Tramcolumn
47
Het snelle imago van de
blauwe wagens
(010210)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
De verrassingen waren iedere keer gewoon feestelijk en
bijna onrealistisch. Daarom was het Gemeente Vervoerbedrijf voor mij in
de jaren ‘60 zo leuk en spannend om te volgen omdat er elke dag iets
ongewoons met de blauwe wagens gebeurde.
We hadden dan wel de (tijdelijke) opheffing van lijn 5 op
16 september 1961, maar aan de andere kant was enkele maanden daarvoor de
aanleg van lijn 17 in alle hevigheid losgebarsten. De eerste groefrails
werden neergelegd op de brug in de Cornelis Lelylaan, vlakbij het
Surinameplein. Vervolgens was op 9 september 1962 lijn 17 ingesteld na
het weekend gevolgd door lijn 27.
Lage Blauwen
"zwakke broeders"uit de serie 416-435 |
Hiervoor was het GVB een beetje saai bedrijf maar door de
spectaculaire nieuwe winterdienstregelingen in het begin van de zestiger
jaren, waarbij de blauwe wagens over het hele net zichtbaar werden, kwam
je ogen te kort om alles te volgen. En het leek of er steeds meer
blauwen op straat kwamen. Ook de zwakke broeders in de serie, 416-435,
met zwakkere motoren en lang vervlogen grote revisiedata begonnen steeds
belangrijker te worden, terwijl ze voor september 1962 in de Remise
Lekstraat stonden te verpieteren. Zogenaamd op reserve. Ze stonden stuk
voor stuk scheef onder meer door de verschillen in dikte van de
wielbanden. Het was een mooi gezicht.
Lage Blauwen "zwakke broeders"uit
de serie 416-435 |
Aan de revisiedata, die op het voorbalkon op het voorste
kozijnen handmatig waren geschilderd, kon je die verschillende
revisiedata aflezen. Er waren enkele wagens bij, die in 1956
voor het laatst waren gereviseerd. De blauwe wagens verschenen
(opnieuw) op de lijnen 24 en 25 met de winterdienst van 1963, (vijf
wagens per lijn!), lijn 4, lijn 7, lijn 9, lijn 13, en voor de eerste
keer op de lijnen 1 en 2. Op lijn 3 waren ze verdwenen, maar ze kwamen
in de spits in veel kleinere aantallen terug. Tenslotte verdwenen de
blauwen langzaam van lijn 10, hoewel dat maanden duurde.
Er waren dagen bij, dat het door materieelgebrek leek of ze op lijn 10
waren teruggekeerd. In de spits reden ze op lijn 10 uiteraard nog steeds
wel. In 1965 werden er acht lage blauwen afgevoerd, in 1966 waren het er
nog eens vier. Maar in 1967 werden we verlaten door vier en twintig
blauwe wagens, in 1968 waren het er nog eens tien. Al met al een zeer
droevige toestand, terwijl ze bijna veertig jaar hun best hadden gedaan.
Nu heb ik het nog niet eens over de hoge blauwen.
Lage Blauwen "zwakke broeders"uit
de serie 416-435 |
De lage blauwen werden in principe gesloopt aan de hand van de
revisiedata. De meer dan veertig jaren hadden de lage blauwen dienst
gedaan op de lijnen 3, 4,
5, 6, 7,
9, 10, 13,
14, 16, 17,
24, 25 en 27. In de eerste helft van de
jaren ‘50 waren de balkons van de lage blauwen ook nog eens verlengd.
Zowel in de oude als in de verlengde nieuwe toestand waren de blauwen
sierlijke trams. De Unions, de grootbordessers, de blauwe wagens en de
gelede wagens waren in principe de afgelopen 100 jaar het gezicht van de
Amsterdamse tram. Iedereen kent het ‘gezicht’ van de Amsterdamse trams,
maar wie ontwierp dat gezicht? Deze man zou eigenlijk een standbeeld op
de hoek van de Overtoom en de Stadhouderskade moeten krijgen.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |