Tramcolumn
28
Besturing met pedalen
(210909)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Een jaar of twintig geleden moesten de bestuurders van
het GVB worden geïnstrueerd vanwege de komst van de nieuwe serie gelede
trams voor de toen te openen nieuwe tramlijn 5 naar Buitenveldert en
Amstelveen. Er waren er twintig nieuwe gelede wagens besteld, de nummers
901-920 en ze hadden een dubbele bestuurderscabine, een aan de voorkant
en een aan de achterkant, omdat Amstelveen had besloten dat er geen
grotere ruimte voor het eindpunt Amstelveen beschikbaar was, waardoor de
trams geen mogelijkheid hadden om een rondje te draaien.
 |
 |
Als vervolg op
de 901-920 kwamen ook nog eens de 817-841. Dus weer 25 nieuwe trams.
Het waren in principe dezelfde trams als de 901-920 maar ze
konden slechts aan een kant bestuurd worden. De Amsterdamse
trambestuurders waren vanzelfsprekend nooit geïnstrueerd om de trams te
besturen met pedalen. In andere tramsteden is het niet gebruikelijk, dat
bestuurders geïnstrueerd worden op twee verschillende systemen om in
bepaalde situaties verkeerde handelingen te voorkomen. In Amsterdam
gebeurde de besturing met het gangwiel, dat later bij de oudste gelede
wagens werd aangebracht in plaats van de stang, die dit werk eerst deed.
 |
 |
Deze stang had contact met de servo-motor, die voor de eigenlijke
contact met de motor zorgde. In de tweede helft van de 60-er jaren kwam
de serie 670-724, de zogenaamde elektronen, die voor de bestuurder een
heel klein pookje voor de bediening hadden. De enkelgelede 570 en de
dubbelgelede 652 van eerdere series hadden eerst lange tijd gediend als
proefkonijnen voor de besturing van de 670-724. Maar hoe moesten de
bestuurders nu les krijgen op pedalentrams, die nog gebouwd moesten
worden?
Daarvoor had het GVB een mooie oplossing bedacht. In Den Haag
was het gebruikelijk, dat de trams via pedalen werden bestuurd. Dat was
al zo vanaf het moment, dat Den Haag de zogenaamde PCC-trams in dienst
nam in 1949/1950. Dus in Den Haag stuurde de HTM de twee oudste
PCC-wagens, de 1001 en de 1002, naar Amsterdam. En Amsterdam instrueerde
elke trambestuurder op deze legendarische PCC’s. Deze trams hebben nog
iets aparts, ze kunnen achteruit even hard als vooruit.
 |
 |
Het is een rare
ervaring om aan de achterkant van een tram deze tram te besturen. Het
was trouwens ook bij de Amsterdamse gelede wagens mogelijk om de
besturing aan de achterkant te doen, zodat bij storingen de trams
achteruit weg kunnen rijden. Hiervoor was bij de Haagse trams en bij de
Amsterdamse trams een piepklein kastje tegen de achterwand gemonteerd.
Nu we het toch over Den Haag hebben, kunnen we gelijk even noemen, dat
bij de klassieke trams uit Den Haag, die met een schakelkast werden
bestuurd ook deze Haagse trams anders waren dan hun collega’s uit
bijvoorbeeld Amsterdam.
Voordat de gelede trams in Amsterdam verschenen,
werden klassieke Amsterdamse trams bestuurd via een naar rechts
draaiende schakelkastwiel. In Den Haag draaide alles precies de andere
kant op. Dus als je een Haagse tram wilde laten rijden, draaide je
gangknuppel naar links. Dus het was levensgevaarlijk als je een
Amsterdamse bestuurder een Haagse tram liet besturen.
Stel je voor, dat hij plotseling moest remmen. Het zou
dan niet denkbeeldig zijn, dat hij het gangwiel precies de verkeerde
kant op draaide. Andersom gold natuurlijk ook, dat je dat risico nam als
je een Haagse bestuurder in Amsterdam liet rijden. Het rijden met een
elektron is een aparte belevenis. Want je enige taak als bestuurder is
het bewegen van het rijstangetje, De tram bedenkt zelf hoe hard hij gaat
rijden. Hij heeft echter een fractie van een seconde nodig om over de
opdrachten na te denken. Ik dacht het al eerder: een tram is net een
mens!
VERVOLG DIASHOW: DE BOLKOPPEN VAN
TOM MULDER
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |