MEDIATIJDLIJN AMSTERDAMSE TRAM 1877
door Cees Pot
e-mail:
ceespot@amsterdamsetrams.nl
1877
9-1-1877
Zondagmorgen werd de laatste proefrit gehouden op de tramweg van het
Leidscheplein naar de Paleisstraat. Hierop is de opening van die
lijn bepaald op morgen. Elke 10 minuten zal dan van de Spuistraat
bij de Paleisstraat en van het Leidscheplein een tramwagen
vertrekken. Tegelijk wordt ook morgen geopend een omnibusdienst
tussen de Dam en het Kadijksplein, langs de Buitenkant.
24-1-1877
De tramweg, naar het eind van de Vondelstraat is thans geheel gereed
en de proefrit heeft plaats gehad, zodat in 2 à 3 dagen de
exploitatie van de lijn van de Paleisstraat tot in de Vondelstraat
zal worden voortgezet.
11-4-1877
Op de lijnen der omnibusmaatschappij alhier is het zomertarief weer
ingevoerd, dat wil zeggen: zoowel binnen als buiten de omnibussen en
tramwagens kost de rit 15 cents of een abonnementskaartje.
16-5-1877
De tramrit Vondelstraat - Dam wordt van heden af geheel volbracht.
Hedenmorgen te half negen maakte het bestuur der Omnibusmaatschappij
de eerste rit langs de voltooide lijn mede.
18-5-1877
Gisteren trok een conflict tussen de politie en het personeel der
tramwagens, aankomende op de wissel bij het monument op de Dam, de
gehele dag de aandacht. De tramwagens reden nl. niet tot het eind
van het dubbel spoor, maar stopten op een vijftal passen afstand. De
reden daarvan is dat de Dam glooit, zodat tramwagens, tot het einde
van de lijn lopende, allicht uit het spoor kunnen raken en bij het
vertrek weer met moeite tegen de helling moeten worden opgesleept,
vooral indien de rijtuigen vol zijn. De hoofdcommissaris van politie
gebood echter dat de rijtuigen die vijf schreden verder zouden
rijden. Het personeel der Omnibusmaatschappij zette echter de rem
vast als de wagens tot de helling waren gelopen, en of
politieagenten al poogden de rijtuigen verder te trekken, de rem
bleef vastgeschroefd en natuurlijk hunne moeite vruchteloos. Toen
werd bij elke aankomende wagen proces-verbaal gemaakt. Tegen het
vallen van de avond was de politie reeds aan het 170ste verbaal. Het
is haar echter toen gebleken, dat zij geen grond had tot
verbaliseren en is er daarom maar mede opgehouden.
Het voornemen en bestaat een nieuwe omnibuslijn van de Dam tot de
Weteringschans door de Vijzelstraten te openen.
25-5-1877
Het wisselspoor op de Dam, hetwelk door zijn glooiing oorzaak was
dat de tramwagens der Omnibusmaatschappij niet op den Dam konden
stationneren, wordt verhoogd. Hiermede zullen de gerezen bezwaren
vervallen en de tramwagens der lijn Vondelstraat—Dam spoedig halt
houden bij het monument.
28-5-1877
Het leggen van de spoorbaan voor de tramwaylijn Leidscheplein—Vondelkade—Overtoom-Amstelveensche
weg is aangenomen door E. Slaap voor ƒ 8415.
4-6-1877
De Omnibusmaatschappij vergoedde de gemeente in 1876 f 70.000 als
kosten der werken in verband met de aanleg van de paardenspoorweg.
15-6-1877
Gisterenmiddag is een schutter, van een in beweging zijnde tramwagen
afspringende, door de wagen aangereden. Hij werd aan de voet
gekwetst en is naar het Gasthuis vervoerd.
22-6-1877
OUD EN NIEUW AMSTERDAM.
De Omnibus.
Het jaar 1839 kenmerkte zich voor de Amsterdammers, onder meer, door
drie belangrijke gebeurtenissen: de opening van het Hollandsche
spoor, het Salon des Variétés en het Omnibusverkeer.
Het was nog in de dagen der houten hulpbeurs op de Dam. Tegen een
der schuttingen werd een klein getimmerte opgeslagen met het
verrassend opschrift: Kantoor der omnibusonderneming van Jonker en
Co. En inderdaad, het een twintig jaar vroeger te Parijs gegeven
voorbeeld had aanstekelijk gewerkt. Voor twintig cents kon men zich,
langs de hoofdgrachten, naar de voornaamste punten der stad laten
brengen, waarvan menigeen aanvankelijk ter wille van het nieuwtje
dan ook gretig gebruik maakte, hoewel een spotter alweer dadelijk,
met het oog op de ingang, had uitgeroepen, dat de Amsterdammers er
achterdeurtjes op na hielden.
Een tijdgenoot vond het intussen niet onaardig door de als
officieren geklede conducteurs beleefd naar binnen gelaten te
worden, ten einde de begoocheling te smaken om met heren, die naar
de Beurs gingen, reizigers met moffenpijpen, moeders met stoute
kinderen, jonge meisjes die niet alleen bij de weg durven gaan,
vertrouwelijk dooreen gemengd, op de zijwaarts geplaatste banken te
gaan zitten, om daar een trotse blik door de glasruiten op de
voetgangers te werpen.
Die aanvankelijke bijval riep weldra mededinging in het leven. De
heer M. Fraissinet van Arp werd door aankoop eigenaar der snorwagens
van Bouricius, die, met een vrolijk kwastje verf, vlag en kompas
opgesierd, Jonker de alleenheerschappij gingen betwisten. Zij hadden
ook zitplaatsen bovenop en deden dezelfde ritten nog een stuiver
goedkoper: een maatregel, die door de andere ondernemers
onmiddellijk werd nagevolgd en thans snelden Omnibus en Batavier —
zoo had Van Arp zijn voertuigen betiteld — als vijandelijke
krijgsmachten elkaar ter zijde. Menigmaal deed een niet langer te
weerhouden opwelling van gramschap de wielen der beide wagens in
elkander grijpen en eindigde de worsteling niet eer voordat een der
partijen met een gebroken as of enige verbrijzelde glasruiten aftrok
of wanneer — hetgeen in de enge en drukke Kalverstraat wel eens
gebeurde — een of meer der onpartijdige voetgangers onder het
gewicht van Omnibus of Batavier verminkt lag.
Van Arp moest de strijd het eerst opgeven. Zijn rijtuigen gingen
over aan de heer J. P. Koens, die er een eenvoudige spoorwegdienst
mede instelde, daarin gevolgd door de beer Langeveld, die de wagens
van Jonker overnam.
Zoo bleef de stand van zaken totdat de heer Draaier zijn bekende
onderneming aanving, die, na verloop van weinig tijd, in handen kwam
van de Amsterdamsche Omnibusmaatschappij, met de heer K. H. Schadd
tot bestuurder.
Doch ook deze omnibussen zullen eerlang tot de geschiedenis gaan
behoren. Al spoedig was het paardenspoor tussen Leidscheplein en
Plantage in werking. De lijn Dam—Vondelstraat volgde. Langs den
Overtoom gaan de werkzaamheden goed vooruit, en toebereidselen
worden gemaakt om ook elders met ijver de hand aan de ploeg te
slaan. En wie weet of voor de voltooiing der laatste lijn niet reeds
een proef zal genomen zijn met stoomkracht, die in 't buitenland
hier en daar de paarden met gunstig gevolg heeft vervangen. Dezer
dagen bracht de krant ons het bericht, dat de Berlijnse maatschappij
daar insgelijks toe denkt over te gaan. Enige tijd geleden werd daar
een wedstrijd met dergelijke stoomwerktuigen gehouden, waarbij één
van Deense vinding, gelijk reeds te Londen, Parijs en Versailles
gebezigd wordt, de voorrang bleek te verdienen.
Reeds van den beginne af biedt de geschiedenis der omnibussen heel
wat afwisseling aan. De eersten, die te Parijs in 1823 werden
ingevoerd, waren van een... orgel voorzien, dat de koetsier met zijn
voeten bespeelde. Daar de welluidendheid door het onophoudelijk
schokken en stoten echter nogal iets te wensen overliet, werd het
orgel, dat eigenlijk maar alleen tot sein diende, door een bel
vervangen, die tot grote ergernis van fijngehorigen het voordeel
opleverde dat ze gestadig van zelf werkte. Daarop volgden “les dames
blanches”, die, getrouw aan haar naam, geheel wit waren met een
bespanning van in dezelfde kleur opgetuigde schimmels. Zij bleken
echter, gelijk men dat wel van “dames blanches” had kunnen voorzien,
wat kostbaar van onderhoud en maakten plaats voor de “tricycles”,
welker voornaamste bijzonderheid daarin bestond, dat zij vier wielen
hadden, terwijl ze driewielers heetten! Later kwamen de “orléanaises”,
“béarnaises” enz. enz., totdat eindelijk de kroon werd gespannen
door de “omnibus restaurants”, die open tafeldienst verrichtten,
waarvan Oosterwijk Bruyn's “Boertige Zangster” uitriep:
“Juicht, vrouwen, nu komt u geen slachter meer vragen
“Wat vlees ge wilt braden aan rooster of spit,
“Nu komt u geen groenvrouw ontijdig reeds plagen
“Wanneer ge zoo rustig aan 't ochtendmaal zit.
“En wie op de wagen een zitplaats verkiezen,
“Doen rustig hun maaltijd en — rijden meteen! enz.
Doch ook die spijskar heeft de vlag moeten strijken. En wat ook het
voertuig der toekomst zij, — het paardenspoor, de tramway of
tramwaaij — zoals de Amsterdammers zeggen, voor wie stadhuiswoorden
een bijzondere aantrekkelijkheid schijnen te hebben — beheerst het
ogenblik. De Omnibusmaatschappij, waarin Koens en Langeveld reeds
zijn opgegaan, zodat zij thans geheel alleen de teugels in handen
heeft, vervoerde een paar jaar geleden op de beide Pinksterdagen
ruim vierentwintig duizend personen, een cijfer dat zij nu onlangs
op één gewone Zondag in haar grootboek kon optekenen. Wel een bewijs
van de toenemende volksgunst, waarin zij zich heeft te verheugen.
Een geestige pen, als van Duitsland's lachende wijsgeer Carl Julius
Weber, zou ons misschien naar aanleiding daarvan een vermakelijk
vertoog “over de invloed der verkeermiddelen op 's mensen zeden en
gewoonten” kunnen leveren, — ik zal mij daar niet aan wagen, maar
kan toch de opmerking niet weerhouden, dat de vroeger uitgesproken
verwachting als zou de omnibus “een neutrale school op wielen”
worden, waar men de deugd der gezellige gemeenzaamheid leert
betrachten, nog niet verwezenlijkt is. Een zekere afgemetenheid
behoort bij ons nog altijd tot het stijf-deftige. Een Fransman wipt
in een omnibus, zegt een aardigheid aan zijn buurvrouw, springt er
lachend weer uit en heeft zich uitstekend geamuseerd. Een weinig
spraakzaamheid en wat meer inschikkelijke beleefdheid, vooral jegens
het vrouwelijk gezelschap, behoefde toch eigenlijk hier ook niet als
gebrek aan welgemanierdheid beschouwd te worden...
M. K.
11-7-1877
Gisterenavond is een 7-jarig knaapje door eigen onvoorzichtigheid op
de Spuistraat onder een wagen van het paardenspoor geraakt. Zwaar
gewond is hij naar het Gasthuis gebracht; zijn toestand is hopeloos.
12-7-1877
Men verzoekt ons te melden, dat het jongetje, hetwelk dezer dagen
onder de tramwagen geraakte, niet achter op de wagen was geklommen,
noch zelfs de wagen vasthield, maar de straat wilde oversteken juist
op het ogenblik dat de beide wagens elkander passeerden, waardoor
hij de aankomende wagen niet zag, evenmin als de koetsier het
knaapje in 't oog kon krijgen voordat het als 't ware onder de
wielen geraakte.
20-7-1877
Gisterenavond is op het Weesperplein bij het omzwaaien van de tram
een persoon van het plankier geslagen, tengevolge waarvan hij zijn
been heeft gebroken.
7-8-1877
Woensdagmiddag te 1 uur wordt de paardenspoorweglijn langs de
Vondelkade voor het publiek verkeer geopend.
9-8-1877
Hedenmorgen werd de nieuwe tramlijn der A. O. M. Leidscheplein—Amstelveensche
weg geopend in tegenwoordigheid van de dagelijkse besturen van
Amsterdam en Nieuwer-Amstel, gemeenteraadsleden en tal van andere
autoriteiten. Te 10 uren verenigden alle genodigden zich in het
Maison Stroucken, waar de heer G. F. Westerman de genodigden welkom
heette. In zijn hoedanigheid van bestuurslid der A. O. M. dankte
spreker de persoon van de heer F. G. Tromp, Wethouder van Publieke
Werken van Amsterdam, voor de medewerking door het gemeentebestuur
der stad verleend bij de aanleg van deze lijn. Niet voor bewezen
voorrechten, waarnaar zomin door de Maatschappij getracht was, als
haar door het gemeentelijk bestuur zouden geschonken worden, maar
voor de goede wil van het bestuur der stad, weer bij dezen aanleg
ondervonden.
De heer Westerman nodigde vervolgens de aanwezigen uit plaats te
nemen in de tramwagens, die gereed stonden op de nieuwe brug bij het
Leidscheplein.
Aan dit verzoek werd gevolg gegeven, en weldra reden de genodigden
in een drietal nieuwe tramrijtuigen langs de Vondelkade naar de
Amstelveenscheweg. Aan het einde van de rit, aan de uitersten grens
van het Vondelspark, stond een muziekkorps, dat de feesttrein met
muziek begroette, en hadden vele inwoners van Nieuwer-Amstel zich
verzameld. Hier werd een korte tijd gestopt, en vervolgens werd
langs de landelijke weg, die zulk een vriendelijk gezicht biedt, en
langs de vaart weer terug gereden. De ruime stalling voor paarden en
rijtuigen, op de Vondelkade nieuw aangelegd, werd vervolgens
bezichtigd. De gezonde, kloeke paarden, zo uitnemend gehuisvest, de
smidse waar zij beslagen worden, de rijtuigloods en de uitnemende
inrichting hiervan, werden tot aller voldoening bekeken. Ook in de
stallen, die aan het begin van de Overtoom gelegen zijn en reeds
langer bestaan, werd verwijld. Daarna verliet men het vrolijk
versierde terrein, om zich te verenigen aan een lunch in het Maison
Stroucken.
Hier voerde de heer Westerman nogmaals het woord. Met de hem eigene
bonhomie dankte hij ieder lid van het personeel der Maatschappij
voor zijn deel tot de vestiging van deze lijn bijgebracht, te
beginnen met de ijverige directeur, de heer Schadd. Vervolgens
wijdde hij een woord van hulde aan Nieuwer-Amstel en zijn
gemeentebestuur hier tegenwoordig. Dat Amsterdam nu aan
Nieuwer-A-mstël verbonden, of N.-Amstel aan Amsterdam, hiervan de
beste vruchten plukken zou, was zijn wens. Daarop volgden nog vele
hartelijke toasten. De Wethouder Tromp, hier de Burgemeester
vertegenwoordigende, bracht een heildronk aan de A. O. Maatschappij;
de Burgemeester van Nieuwer-Amstel aan Amsterdam in verband met de
tot stand gekomen vereniging met zijn gemeente; het bestuurslid
Schmitz aan het bestuur van het Vondelspark, en eindelijk bracht Mr.
Herman J. van Lennep een luid toegejuichte toast uit op de waardige,
verdienstelijke Westerman. Zijn wens o. a. was, dat hem kracht en
gezondheid geschonken worden om zijn jongste plan, een degelijk
aquarium te stichten voor de wetenschap, verwezenlijkt te zien, vond
bij allen de hartelijkste instemming.
Van de eindpunten der nieuwe lijn rijdt, in verbinding met den tram
van de Dam, naar het Leidscheplein elke 7 minuten een tramwagen. De
rit duurt 15 minuten.
Onlangs is een commissie van ingenieurs uit Bremen hier ter stede
geweest, om het Amsterdamse tramway-stelsel te bestuderen.
De rijtuigen hier in gebruik achtte deze commissie de doelmatigste,
die zij gezien had. Onderhandelingen met de fabrikant moeten dan ook
geopend zijn tot levering van dergelijke rijtuigen voor buitenlandse
rekening.
27-8-1877
De aanleg van de tramway van de Dam naar de Sarphatistraat is thans
aangevangen op de Reguliersbreestraat, welke straat, in verband met
het Sophiaplein, gedeeltelijk wordt opgehoogd. Het laatste huis, dat
thans op het voormalige Schapenplein wordt afgebroken, schijnt
werkelijk aanleiding tot vertraging te zullen geven. Een der
personen, die zoals bekend is, er muurvlakte van gehuurd had, en wel
tot 4 Mei 1879, blijft nog altijd onredelijk genoeg die huur te
willen handhaven en de voltooiing van deze belangrijke verbetering
en verfraaiing op dit gedeelte der stad, zo lang mogelijk te
beletten.
30-8-1877
Een bewoner van de Spuistraat geeft aan de directie der
Omnibusmaatschappij in bedenking, daar, waar de tramwagens elkander
passeren, iets zachter te laten rijden, ten einde bij het oversteken
van de straat of het uitwijken voor de aankomende wagens, het gevaar
te verminderen. Misschien zou fluiten bij het passeren ook aan het
doel beantwoorden
28-9-1877
Correspondentie.
H. geeft het Dagelijks Bestuur in overweging de Amsterdamsche
Omnibus-Maatschappij niet verder te laten gaan met de aanleg van de
tramway langs het Rokin, doch haar voor te schrijven, hetzij voor
gehele of gezamenlijke rekening, het maken van een aanplemping of
plankier langs de westelijke Rokin-oever. De scheepvaart zal daar
toch zeker niet, door versmalling van het vaarwater, lijden en het
rijtuig- en voetgangersverkeer er zeer door gebaat worden. Men ziet
toch nu hoeveel door de tram van de weg wordt ingenomen, hetgeen bij
een zo druk verkeer als langs het Rokin plaats heeft niet wenselijk
is. Ware op de plaats waar de tram wordt gelegd een verhoogd
voetpad, als op het Damrak, niet aan te bevelen?
3-10-1877
Komt in de geschiedenis dezer belangrijke herschepping (van het
Schapenplein, thans Sophiaplein) een treurig feit voor: het
tijdelijk behoud van den muur, die sinds 1865 het meest westelijke
der Engelse huizen afsloot — welk pand door de Amsterdamsche
Omnibusmaatschappij aan de stad was overgedragen — wellicht wordt
het door een edele handeling uitgewist. Wie durft betwijfelen, dat
de heer Oostmeijer, de huurder dier muurvlakte voor de aankondiging
van zijn magazijn, door de hand te grijpen om in een billijke
schikking te treden, tonen zal, hoe ernstig alle ware Amsterdammers
geneigd zijn om de roem hunner stad te verhogen!
12-10-1877
De lijn voor de paardenspoorweg Dam-Paleis voor Volksvlijt moet de
15 november gereed zijn. Met de aanleg van de lijn
Dam-Haarlemmerplein zal vooreerst nog niet worden aangevangen.
Hiertoe zal eerst worden overgegaan als de nieuwe werken aan en
nabij het Haarlemmerplein gereed zijn.
In een ingezonden stuk werd onlangs in het Handelsblad geklaagd, dat
een conducteur het verkopen van omnibuskaartjes in de omnibus door
passagiers onderling tegengegaan had. Deze beambte schijnt in deze
eigener autoriteit gehandeld te hebben, het bestuur der A. O. M. ten
minste heeft zulk een maatregel niet geboden.
Wat betreft de muur op het Sophiaplein, deze heeft alle kans te
blijven staan tot het contract van de verhuring der muurvlakte in
Mei 1879 verlopen is. De gemeente kan de A. O. M. niet dwingen tot
oplevering van het volkomen geraseerd terrein, aangezien de
Maatschappij bij de aanbieding van deze grond geen tijdstip van
levering bepaalde.
18-10-1877
Hedennacht is op het Sophiaplein bij de Munttoren een gedeelte van
de muur, die daar midden op het plein wegens verhuurde muurvlakte
aan de heer Oostmeijer moest staan blijven, op zeer eigenaardige
wijze gesloopt. Steenbrokken van een meter grootte zijn van de 2 dm.
dikke muur afgebroken, en de reusachtige hand, die het adres op de
muur aanwees, is tot op de helft geamputeerd.
Een menigte toeschouwers stonden hedenmorgen bij het schouwspel der
verwoesting, sprekende over de geheimzinnige, maar grote krachten,
welke daar hedennacht moeten gewoed hebben. Zijn we goed ingelicht
dan was de muur vanwege de gemeente afgekeurd, als gevaar
opleverende voor het verkeer; de rooimeesters van deze nacht droegen
daarom niettemin geen officieel of officieus karakter.
25-10-1877
Gemeenteraad van Amsterdam.
Zitting van Woensdag 24 October ten 1 ure
Ingekomen: een Adres van de firma Ellerman en Harms & Co. alhier,
waarbij zij verzoekt haar een concessie te verlenen tot de aanleg en
de exploitatie van kiosken, bestemd tot adverteren, het uitreiken
van plaatsnummers voor de omnibussen enz., en voorzien van een
uurwerk, op verschillende pleinen en wegen binnen deze gemeente,
voorlopig op Dam, Leidscheplein, Rembrandtsplein, Sophiaplein,
Koningsplein en Plantage. Gesteld in handen van B. en W. tot advies.
Het schijnt dat de houding van het Dagelijks Bestuur tegenover de
Omnibusmaatschappij in zake het beruchte muurtje op het Sophiaplein
aanleiding is geweest, dat de zaak voor het publiek belang als
beëindigd kan worden beschouwd, althans hedenmorgen vroeg is door
het personeel van de Omnibusmaatschappij, hetgeen na de aanval van
16 dezer nog van 't muurtje over was, afgebroken. De
Omnibusmaatschappij, voor het dilemma geplaatst om de tramweg naar
de Sarphatistraat niet vóór 1 Mei te mogen exploiteren of te zorgen
dat het muurtje verdween, heeft terecht tot het laatste besloten.
27-10-1877
De President van de Rechtbank te Amsterdam zal morgenmiddag ten 2
ure uitspraak doen in de eis van de heer Oostmeijer contra de
Omnibusmaatschappij, om de welbekenden muur op 't Sophiaplein te
herstellen in zijn vroegere toestand.
(Noot van de bewerker: Merkwaardig genoeg is in de contemporaine
kranten geen bericht te vinden over de uitspraak van voornoemde
president)
21-11-1877
Ingezonden.
Wanneer de aannemer van de tram Dam—Sarphatistraat vier maanden
nodig heeft om twee kilometer enkel spoor te leggen, hoe veel eeuwen
zou die persoon dan wel nodig hebben om de Central Pacific te
leggen? ... Ik kan de aannemer verzekeren, dat in New York waar het
paardenspoor van afkomstig is, men daar een kleine afstand in minder
uren legt dan men hier reeds dagen bezig is geweest. P.
22-11-1877
Hedenmorgen werd een deel der straatjeugd, die zich omstreeks negen
uur op de Dam bevond, door de Omnibus-Maatschappij uitgenodigd de
eerste proefrit mee te maken langs de nieuwe paardenspoorweg Dam—Frederiksplein.
De jeugd liet zich niet lang noden, en de rit gelukte uitstekend.
11-12-1877
Heden is eindelijk de dienst op de paardenspoorweglijn Dam—Sarphatistraat
geopend. De dienst wordt waargenomen door negen trams, zodat op alle
punten langs deze lijn binnen de 10 minuten een tram in elke
richting loopt. Een flinke metalen klok heeft het fluitje vervangen,
waarmede op de andere lijnen wordt gewaarschuwd. Omstreeks 2000
personen werden tot dusver per dag door de omnibussen tussen de twee
eindpunten vervoerd. De omnibussen lopen nog op het
Rijnspoorwegstation.
12-12-1877
De ontvangst van de eerste dag der exploitatie van de nieuwe
paardenspoorweg Dam— Sarphatistraat bedroeg ƒ 639.90. De A. O. M.
heeft deze som bestemd als bijdrage voor het Sarphati-monument.
Vervoerd werden 6188 personen, waarvan 5766 met een kaartje ad 10
Cts., en 422 die 15 Cts. betaalden.
25-12-1877
Gisterenavond te half zes is in de Utrechtschestraat, tussen de
Heerengracht en de Keizersgracht, een droevig ongeluk voorgevallen.
Een bejaarde vrouw stak in schuine richting de rails van het
paardenspoor over op een ogenblik toen een tramwagen dicht achter
haar was. De koetsier waarschuwde door het luiden van de bel, maar
de vrouw hoorde niet; zij was stokdoof. De wagen was niet meer in te
houden en de oude vrouw raakte er onder. Haar dijbeen werd
verpletterd; in nagenoeg hopeloze toestand is zij naar het Gasthuis
vervoerd, nadat chirurgijn Donk de eerste hulp verleend had.
Verantwoording en disclaimer:
Cees Pot heeft voor de totstandkoming van
deze tijdlijn de database van de website "Historische
kranten in beeld" geraadpleegd. Deze website is een initiatief van
de Koninklijke Bibliotheek. Deze instantie heeft ons toestemming verleend voor
publicatie op deze wijze.
*
Soms komen er in de artikelen fouten en onjuistheden voor. Om
wille van de authenticiteit is besloten deze ongewijzigd te laten.
laat een berichtje achter
|