Tramcolumn
144
NIEUWE BUSSEN: OUDE
TRAMS – NIEUWE NUMMERS!
(160112)
Alle foto's van Tom Mulder
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Met dit
gevoelige tramonderwerp probeer ik twijfelende adspirant hobbyisten te
overtuigen en over de streep te trekken. De trams in Amsterdam zijn
vele decennia geplaagd door extreem grote wijzigingen in de tramnummers.
Ik ben zelfs bang, dat ze niet in een hoofdstuk te beschrijven zijn. Je
moet ergens beginnen, dus laten we snel starten met de klassieke AEG-ers,
waarvan er vijfentwintig een 1 voor hun bestaande nummer tussen 236 en
300 kregen.

GVB 1288 met bijwagen 869 - lijn 7
Mercatorplein - 1 februari 1959
foto: Hans de Haan
Het werden dus 1200-en! Waarom de andere AEG-ers dan
niet? De vijfentwintig bofkonten zagen hun leven met enkele jaren
verlengd worden. De andere AEG-ers werden gesloopt. De AEG-vernummering
vond plaats in 1956 en de laatste AEG-er 1200 ging in 1960 buiten
dienst. De andere lage AEG-ers waren dus toen al naar het
tramhiernamaals. Als peuter zag ik de eerste 1200 op lijn 13 op de
Westelijke Toegangsbrug van het CS en ik dacht een halve seconde dat het
GVB nieuwe trams had gekocht. Ik ging er vanuit, dat zulke hoge nummers
alleen maar bij nieuwe trams konden horen.......De vernummering van de
lage AEG-ers had te maken met de in aantocht zijnde busseries
200-225,
226-244, 245-246, 250-294.

Bus 207
Al eerder in hetzelfde decennium sloeg de vernummering
ook toe bij de Utrechtenaren, die eerst bescheiden 1-12 heetten. Toen er
plotseling een 3 en een 0 of een 1 voor dat nummer werd geplakt door de
geboorte van de AEC-bussen 1-20. Je merkt al, dat de bussen al veel
tramnummers hebben verknald. Vandaar de serieuze, chagrijnige houding
van oudere tramhobbyisten tegenover GVB-autobussen. Na deze opvallende
vernummeringen werd het even stil! Maar vijftien jaar later sloegen de
vernummeringen weer hard toe. Toen alle drieassers van 500-en plotseling
900-en werden.

Vernummerde drie-asser 923 - lijn 27 -
achter remise havenstraat - 1974
foto: Hans de Haan
En daardoor hun klassieke schoonheid verloren door de
gelijktijdige wijziging van het klassieke letter/nummertype in een
modern type. Opnieuw door aanschaf van GVB-autobussen. Van 491-550 naar
891-950. Bij de blauwen bleef het relatief rustig totdat........een
handjevol blauwen (tot en met 460) in hun nadagen
een 1 (van het nieuwe type) voor hun oude nummer kregen en ook daardoor
de klassieke cijfertypes kwijtraakten. De schuld lag weer bij nieuwe
GVB-autobussen. In de 70s werden de kleine geledes serieuze, grote of
beter langere trams.

Gelede bus 245
De kleine 5-en werden ingeruild voor de volwassen
8-en. De bussen waren opnieuw de schuldigen. Dus het ging van 551-587
naar 851-887. Vernummeringen waren bijna net zo oud als de trams. Kijk
maar eens naar de 476-490-serie (van onder meer lijn 2). Deze nummers
hoorden bij de gemotoriseerde bijwagens, de 701-716. Dus van de grote
bijwagenserie 701-880. De vernummeringen hebben ook bij de vele
werkwagens hard toegeslagen. Het geldt bijvoorbeeld voor de slijpwagens
als voor de pekelwagens en werkwagens. Zelfs voor enkele blauwen toen ze
geen passagiers meer vervoerden en daarom (??) geen 1400-en meer waren,
maar 800-en werden. De nummers van de Combino’s hebben menigeen
verbaasd. Iedereen had verwacht, dat na de 901-920-trams gewoon werd
doorgenummerd met 921. Maar Amsterdam stond voor de eeuwwisseling. Dat
was de reden, dat de Combino’s vanaf 2001 werden genummerd. Een goede
reden............bedacht door Andre Testa. Maar het jaar is nog niet om!
Toch leek het bij de oude series net of de trams door de andere nummers
en de moderne cijfertypes hun karakter verloren. Dat doe je gevoelige
hobbyisten toch niet aan!
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |