere woorden, of wij zullen je nog
anders behandelen.
Tegen deze feitelijke aanranding en mishandeling op de openbaren
weg, moet beter gezorgd worden, en zo niet, dan raad ik iedere
fatsoenlijke vrouw, om 's avonds niet langs deze straat te komen, te
meer daar men steeds verzekerd kan zijn altijd een der gemeenste
woorden toegeroepen te worden. Jammer is het, dat deze dame niet met
zekerheid de personen kan aanwijzen, waardoor hun anders het spreken
een beetje anders geleerd kon worden, want zelfs tegen bejaarde
dames zijn deze koetsiers altijd gemeen, en komt dit niet te pas aan
mensen die te dienste van 't publiek zijn en niet om iedere vrouw
iets toe te voegen, wat een fatsoenlijk mens niet zou durven zeggen.
A. W. Osterloh.
16-1-1888
Naar aanleiding der door B. en W. aan den raad gedane voordracht,
om, in net belang der verhuring van de door Gebr. Sebbelee gebouwde
winkelhuizen aan de Marnixstraat tegenover de Bozengracht, voor die
gracht een houten brug voor voetgangers over de Lijnbaansgracht te
leggen, ¦— hebben de heeren A. J. Bos c. s., aanvragers om concessie
roor een tramlyn van de Baambarrière (via de Bozengracht) Dam,
Centraal-Station, Nieuwmarkt, Plantage, eventueel Hoogte v/d Kadijk,
zich by adres tot den Gemeenteraad gewend. Zij herinneren daarbij
aan de stukken, die, tijdens de thans bijna 42 maanden duiende
wordingsperiode der door hen gewenschte concessie, zoo door het
collegie van B. en W. als door de Baadscommissie tot onderzoek
openbaar gemaakt, waarin by herhaling wordt gewezen op de
wenschelijkhcid ja noodzakelijkheid, in het belang der Gemeente, van
het aanleggen der gevraagde tramroute. Met het oog daarop wijzen de
adressanten op die officieele duidelijke verklaringen, daar immers
de waarschijnlijkheid bestaat, dat, bij het aannemen der bedoelde
voordracht, het belangrijke, echter onmiddellijk oplosbare,
vraagstuk omtrent het leggen van een tramlijn van den Dam naar de
Marnixstraat weder voor geruimen tijd zou verschoven worden, hetgeen
blijkens de boven aangehaalde verklaringen zou zyn tegen het belang
der Gemeente-
Wie wat bewaart, h éef t wat! Men kan nooit weten hoe iets nog eens
te pas komt!
Gisteren ontving een conducteur op de lyn— Marnixstraat een
tramkaartje, dat hem, om den vorm van het gedrukte, vreemd voorkwam.
De passagier, die het hem gegeven had, hielp hem echter aanstonds
uit den droom. Zeven jaar geleden was hy naar Amerika gegaan met een
stuk of zes omnibusfcaartjes in den zak, en hy had deze al dien tijd
zuiniglijk bewaard. „Je kondt toch niet weten...."
zooals de conducteur nu zelf zag. Dit kaartje was het eerste, dat de
overzeesche reis heen en weer had meegemaakt en nu verminkt werd j
de anderen zouden bij gelegenheid ook worden „verreden." Een
abonnement is toch altijd makkelijk.
27-1-1888
Het nieuwbenoemde Eaa'ds lid Mr. J. ia Vries werd in de gisteren
gehouden zitting van den Gemeenteraad, na aflegging der bg de wet
gevorderde verklaringen en beloften, geïnstalleerd. Besloten werd o.
m.: dat, met het oog op de uitbreiding van het getal kiezers, de
gemeente voortaan, in plaats van in vier, in acht afdeelingen zal
worden verdeeld, en ten hoogste 78 gedelegeerden uit de kiezers
zullen worden aangewezen om met de leden vanden Baad in de
stembureaux zitting te nemen; om de tot weder-opzegging aan Martin
Wolff verleende vergunning tot het plaatsen van kiosken op
gemeentegrond, te veranderen in eene vergunning voor den tgd van 25
jaren; Aangehouden werden: de Voordr. tot wgziging van de artt. 212
en 299 Aer Algemeene Politieverordening omtrent de vergunningen tot
bouwen; de Voordr. om aan de Duinwater-Maatschappg »oor het in
werking brengen der Vechtwaterleiding uitstel te verleenen tot 1
Februari a. s., en Verworpen: de Voordr. tot kostelooze aanvaarding
van de rechten, die de eigenaars der aan het Schapenburgerpad
gelegen terreinen op dat pad bezitten, en de Voordr. om vergunning
te verleenen voor het leggen van een houten brug voor voetgangers
over de Lijnbaansgracht vóór de Rozengracht. Bü die gelegenheid werd
door den Wethouder ?an Publieke Werken omtrent de aanhangige
tram-concessie-aanvragen verklaard, dat die zaak zóo ernstig is
voorbereid, dat B. en W. haar binnen een niet te verwgderd tüdstip
b'j den Eaad lullen kunnen aanhangig maken.
1-3-1888
Op een der tramlijnen is gisteren door onbekend gebleven personen
een blikken busje gelegd, dat met een vrij hevigen knal ontplofte
toen een tramwagen er overreed. Het was vermoedelijk met kruit
gevuld.
3-3-1888
De aanhoudende strenge vorst in de afgeloopen maand belemmerde zeer
den goeden voortgang van verschillende werken ; zoodat zelfs in de
tweede helft dier maand eenige werken geheel moesten worden
gestaakt. De verbreeding van liet Leidseheplein en van de
Weteringschans bö dat plein, kwam gereed. Op het nieuwe gedeelte zön
eenige jonge boomen geplant. Zoodra het weder dit toelaat, zullen de
tramrails meer naar de grachtzjjde verlegd eu het profiel van den
weg in orde gebracht worden.
13-3-1888
Hedenmorgen ongeveer 9 uur werd een tilbury bü de gasthuisbrug door
de tram Leidscheplein—Amstelv. weg overreden. Het rgtuig is kort en
klein, doch de bestuurder de Heer H., van Nieuwer- Amstel, is met
den schrik vrügekomen, terwgl het paard ook ongedeerd bleef.
19-3-1888
Een onzer lezers beklaagt zich over het herhaalde en onbehoorlijke
spuwen, dat sommige passagiers in tramwagens zich tegenwoordig
veroorloven. Hg zou wenschen, dat de conducteurs in dit opzicht meer
toezicht hielden, zoodat kon voorkomen worden, dat dameskleeren
bemorst werden.
21-3-1888
Toch was de fijne jachtsneeuw, die den ganschen dag zonder
tusschenpoozen viel, vooral daar waar zrj door den feilen
Noordoostenwind tot hoopen werd opgezweept, zoowel voor voetgangers
als voertuigen eene groote belemmering. Niet het nimst ondervond dit
de Tramdienst. Tot twaalf uren hield hij met het gewone span vol,
maar toen hielp geen pekel meer, en moesten de spannen overal
verdubbeld worden. En toen nog hadden de paarden het. vooral bij
krommingen, van den weg of bq het aanzetten, kwaad. De dienst,
hoewel eenigzins beperkt, werd toch niet gestaakt, en ontspoorde er
al hier en daar eens een waggon, geen ongelukken vielen er bij voor,
en met vereende krachten had men den weerbarstigen wagen spoedig
weer in het goede spoor. In den avond ging de wind wat liggen en
verminderden tevens de sneeuwvlagen, en hedenmorgen waren wel overal
de straten met een dikke laag bedekt, maar de wind was om en de
atmosfeer aanmerkelijk zachter, zoodat we mogen hopen, dat we het
ergste gehad hebben. Uit verschillende plaatselijke
berichten^blijkt, dat ook buiten Amsterdam de nawinter zich geducht
heeft doen gelden.
24-3-1888
Ten gerieve van hen, die met den tram van Schulpbrug af, aan het
Tulpplein zich verder op een der andere tramlijnen stadwaarts
wenschen te begeven, zal aan het tuinhek tegenover het Amstel-Hotel
een wachthuisje worden geplaatst.
26-4-1888
Door de Amsterdamsche Omnibus- Maatschappij was eenigen tijd geleden
aan Burg. en Weth. het verzoek gericht, ten gerieve van de
tramreizigers, in de Sarphatistraat naby het Tulpplein een
wachtkamer te mogen plaatsen. De vergunning
hiertoe is geweigerd. " Moge de Maatschappij er nu toe besluiten, de
lijn Dam—Sarphatistraat in tweeën te splitsen- de oorspronkelijke
lijn en eene lijn Dam—Weesperzijde
10-5-1888
GEMEENTERAAD.
Zitting van Woensdag 9 Mei 1888 ('s nm. 1 1».,) Voorzitter Mr. G.
van Tienhoven. Tegenwoordig bij den aanvang der zitting 26 leden.
Id. van het raadslid mr. J. C. de Vries, waarbg hg verlof verzoekt
een vraag te doen van den volgenden inhoud: „kan de Raad weldra een
voordracht verwachten omtrent een tramaanleg in deze gemeente in
verband met de aanvragen Bos en Sanders?" Aan dien Heer zal in de
volgende verg. gelegenheid worden gegeven die vraag te doen.
19-5-1888
Op het Frederiksplein (geraakte gisteren iemand met den hak van zijn
laars tusschen een wissel van de tramsporen, waardoor hij viel. Toen
men hem overeind geholpen had, bleek zijn rechterbeen gebroken te
zgn. Hij is per raderbaar naar het gasthuis vervoerd.
24-5-1888
Hoewel de temperatuur, sedert het Zaterdag in den omtrek gevallen
onweer, wel wat afgekoeld was, kenmerkten zich de beide
Pinksterdagen door fraai zomevweder. Er waren dan ook duizenden zoo
van hier al» elders op de been, druk gebruik makende van de
gelegenheid om in het jnaagdelgk frissche Vondelpark te wandelen,
een tochtje te water op Amstel of IJ, of per rijtuig of spoor in den
omtrek te maken.
Eenige cijfers omtrent het verkeer zgn ons bekend .f-»worden. Aan
het station van de Hollandsohe spoor werden 34,000, en aan dat van
de Bgnspoor ruim 10,000 plaatskaarten afgegeven. Met de trams van de
Omnibus-Maatschappü werden, met inbegrip van de overstapkaartjes,
145,000, en met de Havenstoombootjea 3.1,454 passagiers vervoerd. „Artis"
werd door 3724 vreemdelingen bezocht, en in den Parktuin genoten er
ruim 2000 van de muziek en de aangename omgeving. Ook het Panorama
en het Panopticnm ontvingen hun oontingent, en bü de wedrennen der
Amsterdamsche Sportclub ontbrak het, blükens ons afzonderlük bericht
hieromtrent, niet aan eene talrüke schare nieuwsgierigen en
belangstellenden. Liet dus de zomerwarmte zich ditmaal wel wat heel
lang wachten, de Pinksterdagen hebben ons niet teleurgesteld.
12-6-1888
VB. geeft zgne verwondering te kennen over de verandering van het
opschrift boven tramwagens Dam-Nieuwebrug-Pnns Hendrikkade,-n Dam-
Bad hui 8 van Heemstede Obelt, P. H. kade. Het onschrift boven de
trams toch geeft aan het traject dat wordt doorloopen. Bovengenoemd
veranderd opcchrift is dus geheel bezijden de waarneid, want om van
den Dam per tram naar de zweminrichting valden Heer van H. O. te
komen moet men uitstappen bi aan den Schreierstorén 6f aan den
Oosterdokedjjk en van daar circa 10 minuten loopen vóór men aas het
badhuis komt. Amsterdammers z"ijn daarmede bekend, doch
vreemdelingen zullen b'ö het verlaten dei tram, zeer zeker en niet
ten onrechte, den conducteur hierover aanmerking maken. Indien de A.
O. M. bekend maakt dat men voor 12% cent kan rijden van den Dam naar
of langs badhuis van H. O.—P. H. kade, behoort men de reizigers ook
daar ter plaatse te brengen en niet, zooals thans geschiedt, circa
10 minuten afstand daarvan.
14-6-1888
In het Gasthuis is men tot amputatie van den verbrg zelden arm van
den militair, die gisteren in de Vijzelstraat
onder den tram geraakte (zie vorig No.) moeten overgaan. Nader
kunnen wö hieromtrent nog mededeelen, dat de bedoelde persoon het
ongeluk geheel aan eigen onvoorzichtigheid heeft te wgten. Hg had
zich schrglings op den rand van het spatbord van het voorbalcon
neergezet en was herhaaldelgk door den koetsier op het gevaarlijke
er van opmerkzaam gemaakt, doch zonder
vrucht, tot hö eindelijk zijn evenwicht verloor, voorover viel, en
zoo onder de wielen van den wagen geraakte.
18-6-1888
Heden is alhier do or de architecten Sanders en Berlage aanbesteed:
Het bouwen van twee locomotieven- en rijtuigremises met werkplaats,
voor den tramweg van Amsterdam naar Edam. Ingekomen waren 14
biljetten. Minste inschrijver was de Heer E. B. Kuipers, te
Nieuwer-Amstel, voor ƒ17,000. De hoogste inschrijving was ƒ22,870.
Gisteren geraakte op de Kegelier sbreestraat een 3-jarig knaapje
onder den tram waardoor het zgn linker been brak. Het jongske werd
naar het Gasthuis vervoerd.
Bö de politie is, namens den Directeur van de Amst. Omnibus-Maatsch.,
aangifte gedaan dat van het terrein langs de Plantage— Muidergraeht
zeer vele stukken tramrail zön ontvreemd.
20-6-1888
Omtrent den militair, die voor 1. week tn de Vüzelstraat onder den
tram geraakte en wien daardoor een arm werd verbrijzeld, wordt ons
nader gemeld, dat het ongeluk niet is ontstaan doordien hü van het
spatbord viel, maar doordien hü van de tram sprong. Er heeft,
volgens die mededeeling, nog geen amputatie plaats gehad; deze zal
waarschünlgk niet noodig zün, daar de patiënt reeds de vingertoppen
van den gewonden arm bewegen kan. Hü wordt thans in het militaire
hospitaal verpleegd.
28-6-1888
Door de heeren J. Polderman, voor•nalig directeur der Amsterdamsche
Rijtuig-Maatschappij en J. C. M. van Diggelen, is bij het
Gemeentebestuur concessie aangevraagd om langs een aantal wegen,
niet in het tramnet begrepen, groote passagiersrij tuigen te laten
rijden van en naar vaste standplaatsen. Het uitgangspunt zou zijn de
N. Z. Voorburgwal achter het Paleis. Vandaar zou het vervoer
geschieden naar eindpunten van onderscheidene kanten der stad
zooveel mogelgk langs straten en grachten, welke niet door het
tramnet doorsneden worden. De prijs zou zijn 71/2 Ct. de persoon en
bij abonnement 6 Cts. Verder wenschen de aanvragers nog eenige
lijnen dwars door de stad met hunne rijtuigen te explóitéeren, bv.
van de Da Costakade langs de Rozengracht naar de N. Z. Voorburgwal
en vervolgens door de Hoogstraten langs de Oude Schans tot het
Oosterhoofd. Voor die ritten zou men zich voor 12 ets. kunnen
abonneeren.
29-6-1888
Gemeenteraadsvergadering van gisteren.
Thans werd het woord gegeven aan den Heer Mr. J. C. de Vries tot het
doen zgner Interpellatie over den aanleg van nieuwe trambanen in
deze gemeente, in verband met de concessie-aanvragen van de hh.
Sanders c. s. en Bos c. s. Spr. had met opzet zeer weinig gevraagd
en zou zich alleen daarop bepalen of weldra een voordr. van B.en W.
kon worden tegemoetgezien omtrent de concessie-aanvrage van de hh.
Sanders en Bos. In '78 vroeg de Heer Sanders en in 1884 de Heer Bos
concessie tot den aanleg van trams, en als spr. nu de geschiedenis
er van na dien trjd naging, dan bestonden er geene technische
tnoeieljjkheden en werden de lgnen aan de A. O. M. aangeboden,
terwijl wanneer na verloop van 3 maanden die Mg. de lijnen niet
aanvaardde, de gemeente geheel vrg was. In Jan. 1887 nu was van die
Mg. het antwoord gekomen dat zg die lgnen niet begeerde en nu vroeg
spr. wat er na dat tijdstip ten opzichte van de zaak vanwege het D.
B. aan de concessie-aanvragers was geantwoord ? De Heer Westenberg,
Wethouder van Pub. Werken, erkende dat de Raad veel geduld en
welwillendheid heeft gehad. Burgem. en Weth. hebben evenwel in deze
zaak niet stil gezeten. In de eerste plaats had er eene wisseling
plaats gehad in het collegie van D. B. Nu kon er evenwel in
anderhalf jaar wel wat geschied zijn, maar het niet aanvaarden door
de Omnibus-Maatsch., waarvan de motieven haar in gegeven waren door
haar rechtsgeleerden raadsman, bleek gegrond te zgn op andere
motieven dan die de rechtsgeleerde raadsleden uit den Raad bg' de
samenstelling van het bekende rapport hadden geleid. In Aug. 1887
was door de hh. Bos c. s. een nieuw voorstel gedaan nl. met
betrekking tot de coupure aan de Heerengracht. Daarvan was echter
gebleken dat de uitvoering op groote technische moeielg'kheden zou
stuiten en omtrent de oplossing waren geene nadere voorstellen door
de concessie-aanvragers gedaan. Maar er was nog eene andere factor
waarmede men rekening moest houden, nl. een plan van de Regeering
tot den bouw van een nieuw posten telegraafkantoor, waarmede
misschien eene verbreeding van de Huiszittenstegen in verband zou
knnnen worden gebracht. Daaromtrent zijn de onderhandelingen nog
niet afgeloopen. En wat nu het standpunt van B. en W. is tegenover
de concessionarissen ? Zij hebben gemeend, dat de oostelijke lijnen
nog niet zoo noodzakelijk zgn, maar van de noodzakelijkheid der
westelijke lijnen zgn zg' doordrongen, en nu zou het volgens B. en
W. op den weg der gemeente leggen dat aan geen der beide
concessie-aanvragers eene concessie moest worden verleend. Zg zgn
zóo ongelijk en zoo moeielijk te overwegen, en bieden ook financieel
zoo weinig voordcelen voor de gemeente aan, dat men zich geheel van
de concessionarissen moest losmaken en de gemeente zelve de zaak
moet ter hand nemen, een cahier decharges moet laten uitmaken en
daarop aanbiedingen moeten worden ingewacht, en nu kon spr. aan den
Heer De Vries antwoorden: dat „weldra," in den engeren zin opgevat,
eene zoodanige voordr. den raad zou bereiken. Alleen hing die
indiening nog af van onderhandelingen met de Regeering die echter
spoedig kunnen worden te gemoet gezien, en spr. geloofde dus dat den
Heer De Vries het uitzicht mocht worden geopend dat vóor I°. October
eene voordracht aan den Raad zal worden ingediend.
7-7-1888
Ter Secretarie zijn ter lezing gelegd de volgende stukken: No. 298.
Voordr. tot het verleenen van vergunning aan Th. Sanders, civiel en
bouwkundig Ingenieur, die het voornemen heeft een tramdienst te
ondernemen tusschen Amsterdam en Edam, tot den aanleg van een
tramweg, loopende van de Noordelijke grens van Amsterdam tot het
afgesloten Lf, en voorts tot het kosteloos hebben van drie steigers,
een aan de Oostzijde van den Oostelijken havendam aan de schutsluis
Willem 111, een aan de Zuidzijde van het Midden-stationseiland en
een aan de Zuidzijde van het Damrak, welke moeten dienen tot
aanlegplaats deistoomboot, die alleen en uitsluitend dienst zal doen
om passagiers voor bedoelde tram over het IJ te brengen en niet als
overzetveer zal gebezigd worden. In de toelichting tot deze voordr.
wordt door B. en W. in het midden gebracht, dat tegen het aanleggen
van den tramweg in deze gemeente, over de aan het Rijk toebehoorende
gronden, het terrein van sluis Willem 111 en vervolgens den
Oostelijken afsluitdijk van het N.-H. kanaal, van hunne zijde geen
bedenking, bestaat, mits in geen enkel opzicht worde te.kort gedaan
aan de rechten van overgang dezer gemeente naar de aan de
Rijksgronden grenzende bezittingen van de gemeente. De bezwaren, die
zij aanvankelijk hadden tegen het geven eener vergunning voor een
stoombootdienst over het afgesloten IJ, omdat zulk een dienst af
breuk zou doen aan het gemeentelijke overzetveer, dat aan den
haven-stoombootdienst ter exploitatie is opgedragen, zijn, na
overleg met adressant en de directie van den haven-stoombootdienst,
thans opgeheven. Voorts heeft adressant verklaard er genoegen mede
te nemen, dat voor het hebben van de door hem bedoelde steigers de
retributie worde betaald, zoo als die is vastgesteld,
12-7-1888
Zitting van Woensdag 11 Juli 1888 ('snam. 1 u.) Voorzitter Mr. G.
van Tienhoven. Tegenwoordig bij den aaDvang der zitting 32 leden.
Ingekomen stukken
Adres .van A. L. van Gendt, verzoekende sorg te dragen dat de
ontwerpen voor eene nieuwe tramverbinding binnen de stad zoo worden
uitgevoerd, dat zij niet schaden aan eene eventueele uitvoering van
adressant's Beursplan. In handen van B. en W. om daarop bg de
.ramplannen te letten.
13-7-1888
GEMEENTERAAD.
Zitting van Woensdag 11 Juli 1868 ('snam. 1 u.) (Vervolg.) 298.
Voordr. betreffende eene vergunning aan den Heer Th. Sanders tot
aanleg van een tramweg van de Noordelgke gren3 van Amsterdam tot het
afgesloten IJ. Deze aanvraag staat in verband met de door dien Heer
te ondernemen tramdienst tusschen Amsterdam en Edam. Door den Heer
Gerritsen waren op de voorwaarden der vergunning een paar
amendementen voorgesteld, en wel: omtrent de opruiming der werken
door de gemeente zonder vorm van proces, na intrekking der
vergunning, en omtrent de uitkeering van 10 pCt. aan den
Havenstoombootdienst, die de voorsteller op 5 pCt. zou willen
gesteld zien. Na de toelichting van den Heer Gerritsen omtrent het
eerste punt, verklaarde de Heer De Koning zich niette vereenigen met
diens zienswgze dat de gemeente, bij intrekking der concessie, zich
zonder vorm van proces in het bezit der werken zou stellen. Men mag
maar zoo niet in bezit nemen wat ons niet toekomt, en de gemeente
moet een goed voorbeeld geven. Ook de Weth. v. P. W., de Heer
Coninck Westenberg, bestreed de amendementen en wenschte de bepaling
dat de opruiming der werken bg eventueele intrekking der vergunning
geschiedde een maand na daarvoor ontvangen aanmaning, te handhaven.
(De Heer Moltzer kwam ter vergadering). Na toelichting door den Heer
Gerritsen van zgn amendement op punt 5, werd dat bg stemming met 26
tegen 6 stemmen — die van de hh. Hovy, Van Hall, Willeumier, S.
Jitta, Ankersmit en Gerritsen — verworpen. — Alsnu kwam in
behandeling zün amendement op punt 6 omtrent de uitkeering van 10
pCt. aan den Havenstoombootdienst, hetgeen hü op 5 pCt. wenschte te
zien bepaald, maar niet voor den Stoombootdienst, maar dan ten bate
van de gemeente. Spr. verklaarde zich niet afgeschrikt door het
ongunstig lot, dat zgn vorig amendement had getroffen, en hoopte met
dit amendement gunstiger te zullen slagen. Uitvoerig lichtte hg de
strekking er van toe, eerstens om aan te toonen dat de nieuwe
onderneming geen concurrent was van den Haven-stoombootdienst, en
ten anderen dat de uitkeering van eene concurreerende onderneming èn
onbillgk was èn. niet in het belang der gemeente-kas. Spr. sprak als
zijne overtuiging uit, dat op die manier de nieuwe onderneming zóo
werd tegengewerkt, dat daardoor haar optreden onmogelijk zou worden
gemaakt. Liefst zou spr. dan ook de artt. 6 en 7 uit de voorwaarden
geheel verwijderd willen zien, maar bleef de Baad aan vergoeding
vasthouden, dan zou die vergoeding niet in den vorm eener uitkeering
van 10 pCb. aan den Haven-stoombootdienst moeten worden bepaald,
maar in den vorm van 5 pCt. aan de Gemeente. De Heer Mr. J. C. de
Vries deelde de zienswgze van den vorigen spr., maar kon niet
meegaan met diens voorwaardelijk amendement, omdat uit de discussiën
bleek, dat de Heer Sanders ziehreeds jegens den
Haven-stoombootdien3t had verbonden, en wanneer daar nu nog 5 pCt.
voor de gemeente bijkwam, zou dit inderdaad al te bezwarend zijn.
Hij zou dus stemmen tegen het Art. 6. Ook door den Heer Hovy werd de
billgkheid eener vergoeding aan den Havenstoombootdienst bestreden;
terwijl de voordracht daarna nader door den Weth. van Publ. W., den
Heer Westenberg, werd toegelicht. Door den Voorzitter werd daarna de
meening des voorstellers bestreden, alsof niet het gemeentebelang,
maar wel dat van de Havenstoombootdienst op den voorgrond zou zgn
gesteld. (De Heer Pet kwam ter vergadering). Na beantwoording door
de voorsteller werden de debatten gesloten en de amendementen in
stemming gebracht. Het eerste amendement om de Artt. 6 en 7 te doen
vervallen, werd daarop verworpen met 21 tegen 13 stemmen, daarna het
tweede amendement omtrent de uitkeering van 5 in plaats van 10 pCt.
eveneens verworpen met 29 tegen 5 stemmen, en daarna de voordr.
zonder hoofdelijke stemming aange n o m e n-
14-7-1888
Ter be sp reking van de tram-quae s tic wordt door de kiesvereen.
„Amsterdam" tegen a. s. Dinsdag eene openbare vergadering belegd in
Maison Stroucken.
16-7-1888
Op de Mamixstraat zijn vele scholen, en 't is vaak voor de koetsiers
der tramwagens, bjj het aan- en uitgaan er van, een moeielgke taak
om ongelukken te voorkomen, daar de kinderen dikwijls als de tram
nadert, al stoeiend nog op 't laatst moment willen oversteken. Dit
was ook weer gistermiddag bjj het aangaan der school bij de
Raambarrière het geval, met het ongelukkig gevolg dat een tien-jarig
meisje struikelde, en eer de koetsier den wagen tot staan kon
brengen, een wiel over het been kreeg. Zg werd opgenomen en naar het
Binnen Gasthuis vervoerd
Ten opzichte der verklaringen door B. en W., gisteren in den Eaad
gedaan omtrent de tusschen het dagelnksch bestuur en mij gevoerde
onderhandelingen over het hebben van aanlegsteigers ten behoeve van
een tramweg naar Edam, is eene kleine rectificatie mnnerzgds
noodzakelgk. Het punt in quaestie betreft de mg ongelegde uitkeering
aan den Havenstoombootdienst, Van 10 pCt. over een deel der
ontvangsten op bovenbedoelde lijn. Toen ik den Hear Coninck
Westenberg in November van het vorig jaar vroeg of hg eene aanvraag
tot hebben dezer steigers zou kunnen steunen, werd er reeds spoedig
overeenstemming over de voorwaarde verkregen. Van eene uitkeering
aan den H. S. D. was daarbg geen spraak. Eerst later ward mg door
den Wethouder van P.W. medegedeeld, dat B. en W. alleen dan eene
vergunning voor het hebben der steigers konden geven, wanneer ik mij
daarover eerst met den Havenstooinbootdienst had verstaan.
Tevergeefs wees ik, zoo dringend mogelijk, in een gesprek met den
Heer Roëll, destijds Wethouder van Financiën, op het mgns inziens
ongemotiveerde en ongerechtvaardigde eener dergelgke voorwaarde.
Eerst toen ik de zekerheid had verkregen, dat B. en W. het geven der
vergunning voor de steigers geheel afhankeigk stelden van een
vergelgk tusschen mg en de directie ran den Havenstoombootdienst te
treffen, wees ik er den Wethouder van P. W. op, dat ik niets aan die
Maatschappij te vragen had, maar dat, wanneer er onderhandeld moest
worden, ik aan B. en W. verzocht zelf de onderhandelingen te voeren.
Hierin hebben B. en W. toen toegegeven, en op deze wgze is de
overeenstemming verkregen. Men zal begrijpen, dat ik niet dan noode
er toe overging aan eene andere Maatschappg, die in geenerlei
verband tot de mijne staat, eene uitkeericg in geld te doen en
inzage van boeken te geven. Ik was gedwongen dit offer te brengen,
wilde ik de tramlijn tot stand brengen, want hiervoor waren de
aanlegsteigers onontbeerlijk, en B. en W. verklaarden pertinent de
vergunning daartoe niet te zullen geven zonder schadeloosstelling
mgnerzijds aan den H. S. D. Ik heb gemeend niet anders te mojen
handelen dan ik deed, maar wanneer nu de Voorzitter van den Raad
beweert, dat mgne onderhandelingen met B. en W. steeds uiterst
vriendschappelgk zgn geweest en mijne aanvraag met zeer veel
welwillendheid is ontvangen, dan zou het ongepast zijn dit tegen te
spreken, maar lettend op de uitkeering van 5 "j0, die zoowel de A.
O. M. als de H. S. D. betalen over hunne ontvangsten binnen de
gemeente, terwijl mg zgn opgelegd 10 "/„ over ontvangsten buiten de
gemeente, verklaar ik volmondig de voorkeur te geven aan de
gestrengheid waarmede deze Maatschappijen zgn behandeld, boven de
groote vriendschap en welwillendheid aan mg in deze betoond.
Amsterdam, 12 Juli 1883. T. Sanders.
18-7-1888
Gisteren werd op de Prins Hendrikkade eene vrouw door een tramwagen
aangereden zoodat zij aan beide beenen verwond werd. Men bracht haar
ter verpleging naar het Binnen-Gasthuis.
19-7-1888
Stadsnieuws. Trampiannen—Sanders c. s.
Door de Kiesvereenigiug ..Amsterdam" was gisteravond te half negen
«ene meeting belegd in „Maison Stroucken" ter bespreking der
tramquaestie Sanders es.
Zooals onze lezers zich uit de uitvoerige mededeelingen hieromtrent,
van tgd tot tijd ook in ons blad opgenomen, zullen herinneren,
bedoelt de concessieaanvrage van de heeren Sanders c.s.: den aanleg
van een ceintuurbaan om de geheele stad, en in verband daaroiede een
lijn nan den Dam naar het Westen, dat is midden door de Jordaan, en
een lijn naar het Oosten, dat is naar de Stads-rietlanden en het
Abattoir.
Aan de gemeente zou door den concessionaris 5 pCt. van de
bruto-opbrengst van het vervoer worden uitgekeerd: terwgl door hem
een open weg van midden achter het Paleis naar de Jordaan, en een
brug over den Amstel zou worden gemaakt. Verder behoorde tot het
plan van de heeren Sanders c. s. ook de aanleg van eenige tramlijnen
naat buitengemeenten, zooals die naar Sloterdgk, welke reeds
aanwezig is; die naar Kdam, welke binnen eenige maanden gereed zal
zün; en eene naar Amstelveen en de Haarlemmermeer enr.
Eeeds gedurende acht jaren werd het nemen eener beslissing omtrent
deze concessie-aanvrage door het Gemeentebestuur uitgesteld; terwgl
nu onlangs door B. en W. het denkbeeld werd geopperd om uit het
geheele tram plan de lün Dam—Rozengracht— Buitensingelgracht te
lichten en ter exploitatie uit te besteden.
Het onderwerp werd ingeleid door den Heer TH» Sanders, die daartoe
de vier volgende stellingen zou ontwikkelen: 10. Een tramwegnet moet
zooveel mogelük beantwoorden aan de eischen des tgds ;— 20. Aanleg
en exploitatie moeten zoo r.gn, dat allo inwoners zooveel mogelgk
gelijkelijk de voordcelen er van kunnen plukken; — 30. De aanleg van
tramwegen moet zich uitstrekken tot omliggende kleine gemeenten; —
en 40. Tusschen het stedelgk tramwegnet en die tramwegen, die
aangelegd zgn voot verbinding met buitengemeenten, moet doorgaand
verkeer mogelük zgn. Spreker ving aan met er op te wgzen. dat de
aan» hangige quaestie een quaestie is van algemeen belang, en de
aanleiding tot deze vergadering was geweest de interpellatie door
den Heer Mr. J. C. de Vries, in de Raadsvergadering van den 27 Juni
U. *edaan, en het daarop gegeven antwoord van den Wethouder van P.
W., den Heer Conmck Westenberg, dat het plan van dén concessionaris
ongemotiveerd was. Spr. zou eerst de door hem vooropgestelde
beginselen uiteen zetten, en daarna de financieele zode van de
quaestie behandelen. Wat de quaestie betrof: of het plan van spr.
gemotiveerd was, daaraan knoopte zich van zelve'spreker» eerste
stelling vast, dat een tramwegnet zooveel mogelgk moet beantwoorden
aan de eischen de» tgds. En wat nu het tweede punt aanging, wees hö
in de eerste plaats op de waardevermeerdering die —< het was bü de
lünen der A. O. M. Gebleken—«.den regel de panden ondergingen, waar
de straat doo* een tramweg werd doorsneden. Aan het derde punt
genaderd, dat de aanl«r"Vaa tramwegen zich moet uitstrekken tot
omliggen»
fcleine gemeenten, — wee 3 spr. op de groote befcoeften waaraan
zoodanige Ignen voldoen door de 'producenten en de consumenten tot
elkaar te 'ftrengen, en het vervoer van de voortbrengselen van den
landbouw naar de groote steden mogelük te tnaken, en hoe daardoor
tevens een nieuw veld voor handel en industrie wordt geopend.
Genaderd tot het vierde punt.- dat bg de tramwegen die reeds
aangelegd zgn, voor verbinding met buitengemeenten doorgaand verkeer
mogelük moet wezen, wees hg op de voorkeur die de A. O. M. binnen
een zekere grens der gemeente had, waardoor dit Toor 't oogenblik
nog niet mogelijk was. Aan de vraag of de beginselen, door spr.
vooropgezet, practisch zgn toe te pas3en? knoopte zich eerstens eene
andere vaat: of het wenschelgk was om Ban de 20 kilometers tramlünen
dia Amsterdam had nog 20 kilometers toe te voegen ? en dat dit geen
bezwaar kon opleveren, daartoe beriep hg zich op München met 58,
Berlgn met 95, Hamburg met 59; Bordeaux met 64, Liverpool met 50 en
Manchester met zgne 90 kilometers tramwegen. Een tweede vraag: — of
uitbreiding van hettramwegnet geoorloofd was met het oog op de
gemeentelgke financiën ? bracht spr. in verband met het oordeel vmn
den Weth. van P. W. dat de aanbiedingen der concessionarissen niet
voordeelig genoeg waren, en wees daarbü op de waardevermeerdering
der panden en gronden waardoor ook de financiën der gemeente worden
gebaat. En mocht men daarentegen eenige vermindering vreezen van de
opbrengst der s°/0, door de A. O. M. aan de Gemeente uit te keeren;
— dan was spr. van oordeel dat tegen die vermindering ruimschoots
opwoog de meerdere opbrengst van de 20 kilometers die van deze
concessie het gevolg zoude zgn. Hierna besprak inleider de
verschillend» technische bezwaren tegen zgn plan ingebracht: 10. de
ongeschiktheid van den Westerdoksdtjk, 20. de kruising van het
Oosterspoor bij den St.Antoniesdgken3o.de kruising van de Rhgnspoor,
welke hij achtereenvolgens trachtte te ontzenuwen, en waardoor spr.
meende zgne plannen genoegzaam te hebben toegelicht, om de
ingezetenen in de gelegenheid te stellen te kunnen doen blgken of
Amsterdam prgs stelt op het verkrügen van nieuwe verkeerswegen,
waardoor de bloei van handel en ng verheid ten hoogste gou worden
gebaat. (Toejuiching).
Bg de gelegenheid, die daarna gegeven werd tot debat, verklaarde de
Heer Schut zich zeer voor het plan van den Heer Sanders, speciaal
ook voor de overbrugging van den Amstel, maar vroeg tevens den
inleider of, daar de door hem aan te leggen Ujnen voor een groot
deel door minder bevoorrechte buurten liepen, bg de exploitatie ook
op daarmede in verband staande mindere prgzen gerekend was* terwijl
hg aU antirevolutionair nog de vraag deed: of uit de berekening van
365 dagen, waarop de exploitatie gebaseerd was, de Zondagen niet
weggenomen konden worden? Daarna wees iemand uit Aalsmeer er op hoe
men daar reeds acht jaren reikhalzend naar uitvoering der plannen
van den concessionaris had uitgezien, maar hoe men nog immer
geïsoleerd waa. En nu had men wel eens gezegd: „in on 3 isolement
ligt onze kracht", maar spr. en zijne dorp3genooten wilden liever
niet langer op die manier geïsoleerd blgven, maar er integendeel hoe
eer hoe liever uit verlost worden. Hü wenschte dat deze
kiesvereeniging nu daartoe hulp zou verleenen. (Applaus). De Heer
Biederlack wenschte, daar ook de inleider er zich van onthouden had,
nu niet de lgdensge- Bchiedenis der tramquaestie te rele veeren,
hoeweide concessionaris misschien met meer recht, dan in eene andere
quaestie zeker iemand, kon zeggen -. dat hü er voor „geleden en
gestreden" had (gelach), maar liever eens nagaan de houding van den
Weth. van P. W., die in 1886 president was der Commissie van
Onderzoek uit den Raad in deze zaak, en die zich nu met
verschillende uitvluchten daarvan trachtte af te maken. Die
uitvluchten, waarvan hg de onhoudbaarheid in bü zonderheden
aantoonde, waren I°. dat er sedert de aanvrage der conce33ie
verschillende wijzigingen waren gekomen in het DageHjkseh Bestuur;
2. de mogelgkheid van een proces met de A. O. M.; B°. dat men
rekening moest houden met de financieele belangen der gemeente, en
4°. de onderhandelingen met de Regeering over een post- en
teleftraafkantoor. Na deze uitvluchten stuk voor stuk de revue te
hebben laten passeeren, stelde hij in het licht hoe omnogelgk het
was om het kleine Igntje van nog geen 2 kilometers, dat nn door het
D. B. uit de concessie was gelicht, afzonderlgk te exploiteeren en
hee daardoor van zelf de zaak in handen van de A. O. M, die dit
gemakkelük bg de hare kon voegen, werd gespeeld. Hg wee 3 voorts er
o. a. op hoe dooide houding van het Gemeentebestuur in deze zaak fie
oostelgke lgnen zullen uit'olgven; van Ac ceintuurbaan vooral niets
zal komen, en eindelgk de verbinding met de buitengemeenten voor
zeer langen tgd van de baan zal worden geschoven. Spr. eindigde met
den — door de verg. langdurig toegejuichten — wensch, dat, mocht
door den Raad aan deze bezwaren niet worden tegemoet gekomen, de
kiezers daarop bg de verkiezingen in 1689 van 13 leden voor den
Gemeenteraad daarentegen wèl zouden letten! Nadat nog door Dr. K.
Polano aan den inleider was gevraagd of het geen bezwaar opleverde
dat het per- Bonen- en goederenvervoer langs dezelfde lgn
geschiedde? werd het woord gegeven aan den Heer Sanders tot
wederlegging of toelichting der verschillende bezwaren of
bemerkingen. Hierna verklaarde de Heer Schut zich door die
inlichtingen vrgwel voldaan, en meende niet beter van SÜne
instemming te kunnen doen blgken dan door bet voorstellen eener
motie, waarin de wenschelgkheid werd uitgesproken, dat deze
kiesvereeniging het Initiatief zou nemen om deze zaak te bespoedigen
en te bevorderen, zooveel mogelgk met beperking van den dienst op
Zondag. De Burgemeester van Monnikendam, ter vergadering aanwezig,
ondersteunde zeer de plannen van den inleider, maar meende den
vorigen spr. in bedenking te moeten geven om de beperking van dea
Zondagsdienst uit züne motie te lichten; terjvgl de Heer Schröder
wenschte, dat de voorsteller der motie in plaats van „beperking van
den dienst op Zondag", daarin zou willen opnemen „beperking op eiken
dag" en wel om reden, dat het zeker bg' iedereen afkeuring zou
ontmoeten, dat de beambten bg de A. O. M. van 's morgens half zeven
tot 's nachts nagenoeg halfeen in dienst waren. (Langdurig]applaus)
Na nog eenige toelichting van den inleider werden de debatten
gesloten en met algemeene stemmen aangenomen eene motie van het
Bestuur, waarin door de vergadering „de wenschelgkheid werd
uitgesproken, dat de uitbreiding der tramlijnen in de hoofdstad en
de verbinding met de buiten-gemeenten spoedig tot stand kome, en dat
deze Vereeniging in dien geest een verzoek tot den Gemeenteraad zou
richten, na vooraf de ingezetenen in de gelegenheid te hebben
gesteld door hunne handteekeningen van hunne instemming in deze te
doen blgken." De motie van den Heer Schut was daardoor van zelf
vervallen. Hierna werd deze vergadering, waarin tg den aanvang nog
door den Voorzitter was medegedeeld, dat in eene meeting in
September te houden, door Mr. A. Kerdijk de quaestie der „verhooging
van schoolgelden" zou worden ingeleid, — gesloten.
23-7-1888
Een 10-jarig knaapje geraakte door zijn onvoorzichtigheid op de
Kattenburgergracht onder een tramwagen. Met gebroken linker-dijbeen
werd hij naar het Binnen-gasthuis vervoerd.
30-7-1888
Een tram-passagier, die gisteren in de Beursstraat van den wagen
spreng, viel daarbij en werd zoodanig gewond, dat hij in het
binnen-gastiiuis moest worden opgenomen.
De Heer Sanders heeft aan den Baa» van Amsterdam concessie gevraagd
voor een» tramlijn van het Willemspark langs den achterkant van de
P. 0. Hooftstraat naar de Stadhouderskade eu het Leidsche Bosch.
Deze lijn -*** zoo meldt men ons — valt buiten de coucessi»* der A.
O. M. en maakt een deel uit der hjn Amsterdam—Amstelveen.
2-8-1888
Parade.
Ter kennis van het algemeen worde gebracht, dat *>g de Parade, te
houden op Donderdag 2 Augustus 'e. k., te 12 uren des midd., in de
Plantage-Middellaan, het afzetten der Middellaan zich, zoo noodig,
zal uitstrekken van de Hortusbrug tot aan de Lgnbaansgraoht; — zoo
noodig, voor het defileeren der troepen, zullen worden afgezet de
Park-, Fransche-, Bad- en Kerklanen en de Muidergracht; — gedurende
de Parade het verkeer voor rij- en voertuigen op bovengenoemde
plaatsen zal gestremd zijn en deze rij- en voertuigen den weg zullen
moeten volgen langs de Nieuwe Heerengr. en de Doklaan ; — en de
standplaatsen voor tramwagens tijdelijk zullen »ijn als volgt: _
lijn Dam—Linnaeusstraat, bij het Hortusplantsoen en bij de
Muiderpoort; b lgn Plantage—Leidscheplein, bij het Armenhuis.
3-8-1888
Op de Reguliersbreestraat werd heden morgen te half elf een 6-jarig
knaapje door een tramwagen lgn Plantage overreden. Na in het
gasthuis verbonden te zgn werd het naar huis geleid.
4-8-1888
In de Leidschestraat zün gistermiddag te kwart over tweeën, bg het
op- en afrijden van de brng aan de Keizersgracht, twee tramwagens op
hetzelfde spoor geraakt en tegen elkander in gereden, waardoor een
hevige schok en niet weinig ontsteltenis, vooral onder de
dames-passagiers, ontstond. Zg werden in den sigarenwinkel van den
Heer Blaauw door bedarende middelen eenigains tot k-lrate gebracht.
Op de Nieuwe Keizersgracht kwam gisteren een bespannen vigilante met
een tramwagen in botsing, tengevolge waarvan het paard der vigilante
ernstig aan het hoofd werd verwond. Ook bekwam een der in de
vigilante gezeten personen, tengevolge van den schok eene
hoofdwonde.
10-8-1888
De bewoners van de P. O. Hooftstraat en de Vondelstraat, en allen
die zich overigens daarheen per tram begeven, zgn door de Directie
der waarvoor de dankbaarheid slechts zeer matig zal
Omnibusmaatschappg met eene nieuwigheid bedacht, EÖn. Vroeger waren
de wagens dezer lgnen, die, zooals men weet, tot het Leidscheplein
denzelfden weg volgen, maar dan belangrgk uiteenloopen,
onderscheiden door een rond, rood bord voor de Vondelstraat en een
langwerpig blauw bord voor de P. C. Hooftstraat. leder, die dit
wist, kon dus op grooten afstand de wagens onderscheiden, wat niet
wegnam dat de namen der lgnen ook nog op die borden te lezen
stonden. Thans heeft de Maatschappg die onderscheiding opgeheven en,
toegevende aan een ongelukkige liefde voor de rechte lgn, voor aan
de wagens gelijk en gelgkvormige latten aangebracht met de namen der
lijnen er op.
Het is nu natuurlgk niet meer mogelijk op een afstand de lgnen te
kennen; men moet wachten tot de letters te lezen zgn, hetgeen voor
sommige oogen niet al te spoedig zal wezen.
Nog erger is de ongelukkige er aan toe, die in de richting van den
Dam een wagen wil inhalen. Niets dan het woordje „Dam" grgnst hem
tegen, en hij loopt zich buiten adem met de kans dat hg ten stotte
een verkeerden wagen nageloopen heeft. Dit zal nog al eens
voorkomen, en als de Directie daaraan wil denken, is het niet
onmogelgk dat zg erkennen zal, dat niet elke verandering eene
verbetering is
15-8-1888
Het voormalige, veelhoekige blauwe bord op de tramwagens naar de P.
C. Hooftstraat is weer in eere hersteld, zoodat er nn althans eenig
onderscheid is in de wagens voor de P. C. Hooftstraat en die voor de
Vondelstraat.
Men schrijft ons uit Nieuwer-Amstel
Nu eene adresbeweging op het getouw gezet wordt ten einde den
Gemeenteraad te verzoeken een» gunstige beslissing te nemen op de
concessie-aanvraag van de heeren Sanders es.. en nu dezer dagen
gemeld werd, dat deze heeren weer concessie hebben gevraagd voor een
tramlijn van het Leidsche Bosch naar de grens dei* gemeente
Nieuwer-Amstel, in aansluiting met de lijn naar Amstelveen en
Aalsmeer, nu achten wg het niet van belang ontbloot eens ln
herinnering te brengen, welke moeite de om Amsterdam liggende
gemeenten reeds sedert 18S5 hebben aangewend, om eene betere
verbinding met de hoofdstad te verkrijgen.
Een bewoner van Nieuwer-Amstel, de Heer P. J. Raagmakers, nam in
1885 het initiatief tot eene be» {weging ten gunste der tramplannen
der heeren S. B. s. Hij noodigde de invloedrijkste ingezetenen der
{gemeenten benoorden en bezuiden het IJ tot eene (Vergadering. Deze
vergadering werd in een der lokaien bg Krasnapolsky gehouden den 23
Maart 1885 en ingewoond door rt 40 afgevaardigden uit de lemeenten
Edam, Monnikendam, Broek in Waterand, Buiksloot, Sloten, Aalsmeer,
Haarlemmermeer, tjfleeinstede, Ouder-Amstel, Uithoorn en
NieuwerlAmstel. In die vergadering werd het groote belang f'
eoonstateerd bg' eene betere communioatie der geoemde gemeenten met
de hoofdstad, en werd het "Jfoorstel van den Heer R., om eene
permanente ¦jommisßie te vormen, die de plannen van de heeren
Sanders zou bevorderen, aangenomen. I In die commissie namen voor
elke gemeente éen "afgevaardigde zitting. De Heer P. Ledeboer,
notaris te Aalsmeer, werd tot voorzitter, de Heer P. J. Raadjmakers
tot secretaris benoemd. De commissie trad met kraoht op en
bevorderde het verleenen der concessiën in alle gemeenten, waar de
Heer Sanders nog niet in 't verkrijgen geslaagd was. De commissie
begreep, dat het operatieplan zich verder tot Amsterdam moest
bepalen, — daar het onwaarschijnlijk waa, dat aan de
buiten-conceesiën uitvoering zou gegeven worden, als de concessie
niet in Amsterdam zelf werd verkregen. Daarom werd den 18 Mei 1885
eene vergadering belegd, waarop werden uitgenoodigd de dagelijksche
Besturen en de Raadsleden der bovengenoemde gemeenten, en ook ¦die
van Amsterdam, benevens de betrokken polderen heemraadachapsbesturen.
Die vergadering waa talrijk bezocht en werd bijgewoond door den
Burgemeester van Amsterdam en den Wethouder van Publieke Werken. *
Er werd eene motie aangenomen, waarbij de i wensch werd uitgedrukt
dat alle belanghebbende Gemeentebesturen zich officieel tot
Amsterdam zooden wenden, met het verzoek de concessie-aanvraag der
heeren Sanders es. zoo spoedig mogelijk in behandeling te nemen en
gunstig er op te beschikken. i Zoo geschiedde. Alle Gemeentebesturen
zonden ' adressen aan den Raad der hoofdstad, waarin tevens ln 't
licht werden gesteld de groote belangen, die voor Ide
buiten-gemeenten in 't spel waren, en gewezen Iwerd ook op het
groote belang, dat de hoofdstad eelve had bg eene betere
communicatie naar buiten. I B. en W. van Amsterdam en de leden van
den Raad hebben erkend de behoefte aan verbeterde gemeenschapswegen,
dooh van maatregelen tot bevordering van de belangen der omliggende
gemeenten is tot op heden nog zeer weinig gebleken. I De concessie
van Nieuwer-Amstel,injlßßs verleend, verviel intusschen en werd in
1887 niet verlengd. De houding van Nieuwer-Amstel was zeker niet
zonder bedenking. Door het Raadsbesluit toch bleef Aalsmeer
geïsoleerd, voor welke plaats de tramweg sene levensquaestie is.
Misschien hebben de Nieuwer-Am3telsohe leden van den Raad gedacht,
dat van de tramplannen-Sanders toch niets zou komen, omdat hun
gebleken was, dat Amsterdam er geensjins meê sympathiseerde. ; Hoe
dit ook zg, Nieuwer-Amstel heeft thans weder »p nieuw concessie met
subsidie gegeven, voor een trambaan van Amstelveen naar Amsterdam
door het Willemspark, dooh natuurlijk kon het geen concessie leven
voor het sredeelte van de arena achtardeP.fi.
; Hoe dit ook zü, Nieuwer-Amstel heeft thans weder »p nieuw
concessie met aubsidie gegeven, voor een trambaan van Amstelveen
naar Amsterdam door het Willemspark, dooh natuurlijk kon het geen
concessie geven voor het gedeelte van de grens achter de P.C.
Hooftstraat, over de Stadhouderskade naar het Leidsche bosch. Het is
de vraag wat Amsterdam te dien aanzien doen zal, en daarmede staat
of valt de totjtandkoming der lgn Amsterdam—Amstelveen— .Aalsmeer.
16-8-1888
Tramplannen.
Gisteravond te acht uren had in het NutsgebouW eene huishoudelijke
vergadering plaats der kiezer»* vereeniging „Amstels Burgerij", die
evenwel slechts door enkele leden werd bijgewoond, en waarin aan de
orde werd gesteld een voorstel van de kiesvereeniging „Amsterdam"
tot ondersteuning van de dooi haar in het leven te roepen
adresbeweging in zake de tramplannen. Bg de opening der verg.
verontschuldigde de Voorzitter het Bestuur, dat het zoo midden in ds
maand Augustus de leden had bijeengeroepen, maar de zaak die het
gold kon geen uitstel lijden. Het betrof de „tramplannen", speciaal
die van den Heer Sanders, welke reeds vroeger in eene vergadering
van de „Unie" en van „Burgerplicht" uitvoerig door dieu Heer waren
toegelicht en daar evenmin tegenspraak hadden ontmoet als nu laatst
in eene vergadering der kiesvereeniging „Amsterdam." In die
vergadering was een adres vastgesteld, waarop nu vanwege die
kiesvereeniging de adhaesie van de leden dezer vereeniging was
gevraagd.
Ten einde de leden nogmaals in de gelegenheid te stellen met inhoud
en strekking er van kennis te nemen, werd het door den secretaris
voorgelezen.
21-8-1888
De maatregelen van orde bü gelegenheid van den zeil- en
roeiwedstrijd en van vuurwerk op den Amstel, op Dinsdag en Woensdag
21 en 22 Augustus e. k., door B. en W. verordend, zgn:
e. De standplaats der tramwagens lijn Dam—Amsteldijk is van 8 uur
tot een half uur na afloop van het vuurwerk tegenover de Gerard
Doustraat;
27-8-1888
Een beladen groote transportwagen geraakte gisteravond onklaar
tusschen de tramrails in da Sarphatistraat,. ter hoogte van het
wisselspoor bü het Kinder-zie kenhuis, met het gevolg dat een der
wiel-assen brak. De tramwagens waren daardoor geruimen. tüd
genoodzaakt hunne standplaats een eind weegsfee verleggen.
30-8-1888
Parade.
Ter kennis van het Algemeen wordt gebracht, dat hg de Par a d e op
Vrijdag 31 Augustus 's middags te 12 uur: I°. het afzetten der
Middenlaan zich zoonoodig zal uitstrekken van de Hortusbrug tot aan
de Lijnbaansgracht;— 2°. zoo noodig voor het
difileeren der troepen zullen worden afgezet de Park-, Fransohe-,
Bad- en Kerklanen en de Muidergracht;— 3°. gedurende de Parade, het
verkeer voor rg- en voertuigen op bovengenoemde plaatsen zal
gestremd zgn en deze tfi- en voertuigen den «veg zullen moeten
volgen langs Ac Nieuwe Heerengracht en de Doklaan; en 4°. de
Standplaatsen voor tramwagens tüdelük zgn als Volgt: o. lön
Dam-Linnaeus3traat, bg eet Hortusplantsoen en bg de Muiderpoort;— 6.
lijn Plantage- ILeidseheplein, bij
het Armenhuis.
Verantwoording en disclaimer:
Cees Pot heeft voor de totstandkoming van
deze tijdlijn de database van de website "Historische
kranten in beeld" geraadpleegd. Deze website is een initiatief van
de Koninklijke Bibliotheek. Deze instantie heeft ons toestemming verleend voor
publicatie op deze wijze.
*
Soms komen er in de artikelen fouten en onjuistheden voor. Om
wille van de authenticiteit is besloten deze ongewijzigd te laten.
laat een berichtje achter
 |