Bijdragen van Tom Mulder
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

Tramcolumn 100

Share |

DE LELIJKE BROERTJES VAN DE 725-ERS (210211)
door en met foto's van Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl

Iedere keer als de 725-ers weer eens het onderwerp van deze Amsterdamse trampagina’s waren, gingen over de hele wereld weer tramharten sneller kloppen en bleven overal computers vast zitten op de 725-pagina‘s. Je zou toch denken dat dat bij hun familieleden, de 780-ers ook zou gebeuren. Niets is minder waar! Terwijl beide series door dezelfde fabriek, Linke-Hofmann-Busch in Salzgitter werden geproduceerd! De 725-ers was een echte ouderwets populaire tramserie; de 780-ers waren het emotionele uitschot van de Amsterdamse tramwagens.

De serie werd door de hoekige vormen door tramhobbyisten echt gehaat. Ik moet toegeven het werd later wat minder. Die 780-ers waren ook nog eens maar vijf jaar jonger dan de 725-ers! Maar ja, wat is vijf jaar? Iedereen kent het opmerkelijk genante technische debacle van de 725-ers en iedereen kent ook de talloze technische problemen, waar bijna elke hobbyist van wist en die tenslotte de leeftijd van de 725-ers sterk beperkten. Het leek destijds of ze zo uit de fabriek in de vuilnisbak konden. Als tegenstelling zijn er bij de 780-ers geen technische problemen bekend. Ze zullen er misschien best, maar nauwelijks, geweest zijn. De trams waren stuurstroomwagens en reden echt als een speer en je kon ze vergelijken met hun oudere familieleden. Ze reageerden bij het rijden een beetje als de 635-ers. Als bestuurder leek het of je constant, als het ware, werd voortgeduwd.

De 780-ers waren erg stabiele trams en bleven zich gedragen als nieuwe trams. De 780-ers werden een beetje vergeleken met de trams in Trondheim. Ongetwijfeld ook geen prijswinnaars in een schoonheidswedstrijd. Door hun vorm werden ze al snel en toepasselijk ‘blokkendozen’ genoemd. Ze begonnen hun carrière op de nieuwe, toen nog korte, lijn 5, die toen bij Station Zuid zijn eindpunt had. Later zwierven ze over het hele net, waarbij de materieelkoppeling tussen de lijnen 6 en 10 opmerkelijk was. Op het gezamenlijke eindpunt in Amsterdam-oost werd de lijnfilm (automatisch, dus niet handmatig) verdraaid.

De 780-ers werden ook de lijn 20-trams. Vanaf 1995 werd de hele serie gereviseerd. De 781 was de eerste gereviseerde tram en kreeg experimentele kleuren voor ‘de toekomst‘. Die kleuren bleven ook experimenteel. De 781 werd weer wit/blauw geschilderd. De richtingfilmkastjes aan de instapkant kwamen te vervallen en werden bij de grote revisie weggemonteerd en weggeschilderd.

De laatste jaren werden de 780-ers hoofdzakelijk in de Lekstraat ondergebracht. Door de komst van de Combino’s ontstond er bij het GVB in de remises plaatsgebrek en daarom werden zestien net 25-jaar oude 780-ers geschonken!! aan het door de oorlog getroffen Sarajevo in Bosnië. Betaalden wij ook de emigratiekosten? Dus daar gingen de 783, 788-793, 795, 798-800, 802, 803, 807, 808, 812.

In Amsterdam werden afgevoerd door allerlei ‘ongelukken’, zoals brand, motor- en ernstige andere beschadigingen en gesloopt de 796, 797, 806, 811 en 814! De overgebleven 780-ers kregen nieuwe fronten met kleinere wagennummers en de meeste wagens kregen ook nog LED-verlichting. Het is bijna onbegrijpelijk, dat degelijke en mogelijk nog lang niet afgeschreven trams weer werden weggegeven! Het argument voor deze schenkingen was plaatsgebrek.

 

Maar dan bouw je toch een nieuwe of grotere remise! Voor een nuchtere Amsterdammer is zo’n argument niet te begrijpen. Dan te bedenken, dat eerdere vooroorlogse tramseries bijna een halve eeuw door Amsterdam tramden. In Nederland met trots gefabriceerde trams van na de tweede wereldoorlog werden bijna allemaal 45 jaar oud!
Ik wil niet zeuren maar het zijn wel onze belastingcenten!


11022009; Takelen GVB tram voor Sarajevo bij VCK in Westhaven

Eventuele fouten voorbehouden (red.)

Reactie van Hans de Haan:

Ik heb de 100ste column gelezen en ik voel me geroepen tot een reactie.
De vormgeving van de serie 8G was afgeleid van de serie 13-18 uit Braunschweig en 1 dubbelgelede tram voor Boekarest. Dat vond ik mooie trams, zeker voor die tijd. Het uiteindelijke ontwerp voor de 8G is op vele punten aangepast. Ik vond dat een achteruitgang. De eisen van het GVB over de breedte van de deuren was de reden dat het zijaanzicht rommelig werd, Ook de afmetingen van de vensters moesten veranderd worden. Het grootste probleem was echter dat de constructie van het front van de tram lastig was om te repareren. Toen de 9G besteld werd, was al afgesproken dat de hele bakconstructie veranderd zou worden. Het was daarom mogelijk om ook de vorm te veranderen.
In die tijd zag je steeds meer hoekige trams. Dat is ook handig bij de bouw. LHB heeft door hun eigen vormgever nog wel iets verbeterd aan het oorspronkelijke schetsje uit de offerteaanvraag. Ik zelf vond de 9G beter van vorm dan de 8G.
Dit heeft niets van doen met de problemen met corrosie bij de 8G. Deze problemen zijn niet veroorzaakt door de vormgeving, maar door de constructie van de zijwanden.

Groeten van Hans de Haan

 
<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

omhoog

laat een berichtje achter

 

Bezoekersteller

eXTReMe Tracker