Bijdragen van Tom Mulder
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

Tramcolumn 4

Share |

Diepe rouw (190409)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl

In 1961/62 zat ik nog op school toen op het remiseterrein van de Roetersstraat / Nieuwe Achtergracht een kleine slachting plaatsvond onder de Utrechtenaren, de verbouwde Blauwe wagens, zoals de 406, 418, 421, 457 en enkele ernstige schadegevallen van de blauwen.



"Michels"


Als gewone burger , waarbij de grootte en de leeftijd van de kijkers niet belangrijk was, mocht je niet verder komen dan de plaats van de hekken. Alles wat daarbinnen gebeurde was strikt geheim. Zelfs het slopen van trams was een topgeheim. Althans zo leek het. Een uitzondering op deze regel was als Michels, normaal gesproken de ‘bewaker’ van het Kwakersplein, een dag afwezig was en zich niet aan zijn ‘vrienden’ liet zien. Als Michels er wel was dan waren de rapen gaar. Hij keek je dan aan met een blik, die hij van de toenmalige leider van de Sovjet Unie Chroetsjov leende. Met een minachtende blik, die er wel voor zorgde, dat je niet een stap over de grens van het GVB zette. Sterker nog, de blik van Michels zorgde ervoor, dat je eigenlijk wilde vertrekken, maar het afscheid van de 437, de 444 of de 312 of de andere Utrechtenaren hield jou, de rouwende tramhobbyist, vlak voor het remiseterrein van de remise Achtergracht blijvend aanwezig.

Tijdens een van de dagen zonder kameraad Michels mochten we van een van de andere mannen wel een kijkje nemen op het kerkhof van het GVB. En de slachtoffers van deze tramslachting kon je nog een keer in je opnemen. Helemaal als je je oogleden bijna dichtkneep, leek het net of je in een normale remise stond. Maar de trams waren wel erg stoffig en smerig. Het was waar, al deze tramwagens, of het nu de 310 of de 457 was, hadden op het Amsterdamse en soms ook het Utrechtse tramnet hun kilometers gemaakt. Aan elke tramwagen hoorde een stuk geschiedenis. Natuurlijk gold dat voor de Utrechtenaren, die hun leven in de gele kleur waren begonnen. Maar ook de 457, 406, 418, 421 mocht je niet onderschatten.


312 met het nummer R(angeerwagen) 312 heeft een probleem met de beugel op het terrein voor remise Nieuwe Achtergracht. De 309 staat gereed om gesloopt te worden. Rechts de restanten van de wagenbak van de 269, 19-5-1955. De man op de ladder is de legendarische medewerker Michels.
Foto C. van Mechelen
 

  

457
fotograaf onbekend
 



418
foto Cor Fijma
 

De 457 begon zijn carrière als bijwagen, werd verbouwd tot ‘normale’ motorwagen en gemoderniseerd in de jaren ‘50 met automatische deuren, een speciale conducteurplaats en een afgesloten plek voor de bestuurder. Daarna bleef maar een klein stuk van zijn leven over. Een van de andere bijzondere gevallen was de 312. Hij begon zijn leven in de Domstad maar kwam naar Amsterdam toen werd besloten, dat, in het algemeen, trams niet meer in het Utrechtse stadsbeeld pasten. De (3)12 was eens een gewone Utrechtenaar, zoals de andere 11 Utrechtenaren, maar werd later gemoderniseerd. Hierdoor leek hij in principe een heel, heel, heel klein beetje op de gemoderniseerde blauwen.

 

VERVOLG DIASHOW: DE TWEE-ASSERS VAN TOM MULDER


22 afbeeldingen van de 411 t/m 415
Alle foto's gemaakt door Tom Mulder in de jaren '60
Voor het bekijken van deze foto's is een Flash Player vereist

Maar hij zag er wel heel anders uit. De gemoderniseerde blauwen waren veel sierlijker geworden. Dat kon je van de 312 helaas niet zeggen. Ook de gemoderniseerde bijwagens volgden op het terrein van de Remise Achtergracht het spoor van de motorwagens en eindigden hier hun leven of werden weggevoerd. Ik ben ervan overtuigd dat, als de constructie van de gemoderniseerde blauwen steviger en veiliger was geweest, vooral ook voor de bestuurder, de verbouwde blauwe motorwagens een langer leven hadden gehad.

Eventuele fouten voorbehouden (red.)

 
<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

omhoog

laat een berichtje achter

 

eXTReMe Tracker