Tramcolumn
184
DE POPULAIRE MONOCONTROLS
(230313)
Foto's van Tom Mulder
tenzij anders vermeld
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Al jarenlang overweeg ik om een speciaal hoofdstuk te
wijden aan weer een busserie van toen, die meedingt om te worden gekozen
tot de populairste GVB-busserie van de bus- en tramgeinteresseerden.
Niet slechts de hobbyisten waren enthousiast over de door twee
verschillende carrosseriebedrijven (Den Oudsten en Verheul) gebouwde
200-224, 225-244 en de gelede 245-246.

201 LIJN L NASSAUPLEIN
Persoonlijk gaf ik de voorkeur aan de niet veel
afwijkende vorm van de 200-224. Net zoals de 225-244 kostten ze fl.
75.000,-- per stuk! Ik had 50 jaar geleden de indruk dat de
GVB-buschauffeurs bijna net zo enthousiast waren als wij. Die indruk
gaven zij door de enthousiaste en snelle manier waarop ze met de
monocontrols omgingen.

202 LIJN 23 SURINAMEPLEIN
De maximumsnelheid was 64 km! Niet verder vertellen, want
we hebben ook enkele politieagenten als lezers! De naam is
waarschijnlijk ontstaan en gegeven door de uiterst gemakkelijke
bediening van het versnellingspookje. Dat bevond zich net rechts van het
stuurwiel met stuurbekrachtiging.

206 LIJN 18 CS
De monocontrols hadden 4 versnellingen. Ze stonden niet
in vergelijking met de veel minder gemakkelijke bediening van de lijn 12
Leylands en de iets tragere AEC-ers, met voorverkiezers, van lijn 14.
Het gold ook voor de trage 33-52, die onder meer langduriger de korte
buslijn 17-passagiers vervoerden. Ook deze GVB-serie had voorverkiezers.

206 LIJN 22 SPUISTRAAT
Tijdens het rijden kon je gewoon van de ene naar de
andere versnelling schakelen. Zonder dat er wat gebeurde. Het schakelen
werd pas geactiveerd na het intrappen van het koppelingspedaal. Ook de
AEC-ers, de 1-20-ers en de 21-32-autobussen van lijn 21 waren
voorverkiezers. Het midden van de 50-er jaren was een typische nieuwe
GVB-bussen periode.

208 LIJN F STATION SLOTERDIJK
Niet uitsluitend de genoemde series werden in het midden
van de jaren 50-er-jaren aangeschaft, maar bijvoorbeeld ook de ‘tikkers’
van lijn E, de 250-294 en hun voorgangers voor lijn 11, de 86-105. De
jaren 50-busoogst bedroeg maar liefst zo’n bijna 200 bussen! Uiterlijk
leken de genoemde busseries ook sterk op elkaar. Dus de leeftijd is de
reden en de jaren’50-omzettingen van tram in buslijnen. Het bleek wel
dat het GVB iets te veel bussen had gekocht, waardoor de 250-ers
langdurig werden gestald in de Remise Nieuwe Achtergracht.

224 LIJN 12 OOSTZAANSTRAAT
Toen het GVB in 1961 alweer nieuwe autobussen in gebruik
nam, de 40 110-ers, waren zij uiterlijk totaal afwijkend van de
50er-jaren-busoogst. Terwijl de bediening van het versnellingspookje
hetzelfde was als bij de monocontrols. De 60s zetten ook een vette
streep onder de jaren ’50-busontwerpen. De monocontrols was een
overheersende busserie vanwege het grote aantal exemplaren en de grote
lijnen waarop zij dienst deden. Zoals de lijnen F/15 en 18. Vooral 15 en
18 hadden erg veel bussen in de spitsen.

246 LIJN 14 SLOTERDIJK
De busbestuurders van het GVB hadden dus het voordeel van
de aanwezigheid van de soeple monocontrols. De twee gelede exemplaren,
waarvan er één, de 245, voor latere generaties werd bewaard, deden onder
meer dienst op de lijnen F,14,18,20,21 en andere spitslijnen. In de
70-er jaren werden de monocontrols verkocht aan de ENHABO (een
GVB-dochter) en zelfs in de vieslelijke mosterdkleur gespoten. Ze bleven
wel Amsterdam aandoen en begonnen hun landelijke Noord-Holland-avontuur
op het Amsterdamse stationsplein.

246 LIJN F SLOTERDIJK
Alle chroom versierselen uit de 50-er jaren werden van de
populaire monocontrols verwijderd. Dus de schoonheid van de monocontrols
was in één keer verleden tijd. Maar je kunt niet altijd alléén maar
genieten. Daarnaast waren de pittige monocontrols inmiddels méér dan 15
jaar oud. Een zeer respectabele leeftijd voor stadsbussen. Voor mij
blijven het altijd de glimmende snelheidsduivels van lijn F/15, die ik
nooit meer zal vergeten.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |