Tramcolumn
130
NIEUWE EN OUDE AUTOBUSSEN
(101011)
door en met foto's (tenzij anders vermeld)van Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Het moet in de
zomer van 1957 zijn geweest, dat ik met een vriendje een paar dagen bij
zijn grootvader in diens scheve, grotendeels houten huis aan de plassen
in Vinkeveen mocht logeren onder het genot (!) van een glas
dubbelgestoomde melk. In een tijd dat Vinkeveen een geheel andere en
bovenal eenvoudiger allure had dan nu.
Al fietsend konden
wij, de piepjonge Amsterdamse toeristen, tenslotte in alle rust genieten
van de lichtgele, kleine, simpele Maarse &
Kroonbussen, die hun eindhalte hadden in Loenen, dat aan de andere kant
van het Amsterdam-Rijnkanaal lag. De terugreis voor de jeugdige tramfans
naar Amsterdam was na een paar dagen helaas weer begonnen en wij
fietsten Amsterdam in de vroege avonduren weer binnen en kwamen onbewust
en toevallig terecht in de Sarphatistraat.
En plotseling stonden wij op
het voor ons toen nog onbekende terrein van de Remise Nieuwe
Achtergracht, dat alleen maar gesloten deuren liet zien! Maar het zag er
wel uit als een echte remise en er lagen erg veel tramrails. Ik keek
mijn ogen uit naar de veelbelovende blauwe kleur die ik door de ruiten
zag schemeren. Gesloten GVB-deuren dienen natuurlijk om direct geopend
te worden. Wat ook gebeurde met hulp van de GVB-portier. En het wonder
gebeurde. De hele Remise Achtergracht was volgestouwd met erg nieuwe
autobussen, die zelfs niet een keer in Amsterdam, behalve bij hun komst,
hadden gereden en waarschijnlijk net waren gearriveerd. Ik wist niet wat
ik zag! De bussen hadden ook nog (hoge) nummers, die ik nooit eerder had
aanschouwd.
Ik kon mijn ogen niet geloven. Want daar stonden ze. De erg
nieuwe 250-294 bussen, de zogenaamde tikkers, die later furore maakten
door hun jarenlange trouwe dienst op de toen chique lijn E van het Amstel Station naar het Haarlemmermeer Station. Toen Garage West het
busmaterieel voor de nieuwe en lange buslijn 15 ging leveren, verhuisden
de 250-294 naar onder meer de lijnen 5, 8, 11, 26, 28 en 31. 9 jaar
later ging ik op een zaterdagmiddag opnieuw op reis, nu met de trein, op
zoek naar een autosloperij in Soest waar, volgens de geruchten, veel
afgedankte GVB-bussen stonden van de serie 158-187, de zogenaamde
omvormers. Mijn all time favoriete GVB-bussen met de brullende motoren
van onder meer eens de lijnen F,G, H, K, L, M, P, 22, 23 en 26.
Ze waren
dan wel afgeschaft maar bevonden zich gelukkig toch nog onder
handbereik. Weliswaar op een autosloperij in Soest, maar dat was met de
trein in een half uur te bereiken uit Amsterdam. Maar toch! Dus in 9
jaar kan er erg veel gebeuren. De 250-ers waren dus nu 9 jaar oud en de
omvormers stonden scheef, vol met onkruid, droevig weg te roesten op een
autosloperij in Soest. In de 60s werd de ENHABO in Amsterdam-Noord een
GVB-bedrijfje waar het materieel zulke afschuwelijke ENHABO-kleuren had.
Eerst hadden de oorspronkelijk sierlijke en snelle 200-en een lelijk
ENHABO-uiterlijk kregen. In een klap was de schoonheid van de
monocontrols verdwenen toen zij de mooie blauwe GVB-kleur verloren,
mosterdgroen werden gespoten en de fraaie, glimmende chromen
versierselen kwijtraakten. Je ziet, dat het leven van een GVB-autobus
niet over rozen gaat.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |