Tramcolumn
163
IK WACHT OP WACHTWAGENS (100612)
Foto's van Tom Mulder
tenzij anders vermeld
tommulder@amsterdamsetrams.nl
In de 60s volgde
ik trouw, ongeveer zeven jaar lang, dus dagelijks en zeer intensief,
alle gebeurtenissen bij het GVB. Hoofdzakelijk als zij met de tram, en
veel minder met de bus, te maken hadden. Dat was omdat er iedere dag
weer leuke en spannende dingen gebeurden. Het leek of de blauwen de
belangrijkste tramserie van het GVB was geworden door de handige
materieelverdeling waarbij de tweeassers bewust het grootste deel van de
dag van de straat waren verdwenen.

De uren, dat ze wel
reden, dus hoofdzakelijk tijdens de spits of in het weekend, leek het of
er meer blauwen reden dan dat er werkelijk bestonden. Als er net iets
geweldigs met de blauwen was gebeurd, voor ons tramwetenschappers,
diende de volgende fase van de tramsunami zich aan. We zagen het bijna
onwerkelijke begin van de lijnen 17 en 27 en de komst van de
legendarische tweeassers op alle Amsterdamse tramlijnen!!! Al was het
soms voor heel korte tijd.

Zoals in het geval van de volledig ingetuigde
453 op lijn 17, die maar een dag verscheen. Het leek bijna iets
onnatuurlijks. Het was gewoon niet echt! Toen we aan het bijkomen waren
van alle gebeurtenissen en onder behandeling waren van een psycholoog
was het volgende wonder al weer aan de beurt.Want daar waren zij: de
WACHTWAGENS. En... drie per dag! Ze deden eigenlijk de hele dag wat hun
naam vermoedde: WACHTEN! Het dagelijkse verzamelpunt van de
tramgeïnteresseerden in de 60s was op de hoek van
de Prins Hendrikkade. En nu komt het: het was ook de standplaats van de
WACHTWAGENS. Ze waren beschikbaar voor de reizigers als de ochtendspits
was afgelopen en ze WACHTEN tot de middagspits dreigde te beginnen. In
de tussenliggende uren stonden ze te popelen om op tramlijnen in te
vallen, die waren verstoord in hun lijnenloop.

Er waren natuurlijk dagen
bij, dat de WACHTWAGENS ongebruikt, teleurgesteld rond 16 uur
terugkeerden in de Remise Havenstraat. In 80% van de WACHTgevallen
kwamen er drie blauwen op de PH-kade. Vaak ook was een blauwe door een
losse drieasser vervangen, die door ons minachtend als oud vuil werd
bekeken. In de loop van de jaren werden de drieassers talrijker en de
blauwen minder in getal. Later kwam er zelfs wel eens een enkelgelede.
En nu de climax van het verhaal! Blauwe wagens werden eigenlijk vanaf
september 1962 niet langer toegestaan tergend langzaam de Cornelis
Lelylaan te kiezen voor bijvoorbeeld instruktieritten. De grote
uitzondering op deze regel: DE WACHTWAGENS! Nu kon je als
trambelangstelllende met de oudste en lang niet meer gereviseerde of
geschilderde blauwen naar Osdorp! Wie had dat in 1962 voor mogelijk
gehouden?

De zeer trage oudgedienden als de 428 of de 425 werden nu bij
tijd en wijle door de GVB-chef in het vogelkooitje op het CS opgedragen
helemaal naar Osdorp te trammen. En terug. De WACHTWAGENS waren
prachtig..........Maar niet helemaal. De intuiging van de blauwe
WACHTWAGENS en de herkenbaarheid voor de wachtende passagiers was een
regelrechte ramp.
De koplantaarns hadden witte glaasjes en nergens
anders op de tweeassers was een lijnaanduiding aangebracht. Ja, als je
twee brillen opzette, zag je achter de voorruit een heel klein regeltje,
dat was uitgeknipt uit de tekst voor een haltebord. Er stond dan
bijvoorbeeld LIJN 17. Dat was alles. Daar was maar een woord voor:
armoedig! Maar de rit over de Cornelis Lelylaan maakte weer een heleboel
goed! Zelfs, of misschien helemaal, als het stormde, regende, hagelde of
sneeuwde. Het was een droom die uitkwam!
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |