Tramcolumn
27
Oost west, thuis best
(140909)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Omdat mijn leven zich hoofdzakelijk in het westelijke
deel van Amsterdam afspeelde, zijn ook mijn tramherinneringen meestal
westelijk. Maar niet altijd! Toen ik nog op de kleuterschool zat, sprong
ik, zelfs op die leeftijd, al op de tram om de stad te verkennen.
Zoals op die woensdagmiddag toen ik samen met een
schoolvriendje het wel heel spannend vond om vanuit de Spaarndammerbuurt
met een drie-asser van lijn 9 helemaal naar de verre Watergraafsmeer te
rijden. En ik wist eigenlijk niet eens waar we heengingen, want zover
was ik nog nooit geweest. Thuis bij dat vriendje vonden ze het wel een
beetje eng, dat die kleine jongetjes zonder begeleiding met de tram
gingen.

GVB motorwagen 523 met bijwagen 995,
lijn 9 op het Stationsplein, 1-2-1959
Foto:
Hans de Haan
Eerst gingen we met lijn 12 naar het CS om daar over te stappen op lijn
9. Aan die tramrit met lijn 9 leek geen einde te komen. Want eerst reden
we langs het overbekende en gezellige centrum van de stad. Gelukkig
hadden wij zitplaatsen en we keken onze ogen uit. Toen we
uiteindelijk de Amstel waren overgestoken, werd
het al wat rustiger. Helemaal nadat de Artisbezoekers in spe waren
uitgestapt. Zelfs als kind was het me opgevallen, dat sommige
tramtrajecten tegen het einde kaarsrecht waren. Eerst kwam de
kaarsrechte Plantage Middenlaan, gevolgd door de bijna rechte
Linnaeusstraat en de weer kaarsrechte Middenweg. Dat laatste gedeelte
van het lijn 9-traject zaten er niet veel passagiers meer in de tram.
Helemaal niet omdat de bewoners van de Oosterbegraafplaats geen
enthousiaste tramreizigers waren. Toen we aan het einde van de rit in de
Watergraafsmeer waren uitgestapt, beseften we, dat we ver van huis
waren. We hadden een hele wereldreis gemaakt.
Dat zouden ze thuis wel erg spannend vinden. En wij vonden het spannend
om ons reisverhaal te vertellen. Voor dat ene stempeltje op onze
kinderkaart zaten we helemaal aan het andere eind van de stad. Ons
stempel was 45 minuten geldig. Omgerekend in centen hadden we nog geen
10 cent uitgegeven. En als we gelijk terug zouden gaan, kon dat op
hetzelfde stempel. De terugreis was natuurlijk hetzelfde als de
heenreis. Alleen was het nu drukker geworden. In het bijzonder op de
vaste overstappunten zoals de Wijttenbachstraat en het Tropenmuseum. We
konden weer genieten van de statige Plantage Middenlaan en genoten van
alles wat Artis bracht, ondanks dat wij in een tram van lijn 9 zaten.
Allereerst was daar natuurlijk het statige gebouw van het aquarium,
gevolgd door grote beelden in de Artistuin. Ook het restant van de
terugroute verliep zonder incidenten waardoor we in betrekkelijk korte
tijd weer het Centraal Station bereikten.
VERVOLG DIASHOW: DE BOLKOPPEN VAN
TOM MULDER
Bij het CS kwamen we nu op het tweede spoor terecht. Lijn 11 en 12
deelden samen het eerste spoor. Lijn 12 nam passagiers op terwijl lijn
11 gewoon doorreed, omdat de passagiers net waren uitgestapt op de
speciale lijn 11-halte, die in enkele minuten weer zou worden
gepasseerd. Het bijzondere aan lijn 11 was, dat er geen bijwagens waren.
Lijn 11 maakte een lus langs het CS om te draaien, omdat nu de
passagiers instapten, die in oostelijke richting gingen. Lijn 11 reed
echter via de Geldersekade en de Jodenbreestraat en niet via het Damrak
en Rokin. Maar beide lijnen ontmoetten elkaar weer op de plantage. Na
maar een klein stukje over de Linnaeusstraat te rijden, ging het links
af naar de Indische buurt. Als je het goed beschouwde, was lijn 11 maar
een betrekkelijk korte tramlijn, die eigenlijk hoofdzakelijk de Indische
buurt bediende. Maar het gedeelte over de Gelderse kade en de
Jodenbreestraat was ook interessant. Behalve lijn 11 maakten ook de
Damraklijnen van dit deel van de route gebruik bij omleidingen. Zoals
bijvoorbeeld bij de intocht van Sinterklaas.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |