Tramcolumn
54
PAKKEN WE DE BUS OF DE
TRAM? (220310)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Slotervaart was in de tweede helft
van de 50-er jaren een ontluikende en keurige tuinstad. En die bouw van
nieuwe huizen ging maar door. Zeker ook voor wat betreft het openbaar
vervoer. Het begon allemaal met buslijn 22, die op een toen nog
geïmproviseerde hobbelige en slecht bestrate provisorische Cornelis
Lelylaan met de busserie 158-187, later met de 1-20-ers voor verbinding
zorgde met het Surinameplein.
Lijn 22 had toen zijn
eindpunt op de Johan Huizingalaan, waar een rondje werd gedraaid bij de
Nicolaas Japiksestraat en de Hemsterhuisstraat. Niet lang na lijn 22
kwam bijna natuurlijk lijn 23, die eerst dezelfde route reed als 22 maar
vanaf het eindpunt van lijn 22 voor een deel hetzelfde ritje over de
Johan Huizingalaan terugreed.
Dus aan het eindpunt van
lijn 22 wist je niet of lijn 23 naar het Surinameplein reed of naar
misschien toch naar Slotervaart-Zuid. Voor beide bestemmingen reden de
bussen deels dezelfde route! Bij de in aanbouw zijnde Cornelis Lelylaan,
waar lijn 22 linksaf sloeg naar het Surinameplein, reden de bussen van
de serie 158-187 van lijn 23 rechtdoor naar het eind van de bebouwing
van de Johan Huizingalaan.
Deze fantastische
doublure in de lijnvoering duurde helaas niet lang. Toen de Plesmanlaan
en de Heemstedestraat waren bestraat en er wat bruggen waren gebouwd,
werd lijn 23 daarheen verlegd. Voordat tramlijn 17 naar Osdorp ging was
er de zeer drukke buslijn 18, geassisteerd door spitsbuslijn 17. Op lijn
18 reden ook de twee gelede bussen, die natuurlijk voor Amsterdamse
begrippen een sensatie waren. Ik had altijd te doen met de
busconducteurs van de gelede bussen.
Volgens mij viel het
helemaal niet mee om een hele dienst achterin de gelede bussen te
conducteuren. Stel je voor, de hele dag of avond in de verende gelede
bus. Trouwens conducteur op een twee-assige motor of bijwagen voor nog
geen fl.400,-- gulden in de maand stond ook niet op mijn verlanglijstje.
Maar ze konden mij bellen als ze een bestuurder nodig hadden.
Conducteur was en is ook
een bijzonder leuk vak. Je hebt de hele dag een inspirerend contact met
je passagiers. Je zag ook het verschil tussen de ene en de andere
conducteur. De een kon van zijn beroep een echt feest maken. Helemaal
toen op de gelede trams de microfoon werd geïntroduceerd. Maar in het
algemeen hadden ze het allemaal naar hun zin. De gedragingen van
Amsterdamse conducteurs en conductrices waren sowieso spreekwoordelijk.
Ik denk zelfs, voor wat betreft de conducteurs, sinds de komst van de
Amsterdamse tram.
 |
 |
Mijn oom was conducteur,
trambestuurder en buschauffeur en het leek altijd of hij ook thuis zijn
vak uitoefende. Helemaal toen hij zijn eerste auto aanschafte,
natuurlijk een DAF 66. Toen leek het of hij bij het GVB lijnchef was
geworden. Maar zelfs bij hem thuis kon ik met ontzag naar dat echte
uniform kijken. Opgroeien in Amsterdam in de jaren ‘50 en ‘60 was een
waar genoegen. Er viel zo veel te beleven. Wat was er mooier dan mee te
rijden met de avontuurlijke lijn P. Hij reed helemaal naar de
uitgestrekte IJhavens, zowel in oost als west. Hetzelfde avontuurlijke
gold voor de bussen in Noord. Die waren uiteraard van een eerdere
generatie. En het leek bijna of je je paspoort mee moest nemen als je
naar Noord ging.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |