Tramcolumn
114

INSTRUCTIEWAGENS (290511)
door en met foto's van Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
Dagelijks zag je
ze door Amsterdam rijden. De instructiewagens van het GVB uiteraard met
een instructeur. De instructeur is bijna altijd een voormalige
bestuurder en hij wordt meestal vergezeld door twee toekomstige
trambestuurders. Natuurlijk waren de trams ‘gewone’ trams, maar in de
tijd van de ‘vorige’ tramgeneraties leken het plotseling bijzondere
trams, terwijl alleen maar de lijnfilm van de trams werd veranderd.

Maar juist die grote
lijnfilms, een hele grote blauwe ‘L’ met het woord ‘instructiewagen’
gaven de lestrams iets bijzonders. De bestuurders in spe zaten nerveus
in hun bestuurderscabines en de transpiratie stond in hun handen.
Helemaal als het de eerste keer was. Want de hele wereld zag je zitten.
Uiteraard krijg je eerst een uitgebreide mondelinge instructie ‘voordat
je de straat’ op gaat, waarbij de instructeur je nauwlettend in de gaten
houdt. Bij de mondelinge instructie gaat bijvoorbeeld veel aandacht naar
alle verkeerslichten en de lichten speciaal voor de trams. Natuurlijk
kreeg je les op de verschillende tramtypes. Het grote probleem waren de
diverse soorten besturing van iedere Amsterdamse tramserie, waardoor je
eigenlijk steeds opnieuw moest worden geïnstrueerd.
 |
 |
Bijna elke tramserie
verschilde qua besturing van de vorige. Wat gebeurde er als bijvoorbeeld
de besturing met je voeten moest gebeuren? Zoals dat gold/geldt bij de
817-841 en de 901-920. Bij de volgende series werd de voetbesturing door
het GVB weer verlaten. Twee trams met voetbesturing werden ‘geleend’ van
de Haagse HTM, waar de eerste PCC-trams met voetbesturing in 1949 al
verschenen. De oudste Haagse PCC’s, nu de vernieuwde en gereviseerde
1001 en 1002, werden voor de komst van de 817-841 en 901-920 aan
Amsterdam uitgeleend om de Amsterdamse bestuurders aan de voetbesturing
te laten wennen. De oudste series hadden een gangwiel(851-887, 602-634),
een piepklein pookje voor de elektronische besturing(670-724), een
groter pookje (725-779) of een rij/remstang van ongeveer hetzelfde
formaat als de stangen in de eerste series gelede wagens
(635-669,780-816). Ook de Combino’s hebben weer een (iets groter)
pookje. Je ziet, dat ‘eenheid’ in het systeem de zaken enorm
vereenvoudigde........
 |
 |
De elektronische
besturing van de 670-ers lijkt heel ingewikkeld, maar is het niet.
Daarvoor werden in de 60-er jaren de enkelgelede 570 en de dubbelgelede
652 (niet zo) tijdelijk uitgerust als de proefwagens van de
elektronische besturing. Ze reden een jaar lang uitsluitend op lijn 7.
Later werden beide trams weer terugverbouwd en werden ze weer gewone
trams. Het elektronische pookje was gemakkelijk te bedienen door
bijvoorbeeld het erg kleine formaat. Je kon de pookjes ook eenvoudig
naar de eerste afdeling schakelen. De motoren reageerden een fractie van
een seconde later dan bij een ‘gewone’ besturing. Je kon het pookje in
een keer helemaal naar ‘vol’ schakelen. De motoren hielden hun eigen
volautomatische versnelling en de wielen gingen niet spinnen. Daar
zorgde de elektronica voor. Het gold ook bij het remmen. Je kon in een
keer naar ‘0’, maar de elektronen gingen niet glijden. Uiteraard hebben
ook alle nieuwe Combino’s en hadden de oude gelede trams blokken en
zand, die je bij het plotseling remmen zullen helpen om bijvoorbeeld
niet te glijden. De 817-841 en de 901-920 hebben een speciaal kastje
voor de instructeurs, zodat zij tijdens de rit bij nood kunnen
ingrijpen.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |