Tramcolumn
15
De tandarts
(140609)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
In 1963 stond in de krant, dat
bij een groothandel in huishoudelijke artikelen op de Prins
Hendrikkade, bijna recht tegenover het Centraal Station, naast de
Sint Nicolaaskerk, een jongste bediende werd gezocht. Dat leek me
wel wat. Het ging me niet zo zeer over het soort werk wat ik moest
doen. Maar het feit, dat ik de hele dag midden in de stad, vlakbij
het Centraal Station was in een tijd dat we bijna afscheid namen
van de laatste twee-assers, leek me prachtig.
Eerst reed ik met lijn 27 naar het
’grote’ Postkantoor, uiteraard voor de groothandel, om de post op te
halen. Met die grote postzak meldde ik me dagelijks bij de ouderwetse
directie om voor hen de post te openen. Maar eerst keek ik natuurlijk op
het Stationsplein voor de laatste tramnieuwtjes. En als het spannend
werd, moest ik om natuurlijk 10 uur eerst ‘naar de tandarts’. In
werkelijkheid reed ik dan met een leuke blauwe van lijn 24 tot het
Weteringcircuit om 20 minuten te genieten van een tram, die in 1929 werd
gebouwd. Het waren toch tramwagens, die bijna 35 jaar oud waren en niet
waren te vergelijken met de spiksplinternieuwe dubbelgelede wagens. Je
zag toen nog dagelijks tramverschillen, die je kon vergelijken met de
verschillen tussen twee automerken. Een oude lelijke eend (oftewel een
2CV) vol deuken en een brandnieuwe glimmende Jaguar. Dus na drie
kwartier stapte ik weer de groothandel binnen en keek op mijn horloge of
de middagpauze al in aantocht was. Dan kon ik met mijn fotocamera weer
allerlei trambijzonderheden maken. Als die er waren, belde ik een van
mijn tramvrienden om hem de laatste nieuwtjes door te bellen. Hij belde
diezelfde nieuwtjes dan weer door aan andere enthousiaste tramjunks.

Lijn 24 op het Weteringscircuit -
Foto Tom Mulder
Zoals je begrijpt, vlogen die dagen voorbij.
Als ik het werk bij de groothandel te saai vond worden, verkaste ik van
de groothandel in huishoudelijke artikelen naar een reclamebureau, waar
het werk natuurlijk veel interessanter was. Ik zorgde er wel voor, dat
mijn nieuwe arbeidsplaats in het centrum van de stad was. Zodat ik het
dagelijkse tramgebeuren goed in de gaten kon houden. Mijn werk in de
reclame stemde de directie tot grote tevredenheid en men besloot, dat ik
dat werk maar op een brommer van de zaak moest doen. Dat waren
natuurlijk gouden tijden. Na drie, vier maanden haalde de directie hun
jongste aanwinst naar binnen. Dus weg was het rijden op mijn hartstikke
nieuwe, blauwe Honda. Wat er voor terug kwam was een serieuze baan bij
het reclamebureau.
LAATSTE DEEL DIASHOW: DE TWEE-ASSERS VAN
TOM MULDER
Tijdens mijn verantwoordelijke baan moest ik
dagelijks denken aan de gouden dagen in de reclame, toen ik de hele dag
onderweg was en zat te genieten van alle tramuitzonderingen, die ik
tegenkwam. Zoals het weer in dienst komen van de 411 en de 440, die
jarenlang buiten dienst hadden gestaan maar nu noodzakelijk werden
simpelweg omdat ze hard nodig waren. Je zou bijna
wensen, dat je je hele leven jongste bediende kon blijven.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |