Tramcolumn
79
DE EERSTE DE BESTE
(210910)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
In de jaren, dat Andre Testa, ik
ken hem als een joviale, deftige en amusante openbaarvervoerman, bij het
GVB de scepter zwaaide (en dat deed hij ook regelmatig met genoegen),
waren er bij het bedrijf kleine en grote wijzigingen, die af en toe uit
zijn koker leken te komen.

Neem nu bijvoorbeeld de
dienstwagenbordjes. Deze bordjes hebben niets met het bestek te maken in
de vele kantines, maar meer met de bordjes uit de bestuurderscabines van
de Amsterdamse trams(en bussen), die de volgorde van de trams en bussen
op een bepaalde lijn bepaalden. Op deze manier kon altijd een wagen in
de gaten worden gehouden. Deze aanduidingen bestaan al heel lang en
waren traditioneel ZWART met een WIT cijfer.

Soms waren ze met een sjabloon
geschilderd. In latere jaren werd de kleur van de dienstwagenbordjes van
zwart naar geel veranderd. De cijfers werden toen zwart. In de jaren
‘90, de Testa-jaren, werden deze bordjes vervangen door een systeem
analoog aan het systeem, dat in de NZH-bussen werd toegepast(de
voormalige werkgever van Testa). Dus door de bestuurders hoefde niet
meer met de bordjes te worden gesleept, omdat de willekeurige nummers nu
altijd in de trams aanwezig waren en bij aanvang van de eerste dienst
door de bestuurder werden klaargezet.

Het hoogste nummer, dat door het GVB
werd geschilderd zal in de 30 zijn geweest, toen lijn 1 naar Osdorp ook
zo veel wagens had. De gelede wagens hadden oorspronkelijk twee plekken
waar de dienstwagennummerbordjes werden ingestoken. Een bij de
bestuurder en een op het achterbalkon. Die achterbalkonbordjes kwamen in
de 70-er jaren te vervallen. Wij, als hobbyisten, hielden nauwgezet deze
nummers constant in de gaten, zodat we konden zien, dat het GVB de
juiste aantallen wagens liet rijden of dat er meer of minder wagens
werden ingedeeld.

Gewone diensten hadden ook gewone
nummers, extra diensten hadden een E voor het nummer en extra extra
diensten 2 EE’s. Ik begreep destijds alleen niet wat een extra extra
dienst betekende betekende. Bij het inleveren van de wagenloop door de
bestuurder aan het einde van de dienst werd ook het bordje ingeleverd.
In de remises zaten de bordjes, op volgorde, in een grote la. Bij onze
foto’s kun je nu precies zien wat de plek was in de dienstregeling.

De voetbaltrams waren altijd extra
wagens en bij grote drukte extra extra wagens. Buiten de spitsuren reden
natuurlijk niet alle trams en dat kon je zien door alle bordjes in de
gaten te houden. Op de rijtabellen stond vermeld wat de plaatsen waren
in de dienstregeling van de extra wagens. Zelfs de pekelwagens hadden
allemaal een nummer. Alleen waren hiervoor geen bordjes gemaakt. Het
vreemde in latere jaren was, dat sommige dienstwagennummers in de
dienstregelingen van bepaalde lijnen helemaal niet voorkwamen. Dus voor
lijn 6 bestond bijvoorbeeld geen 2e wagen.

En voor lijn 24 geen 7e wagen. Dat
scheen te maken hebben met het computersysteem. Het leek wel altijd of
je met de 1e wagen iets speciaals was. Je was tenslotte de eerste. Maar
soms ook was er helemaal geen 1e wagen.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |