Tramcolumn
136
HALVE MINUTEN (201111)
door en met foto's (tenzij anders vermeld) van Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Halverwege de
jaren ’50 ontdekte ik het leven bij het Gemeente Vervoerbedrijf of beter
bij Lijn 12. Aan het eindpunt van Lijn 12 in de ‘deftige’ Oostzaanstraat
hield ik me regelmatig op om eerst van Tramlijn 12 te genieten als de
trams van de dijk de straat in rolden en vervolgens van Buslijn 12. Wat
een reusachtige omschakeling! Ik keek mijn ogen uit.

De 350 met bijwagen 723 poseert in
de Oostzaanstraat op 5 december 1954, luttele weken voor het einde van
lijn 12. De 350 zou op 19 januari 1955 de laatste tram van lijn 12
worden.
Fotograaf onbekend
Ik was gewend aan de
Siemens Shuckerts en toen waren daar de spiksplinternieuwe autobussen.
En de autobusbestuurders waren erg vriendelijk. Wat inhield, dat het
dashboard van de buslijn 12-autobussen me wel steeds duidelijker werd.
Ik ontdekte waar alle knoppen voor dienden in een tijd, dat een plek op
een bestuurdersplaats net zo bijzonder was als een plek in de Spoetnik
1. De meeste mensen hadden natuurlijk nog geen auto en dus ook geen
bestuurdersplaats.

Vooral GVB-bus 80 (71-85) was heel apart, omdat deze
een wit stuur had en de andere 71-85-ers een ordinair zwart stuur. Dat
vanwege het feestelijke uitstapje van de 80 naar een
autotentoonstelling. Dus om als jonge ontdekker op de bestuurdersplaats
plaats te nemen, was voor mij net zo belangrijk als de plaats van de
koningin op de derde dinsdag in september bij de opening van de Staten
Generaal. Ik keek mijn ogen uit naar al die knoppen, die ik mocht
aanraken en gebruiken. Links, bijna tegen het raam, zat een circa 15
centimeter grote handle voor de GVB-claxon.

Maar vlak bij de
open/dichtknoppen van de deuren bevond zich nog een knop voor een ander
klinkende claxon. Iets bescheidener en officieler. Meer een ‘tuut’ dan
een ‘poeh’, die normaal werd gebruikt. Diezelfde claxonknop diende ’s
avonds ook om groot licht te kunnen geven. Ook links van de
busbestuurder hing de belangrijke rijtijdentabel voor de chauffeur. Bij
deze lange rij met vertrektijden, omdat er pas na de avondspits naar
binnen werd gegaan, waren er heel wat, die de vertrektijd plus een halve
minuut (!!) aangaven. Zelfs na vijftig jaar kan ik nog steeds niet
geloven, dat er een hele GVB-busbestuurder was, die die halve minuut in
de praktijk bracht. En nu heb ik het alleen over buslijn 12!

Dus die
nutteloze halve minuut zal ongetwijfeld bij alle andere lijnen ook zijn
vermeld. Dus hier is de vraag voor vandaag: wat deden die halve minuten
in de dienstregelingen? De meeste bestuurders hadden waarschijnlijk niet
eens een horloge en ook op de GVB-klokken + verlichting van ver voor de
Tweede Wereldoorlog, die dreigend het eindpunthuisje inloerden, kon je
halve minuten niet onderscheiden, omdat ze gewoon ontbraken. Normaal
gesproken waren er aan het eindpunt minimaal twee autobussen en vaak
drie. Hier is vraag nummer twee. Buslijn 12 had overdag zeven
dienstwagens. Er stonden er vaak drie te wachten in de Oostzaanstraat en
een of twee aan het CS. Er waren er dus maar net twee in beide
richtingen onderweg. Vier bussen in totaal! Tegenwoordig zijn de regels
veel strenger en drie diensten, aan welk eindpunt dan ook, komen sinds
jaren niet meer voor. Er is nog meer veranderd. Af en toe kregen de
bestuurders hoog bezoek van een chef. Soms ook stond hij zomaar
verborgen achter een boom op het Nassauplein. Terwijl de bestuurders
zaten te trillen van de zenuwen, omdat de chef in zijn zwarte kleding
met functiestrepen toch nu en dan instapte (goedemiddag dames en
heren....plaatsbewijzen controle, alstublieft). Want wat moest hij
anders doen? Naast de bestuurder staan om op die manier indruk te maken?
Ik zat me altijd af te vragen, wat er gebeurde als de chef een vrije dag
had. Want de bussen bleven gewoon rijden.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |