Tramcolumn
161
EEN TRAMFOTO IN DE KRANT (280512)
Foto's van Tom Mulder
tenzij anders vermeld
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Mijn
gestructureerde belangstelling voor trams en bussen van het GVB begon in
maart 1960. Toen de AEG-ers hun laatste dagen beleefden. Er stond een
mooie avondfoto in Het Vrije Volk van motorwagen 1236, de oudste AEG-er,
die ook nog een 1200 was geworden. Hij fungeerde als fotomodel op lijn 7
aan de Plantage Parklaan. Niet, dat ik die dag hoogverbaasd naar die
leuke tramfoto had gekeken. Dat was al jaren eerder begonnen. Ik kan me
zelfs geen dag in mijn toen nog korte leven herinneren, dat ik niet aan
de tram dacht.

Het tramdenken begon
al toen ik nog een dreumes was. Ik werd ook nog gestimuleerd door het
maandelijks van mijn oom Frits, de trambestuurder, zeer enthousiast
ontvangen GVB-personeelsblad CONTACT, waar de laatste tram en
busnieuwtjes werden afgedrukt en ook spaarzaam een foto van tram of bus
werd geplaatst. Datzelfde deed ik ook in mijn eigen plakboeken, waar ik
alles wat er over het GVB in de krant verscheen, uitknipte en inplakte.

Hoe meer aanrijdingen en ontsporingen, hoe beter. Je kunt hier toch
duidelijk praten over een zeer ernstig geval van tramenthousiasme. Groot
was mijn verbazing op een zondagmiddag in begin 1961 in de Amsterdamse
Beurs toen ik ECHTE tramfoto’s zag liggen op De Dag van de Verzamelaar.
Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik had gedacht, dat ik de enige
tramverzamelaar op de hele aardbol was. Er bleken dus veel meer mensen
in trams en bussen geïnteresseerd dan ik. Goddank! Ik was zeker niet de
enige! Van het een kwam het ander en kwam ik in contact met andere
hobbygenoten. Eerder, in 1957, was ik al gaan gaan pionieren bij Garage
West en de Remise Havenstraat en maakte ik daardoor kennis met de
proefritten van de verlengde 551. Later opgevolgd door het dagelijks
kijken bij de Havenstraat als de 1200-en van lijn 13 of 7 via het meest
linker spoor binnenrammelden.

Ik zie de bestuurders van die 1200-en nog
staan op hun ruime, overjarige voorbalkons. Met hun linkerhand aan het
wiel van de schakelkast en met hun rechterhand aan de koperen draairem,
terwijl ze over het ene na het andere Havenstraatwissel heenwisselden.
Computervirussen zijn tegenwoordig aan de orde van de dag. Maar 50 jaar
geleden hield het overbekende tramvirus ook al huis. Als je eenmaal met
dat tramvirus was besmet, kwam je je hele leven er nooit meer vanaf. De
tram en bushobby leidde al sinds mijn geboorte een sluimerend bestaan.
Ik werd eigenlijk als tramhobbyist geboren. In de 70-er en 80-er jaren
verslapte mijn enthousiasme lichtelijk door mijn vele werk buiten
Amsterdam en het trieste afscheid van de tweeassers.

Maar groot was mijn
verbazing, toen dat enthousiasme in de 90-er jaren in alle hevigheid
terugkwam, omdat ik weer in Amsterdam ging werken en vanuit het
kantoorgebouw van Radio 10 op de tramhalte van de Vijzelgracht kon
kijken. Het was zo dichtbij, dat het leek of ik in de trams zat, zodat
ik naar veel trambestuurders kon zwaaien en zij naar mij. Echt waar! Op
de eerste etage van het Radio 10-pand hield ik de hele dag de Vijzelstraatlijnen in de gaten. Mijn overleden tramvriend stond
regelmatig op straat gebaren te maken als er iets bijzonders reed. Zoals
de verkleurde 767. Ik verbaasde me in het begin over die leuke
725-nummers, zoals de 747 en de 761, die binnen de kortste tijd naar het
hiernamaals waren verdwenen. Of over de 851-ers waarvan er gelukkig nog
talrijke voorbijtramden en die dat al bijna 40 jaar deden en inmiddels
tramaow kregen. Maar waarvan ik wist dat zij inmiddels hoogbejaard waren
en niet lang meer trammend door het leven zouden gaan. Het leek wel of
hetzelfde enthousiasme en de emotie van de 60s was teruggekeerd. Ik weet
zeker, dat de trams mij hadden gemist. Ze waren zo trouw als andere
viervoeters.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |