Bijdragen van Tom Mulder
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

Tramcolumn 175

Share |

WAT DOE JIJ HIER? (201112)
Foto's van Tom Mulder tenzij anders vermeld
tommulder@amsterdamsetrams.nl

Ook trams hebben een soort vast tehuis. En dat is logischerwijs de vaste route van hun eigen lijn. Om de wagens van die lijn dan op een heel andere route of in een andere, vreemde straat tegen te komen, deed me bijna een gat in het plafond springen. Zelfs als er geen plafond was. Ik vond het als kind van 9 al bijzonder vreemd om met een binnenloper van buslijn 12 via de lange Prins Hendrikkade op de eilanden terecht te komen.

Dat was in de tijd, dat de bussen onderweg waren naar Garage Oost in de Linnaeusstraat of de Oranje Vrijstaatkade. Alsof het eigenlijk niet mocht en er mogelijk weer een chef stond te loeren. Zelfs als er een ingetuigde losse motorwagen van lijn 3 of lijn 7 op het Bellamyplein stond, gaf dat ook de indruk van ‘wat doe jij nou hier?’ Nou leken omleidingen vroeger minder of bijna niet voorkomen. Aan die goede GVB-gewoonte kwam meer wijziging toen er meer mogelijkheden kwamen, dus bijvoorbeeld meer wissels en de binnenring, waardoor de trams soms in heel vreemde uithoeken van de stad belandden.

Want verwacht jij een wagen van lijn 7 op de Vijzelgracht? Of lijn 3 op het Frederiksplein? Of lijn 25 bij het Tropenmuseum? Of lijn 17 in de Leidsestraat en op de Overtoom? Of lijn 9 op de Rozengracht of de Weteringschans? Of lijn 14 in de Marnixstraat? En lijn 10 op de Ceintuurbaan? Voordat al die trams hun route verlieten, hadden we heel andere situaties. Zoals dat op de vaste lijn 3-route bijvoorbeeld vijf blauwe stellen (!) van lijn 3 achter elkaar stonden vanwege één of andere kleine vertraging of storing. Dagelijks drie lijn 3-stellen achter elkaar was in de tijd van de blauwen nog de gewoonste zaak van de wereld. Je zag dat bijna dagelijks. Richting Zoutkeetsgracht meestal voor de kruising met de Kinkerstraat of de De Clercqstraat.

Hoofdzakelijk omdat er ‘vroeger’ nauwelijks werd omgeleid, waardoor de hondjes dicht bij hun hok bleven. Het was een prachtig gezicht om de grote sleepbeugels met drie exemplaren tegen de bovenleiding achter elkaar te zien rijden na een vertraging. Het had natuurlijk ook te maken met de toen hogere frequenties van de tramlijnen. Vergeleken met de frequenties in de nieuwe eeuw. De laatste jaren was het gebruikelijker om de wagens van één lijn dagelijks op vreemde plekken tegen te komen. Lijn 3 op het Frederiksplein werd meer een gewoonte dan een uitzondering. Ik zat me altijd af te vragen hoe al die trams weer in de juiste wagenvolgorde op ‘hun’ lijn terechtkwamen. Zodat de 3e wagen niet voor de 11e wagen terechtkwam in plaats van voor de 4e wagen.

Nou was het wel zo dat de ringlijnen, dus lijn 3 en lijn 10, meer ‘last’ hadden van dit soort vertragingen. Omdat er meer mogelijkheden tot vertraging waren door de vele kruisingen. De trams van lijn 14 zag je ook overal op de binnenring. Ik bevond mij een keer op de Slotermeerlaan. Het was de tijd voor de binnenlopers na de avondspits. En daar stoof weer een 725-er weg! Helemaal onderweg van de Slotermeerlaan naar de Remise Lekstraat! In dit geval echt aan de andere kant van de tramwereld. De bestuurder had het rij-knuppeltje vast voluit staan, toen hij met volle snelheid, na het wissel van de rotonde te hebben genomen, de Burgemeester Roellstraat inscheurde. Alles wat er aan de 725-er kon bewegen, bewoog alle kanten op! Ook de onderdelen, die niet als zodanig waren geconstrueerd. Je had echt de indruk dat de bestuurder met spoed naar huis wilde! Zacht uitgedrukt! Nou hadden wij tramhobbyisten natuurlijk een sterk gevoel voor bijzonderheden op tram en busgebied.

Want was het niet vreemd om bijvoorbeeld destijds de autobussen van de tijdelijke buslijn 6 in 1962 over de route van lijn 3 te zien rijden? Of lijn 10 door de Plantage te zien gaan in plaats via de Sarphatistraat. De tijdelijke omrijdingsroute vanwege de metrobouw over de Mauritskade was net zo vreemd. Of plotseling trams te zien op de Admiraal de Ruyterweg of op de Bos en Lommerweg. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen, dat ik de enige Amsterdammer ben die van dat soort gebeurtenissen opkeek. Andersom was net zo vreemd. Bijvoorbeeld toen de extreem brede Admiraal de Ruyterweg net was geasfalteerd en dus de NZH-rails en de bovenleiding waren verdwenen. We hadden helaas voorgoed afscheid genomen van het NZH-verleden, dat daar zo’n 50 jaar had plaatsgevonden. Dat toch weer zo’n 35 jaar later rails en bovenleiding zouden terugkeren had echt helemaal niemand verwacht. En dat daar ook nog de lijnen 12 en 14 zouden verschijnen leek een mooie droom.

Eventuele fouten voorbehouden (red.)

 
<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

omhoog

laat een berichtje achter

 

Bezoekersteller

eXTReMe Tracker