Tramcolumn
103
HERINNER JE JE DEZE NOG? (130311)
door en met foto's van Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
De afgelopen maanden liet ik me wel eens,
onterecht of niet, negatief uit over de vele reclame-uitingen op de
Amsterdamse trams. Soms had je toch wel de sterke indruk, dat deze
reclames irritant zouden kunnen werken. Maar de trams kregen over het
algemeen wel een vrolijker uitstraling. Je herkende alleen het GVB niet
meer. Als ik je nu vraag welke adverteerders toen tramactief waren,
blijf je (en ik ook) waarschijnlijk het antwoord schuldig.

Deze keer bekijken we met onze blauwe ogen deze
plakreclames eens van een positieve kant. Het gaat niet zo zeer over de
uitingen, maar meer over de inhoudelijke creativiteit van de reclame. Ik
wil niet steeds over het verleden praten, maar als jonge trambroekjes
waren we natuurlijk alleen maar gewend aan de emailleborden, die op de
trams waren geschroefd of de kleine plakplaatjes aan de binnenkant van
de ruiten. En we zagen eigenlijk veelal dezelfde adverteerders.

Of het
was Histor, Van Nelle, Martini, Fanta, Willem II of Schick met heel af
en toe een nieuweling. Als je nu de reclame-uitingen weer eens ziet,
vraag je je terecht af ‘Waar gaat het in hemelsnaam over?‘ Omdat er veel
te veel wordt gecommuniceerd. Het was in de jaren ’60 zo erg, dat ik de
reclameborden fotografeerde in plaats van de trams! Nou had ik altijd
een zwak voor alles wat met reclame had te maken. Vandaar ook, dat ik
een tijdje voor Amsterdamse reclamebureaus werkte. Het had nog een
voordeel, want daardoor was ik veel in het centrum van Amsterdam
onderweg om van al het trammoois te genieten. Als we naar de jaren ‘90
van de vorige eeuw kijken, sloeg de reclame voor De Telegraaf alles!
Want De Telegraaf had een aantal 602-ers gehuurd voor totaalreclame. Er
was geen enkele relatie tussen de reclame-uitingen en de prettige
ochtendkrant.

Daarnaast werden de goede verhoudingen tussen De Telegraaf
en de tramfans verstoord, omdat de ‘gewone’ tramnummers plaats hadden
moeten maken voor nietige plakcijfers. De zo herkenbare Amsterdamse
tramkleuren waren nu door het plakplastic ook verdwenen. Want er is een
regel, waaraan iedere buitenstaander zich moet houden als hij aan trams
komt en dat is: ’Kom niet aan de tramnummers!’. Want het draait bij zeer
vele tramfans juist om die nummers. Het positieve aan de Telegraaf-reclameuitingen op trams waren de lichtkranten met het laatste
wereldnieuws, die bij de wagens op de daken van de eerste geleding waren
gemonteerd. En ik heb het wel eens eerder genoemd. Juist vanwege de niet
meer zichtbare wagennummers was de reclameactie van Joop van den Ende
ook een foute, lelijke actie, die ook nog eens niet succesvol was, omdat
je nergens op de trams kon zien, waar het nu om draaide.

Op de
tramkoppen bevond zich een grote sticker met haaientanden. Gelukkig
duurde deze actie maar kort. Voor tramfans echter lang genoeg. Toen
tramreclame nog algemeen ongebruikelijk was, werden trams op een andere
manier gebruikt door de reclamemakers. In de jaren ‘50 werd een tram
helemaal volgehangen met grote houten beschilderde reclameborden. Je
ziet er is niet zoveel veranderd. Ook nu worden trams nog op zeer
bescheiden schaal gebruikt voor dat soort reclame-uitingen. Maar het is
gelukkig niet meer zo’n gekkenhuis als tien jaar geleden. Toen reden er
in Amsterdam geen trams meer, maar slechts rijdende reclamezuilen. Maar
reclame in het openbaar vervoer is internationaal. Vaak zijn trams en
bussen voor 100% beplakt. In Amsterdam valt het nog mee! Enkele jaren
geleden reed er een blauwe motorwagen, die was gesponsored door V en D.
Deze bracht passagiers GRATIS van het CS naar het centrum v.v. Dat is
nog eens een charmante manier om reclame te maken voor V en D. Daarmee
werd de tijd bijna een eeuw teruggedraaid! En het GVB beconcurreerde
daarmee zichzelf.
Eventuele fouten voorbehouden
(red.)
 laat een berichtje achter |