Tramcolumn
90
IJSKOUDE TRAMRITTEN
(131210)
door en met foto's van Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Veel tramhobbyisten zijn
niet erg onder de indruk van de Combino’s, de trots van Amsterdam. De
wagennummers van de Combino’s zijn voor de hobbyist van een te klein
type, net zoals de lijn en bestemmingsaanduidingen. En het zijn
tenslotte ook nog betrekkelijk nieuwe trams zonder geschiedenis.

foto: onbekend
Hetzelfde gold in mindere
mate voor de inmiddels enkele jaren geleden naar de tramhemel
geëmigreerde gelede wagens, die destijds, ondanks hun respectabele
leeftijden, nog werden gezien als ‘nieuwe’ trams. Deze hobbyisten zitten
vastgeroest in het tijdperk van de ‘echte’ Amsterdamse blauwe, spaarzaam
verlichte trams, waarvan het bouwjaar ver in het begin van de eerste
helft van de vorige eeuw lag en die al schokkend en stotend hun routes
en eindpunten zochten. Ik wil hen uiteraard niet beledigen, maar het
lijkt of het in hun hoofd nog steeds 1956 (of eerder) is. Wat meer dan
een halve eeuw geleden is!
Natuurlijk vond ik de trams in 1956 minstens net zo leuk als zij. Maar
hetzelfde was ook van toepassing op het materieel in 1966, 1977 en 1988.

foto: onbekend
Je zou eigenlijk de klok een
dag moeten kunnen terugdraaien en nog eens kunnen kijken in 1956. Je zou
razendsnel als een Combino weer terugvluchten naar 2010. Met andere
woorden iedere dag is een leuke tramdag. De kunst is er een speciale dag
van te maken. Stel je voor, dat je destijds midden in de ijskoude winter
als bestuurder een avonddienst moest draaien op een twee-assig tramstel,
inclusief een kleine bijwagen uit het begin van de vorige eeuw, op lijn
1. Diezelfde baan maakte soms een week lang van elke werkdag een dag van
twaalf uren door de gesplitste diensten.

foto: onbekend
Ik moet eerlijk bekennen,
dat ik in 1957 mijn ogen niet kon geloven, toen ik een keer een ritje
maakte in zo’n kleine bijwagen (619-700) van het Stadionplein naar de
Overtoombrug. Lange conducteurs moesten bijna bukkend hun werk doen,
echt waar, terwijl hun antieke, scheve bijwagentje nokvol was met
voetbalfans! Ik keek echt mijn ogen uit. Als jonge pas beginnende
conducteur kreeg je nog niet eens fl.100,-- in de week voor soms erg
lange, ijskoude werkdagen. Maar je had van het GVB wel een dikke, gratis
winterjas gekregen…….met je kraagnummer. Al die gratis zaken waren
keurig geregeld in de bedrijfs-cao! Die dikke winterkleding, plus
GVB-pet, had je ook wel nodig, want je ochtenddienst was al om half zes
begonnen. Natuurlijk is het prachtig deze oude, koude dagen te
romantiseren. Maar goed, dat je bij dat romantiseren van het verleden
niet zelf de temperatuur van toen kunt terughalen.

foto: onbekend
Wat te denken van een
dienst op de drukke lijn 3, waar je in gezelschap van meer dan 40 andere
collega’s van het rijdend personeel met volle trams heen en weer mocht
rijden tussen de Planciusstraat en het Muiderpoort Station. De kans was
groot, dat je op de Overtoom je collega’s van lijn 1 tegenkwam! Maar aan
het eind van elke rit wachtte gelukkig het personeelshuisje met een
comfortabel elektrisch kacheltje waar de warme thermosflessen keurig in
het gelid stonden te wachten. Maar daarna volgde er weer een drukke rit
naar de andere eind van Amsterdam. Als je dan beseft, dat de beloning,
uren en de werkomstandigheden voor de GVB-mannen spectaculair zijn
verbeterd als je bijvoorbeeld 2010 vergelijkt met 1956!
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |