Tramcolumn
17
Maximum snelheid
(220609)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Lijn 10 vond ik in het begin
van de jaren ‘60 de tramlijn waar op sommige delen met de hoge
blauwen het hardst kon worden gereden. Je had natuurlijk de
Borneostraat, de Sarphatistraat en het eerste deel van de
Marnixstraat. Dus tussen het Marnixplein en de Bloemgracht. Het
waren de gedeeltes, waar de haltes het verst uit elkaar lagen en
waardoor tempo kon worden gemaakt.
Het Sarphatistraatdeel kwam op
16-9-1961 tijdelijk te vervallen, toen lijn 10 de Roetersstraat van
lijn 7 overnam, omdat lijn 7 in de Wibautstraat ging rijden in
plaats van lijn 5. Ondanks het feit, dat lijn 5 binnen enkele
maanden als tramlijn weer terugkeerde. Maar dat was toen slechts als
spitsuurtramlijn. Pas toen lijn 7 terugkeerde in de Plantage
Parklaan kon lijn 10 weer de gehele Sarphatistraat berijden. De
spreekwoordelijke Roetersstraat en de Plantage Middenlaan vertraagden
de lijn 10-route met enkele minuten. Niet alleen de route op zich
vertraagde, maar ook de drie bruggen met de redelijke
hoogteverschillen, die ook nog in bochten waren gelegen, zorgden
voor extra vertraging. Nieuwe tramtypes werden in de Roetersstraat
extra getest, omdat het GVB bang was, dat het materieel op de
bruggen bleef steken. Juist de Sarphatistraat, waar vroeger alleen
maar bij de Muiderpoort en op het Weesperplein haltes waren
gesitueerd, zorgde voor een lang stuk zonder stops. Dat gold alleen
voor het oost-westgedeelte. En bestuurders, die het niet zo nauw
namen met de instructies voor uitlopende wissels reden met grote
snelheid over het wissel van de Roetersstraat.
Ik heb zelfs wel eens meegemaakt, dat er helemaal niet werd
teruggeschakeld op het Roetersstraatwissel.
Maar zulke handelingen waren zeer zeldzaam.

Lijn 17 (604) op de Cornelis Lelylaan -
Foto Tom Mulder
Lijn 10 was niet de enige lijn waar de
haltes ver uit elkaar lagen. Wat te denken van de Burgemeester de
Vlugtlaan, de Burgemeester Röellstraat
en de Cornelis Lelylaan, toen het gelijknamige spoorwegstation nog niet
gebouwd en uiteraard nog niet in gebruik was. Toen werd er door sommige
bestuurders ook met grote snelheid gereden. Hoewel de meesten zich
beheersten. Ook als er op de Cornelis Lelylaan door de passagiers geen
belangstelling was voor de halte Piet Wiedijkstraat kon daar met hoge
snelheid worden gereden. Snelheden van 70 kilometer waren geen
uitzondering. Dat soort snelheden waren voor de blauwen gewoon
onmogelijk en onhaalbaar.
DIASHOW: DE BOLKOPPEN VAN
TOM MULDER
Als er 50 kilometer werd gehaald, was dat
veel. Maar door de constructie van de blauwen leek de snelheid veel
hoger te liggen. Het gerammel en het gestoot van de twee-assers zorgde
voor een hoge snelheidsgevoel. Misschien is er wel eens een hogere
snelheid gehaald, maar sneller dan 52 kilometer zal er nooit zijn
gereden. Wel is bekend, dat tijdens proefnemingen met gelede wagens in
het begin van de 60-er jaren wel eens 90 kilometer werd gehaald. Maar
dat gebeurde alleen bij proefritten.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |