Tramcolumn
181
LOSSE MOTORWAGENS
(110213)
Foto's van Tom Mulder
tenzij anders vermeld
tommulder@amsterdamsetrams.nl
In deze tijd van enorme lange trams (kost minder
personeel), door de komst van de Combino’s, kijken we eens terug naar
een tijd, waarin de trams juist korter werden in plaats van langer.
Personeelskosten speelden toen nog geen heel grote rol.

322 LIJN 11 INSULINDEWEG
De meeste Gta-ers verdienden voor de tweede wereldoorlog
enkele tientjes per week! In veel gevallen werden tussen de spitsen en
in het weekend de bijwagens afgehaakt en achter elkaar op de
eindpuntsporen geparkeerd.

325 LIJN 11 INSULINDEWEG
In dit vooroorlogse tijdperk van gesplitste
diensten. De loonexplosie van na de oorlog vond plaats in de 60 en 70-er
jaren. En ook na de oorlog kende Amsterdam nog tramlijnen met losse
motorwagens. De frequentie van de losse motorwagenlijnen werd wel iets
verhoogd.

358 LIJN 17 PHKADE
Eigenlijk werd dat altijd logischerwijs bepaald door het
passagiersaanbod. De uitzondering op de regel was het tramverkeer in de Leidsestraat. Door op lijn 2 en later ook op lijn 1 met (veel) losse
motorwagens te rijden, kon men meer trams kwijt op de toen nog kortere
Leidsestraatbruggen. Dat gold dus voor de lijnen 1 en 2. Ook lijn 4 reed
(tijdelijk) met losse motorwagens, net zoals de tramlijnen 11 en 17.
Hier was het argument, dat het passagiersaanbod beperkt was.

396 LIJN 2 HOOFDDOPPLEIN
Voordat
lijn 11 werd geboren, had ook lijn 26, met grotendeels dezelfde route,
losse motorwagens gehad. Net zoals de tijdelijke ‘spoorlijn’ lijn S en
natuurlijk tramlijn 18. Lijn 5 kreeg losse motorwagens bij terugkomst
uit het hiernamaals als spitsuurlijn na de sluiting van de Weesperstraat.

402 LIJN 4 WESTELIJKE
TOEGANGSBRUG
Het argument was hier nu, dat men niet genoeg personeel had voor de lijn
5-bijwagens. Na enkele maanden kwamen de bijwagens + conducteurs weer
terug. Zowel lijn 4 als lijn 17 reden in de 50-er jaren wisselend met
drieassers en blauwe wagens. Ik had destijds familie op de Nassaukade en
op de 3e etage zag ik tussen de huizen door onder meer de losse
drieassers van lijn 17 door de Marnixstraat rijden.

411 2 LIJN 1 STADIONSTRAAT
Wat niemand in de
60s ooit verwachtte, waren de beroemde wachtwagens, losse blauwe wagens
en losse drieassers, die bij vertragingen tussen 9 en 16 uur op de
stationslijnen werden ingezet. Losse wachtwagens op erg drukke lijnen
als Slotermeerlijn 13 en Osdorplijn 17.

498 LIJN 5 AMSTELSTATION
Verder verspreidden zij zich
over alle stationslijnen, totdat ook hier de 3-delige gelede trams de
wacht overnamen. Werkelijk sensationeel waren ook de niet-GVB-trams, die
in de 90-er jaren, tijdens het André Testatijdperk, probeerden het GVB
over te nemen. Losse Haagse PCC-ers reden onder meer op lijn 14.
Gekoppelde Haagse PCC’S onder meer op lijn 4.

504 LIJN 27 MIDDENTOEGANGSBRUG
Maar wij hadden het over
losse motorwagens. In de 70s is het wel voorgekomen, dat door
personeelsgebrek een heel enkele keer de drieassige bijwagens op normale
spitsdiensten ontbraken door personeelsgebrek. Vervolgens reden alleen
de motorwagens. Tijdens de ombouw van de kleine gelede wagens tot
dubbelgelede trams reden ook tijdens de avonduren door materieelgebrek
losse drieassers op lijn 1.

509 LIJN 2 OVERTOOM
In hetzelfde decennium werd Amsterdam
verrast met vaste losse drieassers op lijn 27! Terwijl de trotse lijn 27
ooit begon met twee- en in de ochtendspits (tijdelijk) drieassige
stellen. Eigenlijk is het nauwelijks te begrijpen, dat hetzelfde bedrijf
binnen enkele decennia zowel met piepkleine, losse motorwagens als met
de enorm lange Combino’s heeft gereden. Maar de bevolkingstoename in
Amsterdam zal hier ongetwijfeld een rol in hebben gespeeld.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |